zondag 5 februari 2012

Innerlijke houdingen (4) Junanshin 柔軟心

Junanshin als een houding bij de training

Ik ben zelf nu bezig in een sportschool die mij zeer bevalt. Maar mijn bruine band heb ik ergens anders behaald, gelukkig bij een sensei die op ongeveer een zelfde traditionele lijn zat. Daarom is de overgang niet zo groot. Maar soms is er een trainer ‘van buiten’ en hij traint judo op een manier die mij eigenlijk niet helemaal bevalt (veel krachttoeren) en sowieso allemaal anders dan anders. Hmmm… ga ik dan tóch gewoon door met dezelfde inzet als anders?

Ik ken een judoka die ook van club veranderde. In de nieuwe club loopt hij aan tegen het macho-gedrag wat daar heerst. Dat is hij niet gewend en dat wil hij ten diepste helemaal niet. Hij weet dat het technisch niveau van zijn eerste club te wensen overlaat, maar de overgang is zwaar. Hmmm…

Ik en hij hebben allebei junanshin nodig om lekker te blijven judoën. Wat is dat?

Een plooibare instelling

Junanshin 柔軟心 bestaat zoals de trouwe lezers van dit blog wel kunnen weten, uit drie kanji.

Het eerste kennen we ‘Ju’ 柔, hetzelfde ‘jû’ van het woord jû-do. of yawara betekent: zachtmoedig, plooibaar, is het tegenovergestelde van hardheid (‘Go’剛, denk aan Go-no-kata 剛 の形).
Nan 軟 betekent eigenlijk bijna hetzelfde: zacht, week.
Junan 柔軟 is een normaal Japans woord wat ‘zacht, elastisch, flexibel, buigzaam’ betekent.

Shin 心 zijn we al eerder tegen gekomen bij de blogs over de Chinese deugden, en het eerste blog van deze serie over mushin, en het betekent: het hart, gevoel, je ziel/kern.

Als je junanshin dan ook moet vertalen, kun je zeggen: een plooibare geest, een instelling die niet op slot zit, die openstaat voor verandering en vernieuwing, die zich kan aanpassen, die kan… leren. Vergelijk het met klei. Klei kan nog een nieuwe vorm aannemen als het kneedbaar is, en er de zachtheid van water in zit. Als het gebakken is, wordt het hard en kan het daarna alleen maar breken. Wel, sommige judoka lijken wel gebakken…

Als je judo of aikido of welke andere budo dan ook wilt leren, is die plooibare geest van levensbelang. Openheid voor wat een ander wil aanreiken. Geduld, héél veel geduld. Met jezelf, de sensei en anderen in de dojo. Niet iedereen is aardig, soms is er dat maar één. Het leren van een budo is een lange weg waarbij je elke dag je lichaam én geest aan een ‘taiso’ moet onderwerpen om het soepel te maken. Warming up, voor en tijdens de les.

Een trucje daarvoor is er niet. Het moet van binnenuit komen. Er zijn veel judoka die altijd zeggen “maar dat heb ik zus of zo geleerd”. Niks te maren. Leer het nou ook eens anders. Weten we alles al? Zelfs een tiende dan judoka kan nog dingen leren. Je eigen ontwikkeling wordt in razend tempo ter hand genomen met passie, toewijding, interesse én… junanshin.

Junanshin brengt het lawaai in de geest tot stilte, maakt me geduldig, geeft me vertrouwen in mijn leraren en laat me werken aan mijn deugden, speciaal die van nederigheid. Mijn geest als judoka wordt sterker, omdat de geest van ‘jû’ als ‘water’ binnendringt in mijn hart.

Compatibel met een moderne levensstijl?

Nou nee. Je moet behoorlijk alternatief en eigenwijs zijn – wat bijna een contradictie is – om junanshin te bewaren. De meeste judoka zijn sterk en hard, en dat is niet alleen zo in hun spieren. Starheid is een gewone houding geworden voor judoka, die ook zo leven in de harde maatschappij. Het ego moet heel wat loslaten om weer soepel en plooibaar van geest te worden. Nederigheid is tegenwoordig een ondeugd.

Daarom moet judo een tegenbeweging durven te zijn. Een weg die niet meewaait met alle winden, maar die anders durft te zijn. Zelf ook niet verstarren uiteraard. Mijn blogs over kata laten wel zien, dat ook de judowereld soms opgesloten zit in schijnbaar vastomlijnde kaders en tradities, net als de judobonden en de IJF. Het is voor alle judoka in organisaties en op de mat, een uitdaging om hun hart eens te onderzoeken. Hoe zachtmoedig zijn we? Hoe plooibaar? Hoe dragen we bij aan de samenleving door zelf soepele en open mensen te zijn? Het zijn de grote vragen van het judo, van hoog tot laag, van de Kodokan tot mijzelf en mijn vrienden, elke keer als we op de mat stappen, in de dojo en in het alledaagse leven.

Dit blog is al weer de laatste van een serie van vier. Allemaal houdingen voor een judoka, komend vanuit het hart. Passend bij de ‘dô’ van judo én aikido.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten