Deze vraag is fundamenteel. Wie op het Internet de
judoforums in Duitsland en Amerika naloopt, vindt daar de meest uiteenlopende
theorieën.
het traditioneel judo zegt: judo is geen sport, hoogstens
een gevechtskunst (martial art), of zelfs dat niet: alleen een weg.
- het modern judo zegt: judo is een levensweg, maar ook een
sport.
- het sportjudo zegt: judo is louter sport en sport gaat om
winnen.
Wat is nu waar?
|
Foto: (C) Eric van den Brink |
In het kader van dit weblog zou de indruk kunnen
ontstaan dat het sportjudo niet favoriet is. Immers, de originele judoprincipes
zijn belangrijker dan het resultaat van de wedstrijden. De vraag in hoeverre
Jigoro Kano ooit een sportieve variant van het judo heeft gewild, is nooit
opgelost. Sommigen zeggen: 'nee, ondanks zijn Olympische inspanningen, wilde
Kano van judo geen sport maken.' Dat kan zijn. Het is echter ook waar dat sinds
de Tweede Wereldoorlog er wel degelijk een modern, sportief judo bestaat, en de
andere, traditionele vormen, een héle kleine minderheid vormen. Zou Kano dat
laatste dan gewild hebben? Hij wilde van het judo een volksbeweging voor heel
Japan maken, en de hele wereld daarbij betrekken. Zonder sportieve inslag was
dat nooit gelukt. Zou de handelsman en utlitarist Kano zijn principes daar niet
dienstbaar aan hebben willen maken?
Zelfs het judo wat van de grote tegenpartij van de Kodokan
afkomstig is, de Butokukai, is op de meeste plaatsen gewoon aangepast aan de
sportieve lijn van het IJF en kleinere verbanden als de JBN. Er zijn nog wel
leerlingen van de grote sensei's die zich afzetten tegen judosport, maar als ze
in shiai uitkomen, moeten ze gewoon meedoen. Wat win je dan met oude
tegenstellingen van sport, martial arts en tradities tegenover elkaar te
zetten?
Hoewel veel standpunten van Mitesco heel stellig zijn, neemt
hij toch een middenpositie in. Qua moraal, opvoedkundige elementen en wijze van
technische uitvoering staat hij aan de zijde van de traditionele judoka; qua toepassing
van al deze originele judoprincipes is hij van mening dat deze heel goed kunnen
worden geïntegreerd in het bestaande moderne judo. Een losmaken van het judo
uit de normale sportverbanden, zoals door sommigen wordt voorgestaan, is niet
alleen onzinnig, maar ook niet juist. Het lijkt mij niet wat Kano zou hebben
gewild en het dient het judo op geen enkele manier. Het enige waar Kano zich
beslist tegen verzet zou hebben, is de derde variant, het loutere sportjudo.
judo zonder principes is geen judo.
Haku Michigami (geb.1912) en judoka uit de Butokukai,
schreef in 1963:
"We moeten goed nadenken of judo echt een soort sport
is. Ja, judo heeft een aantal elementen van sport, maar de mentaliteit van het
judo is een 'way of life'. Ik zet mijn zinnen daarom op 'traditioneel judo' wat
tot doel heeft om een goede menselijke persoon te worden door dagelijkse
oefening."
Kan dat niet samengaan?
Goede
sport als uitdrukking van Kano's principes
Sommige traditionele judoka die moeite hebben met judo als
sport, lijken vooral te kijken naar de praktijk van de hedendaagse
competitiesport. De grondhouding tegenover sport als zodanig lijkt ook bijna
negatief, alsof sport geen eigen positieve waarden zou hebben. We mogen het ook
omdraaien. Wat kan het judo betekenen om de sport van binnenuit een nieuw hart
te geven? Jigoro Kano was zelf uiterst bekommerd om de ontwikkeling van de sport
in zijn eigen vaderland. Sport, als westers gedachtengoed, was pas in de
laatste decennia van de 19e eeuw in Japan binnengekomen, na de openstelling
naar het westen in het Meji-tijdperk. Kano was zo handig om de voordelen
daarvan meteen in te zien, in tegenstelling tot degenen die zich exclusief
wilden vastleggen op de Koryu (traditionele budokunsten) en in zekere zin ook
tegenover de Butokukai die vooral bekommerd was om de nationalistisch/militaire
inslag en qua aard conservatief was.
Kano zag het dus positiever en was flexibel in het nut van
judo voor de lichamelijke opvoeding en omgekeerd. Het paste bij zijn
utilitaristisch gedachtengoed. Vraag daarbij niet of hij het judo voor de kar
van de lichamelijke opvoeding spande of omgekeerd...
Jigoro Kano geloofde vast dat – vergeleken met de sporten in
andere landen in die tijd – het beoefenen van ju-jitsu een superieure methode
was voor mentale en lichamelijke training. Hij stelde vast dat het,
gecombineerd met een filosofie die paste bij de moderne samenleving van het
Meji-tijdperk (1868-1912), een prima middel van onderwijs zou zijn. Hij stelde
als doel voor de judo-oefening dat de judoka zichzelf lichamelijk, geestelijk
en moreel zou vervolmaken en deze kracht zou gebruiken voor het welzijn van de
samenleving.
Yukimitsu Kano, President Kodokan, Mind over Muscle,
inleiding, blz. 7-8
Dit was precies wat Kano beoogde. Hij was in zekere zin
alleen principieel in zijn doelen. Maar om dat te bereiken kon sport uitermate
nuttig zijn. Sport niet omwille van de sport, maar omwille van de lichamelijke
opvoeding. Zomaar sporten vond hij wel zinloos. Maar sport kon een middel zijn.
Kano was als vredestichter eigenlijk ook tegen geweld. Toch gebruikte hij een
methode die voor aanval en verdediging ontworpen was als middel tot vrede:
Kodokan judo gebruikt een methode waarbij gevecht en
training hand in hand gaan. De reden is: als iemand een gevecht oefent is het
nodig om blessures te vermijden, terwijl het tegelijkertijd wenselijk is om een
sterk lichaam te ontwikkelen. Als je lichamelijke training ondergaat, is het
normaal dat je moe wordt van saaie oefeningen (zoals ‘calisthenics’) en ze
hebben ook maar weinig geestelijk nut. Maar als je oefent om je tevens te
verdedigen tegen een aanval, wordt het leuk en nuttig tegelijk. Daarom
probeerde ik die twee elementen zo veel mogelijk te combineren. In sommige
gevallen, als iemand iemand het gevecht niet als gevecht oefent en de training
niet als training, wordt het moeilijk om beide elementen onder de knie te
krijgen. Ik denk dus dat het beste is, om beide elementen te laten samensmelten
tot één gevechtstraining en tegelijk verschillende elementen te laten
samensmelten tot wat in de eerste plaats lichamelijke oefening is.
Op die manier werd een nieuw type kata gecreërd, als methode
om een welgevormd lichaam te ontwikkelen door bewegingen die bedoeld waren voor
de verediging tegen een aanval. Als deze twee nieuwe typen kata helemaal klaar
zijn, hebben we iets gerealiseerd dat we ‘nationale lichamelijke opvoeding’
kunnen noemen.
Mind over Muscle, blz. 23-24
Het feit dat hij zijn principes niet alleen in randori-vorm
goot, maar in de eerste plaats als kata ontwierp, laat zien dat het
uiteindelijk gaat om de bewegingen van het lichaam met als doel: ontwikkeling.
In alle facetten, lichamelijk en mentaal. In die zin werd judo veel meer dan
een gevechtskunst...
Er zijn op dit moment verschillende methoden van
lichamelijke opvoeding in de wereld, maar er is nog niets dat al echt een
‘nationale lichamelijke opvoeding’ kan worden genoemd. Hoewel we vandaag de dag
vaak horen spreken over verwante uitdrukkingen als ‘nationale oefening’, zijn
die termen meer bedoeld voor lichamelijke opvoeding of –oefening voor grote
groepen mensen. Er is geen manier van lichamelijke opvoeding of –oefening die
systematisch wordt beoefend door de meerderheid van het volk. Zoals ik al
eerder heb benadrukt zou lichamelijke opvoeding op basis van de technische
training in judo heel breed moeten worden toegepast in families en op het
niveau van de samenleving.
Mind over Muscle, blz. 27-28
Daarmee wil hij zeggen dat het judo een technisch middel kan
zijn om dit hogere doel te bereiken. In feite is daarmee tevens duidelijk dat
het judo niet eens een doel in zichzelf is. Het verabsoluteren van het
judo als gevechtskunst zoals de koryu dat zagen, is daarmee ook zinloos. Dat
zou immers betekenen, dat men uit de breedte voor het volk zou teruggaan naar
de kleinheid van een dojo. Dat het over technische superioriteit zou gaan, jutsu.
Dat is het dus niet.
In dat kader spreekt Kano dan ook over sport. Niet om het te
veroordelen of af te wijzen, maar het te integreren in zijn lichamelijke
opvoedingsconcept, waarvoor het judo een middel is:
Over het algemeen vinden we sport interessant, omdat het
sterke punt zit in de competitie. Daarom vinden jonge mensen sport
aantrekkelijk. Het voordeel van sport is, dat de waardevolle methode van
lichamelijke opvoeding in de praktijk wordt gebracht, anders dient het immers
geen enkel doel. Maar, in dit verband zijn er dingen die we ook in de gaten
moeten houden.
Allereerst, zogenaamde 'sporten' zijn niet in het leven
geroepen met als doel 'lichamelijke opvoeding'. Men vecht voor een ander doel,
namelijk, om te winnen. Zo worden de spieren niet noodzakelijkerwijs ontwikkeld
op een evenwichtige manier, en is sommige gevallen wordt het lichaam te ver
geforceerd en zelfs verwond. Om die reden (hoewel er geen twijfel bestaat dat
sport goed is) moet er goed gekeken worden naar de selectie van sport en de
trainingsmethode. Sport mag niet roekeloos zijn, onzorgvuldig, overijverig en
onbeheerst.
Desondanks is het veilig om te zeggen dat wedstrijdsport een
vorm van lichamelijke opvoeding is, en moet zij worden gepromoot met dit advies
in gedachte. De reden waarom ik er aan heb gewerkt om sport meer dan twintig
jaar te bevorderen en dat ik er naar streefde om de Olympische Spelen naar
Japan te halen, is omdat ik die positieve kanten totaal inzie. Echter, in
tijden als de onze, waarin zoveel mensen enthousiast zijn over sport, zou ik de
mensen ook willen herinneren aan de nadelige effecten van sport.
Ik wil er bij de mensen op aandringen om de doelen van
lichamelijke opvoeding voor ogen te houden: om een gezond lichaam te
ontwikkelen dat nuttig voor je is in je dagelijks leven, en vergeet vooral niet
om te onderscheiden of je methode van training in overeenstemming is met het
concept van de seiryoku zenyo.
Mind over Muscle, blz. 56-57
Voorwaarde is dus, dat de eigenheid van de judoprincipes
niet in gevaar komen. Maximaal nuttig gebruik van energie, en het hogere doel
van de samenleving, het algemeen nut en welzijn. Deze principes gelden dan voor
elke vorm van sportbeoefening. En sport is goed in zichzelf - zegt Kano !
Ofschoon Kano zal menen dat sommige sporten per se niet verenigbaar zijn met de
principes - omwille van de wijze waarop ze de energie gebruiken, of zich door
hun aggressie of onbeheerstheid keren tegen het welzijn. Waarbij niet gezegd is
dat de klassieke gevechtskunsten daaronder moeten worden gerekend:
Er is geen reden om traditionele vormen van oefening te
verwerpen. Wie daar plezier aan beleeft, moet dat doen. Mijn leer is heel
eenvoudig: ten zeerste aanbevelen zonder de dingen van het verleden te
verwerpen. Daarom ben ik ook niet speciaal tegen de conventionele Japanse
manieren van lichamelijke opvoeding. Maar ik wil de beste vorm van lichamelijke
opvoeding uitvinden en spoor zoveel mogelijk mennsen aan om dat op te pakken,
om op die manier een vorm van lichamelijke opvoeding te bereiken die tegelijk
doelen bereikt die de moeite waard zijn. Dat betekent: het basisprincipe van
judo - seiryoku zenyo - toepassen op lichamelijke opvoeding.
Mind over Muscle, blz. 60.
Conclusie
Is judo dus een sport? Niet in de zin dat judo veel meer is
dan louter sport. Het is een weg en daarmee zijn degenen die judo louter als
sport zien bij Kano aan het verkeerde adres. Maar is judo geen sport? Zo
absoluut is dat dus niet. Judo is een methode van lichamelijke opvoeding, maar
sport is dat ook. In dat kader kunnen judo en sport elkaar raken, verrijken,
stimuleren. Waarbij de doelen en de middelen helder worden onderscheiden en
gezamenlijk gestreefd wordt. Jigoro Kano was breed genoeg in zijn denken om het
nut van de wederzijdse bevruchting onmiddelijk in te zien.
Om die reden lijkt het mij kortzichtig en niet in
overeenstemming met de persoon van Kano om te beweren dat hij nooit zou hebben
gewild dat 'zijn' judo een (Olympische) sport zou worden. Als Kano daar tegen
was geweest, was hij al snel uit het IOC gestapt. Het is ook niet waar te maken
dat hij de ontwikkeling na de oorlog zou hebben verfoeid. Wat zeker is, dat hij
de oorlogshandelingen van de Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog verfoeid
zou hebben - zo tegen de jita kyoei ! Zoveel verschrikkingen! Het afschaffen
van elke vorm van militaire structuur, ook die van de Butokukai en de Kodokan,
zou hij om die reden hebben toegejuicht. Het is speculeren, maar als hij nog
had geleefd, zou hij mogelijk samen met generaal McArthur hebben gepoogd om de
Kodokan tot een instrument van verbroedering om te vormen. Dat judo daarmee een
weg van onschuldige sport zou gaan, zou hij op de eerder genoemde voorwaarden
van zijn principes, goed hebben gevonden. Om van de judosport dan een weg te
maken naar wereldwijde lichamelijke en morele opvoeding. Net als het Olympisch
gedachtengoed van Pierre de Coubertin dat hij zo was toegedaan.
Waarmee uiteraard niet gezegd is, dat álles wat thans door
het IJF wordt gedaan en gepromoot zijn zegen zou hebben. Het is niet absoluut
voor en absoluut tegen.
Beter is het, om het inhoudelijk te blijven onderscheiden.
Als de belangrijkste principes (jita kyoei, seiryoku zenyo en jiko no kansei)
worden vastgehouden, is het dwaas om het judo niet als sport te beschouwen. Wie
de principes vasthoudt, beoefent judo op de juiste manier. Dan kan daar heel
goed een sportief element aan worden toegevoegd. Sport als uitdrukkingsvorm van
(levens-)principes.
Judo is in de eerste plaats een levensweg, een basispincipe
van menselijk gedrag. Maar hoewel het dus meer is dan sport, kan het dus heel
goed óók een sport zijn.
Ik denk dat judo groot genoeg is om in te sluiten, alle
mensen die er van houden als een sport, hen die het zien als lichamelijke
fitness, and hen die het willen beleven als een 'way of life'. Jigoro Kano heeft
niet een ééndimensionaal judo uitgevonden dat alleen aantrekkelijk is voor een
kleine elite. (...) Laten we judo liever inclusief maken, dan exclusief.
Neil Ohlenkamp, 26-6-2008