vrijdag 31 december 2010

Nage no kata (7) Voorwaarts uke !

Is het iemand wel eens opgevallen dat bij Nage no kata de beweging van uke altijd voorwaarts is? Met als gevolg dat uke nooit achterover wordt geworpen?

Het zegt iets over de manier waarop de Stichter aankeek tegen het wezen van de judo technieken.
1) Judo is aanvallend van natuur, maar bij de keuze van de technieken in Nage no kata koos Kano uitsluitend voor een overname van de energie van uke. Dat wil zeggen: het is ALTIJD uke die het initatief neemt en aanvalt, waarop tori zijn antwoord heeft.
2) Uiteraard is de aanval van uke altijd voorwaarts. Niemand valt aan door achteruit te gaan, dat weet zelfs een bokser. Achteruit gaan is altijd verdedigen. Je moet ruimte scheppen vóór je, en je hebt geen ogen op je rug. In een zelfverdedigingssituatie moet je nooit struikelen over iets achter je, wat je niet kon zien.
3) De technieken waarbij uke achterwaarts valt in de Gokyo zijn over het algemeen alleen beentechnieken, waarbij het been wordt gemaaid/geveegd (kari waza bijv. o soto gari, uchi gari) en Kano vond dit niet de meest grootse technieken, omdat ze minder actie van het hele lichaam vereisen.
4) De kari waza zijn zelden gracieus van aard, de achterwaartse ukemi van uke is overrompelend en zo mooi als de voeten van de mat komen bij een achterwaartse rol, zo onmogelijk is dat als de voeten vanuit staande positie worden gemaaid – tori zou een trap tussen zijn edele delen krijgen. Het is voor uke dus ook heel moeilijk om gecontroleerd achterover te vallen, terwijl voorwaartse en zijwaartse ukemi veel beheerster is.
5) Om die reden kiest tori er bij tomoe nage niet voor om de gelegenheid van een achterwaartse val voor uke te proberen, maar trekt hij hem alsnog naar voren in een offerworp als uke zijn balans voorwaarts herstelt.

Totale beheersing en controle is bij kata enorm belangrijk. Daarom wordt elke techniek door tori ook met waardigheid uitgevoerd. Als tori achteruit trekt bij uki otoshi bijvoorbeeld, zakt hij niet halverwege weg en voorover, maar blijft hij strak met de borst vooruit geknield terwijl hij werpt. Controle over zijn eigen ademhaling, kracht en houding.
Overigens weet tori bij alle technieken waarbij hij zelf achterwaarts stapt, precies wat er achter hem is en is hij de meester van zijn stappen. Anders zou het namelijk in theorie kunnen gebeuren, dat uke in een boos moment tijdens zijn duwbewegingen een kari waza toepast op tori. Waarmee maar weer duidelijk is dat tori in deze kata laat zien dat hij elke beweging snapt en controleert.

Zoals de goede verstaander van Nage no kata begrijpt dat tori… constant beheerst aan het verdedigen is. Jazeker, verdédigen tegen de aanval die op hem afkomt.

--------------------------------------------------------------

Dit is de laatste blog van 2010. Ik wens alle judoka-lezers een goed en gezond nieuw jaar toe.

Vanaf heden ben ik trouwens ook te vinden op Facebook. Ik heb er lang over getwijfeld, maar voor de internationale contacten werkt het beter dan zoiets als Hyves... Iedereen welkom op mijn vriendennetwerk - klik in de balk rechts op 'Facebook'.

dinsdag 28 december 2010

Zeven keer vallen, acht keer opstaan

Vallen op het ijs

Iedereen kan er op wachten deze winter, dat je een keer lekker onderuit glijdt. Zeker nu het in het Zuiden een beetje dooit en weer opvriest… en dus ging ik vanmorgen keihard onderuit bij het buiten zetten van het oud papier. Uit balans met drie dozen op je armen. Terwijl ik al vier weken balansoefeningen doe bij elke stap. Ja, mijn hara maakt overuren, en zelfs op de fiets en gladde wegen wist ik mijn zwaartepunt tot nu toe te focussen en te balanceren. Mooie judo-oefeningen. Tot vandaag. Vol ippon, op de rug. Wel harder dan een mat, dat ijs… Au… het hoofd mooi op tijd hoog gehouden, mooi met beide handen ‘gepetst’. Lekker op dat ijs, dat voel je naderhand wel. En mijn horlogeband was gebroken. Ja, die heb je bij judo niet om, en terecht: daar kan hij dus niet tegen.

Leren vallen

Vandaag op het judoforum een toepasselijk onderwerp daarover. Van een onbekende schrijver werd het volgende stukje over vallen aangehaald:
Een dronken man valt om als een kegel zonder zichzelf pijn te doen, merkte Chuang-tsu meer dan tweeduizend jaar geleden al op. Dat komt omdat zijn lichaam relaxed is en zijn geest niet waakzaam. Maar als wij worden geconfronteerd met een val, is die kennis niets waard: het lichaam trekt automatisch samen en verstijft.

Een judoka moet leren te vallen, om de grond als het ware ‘te ontmoeten’, in plaats van te proberen weg te blijven van de bodem – en dus de hele klap op te vangen met een klein deel van het lichaam, zoals de pols. Na een tijdje kan hij een val op de judo mat aan, en als de leraar zegt: “val”, dan kán hij dat.
Maar er ontbreekt iets. Op een dag komt de leraar stiekem van achteren op hem af, en trekt hem omver. Als hij dán goed valt, is het een deel van hem; hij doet het zonder te weten wat hij doet. Als hij door het verrassingseffect alsnog verstijft, is zijn training nog niet voltooid.
Zelfs als hij deze test doorstaat, is er nog één meer. Op een dag zal hij vallen, op het ijs of waar dan ook, en hij zal ook dan goed vallen. Als dit gebeurt, zal het zijn lopen en judo-praktijk gaan beïnvloeden, omdat hij in zijn onderbewustzijn altijd bang was om te vallen. Nu is de bodem zijn vriend geworden.

De toepassing van de Weg is om in het leven te vallen. Om in staat te zijn een grote ramp of tegenspoed te accepteren, met de hele persoonlijkheid, zonder ervoor terug te schrikken, en net als de enorme klap waarmee de judoka de mat raakt, meteen weer op te staan.
Om niet te schrikken van een morele valpartij. Want het maakt niet uit. De judoka probeert met alle middelen om niet te worden geworpen, maar als hij wordt geworpen, deert het hem niet en in zekere zin maakt het dus niet uit. Het maakt enorm uit en tegelijk maakt het niet uit.

七転八起 : “Val zeven keer en sta acht keer op.”

maandag 13 december 2010

Kata en voorlezen

Mooi voorlezen

Wie kan het beste voorlezen? Is dat degene die weet wat er staat of iemand die weet wat je van taal kunt maken?

Voorlezen is een vak apart. Je moet de zinnen die je uitspreekt, precies begrijpen en je in ieder detail kunnen inleven. Een man die boos zegt: “Is het nou onderhand afgelopen?” moet je dat niet laten zeggen op een toon alsof hij vraagt of je een schaaltje bonbons wilt doorgeven! Dan moet het búlderen: “Is het nou onderhand ÁFgelopen?” Met een enorme klémtoon op ‘AF’. Als je de klemtoon die zin legt op ‘nou’, of op ‘lo-’ in lopen, dan is het weliswaar nog steeds Nederlands, maar dan klinkt het al niet boos meer. Als je de nadruk sterk wilt leggen op “AF”, dan moet je de eerste woorden van de zin (Is het nou onderhand ) sneller en zonder extra accenten uitspreken om dan alle energie op “AF” te kunnen storten. Dan komt de zin áán. Boos! En zo gaat het met een héle tekst. Wie wil vóórlezen, bereidt die minutieus vóór en er mag geen detáil ontbreken. De kunst van de juiste accenten in de zin, de intonatie, of een zin aan het einde zachter of harder klinkt, hogere en lagere spreektonen… o wat is taal dan opeens moeilijk. Als je de letters kent, ken je nog geen woorden; als je woorden kent, ken je nog geen zinnen; als je zinnen kent, ken je nog geen taal. Laat staan dat je poëzie bedrijft.

Tot zover deze lange inleiding op kata in judo.

Kata wordt wel eens de grammatica van het judo genoemd. Terecht. Wie kata beheerst, beheerst alle technieken precies zoals ze horen te lopen. Maar kata is ook een climax van het judo. Wie kata kent, kan judotechnieken als het ware ‘voorlezen’. Wie een kata loopt, kent niet alleen de technieken in hun onderdeeltjes (woordjes), maar kent de hele zinnen, met alle gevoel wat er in opgesloten ligt. In kata drukt een judoka zijn eigen gevoel bij de ‘tekst’ uit, hij interpreteert in zekere zin de literatuur en maakt er een levend kunstwerkje van. Wie dát beheerst (ik zet het accent nu expres op de a), wie dát beheerst, beheerst álles. Mitesco schrijft zijn teksten ook altijd alsof hij ze uitspreekt. Niet voor niets – ik typ bijna net zo snel als ik denk en spreek. Dan is een tekst ook levend. Dan kun je er ook mijn gevoel uithalen. O ja, alles wat met kunst te maken heeft is in feite hetzelfde. Expressie die door anderen wordt opgepikt. Wat koop ik er voor als ik iets wil zeggen en niemand kan het begrijpen? Of wat betekent mijn tekst als iedereen het verkeerd verstaat? Dan doe ik iets niet goed!

Levende kata

Als een judoka Nage no Kata demonstreert, en niemand begrijpt het principe dat hij wil uitdrukken met zijn techniek, is zijn kata dood. Heel veel judoka lopen hun kata op een dode manier. De techniek klopt wel, maar lééft niet. Er zit geen ‘Schwung’ in - zoals de Duitsers dat noemen. De emotionele en mentale bedoeling van een techniek wordt niet uitgedrukt. Heel vaak omdat… de judoka het zelf niet eens heeft begrepen. Iemand die het gevoel wél heeft, merkt dat direct. Die zíet het, zoals een Nederlander hoort als een buitenlander een Nederlandse zin voorleest die hij niet begrijpt.

Ippon seoi nage bijvoorbeeld

Een voorbeeld. Sommige judoka weten wel wat ippon seoi nage is. Voor velen is dat nog steeds de eerste schouderworp, maar voor iets meer ontwikkelde judoka heeft die techniek een Japanse naam. Voor de kata-liefhebbers: eerste serie Nage no Kata, tweede techniek. Gaan we die in het kata lekker als ‘spierballenworp’ doen? Dat dénk ik toch niet. Het principe is namelijk niet de ‘spierbal’, de sterke biceps in de oksel van de ‘tegenstander’, maar een overname van een keiharde aanval van uke – zo heet de ‘tegenstander’ bij het kata... De overname van de energie die uke aan tori wil geven door een klap op zijn kop, een soort klievend zwaard, met héél veel woede en energie uitgevoerd. En omdat uke zó ontzéttend kwaad is op tori die hem net met uki otoshi door de lucht heeft laten vliegen, gebruikt hij veel meer domme kracht dan nodig. En dat betekent dat hij wéér gaat vliegen, maar nu omdat tori die aanvallende arm gijzelt op zijn ‘spierbal’ en op exact het juiste moment indraait, even door zijn knieën gaat onder uke’s zwaartepunt en hem dan ‘over zijn schouder laat slingeren’.

Een spannend verhaal

Beste lezers en lezeressen, ippon seoi nage is een spannend verhaal, vol dynamiek, en degene die kata laat zien, wil aan iedere toeschouwer tonen hoe vol woede, energie en spanning deze korte ‘zin’ in Nage no kata is. Uke en tori zijn allebei verantwoordelijk voor het mooie rollenspel van deze ‘voorleeszin’. Faalt één van beiden, dan loopt de hele zin niet meer. Als uke boos is, maar tori reageert nét iets te traag, dan is de hele spanning er uit – gesteld dat de worp überhaupt nog lukt. Als tori op scherp staat en snel genoeg is voor de bewegingen, maar uke te braaf is dus niet genoeg energie geeft, zijn snelheid en energiestroom niet op elkaar afgestemd en moet tori veel te hard werken voor zijn worp. In beide gevallen wordt de techniek mogelijk ‘correct’ uitgevoerd met de stapjes en het resultaat dat uke op de mat landt, maar dan nóg lijkt het nergens op… want het gevoel van de worp is NIET overgebracht.

Kunst

Welaan, wat is kata dan opeens moeilijk. Allerlei judoka die hun zwarte band willen halen, denken het ‘kunstje’ wel even te flikken, terwijl het dus écht een KUNST is met een grote ‘K’. Het is pure kunst, vóórlezen van diep doorleefde principes, een diep verstaan van wat judo is, en wat de Stichter met zijn gedichten ons wilde voordragen. Het vraagt een heel goed literair gevoel om zo iets moois te kunnen declameren, en de kijkers een genoeglijk moment te laten zien.

Persoonlijk ben ik nogal een judogenieter. Ik zie graag mooie poëzie. Taal is een gave, en dat leer je alleen te verfijnen door jarenlange ervaring in lezen en schrijven. Voor judo geldt hetzelfde. Kata is de proef op de som. Heb je het écht begrepen? Dan wordt het een kunststuk. Waar zijn de judo-artiesten toch gebleven?