zondag 13 november 2016

Goede en slechte agressie

Er zijn mensen die beweren: "agressie is inherent aan elke lichamelijke contactsport en wordt door de deelnemers ook beoogd."
Agressie kan men omschrijven als:
"Een agressieve handeling is een gedragshandeling, niet een houding of emotie. Een agressieve handeling betekent het beschadigen of verwonden van een ander levend wezen die niet beschadigd wil worden. Belangrijk daarbij is, dat een agressieve handeling zo bedoeld  moet zijn door de agressor."
Daarbij de kanttekening:
"Per ongeluk iemand verwonden, is geen agressieve handeling als het sleutelbegrip van de intentie ontbreekt. Dat belangrijke element van de intentie heeft - begrijpelijkerwijs - het onderzoek naar agressie in sport wat ingewikkeld gemaakt, omdat het moeilijk te bepalen is wat iemands intenties is aan de hand van zijn gedrag."
Opgemerkt moet worden, dat agressie niet alleen fysiek is. Ook verbale agressie is iets wat beteugeld moet worden. Zeker in onze tijd komt daar nog eens virtuele agressie bij, via de vele sociale media. De intentie waarmee dit wordt gedaan, maar ook de remedie die judo biedt, zijn daarbij echter zeer vergelijkbaar. In die zin kan er geen onderscheid zijn tussen fysieke en geestelijke agressie, en de effecten bij degene die erdoor benadeeld wordt, zijn ook vergelijkbaar.

Onderscheid tussen goede en slechte agressie

Agressie in de sport kan men in twee hoofdcategorieën onderscheiden:
1. Vijandelijke (slechte) agressie: opzettelijk een ander schade toebrengen
2. Instrumentele (goede) agressie: de 'beschadiging' van de ander is onderdeel van het spel of de wedstrijd.

De context is dus belangrijk. In zachte gevechtskunsten zoals judo, maar ook de hardere sporten als MMA en alles wat daar tussenin zit, zit een element van instrumentele agressie. Het is geen schaken waarbij je elkaar niet aanraakt al kan bij niet fysieke sporten de morele agressie weer sterker zijn. 
Maar belangrijker om agressie te beoordelen is dus de intentie. Daar komen we later op terug want dat is wezenlijk voor judo. 

Voor de publieke opinie is er nog een ander onderscheid. 
1) Omdat we judo (of vechtsport) doen, zijn we geneigd om meer agressief gedrag te vertonen. Er ontstaat zoiets als een 'vechtersmentaliteit' die ook in andere onderdelen van het leven doorwerkt. Deze gedachte gaat er dan van uit dat de judoka die op de mat normaal niet 'vijandelijk' agressief is, dat in het alledaagse leven wél zou zijn. Buiten de mat is 'instrumentele' agressie immers niet aanwezig. Zo'n gedachte gaat er enigszins van uit dat judoka en vechtsporters een mentale dubbelheid zouden hebben. Deze gedachte wordt dan ook weinig serieus algemeen aangenomen, het is meer iets voor mensen die geen vechtsport doen (of kennen) en die bang zijn voor de kracht van een vechtsporter. Sommige goedbedoelde t-shirts doen ook alsof: "Raak me aan en je eerste judoles is gratis" en zo.

2) Judo (of vechtsport) neigt er toe om minder agressief gedrag te vertonen. De beoefenaars leren hun natuurlijke vechtersmentaliteit te beheersen en zijn net als militairen in staat om (dodelijk) geweld toe te passen, maar doen het uitsluitend binnen de context van het eigen 'spel'. Daarbuiten zijn ze juist beheerster dan anderen. Deze gedachte is de reden voor gesubsidieerde projecten van geweldbeheersing waarbij bijvoorbeeld Marokkaanse jongens die iets te veel agressie vertonen, mogen gaan kickboksen. Niet om ze vervolgens nog gevaarlijker te maken natuurlijk... 

Nu is het wel zo dat onderzoek heeft aangetoond dat beoefenaars van gevechtskunsten méér gebruik maken van louter instrumentele agressie, als de betreffende sport/weg meer aandacht schenkt aan zaken als respect en opvoeding, of fair play. Hoe meer regels, zo blijkt, hoe beter. Men leer daardoor omgaan met grenzen en het bestraffen van overtredingen in wedstrijden geeft een antenne daarvoor in het dagelijks leven. Bovendien blijkt agressie een probleem voor mannen, wat volgens onderzoek niet zozeer te maken heeft met mannelijke hormonen als testosteron, maar wel met het ego. En dat is zowel een hormonale als een moreel-opvoedkundige kwestie.

Opvoedkundige aspecten en judo

Zoals eerder aangegeven, is de intentie of motivatie bepalend in hoeverre men kan spreken van 'goede' (instrumentele) of 'slechte' (vijandelijke) agressie. 
De intentie of motivatie is iets wat niet gestuurd wordt door testosteron, maar door sociale en culturele factoren, en die worden op hun beurt weer voor een groot deel bepaald door de mate van opvoeding. (Hoewel men in onze tijd wat klaar is met de klassieke verlichte opvattingen van Rousseau dat opvoeding allesbepalend is, die theorie houdt gewoon geen stand in de praktijk waar ook wel-opgevoede mensen ontsporen.)

Waar kan opvoeding de nadruk op leggen? Op het temmen van het ego. Het onderzoek naar de werking van testosteron, komt er op uit dat dit (geslachts)hormoon tot 'haantjesgedrag' kan leiden, maar niet in de zin van geweld, maar in de zin van dominantie, status, overheersing van het eigen ikje. En bij pubers waar de hormonen extra gaan opspelen, kan dat gedrag binnen sommige culturen leiden tot geweld en agressie, want groepen mannen/jongens die allemaal de baas willen zijn, gaan zich fysiek meten. Dat is dan geen agressie, maar geldingsdrang.

Voor zulke jongeren kan judo een enorm instrument zijn omdat judo in het opvoedkundige aspect niet het ego maar het gemeenschappelijke als doel/oriëntatie heeft. Dan moet men de judoka uiteraard niet opvoeden tot een wedstrijdjudoka die tegen elke prijs wil winnen, of die als sommige 'topjudoka' een enorm ego tentoon willen spreiden. Onderzoeken laten zien dat hoge levels van egocentrisme in de sport, ook leiden tot asociaal gedrag waarbij de ander moet wijken voor het ik, en desnoods met geweld - lees: agressie waarbij de ander schade kan ondervinden.

Judo als tegenwicht tegen egoisme en testosteron-explosies, is een opvoeding van respect voor de ander, onzelfzuchtigheid, het leren waarderen van de zwakkeren, en het afzwakken van een mentaliteit van winnen. Leren verliezen en vallen in judo is een antigif tegen agressie. 
Uiteindelijk is dus het doel van judo in deze, om een bepaalde gedragsverandering teweeg te brengen als er sprake is van 'slechte' agressie, en door de training zelf of de sfeer van de sportschool het karakter van de judoka bij te schaven zodat deze zelf gaat inzien dat beheersing en respect beter is dan het botvieren van het ego. Gedragsverandering zit uiteindelijk van binnen en om iemands intenties en bedoelingen op de juiste manier te richten is een nobele maar moeilijke taak. De judoleraar heeft een grote verantwoordelijkheid...



Bron
Een artikel op een kendo-website. Citaten rondom agressie zelf vertaald en afkomstig uit:
Sport Psychology. David Tod, Joanne Thatcher, and Rachel Rahman. Palgrave Macmillan, 2010.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten