zondag 7 mei 2017

Dodelijke technieken serieus nemen

Vorige week schreef ik over het aanpassingsvermogen van judo en de Japanse gevechtskunsten. Als iets zich fundamenteel heeft veranderd sinds het ontstaan van deze wegen, is het: het risico van de dood. Met Pasen had ik daar dan ook een blogje over: de kunst van de dood in de ogen kijken...

Jujutsu in de tijd vlak voor Kano was geen spel, geen opvoeding, maar de werkelijkheid van leven en dood. Technieken waren gevaarlijk tot Kano ze ongevaarlijk maakte, en de wedstrijden door regels werden beperkt en niet eindigden met de dood van uke. Het gebruik van zwaarden (katana) en dolken (tanto) of speren zoals we dat in enkele kata nog bewaard hebben, maar wat bij aikido en jujutsu nog gewoon geregeld op het menu staat, is ook een beheerst spel geworden. Het is allemaal van hout of soms zelfs van rubber, en hoewel een klap met een houten katana ook zeer doet, blijven hoofd en ledematen er verder wel aanzitten - wat bij het originele wapen geenszins zeker is, of zelfs de bedoeling was. 

Het enige wat in het judo nog tot de dood zou kunnen leiden, is een verwurging die wordt doorgezet tot uke de tijdelijke slaap met eeuwige slaap verwisselt. Als ergens nog kan worden gevoeld aan den lijve op de judomat, dat technieken iets 'dodelijks' hebben, is het wel bij de shime-waza. Het gebrek aan zuurstof voelt ook wat apart in het hoofd, zodat het effect niet te negeren is zoals bij sommige vormen van pijn waar je aan kunt wennen. Judoka voelen alleen bij verwurgingen nog enig risico en de totale afhankelijkheid van tori die weet van ophouden...

Zelfverdediging of spel?

Judo traint echter voor het gewone leven, maar aangezien de kans om gedood te worden in een straatgevecht of gewapend conflict in onze landen erg klein is geworden, betekent het oefenen van zogenaamd-oorspronkelijk dodelijke technieken, in feite niets anders meer dan een ritueel. Het bestaat feitelijk ook alleen nog binnen de strenge regels van het kata, dus ja... wie bedenkt er nog de impact van waar ze mee bezig zijn als ze schijnbaar achteloos een tanto of katana vastpakken aan de 'scherpe' kant van het wapen? 

Als budoka dan ook spreken over hun weg als middel tot zelfverdediging, bijvoorbeeld op straat, wordt er wel eens stoer en lacherig gesproken over de manieren om iemand te ontwapenen zoals je dat tijdens een mooie kata-oefening doet. Alsof... iemand die wellicht stijf van de coke met een scherpe dolk in de hand wel even bij de pols kan worden gepakt en een mooie rol gaat maken als je aan hem trekt... wat een dwaze onderschatting van het gevaar van dodelijke situaties en wapens.
Een goede vriend van mij vertelde het verhaal wat zich in New York City afspeelde. Een zwarte bander in aikido die hij kende, kwam een keer na de les bij zijn bestelwagen terug en vond iemand die de wagen wilde leeghalen. De deuren stonden open en hij sprak de man aan. De man keerde zich om met een mes in zijn hand. Hij stak de aikido student in zijn borst en deze overleed een paar uur later. Hij was niet in staat zich te verdedigen tegen de standaard voorwaartse steek-beweging... iets wat hij waarschijnlijk duizenden keren had geoefend in de dojo. (Christopher Caile)
Helaas nemen we als budoka eigenlijk het dodelijk-serieuze van onze weg ook niet meer zo serieus. Alles is sport en spel en iedereen overleeft het altijd. Gelukkig maar. Het is dan echter wel de vraag of we onze kunst wel als echte zelfverdediging kunnen zien, of er van leren wat de stichters er mee bedoelden. Het comfortabele beoefenen op veilige matten en in mooie gi, staat echter wel heel ver af van de tradities in Japan. En van het leven in de straat.

Wat we dus ook niet meer snappen, is de omgang met de natuur en elkaar zoals de Japanners dat deden. Wij hebben in een zekere kunstmatigheid alles beheersbaar gemaakt en de dood is nooit zo dichtbij. De medemens is zelden een gevaar. En dus is onze alertheid een spel, onze buiging en overgave een ritueel of soms zelfs een miskenning van de ander of het oorspronkelijke 'gevaar'. We kunnen het ons veroorloven om slordig en onoplettend te zijn, er staat niet meer de doodstraf op...

Traditionele gevechtskunsten

Om die reden bestaan er geen echte traditionele gevechtskunsten meer. De dood is niet meer in beeld en dus zijn alle technieken een ritueel spel. Zelfs in MMA waar men zogenaamd op leven en dood elkaar verrot wil slaan. Uiteindelijk is het doel dat beide vechters overleven en daarmee is de angel er uit. Want vechten deed je niet om elkaar genadig te zijn...
Als er iets is wat enorm ontbreekt aan de martial arts, is het een besef dat het leven kort en breekbaar is, en dat dit de reden is waarom we discipline en respect leren in de dojo. Als gevechtskunstenaars moeten we ons altijd realiseren dat onze handelingen absolute consequenties kunnen hebben....
Keith Vargo in BlackBelt Magazine.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten