vrijdag 27 augustus 2010

Anton Geesink 1934-2010


Judolegende Anton Geesink is vrijdag in zijn woonplaats Utrecht na een kort ziekbed op 76-jarige leeftijd overleden. Geesink was al langere tijd ziek. Hij lag al enkele weken in het ziekenhuis. (bron: Telegraaf)

Moge hij rusten in vrede en dat zijn betekenis voor het judo in Nederland en ver daarbuiten, altijd in ere wordt gehouden!

Zie voor de betekenis van Anton ook mijn website: mitesco.nl, menu 'judolegenden'.

dinsdag 24 augustus 2010

Tachiwaza en newaza strijden met elkaar

De laatste IJF regels

Met de laatste regels van de IJF lijkt het wel alsof newaza nog meer in de verdrukking komt. De nadruk ligt meer en meer op staand judo. En dan nog wel mooi staand judo. Ippon judo. Meteen raak. Geen gedoe op de grond, dat wordt met ‘mate’ beloond. De armklemmen moeten er als eerste aan geloven. Op de meeste toernooien mag de -17 ze zelfs niet meer toepassen. Waarom zouden wedstrijdjudoka ze nog leren? Alles wat niet meer mag, wordt niet meer geleerd. Testcase: Kani Basami. Wie kent die techniek nog? Dan loop je al heel lang mee, want die is al heel lang ‘verboden’!

Hoe was het oorspronkelijk?

Newaza was altijd een specialiteit van zij-stromingen van het judo. Kosen, BJJ en later de alles-bij-elkaar MMA, waarin na harde klappen het slaan, worstelen en onderwerpen op de grond verdergaat. Submissions. Krijg de ander er onder tot hij zich overgeeft. Veel ‘cooler’ dan judo natuurlijk – dankzij Eurosport!
De waarheid is echter, dat de stichter Jigoro Kano al veel eerder zijn voorkeur uitsprak voor staand judo – het werpen (nage waza) in tachiwaza.
“Toen ik trainde oefende ik een beetje katame-waza, maar toen ik waardering leerde opbrengen voor naga-waza in de tijd dat ik Kito-ryu-ju-jutsu leerde, kwam ik tot de overtuiging dat nage-waza de nadruk zou moeten krijgen in de technische trainingsonderdelen van judo. Dat betekent niet dat ik katame-waza waardeloos zou vinden; integendeel. Maar ik benadruk nage-waza, gevolgd door katame-waza. Dat is omdat het oefenen van katame-waza de vooruitgang in nage-waza in de weg staat, terwijl het duidelijk is dat het eerst leren van nage-waza in een later stadium het leren van katame-waza vergemakkelijkt. Toen ik het Kodokan judo oprichtte heb ik om die reden het oefenen van nage-waza aangemoedigd.”(Mind over Muscle, p. 28-29)

Katame-waza is iets anders dan newaza, maar vooruit... voor de meeste judoka is controle via osaekomi-, kansetsu- en shime-waza gelijk aan newaza. Kort door de bocht.
Dit had nog pedagogische redenen:
“Je energie is begrensd en als je je energie aan het een hebt besteed kun je het niet aan iets anders besteden – dat is onvermijdelijk. Daarom heb ik een duidelijke opvatting over randori in de toekomst. Als katame-waza wordt geoefend nadat men nadruk heeft gelegd op nage-waza, is het voor sommigen mogelijk om enorm goed te worden in beide onderdelen. Maar gewoonlijk kan iemand niet uitblinken in beide waza. Dan moeten de meesten hun energie maar besteden om nage-waza te beheersen en dan maar wat minder energie aan katame-waza besteden.” (p.30)

Je moet je energie goed besteden en er zuinig mee omspringen. Een van de twee grote judo-principes (seiryoku zenyo) en bij elk opvoedkundig systeem van belang.

Anti-grappling

Toen echter de strijd begon tussen de scholen, voelde Kano al aan dat dit onhoudbaar zou worden. Wie goed is in newaza, kan snel een gevecht naar zich toetrekken op de grond. Ook nu zijn er in Nederland sportscholen die erg goed zijn in newaza. Een judoka weet dat je tegen zulke judoka vooral staande moet blijven, anders ben je er aan. In andere landen, waar judoka meer ‘cross-trainen’ in BJJ en worstelen, gaat dat nog veel meer meespelen. Daarom wil de IJF ook zo sterk allerlei technieken verbieden die de ander snel op de grond gooien, zoals morote-gari die leidt tot een ‘do-osae’ situatie op de grond (tori tussen uke’s benen, de ‘guard’ in BJJ) en die dus ook leidt tot newaza dat haaks staat op judo! Wie de ander zonder echte techniek in newaza laat gaan, krijgt ook meteen mate.

Het is vervelend voor mensen die houden van ‘grappling’ en lekker stoeien op de grond, maar het heeft er alle schijn van dat het judo zich weer meer en meer terug-ontwikkelt naar de roots, d.w.z. staand judo. Zich daarmee onderscheidend van alle andere martial arts die wél op de grond willen vechten. Het eigene van judo is de ippon na de worp. De rest wordt steeds meer in de hoek gedrukt.

Ik vond een schokkend citaat van Jigoro Kano daaromtrent. Wie beweert dat de IJF niet doet wat judo moet zijn, moet dit maar eens lezen:

Newaza is the aftakeling van het Jūdō

De overwinning van de tweede middelbare school [Sendai] in hun jūdō wedstrijd met de eerste middelbare school [Tokyo], leidde – ondanks dat er heel weinig zwarte banden aanwezig waren [yūdansha] – tot onverwachte kritiek op het Kōdōkan promotie systeem en daarom hield Kanō Shihan een toespraak om 10 uur ’s morgens op 9 juni 1918 over de ware betekenis van shōbu (overwinning en verlies) in het jūdō: “Het doel van jūdō is zowel een methode van aanval en verdediging, alsook de training van het lichaam en de cultivering van de geest. De ware kundigheid van het jūdō wordt duidelijk als iemand komt te staan tegenover een situatie van leven en dood, en overwinning of verlies op de tatami (tatami no ue no shōbu) en dit kan niet ter discussie staan. Wat ik hoor van de kant van de Sendai is, dat men daar heimelijk alleen newaza heeft geoefend als de sleutel tot een succes, maar dat is een misser als het gaat om een echte leven- en doodsituatie (shinken shōbu) want die worden beslist in tachiwaza en dus is newaza maar een klein onderdeel (hon no ichibu). Newaza is de aftakeling van het jūdō (jūdō no daraku) en moet worden verboden (kinzubeki) als methode.”

En dus?

Nu kan men zeggen dat het argument van het echte gevecht op leven en dood niet meer bestaat en dat het judo dus moet veranderen. Zal wel. Kano zegt dit weliswaar als hij boos is na een nederlaag. Zal wel. Vast staat echter, dat het echte en originele judo wel degelijk een tendens vertoont naar tachiwaza. Newaza heeft een plaats in het judo, maar niet de hoofdplaats. Dat zou in de training moeten worden weerspiegeld. En daarom is het nog niet zo verkeerd dat de IJF er nu in de regelgeving ook zo mee omgaat. Er zijn meer argumenten voor het afkappen van newaza dan men denkt. Om judo te profileren ten opzichte van grappling, maar nog meer omdat het oorspronkelijk zo geweest lijkt te zijn…