zondag 8 maart 2015

Helden van het gevecht

Jigoro Kano hield veel voordrachten over de diepere betekenis van het judo, maar ja wie leest die heden ten dage nog? Mind over Muscle is een prima compilatie en wie wil kan het ook in het Nederlands lezen in mijn eigen vertaling (mail me) maar in de praktijk zien we niet zoveel terug van al die mooie woorden. We zijn lekker aan het zweten op de mat en dat vinden we best: lekker knokken, voor medailles als je wedstrijdjudoka bent, voor een goeie conditie of de lol als je recreatief judoka bent.

Hollywood

Hollywood heeft met alle (commercieel) plezier de idealen van Kano en alle grootmeesters van de Oosterse Gevechtskunsten in compacte actiefilms samengepakt. En daarmee op een Bruce-Lee-achtige wijze de gevechtskunsten salonfähig gemaakt, zoals we dat noemen. Je gaat niet boksen, karate, kungfu of judo doen omdat je wilt véchten! Nee joh, je hebt idealen en uiteindelijk is er altijd een happy end en voor de mannen meestal ook een mooie vrouw of vriendin...

Voor wie dan de achterliggende normen en waarden wil ontdekken, liggen de motieven niet te diep onder het oppervlak verscholen. De vechtende helden van het witte doek leren a) een les over zichzelf en hun diepere drijfveren onder controle te brengen, en b) leren wat goed en kwaad is en daar keuzes voor te maken, lees: te knokken. En c) meestal ook ten dienste van het lot van anderen: zwakken, onderdrukten, etc. (Met een mooie vrouw als toegift.) Kijk, zo heeft vechten nog eens een positieve betekenis! 

De negatieve effecten van vechten worden zorgvuldig K.O. geslagen in de Hollywood-knokfilm. Nee, eigen eer en glorie is niet belangrijk. Nee, geweld en bloedvergieten wordt niet verheerlijkt. Goed en kwaad zijn heerlijk zwart-wit. De bad guys zijn érg 'bad' en de good guys érg 'good' en dus echte helden waarmee je graag vereenzelvigd wordt. En als je toevallig ook een jochie bent die veel gepest wordt, poetst het tevens je zelfvertrouwen op, dat je er wel komt als je maar leert vechten. 

Judoka

Anton Geesink was een judoheld in ons land omdat hij Olympisch Kampioen werd en nét in het tijdperk van de opkomende televisie. Hij was een enorm ambassadeur voor het judo. De onlangs overleden Wim Ruska was dat ook, zij het in de schaduw van Geesink. Maar dat judo en andere 'vechtsporten' hun negatieve imago hebben kunnen afschudden, danken we aan de Amerikanen. Zij hebben na de Oorlog doelbewust de Japanse vechtkunsten tot 'onschuldige' spelletjes willen maken en - met Hollywood in de achtertuin - daar later prachtige films van hebben gemaakt. Vol romantiek, snelle moraal en grijpbare idealen. Zo kan iedere fatsoenlijke man of vrouw zich in een dojo ophouden zonder te worden nagekeken als 'vechtersbaas'.  (Alleen de kickboksers moeten nog eens een betere film maken denk ik, om hun imagoprobleem op te lossen, als de minister daar geen keurmerk van maakt.)

Wel... is de praktijk van ons judoka eigenlijk een hele andere. Wij doen gewoon lekker ons ding, en zijn blij dat iedereen dat wel prima vindt. Maar herkennen we ons in die helden van het witte doek? Of is het bij sommigen ook een mooi excuus om de oerinstincten van het mannelijke salonfähig te houden?

De omslag van Fight Club

In dat opzicht was de film Fight Club een gewaagde uitzondering in het genre. Daar is het hoogverheven ideaal van vechten voor een betere wereld volledig uit beeld. Integendeel. Het is een cultfilm waarin nihilisme, zinloos geweld en archetypisch vechten tot hoofdmotief worden. Een kaskraker met topacteurs, bijna een breekpunt in het stereotype heldendom. Het succes van deze harde film, veel meer gewaardeerd dan clichématige films van John Avildsen, zegt iets over de gemiddelde vechter die niet altijd zijn instincten in een moreel-correct jasje wil steken.

Ik moet overigens zeggen: ook al ben ik een idealist, ik heb Fight Club meerdere keren gekeken.

Alle idealen ten spijt, alle mooie boeken en Hollywoodflims daargelaten... de spanning tussen vechten en een mooie moraal zal altijd blijven. In een cosmetisch-opgeleukte wereld kan zoiets goed worden weggedrukt, maar oerinstincten blijven. Fight Club is een schizofrene film. In elke mens zit een 'Tyler Durden' en een 'Jigoro Kano'. De helden van het gevecht zijn degenen die door hun judo of om het even welke vechtkunst, hun destructieve neigingen onder controle hebben gebracht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten