zondag 31 mei 2015

Nijiri·guchi 躙り口 ofwel: laat de rugzak buiten

Thee

Zoals bekend is Japan een thee-land, waar het groene-theepoeder (matcha) bijna heilige materie is waaraan wonderbaarelijke krachten worden toegeschreven. Even een kopje thee zetten is dan ook bijna heiligschennis, thee drinken is een 'weg', een compleet ritueel. Het wordt sadō of chadō (茶道) genoemd: de ´weg van de thee´. 

Bij die 'weg' hoort een heel aantal gebruiken. Niet alleen zijn de gebruiksvoorwerpen bepaald, maar ook de volgorde van de ceremonie, de kleding, en de ruimte waarin deze wordt voltrokken. De chadō heeft normaal ook een eigen 'tempel', de chashitsu (茶室), houten vrijstaande huisjes met een hele eigen indeling en tatami op de vloer. Bij die indeling hoort, dat er twee deuren zijn, één voor het personeel en één voor de gasten. En die gasten-ingang heet de Nijiri·guchi (躙り口)

Nou ja, 'gasten ingang'? Een mooie gastvrijheid!
  • Nijiri 躙 = vernedering, klein maken
  • Guchi 口 = mond, opening, ingang (wat in dit kanji erg visueel wordt gemaakt!)
En inderdaad, deze toegang is feitelijk niet meer dan een schuifluik, een gat in de wand, van zo'n 65 bij 65 centimeter waar de gasten door moeten binnenkruipen...

De betekenis van dit rituele gebeuren, is dat de gast bij de weg van de thee moet beseffen dat hij een nederige deelnemer is, dat hij zich onderwerpt aan de weg en dus zijn hoofd moet buigen. Het is een idee van 'iedereen is gelijk'. Ook de keizer moet door de Nijiri·guchi en zijn hoogmoed bij de deur achterlaten.

De Nijiri·guchi van de dojo

Ik schrijf dit interessante verhaal over een stukje Japanse cultuur, omdat wij als judoka ook binnengaan op een 'weg' ( ) als we de dojo binnenstappen. Iedereen is gelijk op de mat, iedereen draagt daarom dezelfde witte kimono (zoals bij de thee-ceremonie) en niemand is meer of minder dan een ander. Daarom is judo ook zo goed voor het zelfvertrouwen en je zelfbeeld. Minderwaardigheid bestaat niet, maar meerderwaardigheid ook niet. We respecteren elkaar en we buigen naar elkaar, de sensei naar de leerling en omgekeerd; witte-banders naar zwarte-banders en omgekeerd.

Toch beschouwen velen de stap in de dojo niet als het kruipen door de nijiri·guchi. Want tegenwoordig voelen velen zich toch speciaal. Met de diverse rugzakjes of lichamelijke problemen. Sensei mag rekening houden met van alles. De één heeft moeite met zijn knieën, de ander heeft dit of dat in het autisme-spectrum, weer een ander heeft rugzakje A, een ander rugzakje B.

Nu kan een begrijpende sensei over zijn hart strijken en zeggen: "we houden rekening met alles". Natuurlijk, ik heb al eerder betoogd dat volgens de opvoedkundige principes van Confucius de wijze sensei maatwerk aflevert. Heel goed. Maar... fundamenteel zou een traditionele sensei ook mogen zeggen: 
Ga binnen door de nijiri·guchi. Uw rugzak kunt ge buiten laten staan. Binnen is iedereen gelijk en maken we geen onderscheid tussen manke, autistische, getraumatiseerde, half-blinde of geblesseerde judoka. Iedereen die ge binnen zult tegenkomen heeft zijn eigen problemen. We houden rekening met iedereen, en gij dus ook met die van uw medejudoka. Maar uiteindelijk gaat het er niet om in welke conditie u bent, en uw problemen zult ge snel vergeten als de keiko begonnen is. Hajime en kruip door het luik...
Judo was bedoeld voor iedereen, als een brede weg, een soort nationale lichamelijke opvoeding. Uiteraard zullen we daar topfitte judoka tegenkomen en judoka waar van alles mee is. De nijiri·guchi kan een beeld zijn om niet te blijven stilstaan bij de bagage die we in onze rugzak hebben, maar de nieuwe weg die we gaan...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten