woensdag 19 augustus 2015

Over het ontstaan van kata guruma

Jigoro Kano trainde vanaf 1877 in de Tenjin Shin'yō-ryū (天神真楊流). Een hele kleine dojo met maar 5 leerlingen, onder leiding van Hachinosuke Fukuda. Fukuda was al ziekelijk, hij zou 2 jaar later sterven, maar het jujutsu wat er geleerd werd was vernieuwend, met veel atemi (stoten) om balansverstoring op te wekken. Dat betekende voor Kano niet alleen veel leren, maar vooral veel incasseren. Maar ook was het een school met meer vloeiende, flexibele bewegingen. Men zegt dat de invloed van Tenjin Shinyo ryu zichtbaar is in seoi-nage , harai-goshi en osoto-gari en in Itsutsu no kata. In 1879 - na de dood van Fukuda - kreeg Kano zelf alle overgeleverde geschriften van de dojo toevertrouwd. 

De ontdekking

Zoals Kano het wezen van kuzushi 'ontdekte' (lees: ging inzien) in het werken met meester Ikubo, zo ontdekte hij het principe van kata guruma door het trainen met Kanekichi Fukushima, een reus die werkte op de vismarkt van Nihonbashi. Het was een partner van wie Kano nooit kon winnen. Omdat Kano dat niet op zich kon laten zitten, ging hij zoeken naar technieken bij het worstelen. Allereerst de eigen Japanse tradities: Sumo. We zien de enorme drijfveer van Kano, dat hij apart daarvoor ging trainen met een voormalig Sumo-worstelaar die hij kende van de universiteit. Maar helaas hielp geen enkele geleerde sumo-techniek tegen Fukushima. 
Om die reden ging Kano shoppen bij... westerse gevechtskunsten. In de bibliotheek van Ueno vond hij een boek waarin een techniek stond waar hij van dacht: dat kon wel eens werken. Omdat er geen sportschool in Japan was waar de jonge Kano het in het echt kon leren, ging hij zelf uitdokteren en uiteindelijk uitproberen op zijn mede-jujutsuka. Wat hij bedacht was een vroege vorm van de huidige kata guruma
"Toen ik genoeg zelfvertrouwen had ontwikkeld, besloot ik op een dag om de techniek ook bij Fukushima uit te testen - en het werkte geweldig! Ik kon zijn grote lichaam prima tegen de grond werken. Het is onbeschrijfelijk, hoe ik me daarover verblijdde. Het was niet alleen dat ik Fukushima kon overwinnen, maar veel meer de tevredenheid daarover, dat de inspanning die ik me een lange tijd getroost had, uiteindelijk succesvol bleek." (Kodokan Bunkakai Sakko, januari 1927, in: Toshiro Daigo, Wurftechniken des Kodokan, Teil 1, p. 72-73)
Of dit een soort legendevorming is, weten we uiteraard niet. Volgens Daigo zijn er in andere jujutsu-scholen wel degelijk vergelijkbare technieken overgeleverd. Maar goed. Uit alles blijkt dat Kano een enorme trots en gedrevenheid had, en de vernedering om van iemand nooit te kunnen winnen, niet kon verdragen en er álles voor over had om wel te kunnen winnen. En dat voor de stichter die op zoveel plaatsen leert, dat winnen niet het hoogste doel van judo mag zijn. Rijpheid uit latere tijden, zullen we maar denken - al is de publicatie van het verhaal uit Kano's mond pas in 1927 gebeurd, toen hij al dik vijf jaar vooral voor jita kyoei aan het ijveren was.

Het principe

Het verhaal verklaart uiteraard wél waarom Kano deze techniek in het nage no kata heeft geplaatst. Niet alleen omdat hij er zo lang over gedaan heeft het te ontwikkelen en het zijn 'trots' was, maar ook omdat het een fundamentele betekenis heeft voor het kunnen werpen van 'reuzen', waardoor het krachtsverschil technisch kan worden tenietgedaan. Het guruma-principe wordt bovendien bijna nergens zo goed uitgedrukt. Immers, de as van het wiel (guruma = wiel, rad) is voelbaar voor zowel tori als uke als de techniek wordt uitgevoerd. En als de as als kantelpunt bovenop de schouders en de nek níet helemaal goed zit, voelt elke judoka dat kata guruma onmogelijk wordt, tenzij met veel krachtsinspanning. Terwijl... als tori zijn uke precies op de juiste plek kan kantelen, je een prachtig effect. En dáárom werkt(e) het ook tegen grote tegenstanders. Als je er maar 'diep genoeg onder komt' en je hem strak kunt optrekken. Het is immers geen tillen...

Ik kan uit ervaring zeggen dat zowel het werpen als geworpen worden met kata guruma geweldig is, als het wiel goed in elkaar zit. Ik kan me nog het gezicht van een medejudoka herinneren die mij ermee liet vliegen (N.B. 25 kilo lichter dan ik!) toen hij het na lang oefenen een keer goed deed. Ja, dat is zoiets geweest als het gezicht van de jonge Kano bij de reus Fukushima...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten