zondag 24 juni 2012

Shin. Over ethiek en traditie in het judo-onderwijs

Gastblog

--  door Bart Coumans --

‘Judo is niet alleen maar een sport. Het is ook een levensschool’, schrijft Jean-Luc Rougé voorzitter van de Franse Judofederatie (FFJDA) in het voorwoord van het boek: Shin. Ethiek en traditie in het judo-onderwijs (1). Het is de eerste uitgave in een serie getiteld Culture Judo van de FFJDA geschreven door de Commissie Ethiek & Traditie. Het doel van dit boek is om de opvoedkundige waarde van het judo, zoals ooit bedoeld door Jigoro Kano, meer onder de aandacht te brengen bij leraren, scheidsrechters en iedereen die bij het judo betrokken is.

Land van filosofen en moraalridders

Frankrijk kent een rijke traditie van filosofen en moraalridders, ook in de sport. Zo blies baron Pierre de Coubertin eind 19e eeuw weer nieuw leven in de oude Olympische Spelen. Het Franse judo kent met name Jean-Lucien Jazarin. Deze ex-voorzitter van het Franse Dancollege schreef twee boeken (2, 3) over traditie, waarden en normen van het judo. Deze traditie zet zijn zoon Pierre Jazarin nu voort als voorzitter van de Commissie Ethiek & Traditie. De Franse Judofederatie vond het tijd worden om meer aandacht te besteden aan de waarden en normen van het judo en daarbij richt men zich vooral, maar niet uitsluitend, tot judoleraren. Getracht wordt om zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke ideeën van Jigoro Kano te blijven. Het boek Shin dient judoleraren te helpen beter de judo-ethiek uit te dragen en toe te passen in de Franse dojo’s. In het boek richt men zich uitsluitend op Shin (het mentale, morele, gedragsmatige aspect) en niet op Gi (techniek) of Tai (lichaam). Shin gaat niet alleen over beleefdheid, maar ook over esprit de combat. Volgens een oude Japanse meester is de volgorde ook Shin, Gi en dan Tai. Het fysieke staat in dienst van de techniek, en de techniek van het morele en niet andersom. Een beginnende jonge judoka zal vooral bezig zijn met Tai en een beetje Gi. Op latere leeftijd, wanneer het lijf het wat laat afweten, wordt dit gecompenseerd door Gi en Shin. In ieder geval dienen ze alledrie altijd een rol te spelen.

Canon van Kano

Een hulpmiddel bij deze voorgenomen missie vormt het Charte du Judo (een soort Judo Handvest; zie foto) waarmee het boek dan ook begint. Het Charte du Judo is samengesteld door Emmanuel Charlot, auteur (4), judoleraar maar bovenal hoofdredacteur van het glossy en fraaie judotijdschrift L’Esprit du Judo. Hij formuleerde dit handvest op basis van vele discussierondes binnen de Franse Judofederatie. In 2008 werd het handvest vastgesteld als officieel referentiekader. Bovenaan het handvest, staan de acht deugden van het judo (le Code Moral du Judo; zie kader met vertaling) zoals door de Franse Judofederatie wordt uitgedragen. Hierna volgt een introductie en vervolgens de drie delen van het handvest: 1. de essentiële judoprincipes, 2. de grondslagen van het judo en 3. het judo in Frankrijk.

Le Code Moral du Judo

In de Franse dojo’s vind je regelmatig een poster of banner met daarop de morele code van het judo vergezeld met een afbeelding van Jigoro Kano. Het zijn de acht deugden waarop het judo gestoeld is (zie kader met de vertaling) en die voortgekomen zijn uit de Bushido, de ongeschreven gedragscode van de Japanse samoerai. In de jaren zeventig schreef Jean-Lucien Jazarin een boekje over de fundamentele basis van het judo (Les bases fondamentales du judo; terug te vinden in het boek Judo, école de vie (zie 3)). Daarin werd de gedragscode van het judo beschreven. Deze was weer gebaseerd op de principes van de Bushido, zoals uitvoerig beschreven door de Japanner Inazo Nitobe. De judocode is aangepast aan de moderne Westerse maatschappij. Na het overlijden van Jean-Lucien Jazarin in 1982 was het Bernard Midan die voor de Franse Judofederatie het boekje indikte en uiteindelijke met le Code Moral du Judo kwam.    

Le Code Moral du Judo

La Politesse (Beleefdheid)
C´est le respect d´autrui
(Respect voor de ander)

Le Courage (Moed)
C´est faire ce qui est juste
(Doen wat rechtvaardig is)

L´Amitié (Vriendschap)
C´est le plus pur des sentiments humains
(Het meest wezenlijke van alle menselijke gevoelens)

Le Contrôle de Soi (Zelfbeheersing)
C´est savoir se taire lorsque monte la colère
(Weten te zwijgen als woede opkomt)

La Sincérité (Oprechtheid)
C´est s´exprimer sans déguiser sa pensée
(Je uitdrukken zonder je gedachten te verbergen)

La Modestie (Bescheidenheid)
C´est parler de soi-même sans orgueil
(Over jezelf spreken zonder hoogmoed)

L´Honneur (Eer)
C´est être fidèle à la parole donnée
(Trouw zijn aan je gegeven woord)

Le Respect (Respect)
Sans respect aucune confiance ne peut naître
(Zonder respect kan geen vertrouwen ontstaan)


Inleiding van het handvest

Het Charte du Judo begint met een korte inleiding. Kano ontwikkelde het judo (werp- en controletechnieken) vanuit het jiujitsu. Judo is een middel om mensen te vormen. De ontwikkeling van autonomie, zelfcontrole en respect voor de anderen zijn belangrijke deugden in het judo en dit wordt tot uitdrukking gebracht in het begripteken Do wat ‘weg’ of ‘ontwikkeling’ inhoudt. 

De essentiële principes

Volgens dit handvest kent het judo drie essentiële principes die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, namelijk Ju, Seiryoku Zenyo en Jita Yuwa Kyoei (in de meeste judopublicaties wordt overigens alleen gesproken van Jita Kyoei, dus zonder Yuwa wat vriendschap betekent).

Ju staat voor meegaan, adaptatie. Dit principe is zo sterk verbonden met het beoefenen van deze discipline dat het in de naam verwerkt is: Ju-Do. Judo beoefenen is zich verbinden met de weg van het meegaan, zich aanpassen. Faire du judo c’est s’engager dans la Voie (Do) de l’application du principe de l’adaptation (Ju). Het gaat erom zich te verheffen boven de tegenwerking van spierkracht. 

Met Seiryoku Zenyo wordt het op de beste manier toepassen van energie bedoeld. Dit is het tweede principe. Met zo min mogelijke inspanning het beste resultaat behalen. Op de juiste manier reageren, op het juiste moment met een perfecte controle en gebruik makend van de kracht van je tegenstander.

Het derde principe Jita Yuwa Kyoei staat voor algemeen welzijn door krachtenbundeling. Je hebt anderen nodig om verder te komen, om te groeien. Onderlinge hulp, maar ook concessies doen zijn voorwaarden voor individuele vooruitgang.

De basis van het judo

Om het judo te beoefenen is een aantal elementen noodzakelijk:
  • De dojo. Is de plek waar geleerd en geoefend wordt. In het boek wordt uitgelegd hoe de dojo is ingericht en waar en in welke volgorde leraren en leerlingen zitten;
  • Gedragsregels. De judoka’s accepteren de diverse regels die bij het judo horen: op tijd komen, hygiëne, zelfcontrole etc.; 
  • Judogi. Schoon en van voldoende kwaliteit, wit om de gelijkheid van alle judoka’s, inclusief de leraar, uit te drukken; 
  • De judoleraar. Deze staat garant voor het leerproces en heeft een voorbeeldfunctie;
  • Judopartners. Judo is duo, men dient rekening met elkaar te houden;
  • Het groeten. Is het formele teken van respect ten opzichte van de leraar, de andere judoka’s en de plek waar gejudood wordt;
  • Valbreken. Worpen zijn niet mogelijk zonder de een die werpt en de ander die de worp ondergaat. Beheersing van de worp en het accepteren dat de ander je werpt zijn beide nodig om progressie te kunnen boeken. Vallen is een fysieke en mentale beproeving;
  • Basistechnieken. Het betreft de juiste houdingen, weten hoe je moet bewegen, hoe je je tegenstander uit balans haalt, beheersing van de verschillende technieken;
  • Randori. Een randori is een oefenpartij waarbij het niet om verlies of winst gaat, maar om aanval en verdediging te oefenen en zo vooruitgang te boeken;
  • Shiai. Hierbij gaat het wel om winst en verlies waarbij strikte regels worden gehanteerd. Tactische en mentale aspecten zijn belangrijke factoren. De shiai is een technische, fysieke en mentale test;
  • Kata. Een kata is de traditionele wijze om de essentiële principes van het judo over te brengen. Het bestaat uit een historisch geselecteerd aantal technieken die op een precieze en harmonieuze wijze gedemonstreerd dienen te worden met een partner. De kata’s vormen tevens een link tussen de verschillende generaties judoka’s. 
  • Graduaties. De verschillende kyu- en dangraduaties geven de progressie aan van de judoka. Het gaat zowel om techniek (Gi), fysiek (Tai) als mentaal, moreel (Shin). De graduaties vormen ook een eenheid tussen alle judoka’s. Een graduatie is enerzijds een erkenning, maar brengt anderzijds ook een verantwoordelijkheid met zich mee.   
Judo in Frankrijk

In dit deel van het judocharter wordt de rol van de Franse Judofederatie beschreven. En dat is alle judoclubs met elkaar verbinden en eenzelfde opleiding en ethiek uitdragen. Als uitgangspunt wordt de Code Moral gehanteerd.

Uitwerking van de etiquette

Na de uitleg over het judohandvest wordt in het boek op verschillende zaken rondom Shin ingegaan. Allereerst wordt de rol van de judoleraar nader uitgewerkt en dat is niet voor niks. De leraar speelt een uiterst belangrijke rol. Hij of zij is de ‘ziel’ van de dojo. De kwaliteiten en de rol van de leraar worden nader toegelicht. Kort wordt stilgestaan bij de vraag of de judoleraar een trainer of een opvoeder is? Vaak ligt het accent bij het eerste, terwijl men in het boek vindt dat de belangrijkste taak die van opvoeder is.

Een ethische code voor de judoleraar wordt in het boek gegeven naast richtlijnen hoe de leraar het zou kunnen aanpakken, zoals het helder en simpel uitleggen, niet teveel uitleg en genoeg tijd tot oefenen geven, voldoende gevarieerde oefenstof aanbieden etc.
Hulpmiddelen hierbij zijn: een presentielijst, een persoonlijk dossier om progressie van iedere leerling bij te houden, een wijze spreuk van de maand op te hangen, die kan weer benut worden in een gesprek of vraag-antwoordsessie tussen leraar en leerlingen (Mondo).
Ook een uitwerking van de dojoregels komen aan bod, zoals op tijd komen, je judopak schoon en in orde, zich netjes gedragen, geen sieraden dragen etc. Veel pagina’s worden besteed in het boek aan de juiste manier van groeten, zowel staand als knielend. Een andere suggestie die wordt gegeven is om bij de graduaties ook te letten c.q. te vragen naar kennis van de principes van het judo, beleefdheid, hygiëne, veiligheid en kennis van de judogeschiedenis. Dit wordt progressief opgevoerd oftewel hiervan moet je meer weten dan wel laten zien, naarmate je hoger gegradueerd bent. 

Franse slag of ook iets voor Nederland?

De vraag is nu hoe we het in Nederland doen en of we ook niet wat meer aandacht zouden mogen besteden aan de opvoedkundige waarde van judo? Judo heeft de naam opvoedend en karaktervormend te zijn, maar mag je veronderstellen dat het zo maar komt aanwaaien of ga je als judoleraar specifiek en planmatig hier aandacht aan besteden? En zo ja, hoe ga je dat dan invullen? Doe je het impliciet of expliciet? Als je het belangrijk vindt zul je er als judoleraar bewust aandacht aan moeten schenken.

Ook in het Nederlandse judo zijn diverse initiatieven geweest om het opvoedkundige aspect van judo aan te kaarten of uit te leggen. Zonder volledig te willen zijn komen worden een aantal voorbeelden gegeven. Speciaal gericht op de jeugd zijn de fraaie judoboeken van Jos Lotens en Wil Lüschen. Hierin worden diverse morele regels in het judo op een vaak ludieke manier uitgelegd. Expliciet over het opvoeden op de mat gaat de gelijknamige DVD en het bijbehorende handboek van Jan Bloem en Rob van der Hoorn (5). Hierin wordt uitvoerig ingegaan op de opvoedkundige waarde van stoei- en trefsporten, in het bijzonder judo. Ook in het meeste recente boek van Douwe Boersma ‘Alles over judo’ komen ethische aspecten ruimschoots aan bod (6). Hij gaat in het boek in op de zogenaamde sportiviteitscode, een aantal jaar geleden ontstaan toen er veel aandacht was voor normen en waarden in de sport. De sportiviteitscode kent een zevental aspecten of deugden: vriendschap, bescheidenheid, moed, beheersing, beleefdheid, eerlijkheid en respect. Wanneer dat vergeleken wordt met Le Code Moral dan komt dat nagenoeg met elkaar overeen. Sterk in het boek van Boersma is de uitwerking per deugd naar een onderwerp en het juiste gedrag. Een voorbeeld hiervan is:  ‘beheersing’ (sportiviteitscode), ‘verlies verwerken’ (onderwerp) en ‘Ik verwerk mijn verloren partij zonder boos te worden’ (gedrag).

Moraal van het verhaal

Judo heeft de naam dat het een opvoedkundige (meer)waarde heeft. Zo is het ooit bedacht door Jigoro Kano en blijkt uit de diverse boeken die recent over Kano verschenen zijn en waarin zijn gedachten en ideeën naar voren worden gebracht (7, 8, 9, 10). Daaruit blijkt dat hij judo als een levensschool zag. Maar dit is niet iets vanzelfsprekends en zal steeds aandacht blijven vragen, zoals ook de Franse Judofederatie met het boek Shin beoogt. Als dat niet gebeurt dan is de vraag of judo dan feitelijk zoveel verschilt van andere sporten? Ook daar dienen allerlei geschreven en ongeschreven regels gerespecteerd te worden. Maar bij Kano ging het verder. Hij schreef: The purpose of judo is to perfect oneself physically, intellectually and morally for the benefit of society (10)  Als we dat in ere willen (blijven) houden dan zal er ook bewust en expliciet aandacht aan moeten worden besteed.



NOTEN


1.      FFJDA. Shin. Éthique et tradition dans l’enseignement du judo. Budo Éditions, 2008.
2.      Jean-Lucien Jazarin. L’esprit de judo. Entretiens avec mon maître. Oorspronkelijke uitgave 1968. Hernieuwde uitgave, Budo Éditions, 2006.
3.      Jean-Lucien Jazarin. Judo, école de vie. Oorspronkelijke uitgave 1972. Hernieuwde uitgave, Budo Éditions, 1994.
4.      Emmanuel Charlot. Judo, principes et fondements. K.éditions, 2006.
5.      Jan Bloem & Rob van der Hoorn. Opvoeden op de mat. Over de opvoedkundige waarde van stoei-en trefsporten. Krachten Bundelen, Arnhem, 2004.
6.      Douwe Boersma. Alles over judo. Theorie en praktijk. Elmar, Rijwijk, 2008.
7.      Brian N. Watson. The father of judo. A bibliography of Jigoro Kano. Kodansha International, 2000.
8.      Jigoro Kano, Yukumitsu Kano en Naoki Murata. Mind over Muscle. Writings from the founder of judo. Kodansha International, 2005.
9.      Michel Mazac. Jigoro Kano, père du judo. La vie du fondateur du judo. Budo Éditions, 2006.
10.  Brian N. Watson. Judo memoirs of Jigoro Kano. Trafford Publishing, 2008.


Dit artikel verscheen eerder in het NVJJL-blad ‘Budo-magazine’ in december 2009. Gepubliceerd op dit weblog namens de schrijver zelf, Bart Coumans.


2 opmerkingen:

  1. Prachtig.... wat een mooie blogpost, wat een inzicht, wat een Visie...
    Ik kan niet anders dan dit ten volle onderschrijven.

    Met name de opvoedkundige waarden in het judo zijn op de lerarenopleidingen een ondergeschoven kindje geworden. En dat was vroeger al een punt. Terugkijkend kun je gewoon ZIEN hoe het in Nederland met het judo zo fout kon gaan, dat we nu alleen nog maar wedstrijdjudo over hebben en feitelijk alleen nog educatief judo in enkele bastions in het land.

    Ik vermoed (maar heb daarvoor geen bewijs) dat wij enkele generaties lang gefaald hebben een sterke theoretisch pedagogische systematiek op te zetten waarin de overdracht van deze waarden en visie een vanzelfsprekend onderdeel van de dagelijkse judo kost zou hebben moeten zijn.
    Nu was het gewoon een van Sensei op Sensei overgedragen "besef" dat eigenlijk in Nederland nooit in een curriculum gevat is. Zoals veel in Nederland hebben wij "uitverkoop" gehouden in onze ijver om prestaties te bevorderen die in medailles zichtbaar werden.

    De Fransen hebben dat anders gedaan. Daar is sowieso de overheid meer betrokken geraakt bij het judo onderricht. Niet dat zoiets nou overal even geweldig uitgewerkt heeft, maar het heeft wel een kwalitatief hoogwaardig instructie kader geschapen waarbinnen beleidsmatig met dit soort zaken wordt omgegaan en dat bewaakt wordt door de overheid.

    Dat hebben de Fransen beter gedaan dan wij.

    Mooi artikel. Complimenten. Zeer lezenswaardig.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. "Speciaal gericht op de jeugd zijn de fraaie judoboeken van Jos Lotens en Wil Lüschen. Hierin worden diverse morele regels in het judo op een vaak ludieke manier uitgelegd."

    Ik wil graag nog even wijzen op het boek "Judo voor jongeren in woord en beeld". Het is al wat ouder, maar zeer geschikt voor de jeugd: ISBN 90 289 0047 0
    Geschreven door Claude Fraget en Ludo Alaerts.
    Uitgegeven door DNB Antwerpen. Ik heb even gegoogled, het is nog te krijgen.

    BeantwoordenVerwijderen