donderdag 1 september 2011

Shime-waza-raadsel (2)

Het raadseltje van 16 augustus was: wat is het verschil tussen morote jime (双手技) en ryote jime (両手技)? Het juiste antwoord met het principe werd gegeven door een naamgenoot van me, jujitsuleraar van onze eigen dojo! Proficiat met de koetjesreep, vanavond de plechtige overhandiging in onze sportschool!

Het antwoord is simpel. Het verschil is een jaartal. 1985. En wel: vóór of ná 1985.

Morote jime en ryote jime zijn technisch identiek. In het Japans betekenen de woorden 双手 'morote' en 両手 'ryōte' ook hetzelfde, nl. “beide handen”. Deze verwurging heeft als principe: de handen worden niet gekruist, maar wurgen parallel.

Er zijn een paar hand-verwurgingen waarbij slechts één hand wordt gebruikt (katate jime en tsukkomi jime) en de overige verwurgingen met beide handen worden als ‘gekruist’ gekarakteriseerd (jūji jime: kata, nami, gyaku – net waar je de duimen houdt, en ook okuri-eri- jime).
Verder zijn de benamingen voor alle shimewaza redelijk willekeurige karakteriseringen vanuit slechts enkele principes.

Vroeger (voor 1985) heette de niet-gekruiste / paralelle verwurging met beide handen gewoon morote jime (een enkeling noemt het eri jime, maar daarbij wordt niet het principe van de hand benoemd, maar dat er door de revers/kraag heen wordt gedrukt) en ik herinner me dus van vroeger ook: eri jime of morote jime. Alle oudere sensei kennen die term en gebruiken hem waarschijnlijk nog. Ik ben een judoka die in de seventies judo heeft geleerd en toen is gaan pauzeren. Tijdens die pauze, in 1985 om precies te zijn, heeft de Kodokan de katamewaza opnieuw geformuleerd. Daarbij is ‘morote’ in de Kodokan technieken syllabus verdwenen, behalve in het geval van morote seoi nage en morote gari. Bij de katamewaza werd alles ‘ryote’, overeenkomstig het gebruik in de kata. En dus werd morote jime gewoon omgenaamd naar ryote jime.
Verder werd bij de shimewaza in 1985 meteen de naam tsukkomi-jime ingevoerd (voorheen gewoon katate-jime) en sode-guruma-jime die voorgeen gewoon een jūji-jime was. En alles wat met de benen wordt gedaan, heet nu geen ashi-gatame-jime meer, maar sankaku-jime. Daarmee zijn echter ook een heel aantal beenverwurgingen, zoals bijvoorbeeld het wurgen met gestrekte benen en gekruiste tenen op de schouder (kata jime, zie foto), waarbij een arm van uke in een soort kansetsu waza wordt vastgehouden, gewoon verdwenen. Jammer, want die techniek deed ik vroeger erg graag, zo herinner ik me !

Kodokan

Eerlijk gezegd was deze Kodokan aanpassing me gewoon ontgaan. Het klinkt idioot voor een liefhebber als ik, maar ik kon het even niet meer helemaal volgen. Ik miste een heel aantal dingen die ik vroeger leerde en deed (zoals kata jime) en ik kende mijn rijtje even niet meer… erg hè?

Hoe dan ook, de Kodokan is nu wel de norm. Wat Kawaishi leerde, is uit de tijd met de ‘eerste’ en ‘tweede verwurging’, stel je voor: 29 verwurgingen in twee series! Waarbij een aantal Kodokan technieken helemaal niet voorkomen in de lijst, en allerlei andere namen wel bestaan. Jammer is het soms wel. Als je de filmpjes ziet van sommige judoclubs waar alle Kawaishi technieken op een rij worden gezet, het was wel leuk judo.

What's in a name?

Maar ja, tijden veranderen. Vanuit Limburg trekt de Kodokan-syllabus als een warmtefront noordwaarts tot alles in Nederland Kodokan zal zijn. En al die andere namen… ach.
Cichorei Kano heeft ze eens leuk op een rijtje gezet, voor ze in de vergetelheid zullen verdwijnen. Alles is uiteindelijk slechts een variatie van andere, bestaande Kodokan-namen.
Ebi-garami 蝦絡 (hadaka-jime)
Ebi-jime 蝦絞 (tsukkomi-jime)
Eri-jime 襟絞 (ryōte-jime, tsukkomi-jime, of katate-jime, afhankelijk van de handposities)
Hasami-jime 鋏絞 (katate-jime, ook identiek met kamakiri-jime)
Hiza-jime 膝絞 (ashi-gatame-jime)
Kakae-jime 抱絞 (katate-jime)
Kamakiri-jime 螳螂絞 (ashi-gatame-jime)
Katate-maki-jime 片手薪絞 (ashi-gatame-jime)
Katate-ashi-jime 片手足絞 (ashi-gatame-jime)
Kensui-jime 懸垂絞 (ashi-gatame-jime)
Matsuba-garami-jime 松葉絡絞 (ashi-gatame-jime)
Narabi-jūji-jime並十絞 (= nami-jūji-jime)
Ōten-jime 横転絞 (kataha-jime met rollen)
Tomoe-jime 巴絞 (kata-jūji-jime of katate-jime, afhankelijk van de positie van onderarmen en handen)
Ude-shibori-jime 腕搾 (katate-jime)
Ura-jūji-jime 裏十絞 (kata-jūji-jime)
Ushiro Jime 後絞 (= hadaka-jime; verwarrend, bij Kawaishi was dat de 4e, terwijl de 7e ‘hadaka’ heette, maar die 7e was slechts een tweede variatie in het oorspronkelijke judo!)
Yoko-jūji-jime 横十絞 (jūji-jime)
Tawara-jime 俵絞 (okuri-eri-jime)

Met als melige opmerking erbij: “Kijk aan, zo kun je nog eens makkelijk een potje Scrabble winnen.” (JF 4-10-2008)

Duidelijkheid?

Verder ben ik van mening dat de verwurgingen als zodanig een wat onsamenhangende groep katamewaza blijft, ondanks de pogingen van de Kodokan. Als je de principes helder hebt, kun je alle posities (staand en liggend, boven, onder of opzij, rollend en bewegend) van daaruit wel definieren, en daarom is wat Kawaishi en anderen deden (allerlei posities tot een nieuw nummer benoemen) niet erg zinvol. Maar anders dan bij de nagewaza, missen we node een exact handboek van de Kodokan waarin alle principes met variates netjes en geordend worden beschreven (mét hun geschiedenis), zoals Daigo-sensei het wel heeft gedaan voor de werptechnieken.

Niet verwonderlijk dat andere gevechtskunsten aan de haal gaan met allerlei ‘nieuwe’ judotechnieken, die ook worstelen of grappling kunnen zijn. Duidelijkheid ontbreekt… wat ons dus soms voor raadsels stelt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten