zondag 19 juli 2015

Confucius (1) opvoeding en de rol van de (judo)leraar

Het is zomervakantie en Mitesco heeft een zomerserie over de grote Chinese leraar Confucius en de opvoeding. Vier jaar geleden heb ik geschreven over Confucius en de moraal, de deugden, in een lange serie over de Chinese krijgsmoraal. Voor wie op de lange zomeravonden met de laptop of iPad op schoot een beter mens wil worden (LOL) kan nog eens terugbladeren in de geschiedenis van dit blog. Ik begon destijds met dit stuk over de waarden in het judo, gebaseerd op Confucius. En daarna een serie van tien delen, beginnend hier, met de wil. Van 1 juli 2011 en de hele zomer door. Anno 2015 gaat het meer praktisch over leermethoden...

Confucius (551–479 voor Christus) was - zo zou je mogen zeggen - de eerste humanist. Men zegt wel van hem dat zijn leer een soort 'religie' was, maar dat is zoals wij westerlingen er tegenaan kijken misschien. Er was wel een soort bovennatuurlijkheid in zijn denken (zoals alle oosterlingen dat hebben van nature) maar in zijn denken stond de menselijke beschaving voorop. De deugd en de moraal was dan ook primair gericht op humaniteit en de waardigheid van de menselijke persoon. Zijn tijd zeer vooruit, mag je wel zeggen. En dus nog steeds interessant voor onze tijd want het lijkt soms wel alsof de geschiedenis tussen beschaving en barbarij blijft schommelen, en hoogstaande culturen na enkele eeuwen weer vernietigd (moeten) worden door primitieve stromingen.

Zijn woorden werden postuum opgetekend in de Analecta en zijn nog steeds een bron van wijsheid. Voor de menselijke omgangsvormen hield hij vast aan de 'gouden regel' die ook eeuwen later de basis was van christendom en humanisme in onze streken:
己所不欲,勿施於人。"Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet." en: 子貢問曰:“有一言而可以終身行之者乎”?子曰:“其恕乎!己所不欲、勿施於人。"Zi Gong [een leerling) vroeg: "Is er één woord dat een mens door het leven kan begeleiden?" De Meester antwoordde: "Wat denk je van 'wederzijdsheid'! Leg nooit aan een ander op wat je zelf ook niet zou kiezen." Analecta XV. 24

Studie en opvoeding

In de Analecta komt Confucius naar voren als degene die "overdraagt maar niets zelf bedenkt" en dat wil zeggen: niet de leraar staat centraal, maar de leerling en de lesstof. Daarom is hij ook een nederige leraar, die de leerling zelf laat ontdekken wat in de overlevering van waarde is.  Maar daar moet wel hard voor worden gewerkt, want heel het leven is leren, opgevoed worden, en daarom begint zijn verzameld werk ook met het Chinese karakter voor 'studie' (學).

In deze eerste bijdrage van de zomer wil ik benadrukken wat de houding van de leraar is bij de Confucianistische opvoedings- en studiemethode.

Voor Confucius is de leraar in de eerste plaats dienstbaar aan de ontwikkeling van de leerling. En die ontwikkeling is voor de Meester niet beperkt tot één facet van het leven. Want 'leren' is niet alleen intellectuele kennis er in stampen, maar de hele persoon vormen tot een waardevol individu dat zelfstandig de juiste keuzes maakt om de samenleving te dienen. Dwang en je wil opleggen aan de ander is dan ook zinloos want het overtuigt niet. En wat niet zelf kan worden geïntegreerd in het leven, heeft geen wortel en zal ook niet standhouden. 
Methodisch kiest de leraar dan ook datgene wat van nut is om de leerling te brengen tot de universele ontwikkeling, op een volwassen manier.
Voor Confucius is dat uiteraard geen vrijblijvende zaak, want met luiheid gaat niemand vooruit. Daarop komen we in een tweede blog terug. 
Het modern-klinkende opvoedingssysteem van Confucius is niet modern in de zin dat de vrijheid die wij in de 20e eeuw in het onderwijssysteem hebben ingeweven, voor hem doelloos lijkt. Niet de subjectieve wil en gevoelens van de leerling zijn uiteindelijk het beslissende element van studie en opvoeding, maar de waarden die zijn overgeleverd. Deugd zonder eerbied voor traditie is voor de oosterse denkwijze ondenkbaar. De methode is dus bedoeld om de leerling te overtuigen, maar de 'lesstof' is niet relatief.

Deze methode en judo

Jigoro Kano was in hart en nieren een opvoeder. Het judo was bedoeld om via de technieken te komen tot een hoger doel, een beter menszijn. Het humanisme van Confucius, gecombineerd met westerse ideeën over opvoeding, brachten Kano tot zijn eigen systeem. Maar het is de vraag of wij anno 2015 niet ook voor de judolessen heel veel kunnen leren van de oude Meester uit China. Ik noem enkele punten:
  • Judo nooit verengen tot een technisch verhaal want opvoeding gaat altijd de breedte in, de totale mens/judoka in zijn hele ontwikkeling voorop stellen.
  • Judo nooit verengen tot 'leuk' want ook al staat de leerling centraal, er wordt wel een inhoud overgedragen die een waarde in zich heeft, en die mag niet worden geofferd aan de luiheid of de 'lol'van de judoka, of zijn 'zin'. 
  • De rol van de judoleraar is die van 'coach', zoals ik al eerder de rol van de sensei beschreef. Een berggids, die de judoka zelf leert klimmen en zijn eigen keuzes maken. Dat wil zeggen: technisch en moreel onderwijst de leraar 'op maat' want wat de leerling niet aankan, kan er niet worden ingestampt.
Dit alles gaan we verbreden in de komende weken, in de hoop dat we tijdens de zomer een mooie verdieping kunnen opbouwen voor ons judo-onderricht en onze groei als mens.

Wordt dus vervolgd...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten