zondag 24 januari 2016

Kichigai 気違

Deze keer zijn de Japanse kanji geen compliment als we van een judoka zeggen dat hij kichigai 気違 is.
  • Ki 気 kennen we: het is het bekende woord voor 'adem, levenskracht' zoals we dat vinden in 合気道 aikidō. Nee, geen magische kracht alstublieft!
  • Chigai 違 is evenwel de verstoorder van de levenskracht, als het uit balans is. Het is: "verkeerd, in de war, door elkaar heen vliegen.
Kichigai 気違 is dan in gewoon Nederlands: gestoord.

In Japan gebruiken ze het bij de budokunsten voor iemand die te veel traint en daar zo in opgaat dat er niks anders meer bestaat. Get a life zeggen ze dan tegen zulke idioten, maar aangezien Japanners soms ook bloedfanatiek zijn, is het vaak tegen dovemansoren gezegd. Zeker omdat de aloude sensei-leerling-verhouding traditioneel een 24/7 dienst aan de gevechtskunst betekende.

Henk Grol

Toch is het geen Japans probleem. Ik moest er aan denken bij het lezen van het uitstekende stuk van Sebastiaan Fransen op zijn weblog deze week. Naar aanleiding van een televisieprogramma over Henk Grol, die - volgens de VPRO - zegt dat "Goud winnen een obsessie voor hem is geworden." Een obsessie. Allemensen zeg, dat is toch wel erg. Woorden als 'verslaving', 'obsessie', zijn tegengesteld aan de geest van het judo, dat een weg van wil zijn, wat niet alleen 'zacht, mild, soepel' betekent, maar in eerste plaats een mentale geestestoestand wil zijn: een weg voor vrije mensen. Een van de principes die Jigoro Kano leerde was: tomaru tokuro o shire. Weet wanneer je moet ophouden, ken je grenzen, ga nooit te ver.  En laat je grenzen bepalen door een ander. Niet alleen door jezelf. Als ik lees wat Grol over zichzelf zegt, denk ik dus: hou maar op, dit heeft niks met judo te maken. Grol lijkt wel Kichigai.

"Ik ben geen motorisch of fysiek wonder, maar geef nooit op. 365 dagen per jaar doe ik mijn huiswerk en daarom ben ik zo goed geworden. Ik ben de slechtste verliezer die je maar kunt bedenken. Absoluut niet sportief. Ik haat verliezen. Kan er slecht mee omgaan. Ik gun het die anderen ook gewoon niet. Ik gun het mezelf meer." (RTV Noord, 26 jan 2014)
Een spiegel

Dus is kichigai een woord wat ook voor Nederlandse judoka een spiegel kan zijn. Grol heeft aanzien in de judowereld en wordt door velen als een voorbeeld gezien. Maar ís hij wel een voorbeeld zoals hij naar buiten treedt (niet voor het eerst overigens)?

Zeker bij wedstrijdjudoka kan de vraag soms gerechtvaardigd zijn: is er ook nog een leven buiten het judo? Moet judo full-time dojo-werk zijn, of is judo een levenshouding die wordt uitgedrukt op de mat en in het alledaagse leven? Welk alledaags leven? Misschien kan men in Rusland, China en Korea vinden dat een mens geen privé mag hebben en daarom alle medailles binnenharken. Maar, als elke dag draait om eten, slapen en judo, en zelfs familie en vrienden gaan lijden onder judo... is dat dan gezond? Als een judoka geen tijd meer heeft voor andere hobby's of normale ontspanning? Als een baan of studie onder druk komt of zelfs wordt opgegeven? Als een relatie met een vriend(in) niet mogelijk zou zijn? Als het focussen op gewicht zó sterk wordt dat gezond eten en drinken niet meer mogelijk is? Als er per se elke dag getraind moet worden, ook als de judoka aan zijn lichaam voelt dat hij ziek of oververmoeid is? Als judoka (net als Grol) blijkbaar zo geöbsedeerd zijn dat ze bij hun drive om te winnen, het welzijn van anderen ondergeschikt lijken te maken?
Ik durf te zeggen dat, als een judoka aan meer dan één van bovenstaande voorbeelden lijdt, hij een beetje kichigai is. Het moet wel gezond blijven en judoka zijn geen medaillemachines.

Het is de vraag of sensei bij hun topjudoka durven zeggen dat ze weliswaar trots zijn op een medaille, maar liever hadden dat ze eens ontspanden. Of mensen die duidelijk te ver gaan, ook gewoon wegsturen ondanks hun succes. Ik hoop dat men ook in de landelijke trainingscentra, of bij de centrale trainingen die de JBN nu wil opzetten, daar ook goed op gaat letten. Het moet leuk blijven en we zitten hier niet in Seoul. Judoka moeten ook een gewoon leven kunnen hebben. Judoka moeten judoën in de geest van het judo en nooit over de grens gaan. Fanatiek bezig zijn kan nog, maar fanatisme is te gek. Judo en sport mag veel vragen van iemand, men moet keuzes maken om bij de top te horen, maar waar ligt de grens? Judo is niet je hele leven... mág het niet zijn!

Om terug te keren naar het woord Kichigai 気違: de ki, wat men daar ook onder mag verstaan, is een energie die volgens de judoprincipes efficiënt moet worden gebruikt. Niet alleen maximaal, maar vooral 善用, zenyo. Goed en nuttig. Niet ongeordend en verspillend door overmaat. Het zou goed zijn om tegen judoka die de juiste maat dreigen te verliezen gewoon kichigai te kunnen zeggen. Tomaru tokoro o shire. Weten wanneer je moet ophouden want als je dat niet weet, ben je gewoon gestoord. Hard maar waar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten