zondag 20 december 2015

Schieten zonder boog en pijlen

De boog is gebroken
Er zijn geen pijlen meer
Op dat ene moment
zet je alle twijfel van je af
en je schiet onmiddellijk.
Een dertiende eeuws spreekwoord uit de Zen-traditie.

Hoe kan dat nou? Geen boog en pijlen meer en toch onmiddellijk schieten?
Ik had al eerder dit najaar (11 oktober jl.) een zen-raadsel over de meerval en de kalebas, naar aanleiding van een oud schilderij.

Wat is de verborgen wijsheid van deze spreuk?

In de aloude Japanse weg van de boog (弓道 Kyūdō) wordt de beoefenaar geleerd dat niet pijl en boog de belangrijkste onderdelen van de weg zijn, maar de boogschutter zelf. Kyudo is mede in het westen niet populair omdat het eindeloos blijft werken aan lichaamshouding, etiquette en het 'één worden met de boog'. Voor wie het kan begrijpen: kyudo wil niet leren met de boog te schieten, maar zelf de boog en de roos te worden. (在的 zaiteki, waar ik op 15 maart van dit jaar over schreef.)

Judo als je zogenaamd niks meer kunt

Judoka kunnen wel iets leren van deze ingewikkelde weg. Met de bovenstaande spreuk in gedachten moet ik denken aan oude sensei die hun hoge dangraad behouden als ze op hoge leeftijd wellicht in een rolstoel zitten en niets meer kunnen. 
Ik denk aan mijn eigen eerste leermeester, Louis Pardoel-sensei (1932-2011), die op het einde van zijn leven geveld was door herseninfarcten. Hij kon geen judo of taekwondo meer doen, maar hij wás zelf deze wegen geworden, totaal één met de weg. 
Ik denk aan Keiko Fukuda (1913-2013, foto hiernaast), de enige vrouwelijke 9e dan judoka en directe leerling van Jigoro Kano. Zij bleef tot haar dood op 99-jarige leeftijd lesgeven in San Francisco waar ze woonde. Zij wás judo, al kon ze echt geen kata meer lopen op eigen kracht. 

Moet je nog wel fysiek kunnen judoën om judoka te zijn? Moet je nog alles kunnen? Het is als met de levensboog waar ik op 10 mei over schreef. Op de levensavond werk je anders dan in je jeugd. 

Positief tot in de kist

Van het zen-spreekwoord en kyudo kunnen wij leren om dat 'anders' ook te zien als een innerlijke eenheid met het judo en het beleven van judo op een niet-fysieke manier. Met heel je levenshouding te werpen, met je beperkingen en je handicaps te controleren, met je krukken en rolstoelen kata te doen, met je verdriet en je tegenslagen randori te doen, en met je gebrokenheid van lichaam, een sterke geest te houden en winnaar te worden van het levenstoernooi. 
Ofwel: hoe judo je altijd positief houdt en je ook zonder 'pijl en boog' kan laten scoren... tot je tussen zes plankjes ligt.
Zet alle twijfel van je af en schiet onmiddellijk...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten