zondag 5 maart 2017

Zen en de kunst van het lopen op de mat

Als wij lopen - gewoon, niet op de judomanier - maken we een stap. We verplaatsen ons gewicht van het ene been op het andere, zetten een been naar voren, steunen er op, en dan het andere, enzovoorts. Als we zo lopen, meestal automatisch, zonder nadenken, gebruiken we zo min mogelijk energie om het zo lang mogelijk vol te houden. Hoe groter ons lichaamsgewicht, hoe meer energie de verplaatsing van ons gewicht kost, dat wel. Maar onze spiermassa en botten zijn als het goed is meegegroeid met onze massa, zodat ons hart niet overdreven veel harder moet werken bij normaal lopen. 
Pas als we gaan lopen over een lastig oppervlak, zoals een landschap in de bergen vol stenen of ongelijkheden, voelen we hoe veel extra energie dat kost. Waarom is dat? Omdat we in die situaties eigenlijk pas kunnen zien dat ons lopen een vorm van 'gecontroleerde valpreventie' is. Op een hobbelig oppervlak zijn we onze balans aan het bewaren en dat kost de spieren van benen en voeten - maar ook van ons bovenlichaam - extra inspanning. Daarom vinden we dat 'vermoeiend' lopen. Dat klopt, het put ons veel meer uit dan gewoon automatisch wandelen op een asfaltweg.

De reden waarom mensen 'struikelen' in het donker of op ongelijke wegen, is dat we dan onze balans verliezen in een moment van 'onoplettendheid'. We verliezen onze controle. Judoka leren om zichzelf te trainen in oplettendheid en waarneming. Ze voelen instinctief aan als men dreigt te vallen, en als een judoka valt, is het gecontroleerd vallen. Maar zelfs op een hobbelige weg, kan een geoefende judoka beter aan balansherstel werken, zonder overdreven moe te worden.

In een gevechtssituatie op een vlakke mat, hebben we onze partners en mede-judoka die de 'stenen' op onze weg zijn. Hun onvoorspelbare bewegingen, soms met brute kracht, hun trekken, duwen, en vooral het betere voetenwerk, zijn erger dan een bergwandeling door ruw gebied. Zoals we bij een gewone wandeling ons 'centrum' bewaken (zoals aikidoka het noemen) moeten we op de mat een zelfde natuurlijke intuïtie ontwikkelen om niet te vallen. We doen dat op dezelfde manier als bij het gewone lopen. Al probeert een judoka op de mat te bewegen alsof hij glijdt (suri ashi/tsugi ashi), ook daar kennen we ayumi ashi: de lopende stap waarbij het lichaamsgewicht veel sterker van het ene been op het andere beweegt. Bij tai sabaki en elke aanval bewegen we zo, maar ook als we wegstappen en ontwijken.

Als we lopen en opeens struikelen, zeggen we al snel dat we niet goed hebben opgelet. Als we worden verrast door een struikelbeen van onze partner, en nét te laat waren om te reageren op zijn beweging, zeggen we hetzelfde. Wat is dan de kunst van het lopen, of ook bewegen over de mat? De kunst om niet te vallen als we bewegen?

Zen: één stap tegelijk

Gewoonlijk kunnen we op intuïtie slechts één stap tegelijk maken, en nooit 'vooruit stappen'. Ons verstand kan meerdere stappen vooruit denken, zoals een schaker op zijn bord mentaal al zetten vooruit is. Ook als we een strategie van stappen en bewegingen in ons hoofd hebben voor een bepaalde techniek, voelen we ze pas als we ze zetten, stap voor stap. Op een zelfde manier komen de stappen die we eerder hebben gezet, nooit meer terug.

Het is niet voor niets dat de kunst van het lopen, nogal eens verbonden werd met Zen. De oude Zen-meesters leren de leerling om te concentreren op het heden, en daar intens mee om te gaan. Het heden laten zijn, zonder afgeleid te worden door wat achter of voor je ligt. 

Als we lopen, kunnen we ook alleen in het heden zijn. We kunnen alleen elke stap tegelijk voelen, en de rest is onbelangrijk. Als de Zen-meesters dan ook de oude gevechtskunstenaars trainden, was dan ook het focussen op de stap van het moment een oefening van beheersing. De vechter of judoka, is geneigd om stappen vooruit te plannen, of te 'leren' van eerdere stappen. Dat verstrooit eigenlijk. Een volgende stap is niet te plannen, bij elke stap moet hij uiterste natuurlijke concentratie hebben op dat kleine stukje heden en daar met zo min mogelijk energieverspilling overeind blijven. Elke judoka kent de verleiding om in de hitte van de strijd dat 'heden' gewoon te vergeten. Dat kleine stukje mentale balansverstoring, kan nét genoeg zijn om ook fysiek te vallen. Het principe van kuzushi - balansvernietiging - is ook een mentaal gebeuren.

Nu is het natuurlijk dwaas om over de mat te lopen of te bewegen alsof er geen volgende stappen bestaan, of geen obstakels in de vorm van mede-judoka zijn met wie je beweegt. Wat leren de Zen-meesters daarover? Moet de kok in hun zenklooster niet ook denken aan de voorraad om morgen te kunnen koken? 

De Zen-gedachte is even simpel als logisch. Bereid je op de volgende stap voor zoals je hem nu zet. Als je nu door concentratie op je centrum overeind staat, concentreer je bij de volgende stap weer dáárop. Niet op de mede-judoka, of de stenen op je pad, maar op jezelf. Blijf bij jezelf en verplaats je geest niet naar de ander of de omstandigheden, of het gevaar. Je eigen hara is geen navelstaren, maar een stevig fundament waarop je staat. 

Hoe logisch is dit. Je eigen balans van dit moment is de basis die je moet houden terwijl je de volgende stap zet. Als je te ver stapt en je dondert voorover. Waar ligt dat dan aan? Aan de volgende stap of aan je positie in het heden die je niet bewaarde? Bij elke stap volgens het Zen-principe, verlies je nooit de actuele balans voor je een nieuwe gevonden hebt in de vervolg-stap. Dat is alsof je je eigen standbeen onderuit haalt terwijl je andere voet los van de mat is. Dat is het recept voor vallen.

Het typische judo-lopen, dat suri-ashi, is zo bezien een uitdrukking van diezelfde Zen-wijsheid, al zullen we dat alleen beseffen als we veel mediteren. We glijden als het ware over de mat, maar dat is louter en alleen op de mat zo mogelijk omdat het oppervlak redelijk gelijk is (althans, op onze moderne tatami, het echte harde rijststro is wel andere koek). Het neerzetten van de voet betekent als het goed is, dat de andere voet nog stabiel is. Maar ook bij ayumi ashi, het glijdend stappen, is dat zo. En bij tai sabaki.

De kunst van het lopen volgens Zen is niet dat we nu permanent bewust gaan stappen. Meditatie is ook niet bedoeld om de hele dag te mediteren. We zijn geen kloosterlingen. Wel is zulke overweging nuttig omdat het - als we regelmatig heel bewust focussen op de waarheid van onze natuur en beweging - een soort tweede natuur gaat worden om bewust-automatisch bij onszelf te blijven. Het maakt (in dit geval) ons lopen beter en meer gebalanceerd, en bevrijdt van angst voor het onbekende of het gevaar. En het kan nét dat kleine beetje extra balans zijn wat op de mat het verschil maakt. Omdat we de kunst van het lopen verstaan.

Het moge duidelijk zijn dat die kunst toepasbaar is bij elke wandeling op elk pad van ons leven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten