zondag 30 april 2017

Het aanpassingsvermogen van judo en de klassieke gevechtskunsten

Er zijn wel eens mensen die terug verlangen naar het traditionele judo, het oer-judo van de tijd van de stichter. Hoe heeft Jigoro Kano het bedoeld? Hoe heeft hij judo beoefend? Dat als ideaal her-ontdekken, is de redding van het judo... 

De Internationale Judo Federatie verandert net als de Kodokan dat voorheen deed (ook al toen Kano nog leefde en zelf aan het hoofd stond!) de technieken, de regels, het judogi (maat, stof en kleur) bijna elk jaar. Heel veel elementen uit de tijd van het oer-judo zijn nu ondenkbaar. 
Toen ik in Tokyo voor de deur van de Ei-sho-ji (永昌寺) tempel stond, realiseerde ik me dat het iets als 'eeuwig-geluk-tempel' betekent, maar ik was toch wel gelukkig dat het judo niet voor eeuwig zo was gebleven als op deze plaats waar het allemaal begonnen is. Mooi om even romantisch weg te dromen, maar sinds die Japanreis anderhalf jaar geleden, ben ik zelf minder dromerig over judo geworden. Alles verandert voortdurend, zei de klassieke Griekse filosoof Heraclitus al: "panta rhei" (πάντα ῥεῖ) en zeker voor wie vertrouwd zijn met het Japanse denken en de betekenis van water als symbool van kracht en traditie, snapt dat stilstaand water gaat stinken zoals onderstaand plaatje ons zegt. En dus trainen we in een moderne dojo, zo nodig met airco, en niet op een paar knetterharde tatami in een tempeltje in Ueno.

Een vijver die niet door een verse stroom wordt gevoed, wordt stilstaand en dood.
Op dezelfde manier verandert ook een vurige karate-ka de kunst voortdurend.
Een van de redenen waarom het judo en andere Aziatische gevechtskunsten het hebben overleefd, is dat ze steeds met hun tijd zijn meegegaan. Als het judo na de Tweede Wereldoorlog zich niet had willen aanpassen en zich had opgesloten in eigen tradities, had het niet meer bestaan. De Amerikanen wilden na de oorlog immers geen traditionele kunsten meer, tenzij ze zich voortaan als een sport zouden gedragen. 
Eishoji
Toen judo naar Europa kwam, snapten mensen als Michigami en Hirano ondanks hun traditionele inslag, dat judo zich zou moeten aanpassen aan de Europese lichamen en de sfeer van dit continent. 

Zo zijn eigenlijk alle gevechtskunsten veranderd van gevechtsmethoden, naar wegen van zelfverbetering en spiritualiteit. Ook al waren ze vooral gebouwd op de fundamenten van Boeddhisme, Confucianisme, Taoisme, en Shintoisme - toen Kano Eishoji verliet stelde hij als het ware een symbolische daad. Hij moderniseerde de klassieke kunsten tot een opvoedingssysteem en kwam los van de tempels om naar een humanisme over te stappen wat wereldwijd zou kunnen gelden. Daarom past het dat de Kodokan in een modern kantoorgebouw is gevestigd, vlak naast een pretpark, in een loeidrukke wijk waar de natuur van een park, de metro, hotels, stadions, kantoren en woningen in elkaar grijpen. Dáár hoort judo thuis, temidden van het drukke verkeer van mensen.

Als er één stroming is gemoderniseerd is het wel aikido, dat eigenlijk voortkwam uit een obscure Shinto sekte (Omoto-kyo) en wat met een stichter als Ueshiba had kunnen blijven hangen in allerlei Japans traditionalisme, transformeerde de technieken tot een weg van liefde die niets te maken lijkt te hebben met vechten - al doen veel technieken uitingen van liefde bliksems pijn voor uke. 

De Koreanen laten zien dat ze de Japanse kunsten allemaal kunnen ombouwen naar eigen nationale stromingen, zodat judo en kendo daar niet alleen een Koreaanse naam hebben, maar ook eigen accenten leggen die passen bij de idealen van het land. 

Tradities zijn mooi, maar mogen geen steen worden die onbeweeglijk blijft liggen. Daarom is het ook goed dat de IJF en de Kodokan het judo steeds aanpassen. Al mogen wij als judoka persoonlijk betreuren dat er ook hele mooie technieken dreigen te verdwijnen, en dat er vanuit stromingen als BJJ en Sambo allerlei gebruiken binnen stromen in het wedstrijdjudo die soms vreemd zijn aan de geest van het judo. Het kan niet anders...

Waar we ook steeds een nieuwe invulling aan zullen moeten geven, zijn de idealen en principes. Respect is in onze dagen iets anders dan in het post-feodale Japan, en zo ook het wederzijds welzijn en het juiste gebruik van energie. Onderweg blijven judoka steeds zoeken naar het spoor dat we volgen, en elke stap die we gezet hebben, komt niet meer terug zoals het water van de rivier verder stroomt en pas kan terugkomen na lange tijd als het via de zee en de regen zijn weg gegaan is.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten