zondag 6 maart 2016

Perfectie en idealen

Vorige week citeerde ik Jigoro Kano die zei: "om de betekenis van judo te snappen en overeenkomstig zijn geest te handelen, betekent dat elke handeling gebaseerd moet zijn op het hoogste ideaal. Op die manier wordt iemands waardigheid verheven. "

Het hoogste ideaal. Wat is dat? Een van de doelen van judo is - we lazen het de afgelopen weken vaker in deze principiële blogserie - 'perfectie'. Iets als  jiko no kansei  (自己の完成) waar ik vijf jaar geleden al eens over schreef. Jigoro Kano noemt dat zelf ook: 
We hebben nu vastgesteld wat de drie aspecten van judo zijn: training voor de verdediging tegen een aanval; cultivering van geest en lichaam, en je energie optimaal gebruiken. We hebben ook vastgesteld dat het hoogste doel van judo is: de perfectie van de eigen persoon, ten bate van de samenleving. (Mind over Muscle p.95)
Toch is het goed om in het kader van de twee andere principes dat streefdoel nog eens tegen het licht te houden. Vijf jaar geleden schreef ik dat we de perfectie alleen kunnen lezen met het welzijn van allen in het vizier. Maar hoe bereiken we het? Met hoeveel inspanning? Hoe streven we?
"Goed gebruik van energie" is een trapje: goed - beter - best - maximum. Als je streeft naar perfectie, bereik het toch niet. Want het leven is niet perfect en geen mens is perfect. Als je perfect probeert te zijn, zul je veel meer energie gebruiken, die nodig is in relatie tot werk, moraal, relaties etc. en het zal zich tegen je keren. Je hoeft niet perfect te zijn om optimale resultaten te behalen, je hoeft geen heilige te zijn, om een rijk en gelukkig leven te hebben. Sommige mensen zijn gelukkig en slim geboren, anderen zijn nog slimmer en gelukkig geboren... Perfecte controle van het leven is een illusie en ook dat goed werk of daden gevolgd worden door gerechtigheid of verdienste.
"Goed gebruik van energie" betekent ook dat je de energie niet gebruikt om te verspillen of voor vernietiging en slechte gewoontes en relaties met destructieve mensen, of te verzinken in het verleden of juist te hechten aan wat je hoopt en wenst. Goed gebruik van energie is verbonden met natuurlijkheid en eenvoud, en zoals de Taoist zegt: met een leeg hart en een heldere en rustige geest. Hoge idealen kunnen frustrerend en uitputtend zijn voor degene die streeft naar perfectie en die denkt dat vroeger alles optimaal was.  (zoals confucianisten of sommige judoka ...) en zoals ik zei: perfectie keert zich tegen je. Ik streeft niet naar het allerbeste, het maximum etc - soms komt het voor, maar ik zie het als een gave en niet als het gevolg van mijn inspanningen.
"Goed gebruik van energie" is een veel breder principe van het Leven en Judo heeft er een specifieke toepassing van, maar Judo is maar één (klein) deel ervan.   (Anatol, Judoforum 13-4-2014)
Meneer Anatol heeft een punt. Perfectionisme is een geestelijk probleem, en mensen die de lat te hoog leggen, worden overspannen. Wedstrijdjudoka weten hoe zwaar die druk kan zijn. Altijd de beste willen zijn, kan je juist ook doen verliezen. In de eerste plaats van jezelf. Maar moet je het dan allemaal maar laten gaan? Worden we dan niet enorm passief? Zijn mensen die nergens naar streven ook geen lamme slappelingen, die de lat zo laag leggen dat ze niks werkelijk bereiken? Niet alleen Japanners snappen dat hard werken, wel degelijk loont. "Als er inspanning is, is er vervulling" zei Kano vaker.  Hoezo zijn hoge idealen frustrerend?
Als we kijken naar betekenissen voor het woord "ideaal", komen we snel uit bij uitdrukkingen als "perfect", "perfectie", en "iets waar je naar streeft". Er zijn veel bestaande idealen die we bespreken hier. Meestal komen ze voort uit religieuze, politieke of filosofische achtergronden of zo. Hoewel sommige best een aantal volgelingen kunnen hebben, is de wereld nog steeds de onvolmaakte plaats die het is. Duidelijk. Hoewel de idealen die men bewondert en nastreeft, "perfect" genoemd kunnen worden, zijzelf - de mensen - zijn dat niet. Kunnen daarom niet alle idealen - als het gaat om hun verwerkelijking - bij nader inzien utopisch of naïef worden genoemd (in de zin dat ze de menselijke natuur vergeten zijn)?
Ik denk:  idealen zijn precies wat ze zijn: idealen. Voor mij zou het fanatisme, of extremisme, om te verwachten of te eisen dat idealen volledig in vervulling moeten gaan, zowel bij anderen als onszelf. We kennen allemaal het type mensen die zich dat niet realiseren, en we weten allemaal waar dat toe leidt, soms zelfs met het tegenovergestelde en gruwelijke resultaat. Maar als iemand idealen bekijkt vanuit een realistisch standpunt, wordt het meer een kwestie van het niveau waarop je de best mogelijk benadering bereikt van wat iemand wil verbeteren, zelfs als iemand zich volledig bewist is dat het onmogelijk is de perfectie te bereiken, voor zichzelf of voor anderen. Ik kijk naar Kanō's principes van Sei-ryoku Zen’yō en Jita kyō-ei op exact dezelfde manier. Concepten zoals die, onderscheiden voor mij budō op een positieve manier van veel andere vergelijkbare lichamelijke activiteiten. Ik vind ze positief en belangrijk en ik denk niet dat het constant streven naar perfectie, technisch en lichamelijk, zowel als de hogere doelen. voor een budōka (of een jūdōka) verspilde energie is, zolang als het maar uitgevoerd wordt met een gezonde houding en realisme. (Robert Reinberger, Judoforum 16-9-2014)
Idealen zonder realiteitszin zijn frustrerend. Perfectie mag een ideaal zijn, maar het moet met de menselijke maat worden toegepast. Met foutmarges, met barmhartigheid. Voor zichzelf en voor anderen. Idealen kunnen een harnas worden, maar ook vrijheid geven.  
Tegelijk moet van sommige idealen na verloop van tijd gesteld kunnen worden, dat de foutmarges wel erg groot zijn, of té groot. Heel wat politieke idealen zijn in de loop van de tijd ontspoord als ideologieën en moesten geheel verdwijnen of worden aangepast. De idealen van het judo hebben ook hun minder haalbare kanten en zij zijn óf bijna verdwenen, óf aangepast aan de omstandigheden. Soms terecht, soms ook niet. 

Maar de werkelijkheid is altijd sterker dan het ideaal. De onvolmaaktheid dominanter dan de volmaaktheid. Zijn idealen dan zinloos? Moet alles alleen maar pragmatisch zijn, en nuttig? Wellicht was dát nu net een van de minpunten van de filosofie van Dewey en Kano, waar we deze serie mee begonnen. Pragmatisch utilitarisme, met algemeenheden als goed energiegebruik en algemeen welzijn, zijn dan te zwak om stand te houden tegen de onvolmaaktheid van het oorlogszuchtige Japan in de jaren 30 en het sportjudo met wedstrijden en commercie na de oorlog.

Toch mogen idealen er zijn en houden we ze maar hoog. Met alle bedenkingen en realisme.
Noch religie, noch delen van het jūdō houden goed stand in de uitdaging van ratio en wetenschap. Maakt dat religie en jūdō compleet zinloos? Natuurlijk niet. Ze zijn goed als model om goede dingen in onze studenten te versterken, en ze geven een theoretisch beeld van de mogelijke consequenties en pijnlijke dingen die we kunnen tegenkomen. Maar uiteindelijk is het echt meer de leraar dan de cursus die hij geeft, die de waarden bij de studenten binnen brengt. (Cichorei Kano, Judoforum 9-7-2014)
En zo is het maar net.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten