dinsdag 15 december 2015

Humaan blijven als je hard bent

Als je iemand slaat, blijf menselijk
Het beeld bij de tekst van Shihan Essence is niet een beeld van grote humaniteit/menslievendheid. Eerder van gemeen geweld, pijn doen, vernedering en macht uitoefenen over een ander. Datgene waar heel de wereld vol van lijkt, en waar zo veel mensen slachtoffer van zijn. Hoezo moet je iemand mogen slaan? Waarom zou je? Is de humaniteit uit onze wereld verdwenen?

Enkele weken geleden waren de fans in mijn woonplaats in alle staten van verrukking toen "The Natural" Nieky Holzken zijn wereldtitel kickboksen succesvol verdedigde. Tegelijk is hij ook in zijn eigen soap op tv geweest om aan de wereld te laten zien dat er ook een mens staat en niet alleen een vechtmachine. Met een gezinnetje en een katholieke rozenkrans om zijn hals.

Ook al weten we dat judoka niet slaan, het beeld van 'vechtsporten' is dat van een harde wereld. Zeker voor wedstrijdsport, full contact. Je gaat voor een overwinning, of dat ippon of KO heet. Daar moet de 'tegenstander' dan maar wat voor incasseren. Dat lijkt onmenselijk en wreed. Maar is het dat ook?

Onderdeel van het spel

Het punt is, dat ook harde gevechten en harde klappen een 'spel' kunnen zijn, met wederzijdse instemming, volgens regels, en met mensen die daar op getraind zijn. Een geoefend kickbokser moet mij geen harde dreun op mijn (niet-bestaande) 'sixpack' geven, maar de uitdager van Holzken is daar op getraind. Een geoefend judoka mag mij wél op mijn rug gooien mits goed gecontroleerd. Want daar ben ik op getraind. De nieuwelinge die net weet hoe ze haar witte band kan knopen, is dat niet en wee de judoka die dan keihard gaat gooien met haar. 

Binnen het spel, en binnen de context van de sport, moet er veel kunnen, ook als dat enorm hard lijkt voor anderen. Buiten de specifieke context is een judoka (of vechter) juist géén vechter. En is bij uitdagend gedrag van een andere betrokkene 'nee' ook absoluut 'nee'. Wat over die grens gaat, kán echt niet.

Onderdeel van het spel kan wel degelijk een enorme 'hardheid' zijn, ook op de 'zachte' weg. Om
1) Discipline
2) Doorzettingsvermogen
3) Beheersing
te kweken.
Het laatste punt - beheersing - is het punt van een menselijke beschaving. Trainen als een beest mag wel. Maar een beest (willen) zijn kan niet. Wij zijn geen beesten met primitieve instincten, maar gaan verstandig en gevoelig met medemensen om. Zelfs in een keihard gevecht. Maar zeker buiten die vastomlijnde context van een 'spel', weten juist judoka en vechtsporters exact hoe ver ze kunnen gaan, voelen ze nóg beter aan wat grenzen zijn en hoe je met lichaam en geest van anderen omgaat. Judo vormt karakter. Nobelheid.

Leer te vechten om nooit te vechten
Aan het gedrag buiten de mat of ring, zie je ook veel over het karakter van de ander. Er zijn vele vormen van ongepast geweld en grensoverschrijdend gedrag, zowel fysiek als met woord en gebaar. Vaak voel je in de kleedkamer daarom al met wie je lekker gaat trainen of niet. Een medejudoka die steeds racistische opmerkingen maakt over mensen in zijn straat, of een andere judoka die elke keer zijn 'kickboks-kwaliteit' met harde stompen wil tonen... dat hoort niet bij de zelfbeheersing en beschaving van judoka in woord en daad. Dat ga je merken op de mat en buiten de mat zullen ze niet merken dat die anderen judoka zijn.

Daarom is een programma over het leven van een vechtsporter eigenlijk wel goed. Het kan een beeld scheppen van een mens achter de vechter. Dat het leven meer is dan klappen geven en nemen. Of dat die klappen de mens karakter geven en juist tot een betere mens maken. Want dat zou de bedoeling moeten zijn van alle vechtsporten, wegen, en kunsten. Meer humaniteit. Opvoeding. Beschaving door beheersing. Hardheid die zacht maakt. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten