zondag 20 november 2016

Kyû (級)

Kyû (級) is een Japanse term die we kennen van het judo, maar ook wordt gebruikt op de weg van de thee (chadô), het bloemschikken (ikebana) het Japans schaken (go en shogi) en alle andere activiteiten die te maken hebben met graden of het niveau van de kunst of het toepassen van vaardigheden. Kyu 級 betekent dan ook: graad, rang, classificatie.

Het Japanse Kanji heeft als radicaal (basisbestanddeel) 糸 wat 'draad' betekent. Het andere deel betekent 'verenigen'. Kyu is in plat Nederlands dan ook: de eindjes aan elkaar (leren) knopen. Elke graad weer een draad erbij, zou je kunnen zeggen. Weven. Maar in de Japanse taal is het karakter altijd verbonden met een rang of klasse. Typisch voor een Aziatische samenleving die niet (zoals de onze) sterk hiërarchisch is ingericht, en waar men mij vertelt dat je in Aziatische talen vaak zelfs onderscheid moet maken in rand en stand bij het aanspreken van mensen. Rei en beleefdheid, verbonden met iemands positie.

In de Japanse gevechtskunsten is het kyû-niveau alles wat nog niet de zwarte band heeft gehaald. Dat wil zeggen: de echte beginners hebben zelfs geen kyu-graad en die heet dan mukyu (無級): "geen kyu". 
De gekleurde banden voor de kyu-graden zijn door Jigoro Kano zo ingevoerd en zelfs door hemzelf naar Europa gebracht een eeuw geleden. (En het is dus géén westerse vinding deze keer!) Toen ik aikido deed, merkte ik daar al snel dat daar het focussen op graden en examens soms zelfs neurotische trekken aanneemt (net als de anciënniteit die er mee samenhangt) en ik hoor van een aikidoka die nu shodan heeft, dat er een enorme pressie is om door te gaan naar de volgende graad (wat dan ook nog eens een kostbare zaak is, heel wat anders dan het judo-examenbriefje). Tsja, geen wedstrijden willen maar wel willen 'presteren' - zo ontspannen is men dus ook niet... Maar in kendô en aikidô zie je aan de buitenkant niet welke graad iemand heeft. Iedereen onder shodan heeft een witte band om en de yûdansha, 有段者, letterlijk: de "dangraadhouders", hebben dus de felbegeerde zwarte band om. 

In het judo schiet het soms nog wel op met de doorstroming in welke kyu 級 je zit, maar dat is niet overal zo. In Duitsland en andere landen hebben ze meer kyu-graden en dragen judoka tot aan de blauwe band ook 'tussengraden', vergelijkbaar met onze slippen. Dan hebben ze achtereenvolgens een wit-gele band, geel, geel-oranje, oranje, oranje-groen, groen, groen-blauw en dan pas blauw en bruin. Maar als je go speelt, heb je wel dertig kyu-graden dus... 

Men zegt wel dat de kleuren van de band steeds donkerder worden, omdat de obi nooit gewassen wordt. Vandaar dat het van wit naar zwart gaat. Het is leuk bedacht uiteraard, maar ik vind het van weinig klasse getuigen dat men 'vordering' koppelt aan 'vuil'.

De judoka die op het kyû niveau zitten, noemt men vaak mudansha (無段者), letterlijk: (nog) geen danhouders. Na dat begeerlijke danexamen worden zij shodansha (初段者) en of ze dan nog verder opklimmen, dondert dan niet meer, ze heten dan voortaan yûdansha (有段者), danhouders.

Kyu-graden worden geteld met de Japanse cijfers van één tot tien, maar dan wel in omgekeerde volgorde: de laatste graad voor shodan is altijd nummer één.
* 10. Jûkyû (十級:じゅうきゅう)
* 9.  Kukyû (九級:くきゅう)
* 8.  Hachikyû (八級:はちきゅう)
* 7.  Nanakyû, Shichikyû (七級:ななきゅう, しちきゅう)
* 6.  Rokkyû (六級:ろっきゅう)
* 5.  Gokyû (五級:ごきゅう)
* 4.  Yonkyû (四級:よんきゅう)
* 3.  Sankyû (三級:さんきゅう)
* 2.  Nikyû (二級:にきゅう)
* 1.  Ikkyû (一級:いっきゅう) Nota bene 初級, (shokyû) kennen we niet, terwijl de eerste dan niet ichidan (段) is, maar dus wel shodan (初段)!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten