zondag 16 november 2014

Shikai (1) 驚 Kyo

Vorige week schreef ik over heijoshin, een permanente mindset van vredigheid. Heerlijk! Maar zo gemakkelijk is dat dus echt niet. We hebben allemaal onze onrustige gevoelens. De klassieke budo zeggen dat we dan vier dingen moeten vermijden, en dan hebben we vrede. Die vier taboe's noemen ze Shikai, en vandaag de eerste:  驚 Kyô.

Het kanji 驚 (Kyô) betekent: verbluffen, verwonderen. Gewoonlijk wordt het best positief gebruikt, zo van 'SURPRISE', maar in budo is een verrassing niet zo geweldig. Als je zelf een ander verrast met een mooie worp wel, maar een goede judoka láát zich niet verrassen uiteraard. En toch... 

In de klassieke budo werden de Samurai als voorbeelden gesteld. We kennen wel films waarin de Japanse meesters altijd een zwaard bij de hand hebben, zelfs naast hun hoofdkussen. In krimi's en politiefilms zien we trainingen waarbij de inspecteurs een huis binnengaan en kamers verkennen met getrokken pistolen. Methodisch zo werkend dat ze nooit verrast kunnen worden door een crimineel die ze van achteren kan pakken. Dichterbij huis zien we in de oude jujitsu-kata, en ook het kime no kata in het judo, hoe de beoefenaar zijn tanto of katana altijd onder handbereik bij zich draagt, en de oefening is om bliksemsnel te kunnen reageren. 
O ja, het judo heeft de aanvalsvormen bijna afgeschaft en vervangen door kumikata als basis. Maar in het nage no kata zien we nog een paar (ongewapende) aanvallen (zie plaatje) die oorspronkelijk wel degelijk gewapend waren met de bedoeling het hoofd te doorklieven. Tori is dan razendsnel in zijn verdediging, hij laat zich niet verrassen. Hij leidt de aanval af en doet zijn techniek. Het jujutsu en het aikido zijn daar volledig op gebaseerd: steeds waakzaam tegen elke aanval.

De grondhouding tegenover 驚 kyo is dan ook: een staat van permanente waakzaamheid. Nu kan geen mens 24 uur per dag wakker zijn of zich zo gedragen. Dat kan zo zijn. Maar waar gaat onze judotraining over? Waarom doen we wedstrijden en hebben we een ippon? Is dat niet omdat we getraind worden om steeds adequaat op elke beweging van onze partner te kunnen reageren? Judo is principieel go no sen, d.w.z. reactief, en daarin vaak ook pro-actief. Een aanval voelen aankomen en meegaan of overnemen voor het gevaarlijk wordt. Oók als we kumikata hebben, en geen gewelddadige aanval met een tanto moeten afweren.

Hoe doen we dat concreet? Dát is dus exact wat kata ons willen leren. In de eerste plaats is dat iets van altijd de juiste afstand houden (ma-ai) en de juiste manier van observeren: Metsuke 目付.  En dan leren steeds zo te bewegen dat je altijd controle houdt over de bewegingen van je partner. Ja, dat trainen we dus, zelfs als we een fel pakking-gevecht willen leveren. Al gaat dat soms lomp te werk en is het afstand-houden soms gewoon ordinair afhouden. Wie een linkse uchimata wil vermijden, zal echter meer afstand moeten hebben dan de 'omarming' in het nage no kata.

Pas als we zó waakzaam zijn dat we een gevoel hebben getraind dat niets of niemand ons kan verrassen, is de zwaarste wedstrijd alleen maar leuk en relaxed. Het mag ons nooit overmoedig maken, maar het geeft wel rust en een mentaal overwicht op een ander die het niet heeft. Wie geneest van de 'ziekte' kyô, heeft een eerste stap gezet naar heijoshin.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten