zondag 18 september 2016

Shin Gi Tai Ichi” 心技体一 en de leer van Jigoro Kano

Japans

Shin Gi Tai Ichi 心技体一 is een spreuk die je veel hoort in karate-kringen. Het betekent: "Geest, techniek en lichaam zijn één".  Er zijn ook Japanners die meer filosofisch zeggen: 身技体一致, maar het kanji voor Shin, 身 (niet 心) betekent dan 'lichaam'. Wat is dan het verschil tussen Shin 身 en tai 体? De echte japanoloog mag het aanvullen. Wat ik er van snap is dit shin 身 meer verwant met het eerdere kanji 心 dan men zou denken, want het gaat niet over het puur fysieke, maar meer het persoonlijke. En zo is het dan toch juist iets wat de eenheid uitdrukt van geest en lichaam die in de techniek samenkomt. Ichi suru of itchi (一致) betekent: "éénmaken, harmoniseren". Waar een component van de menselijke wil in besloten ligt.

Kano en Tomiki

Jigoro Kano kende deze manier van Japans denken ook. Toch zeggen critici van Kano al vanaf de tijd van het ontstaan van het judo, dat Kano in zijn omvormen van het jujutsu te veel nadruk ging leggen op de morele en opvoedingscomponenten van het judo. Terwijl de balans van lichaam, geest en techniek een hele delicate is. 
Een van deze critici op Kano was Kenji Tomiki (富木 謙治) (1900-1979), een wat controversiële man die judo en aikido combineerde en ook het competitief aikido introduceerde. Zoals hij kritiek had op het 'zweverige' geestelijke in het aikido (wat tot een breuk leidde met de oprichter Morihei Ueshiba) had hij het ook op het dominante opvoedende in het judo. 

Op zich heeft Tomiki een punt. Want Kano stelt bij zijn beschrijving van de drie niveau's van het judo (fysiek/intellectueel/moreel) het lichamelijke onderaan de ladder, en beschouwt het judo als een weg naar boven waar uiteindelijk het morele stadium wacht:
"We hebben nu vastgesteld wat de drie aspecten van judo zijn: training voor de verdediging tegen een aanval; cultivering van geest en lichaam, en je energie optimaal gebruiken. We hebben ook vastgesteld dat het hoogste doel van judo is: de vervolmaking van de eigen persoon, met als hoogste doel de perfectie van de samenleving. Om het duidelijk te maken: We plaatsen het eerste – de training om je tegen een aanval te verdedigen – onderaan, en we noemen dat: judo op het laagste niveau. Laten we de training en cultivering, wat bijproducten zijn van de training voor de verdediging tegen een aanval, judo op midden-niveau noemen. De studie hoe iemand zijn energie ten dienste kan stellen van de samenleving noemen we judo op het hoogste niveau.
Als we judo verdelen over deze drie niveau's, kunnen we zien dat dit niet beperkt is tot de training voor het gevecht in de dojo, en zelfs als je je lichaam traint en je geest verfijnt – als je niet een niveau hoger gaat, kun je niet bijdragen aan de samenleving. Het maakt niet uit wat voor een geweldig persoon je bent, hoe superieur je intelligentie, of hoe sterk je lichaam, als je doodgaat zonder iets bereikt te hebben, geldt het spreekwoord: "een schat die je niet hebt gebruikt, heb je weggegooid." Je kunt dan wel zeggen dat je jezelf hebt vervolmaakt, maar je kunt niet zeggen dat je hebt bijgedragen aan de samenleving. Ik zeg met aandrang dat allen die aan judo doen, erkennen dat het bestaat uit deze drie niveau's, en om te trainen zonder het ene of andere aspect te verwaarlozen." [Jigoro Kano: Mind over Muscle, blz. 94-96]
Kenji Tomiki meende dat Kano’s defini­tie van het judo te eenzijdig was op het punt van michi (道 do, de weg/de humaniteit) of het geestelijke aspect) en niet de jutsu (kunst/techniek) op de voorgrond stonden en dus Shin Gi Tai Ichi 心技体一 werd vestoord. Tomiki zei dat de michi de intentie moest zijn waarmee de judoka iets deed en dat het wel degelijk het fundament moest zijn om de levensvisie of het gevoel voor het doel. Maar aan de andere kant, zei Tomiki, “We moeten zowel jutsu als michi bestuderen om de essentie van het judo te vinden.” 

In onze tijd is de situatie echter precies omgekeerd. Tomiki zou bij het moderne judo misschien wel zeggen dat er te veel nadruk is op de jutsu (techniek) en vooral het wedstrijdelement. Kano liet de balans wellicht te veel naar het opvoedende doorslaan, maar tegenwoordig is het gevechtselement zeker doorgeslagen in veel judoclubs. Net als in bonden en organisaties als IJF en EJU. Samen met de overheadkosten gaat 99% van middelen en energie naar wedstrijden, en of er 1% wordt gedaan aan principes, opvoeding en moraal, is nog maar de vraag. Veel verder dan wat posters, websites en folders komt het meestal niet...

Op zich is het voor ons allemaal een kwestie van balans om de verschillende elementen van het judo bij elkaar te houden. Geen eenzijdigheden. Dat betekent dat we zeker ook niet alleen wedstrijden of techniektraining moeten benadrukken, maar ook een menselijke en morele weg. Maar ook omgekeerd: judo niet verengen tot een systeem van zweverige waarden en wereldverbetering en op de mat niks doen. Want de training op de mat wil ons toch helpen om mensen te worden die het verschil willen maken in hun omgeving, en omgekeerd werkt het net zo. Dat is Shin Gi Tai Ichi 心技体一.

Vgl. Tomiki, K: The Essence of judo: Master Kano’s view of Judo and its Practice. (1977). In Budo-ron. Taishukan: Tokyo, 1992: 180–181. Vgl. Archives of Budo, Vol 8, 2012. 

Andere disciplines kennen dezelfde principes: 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten