dinsdag 10 juni 2014

Japanser dan Japanners

Ofschoon ik met dit weblog in de ogen van velen al aardig ver ga in de benadering van judo en de geestelijke/morele aspecten van deze nobele weg, ben ik een oppervlakkig vechtbeest in vergelijking met sommige beoefenaars van andere kunsten die helemaal opgaan in een bijna-esoterische benadering van judo, aikido, kendo en nog meer de 'koryu', de aloude jujutsu-scholen.

Ik houd van judo en zie veel praktische toepassingen voor het dagelijks leven in de judo-mentaliteit. Maar daarnaast ben ik de loop van de tijd ook het fysieke spel steeds leuker gaan vinden, hoewel ik daar niet bijzonder veel van bak als oude 'recreant'.

Japan is een land waar ik nog altijd eens graag naar toe wil, omdat ik zowel de taal als de cultuur buitengewoon interessant vind. Tradities, ceremonies, het eten en drinken, ik wil het best eens echt meemaken allemaal. We kunnen er altijd iets van leren.

Maar soms gaat zelfs het Japan-virus me bij sommigen nét iets te ver. Ik heb een eigen dojo en die mag best versierd zijn met Japanse spulletjes die daar traditioneel bij horen. Maar verder wordt er in zo'n ruimte gezweet en gewerkt, en dat voelt goed omdat er gewerkt wordt, maar niet vanwege een portretje van Jigoro Kano, wat kanji-schilderijtjes en een mooie Japanse waaier. En zo is het met alles in judo. Judo is een beentjes-op-de-grond activiteit. Een weg voor wie het begrijpt, maar geen esoterie, geen religie, geen ki. Ik kan me voorstellen dat sommige typen mensen zich aangetrokken voelen tot gevechtskunsten waarin het allemaal gaat om het stromen van ki en andere energiestromen, en waarin de gevechtskunst bijna een halve meditatie wordt om je 'centrum' te bewaken. 
Gelukkig had de aikido-groep waar ik een tijdje trainde, geen last van dat soort Gedöns (zoals de Oosterburen het noemen). Maar ik ben gestopt met het lezen van aiki-blogs en websites. Waar gáát dat allemaal over zeg? Niet dat ik niet ingewijd ben, maar gewoon: hier wíl ik niet in ingewijd worden. Natuurlijk is bij judo goede ademhaling, houding en balans nodig. Maar niet om dan banen van ki vrij te maken of zoiets. Het is soms zó New-Age, Hippie-gedoe of whatever en dat is zó jaren 60... Alsof je moet vluchten uit je eigen wereld en cultuur om 'verlichting' te vinden.

Zo kunnen sommige mensen ook overdrijven met hun liefde voor Japan. Japan is een prachtig land, maar we kunnen als Nederlanders niet Japanser worden dan Japanners zelf. Wij kunnen waarschijnlijk nooit de diepte begrijpen van het totale culturele plaatje van Japan. Wat het is om in een kimono en op zori te lopen en dan een thee-ceremonie te doen. Wat het is om echt Japans te spreken én er ook in te denken. Wat de mindset van een judoka of aikidoka of kendoka is als native-Japanese, ten opzichte van ons Westerlingen.

Zo vraag ik me af wat mensen bezielt om hun naam (vaak verkeerd geschreven) in Japans schrift te laten tatoeëren. Of heel opzichtig 'judo' of 'aikido' als tattoo... Voorlopig dieptepunt van de Japanse idolatrie was deze foto op een internetpagina 'I love Japan'. Jaja, welnu, ik kan me niet voorstellen dat een echte Japanner ooit de poort van een schrijn (zoals de wereldberoemde Itsukushima-schrijn 厳島神社, plaatje boven) in zijn oor zou hangen hoor.  Het is onpraktisch, maar bovenal... idioot. Zelfs een verkoper van toeristische parafernalia doet dit niet.

Dit zal een judoka ook nooit doen, hoop ik. Niet alleen omdat het 'ding' uit moet voor je op de mat mag. Maar ook omdat het bijna tegen de geest van het judo is om je zo gek te laten maken.

Judo kan best een weg zijn voor de training van lichaam, intellect en de geest. Maar we zijn daarom nog niet gek, maar vooral praktisch en educatief. Niet vluchten uit de wereld met vage gevoelens, maar er midden in blijven staan en aan de slag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten