zondag 7 december 2014

Shikai (4) 惑 Waku

We zijn in mijn zondagsblogs al weer enkele weken bezig met de taboe-houdingen voor elke judoka. Om de ziekte van innerlijke onrust te vermijden en mentaal als een rots op de tatami te staan, moet een judoka vier dingen vermijden. Die vier 'ziektes' noemen ze Shikai, en na 驚 Kyô (verrast worden), 懼 Ku of gu (Angst), 疑 Gi, en vandaag de vierde: 惑 Waku.

Verwarring

Waku 惑 hangt enigszins samen met 疑 Gi, want beide kanji kan men vertalen met 'twijfel'. Maar waar ik vorige week de 'mentale twijfel aan jezelf' op de voorgrond plaatste, gaat het vandaag meer over de verwarring en verstoordheid die een judoka kan overvallen. Dat je niet meer weet wat je moet doen. Het Japans kent het woord 惑乱, wakuran. We kennen het tweede kanji van 乱取, randori (zie mijn verhelderend blogje daarover). Ran (乱) betekent altijd chaos. Wakuran (惑乱) betekent dan: gek worden, je verstand verliezen, doordraaien. 

Ik herken het op de tatami wel. Soms heb ik zelf ook last van een bepaalde verwarring. Het lijkt wellicht alsof ik alles van judo weet en alles kan, maar dat valt in de praktijk elke week tegen. Ik word er gelukkig niet gi van, maar wel eens 惑 waku. Want mijn motoriek is vaak matig en dan snap ik werkelijk niet welke beweging ik moet maken. Of ik weet werkelijk niet hoe ik door iemands verdediging heen kan komen bij randori. Dan sta ik echt even perplex. Aan de grond tatami genageld. "Wat moet ik nu in hemelsnaam doen zeg?" Dát gevoel. En dan ben ik nota bene zogenaamd al wat gevorderd. Maar ik maak ook judoka in randori mee die nog veel minder technieken beheersen, en die staan zich soms letterlijk af te vragen waar ze mee bezig zijn. Of die zeggen tijdens een randori newaza hardop: 'Jee dat ik dáár in gestonken ben!'

Wat is de remedie tegen 惑 waku? Volgens mij heel 'simpel': techniektraining en uchi komi. Eindeloos trainen. Waar je de innerlijke onzekerheid alleen mentaal kunt overwinnen met goede feedback, kun je de 'verwarring' alleen bestrijden met vaardigheid en kennis. Veel technieken die ik motorisch moeilijk vond, heb ik ook moeten leren door te dóen. Voordoen, uitleg, nadoen. "En nu samen doen" zegt onze sensei altijd na de uitleg. Zo simpel is het. En de overwinning op de 惑 waku komt dan met de tijd.

Coachen en doen

"en nu dóen!"
Uiteraard kan een wedstrijdjudoka zich niet veroorloven om perplex te staan en niet meer te weten wat hij moet doen. Nou ja, zo erg wordt het niet. Hij judoot uiteraard enigszins op zijn eigen niveau. Anders laat men hem niet meedoen. En áls hij even niet weet wat de beste handeling is, dan is er om die reden een coach. Die mag tegenwoordig niet meer schreeuwen langs de lijn, maar dat wás wel het antwoord op 惑 waku in competitie. Zoals de commandant in het leger zegt wat de soldaat moet doen bij de actie ("Vuur!") zo is de coach/sensei degene die de judoka van zijn laatste verwarring afhelpt. Als hij maar genoeg mat-ervaring heeft, hoeft de judoka niet te bezwijken onder deze 'ziekte'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten