zondag 28 april 2013

Klagen is geen judo houding

Van een bevriende bankrelatie kreeg ik een uitnodiging voor een ludieke workshop met de titel 'de kracht van anti-klagen.' In de beschrijving staan de volgende heldere lijnen uitgezet:
  • met klagen komen we niet verder in het bereiken van onze doelen
  • chronisch klagen is besmettelijk
  • klagen kan hele samenwerkingsverbanden tot stilstand brengen
Het deed me direct denken aan wat Jigoro Kano eens heeft geschreven:
Wat is er nou zinvol aan klagen? Het is zeker geen pretje voor degenen die naar de klachten moeten luisteren. De energie die wordt gebruikt om onplezierige klachten te uiten, kan zeker niet beschouwd worden als seiryoku zenyo. Nee, al de energie die wordt gebruikt om te klagen en te mopperen kan veel nuttiger worden besteed. Dat betekent: ruk jezelf los van al die onplezierige gevoelens en houd op met al die zieke praat naar anderen toe. Uiteindelijk zal blijken dat je al die energie het beste kunt geven aan je eigen geluk of de verbetering van de samenleving. Dit principe moet worden toegepast, overal en altijd. (Mind over Muscle blz. 81)
De bank snapt dat het voor de relaties en de opbouw van goede samenwerking tussen bedrijven belangrijk is om een positieve en opbouwende houding aan te nemen in alles, maar de gemiddelde Nederlander denkt daar - zeker in crisistijd - heel anders over. In plaats van de zegeningen te tellen, concentreren veel mensen zich wel degelijk op elke minuscule zegening die ontbreekt. Daarmee krijg je een negatief gist in de samenleving wat zich inderdaad als schimmels ondergronds verspreidt.

Maar de drie elementen van de bank zijn ondertussen volledig waar. 
  1. Klagen verduistert onze doelen. Voor een judoka in de geest van Kano is dat een soort doodzonde. Kano stelt altijd dat de enige manier om je energie goed te gebruiken is: efficiency en doelgerichtheid. Als je niet weet waar je héén wilt onderweg, rijd je maar wat heen en weer en kom je nooit aan. Als je op de mat maar wat klooit en verveelt met elkaar, komt er behalve wat duwen en trekken nooit een fatsoenlijke techniek. Maar de judotraining is uiteraard slechts een training voor het echte leven van mensen met elkaar. Als je niet samen positief en eensgezind ergens naar streeft, zullen alle gesprekken voeren tot misverstanden, onbegrip, conflicten en na veel verspilde energie geen enkel doel hebben gediend.
  2. Zeker, als we te veel klagen, is dat aanstekelijk. Een negatieve sfeer is zo gemaakt, het opbouwen van een positieve sfeer is veel moeilijker! Vandaar dat alle trainingen en cursussen in het bedrijfsleven proberen te werken aan een positieve sfeer, en om dát aanstekelijk te maken.  In judotrainingen (en andere sporten) wordt daarom enorm gepusht om altijd maar door te gaan. Niet aan de kant gaan zitten, doorgaan! Als er één geen zin meer heeft (jeugdgroepen hebben dat nogal eens) hebben er anderen ook al snel geen zin. Net zoals als er één naar de wc gaat, daarna al snel iedereen 'moet'.
  3. Klagen kan hele samenwerkingsverbanden stilleggen. Het verlamt. Niemand ziet meer licht. En omdat men geen doel meer heeft en dingen mislukken, gaat men nóg meer mopperen. Het bevestigt zichzelf: zie je wel. Ik kan niks, ik ben niks, het wordt niks. In judo is echter het principe van jita kyoei van toepassing: alleen samen kunnen we schitteren. Alleen wordt het niks, met een ander erbij wordt het pas mooi. Partnerschap! Alleen als beide judoka positief elkaar aanmoedigen, komen ze samen op het doel (een mooie techniek). Maar ook hier is de judotraining één op één toepasbaar in het gewone leven. In bedrijven. In vergaderingen. In gezinnen. Je staat samen voor een bepaald doel, je moet het samen doen, en dan kun je niet negatief of mopperig tegenover elkaar gaan staan, dan vernietig je elke vorm van samenwerking en blijf je alleen over. Alleen kun je echter niet judoën, maar alleen kun je ook niet leven en maar zelden iets bereiken.

Kortom: wie leeft in de geest van het judo, en zijn energie goed en doelgericht gebruikt, kan alleen maar positief zijn. Dat moet een grondhouding worden. Dat kun je leren op de mat. Door ook door je pijn en frustratie heen te trainen en niet te mopperen, niet op te geven, maar juist anderen aan te moedigen. Dan trek je elkaar er doorheen en wie dát voelt... kan het ook buiten de dojo.

Ik wens niet alleen de mensen van de bank, maar ook elke judoka in welke vorm hij ook met anderen samenleeft, een klaagvrije werk- en leefplek, en een positieve judohouding in alles.



En tel altijd je zegeningen! Het zijn er meer dan we soms denken...



zondag 21 april 2013

Opvoeding van het hart: deugden (2)

Wilskracht en motivatie

Belangrijk voor een judoka en voor elke mens is: motivatie. Je kunt nog zo'n mooie ethiek of moraal onderwijzen, maar je hebt niets aan deugden als de leerlingen ze niet willen toepassen. Daarom ook niet alleen onderwijs, maar vooral opvoeding. Opvoeding is meer dan leren. Het is het motiveren tot een levenshouding. Dat was dus volgens Jigoro Kano de belangijkste taak van het Kodokan (judo).

Tegenwoordig wordt er veel gesproken over normen en waarden in de opvoeding. Alsof het dat alleen is.
  • Normen zijn objectief. Het zijn een soort wetten, stellen grenzen. Ongemotiveerde mensen zoeken die grenzen op - om ze te overschrijden.
  • Waarden zijn subjectief. Het belang is wat iemand er zelf van vindt. Ongemotiveerde mensen halen door een lage waardering normen onderuit en relativeren hun belang.
Daarom is het trainen van motivatie en wilskracht zo belangrijk. Deugden helpen daarbij. Omdat deugden de weg wijzen naar een concreet doel en zelfs voor luie of egocentrische mensen inzichtelijk maken dat je er beter van wordt, kunnen deugden motiveren. Deugden zijn bovendien controleerbaar aan te leren, en scheppen voldoening als iets goeds wordt bereikt. Ook vanuit het opvoedkundige element "inspanning - beloning" hebben ze dus waarde.

De rechtvaardigheid (de jita kyoei) als doel van alle deugden ordent het streven van mensen. Het is de norm voor goed of kwaad. Je kunt namelijk ook heel erg gemotiveerd zijn om met veel verstand en moed slechte doelen te stellen. Dat is de drijfveer van criminelen die medemensen doden, en tirannen die ten oorlog trekken. Maar ook sommige judoka vechten op een oneerlijke manier, door alleen te willen winnen, zelfs met vuile methoden. Zeer gemotiveerd, alleen is hun moed en verstand op het verkeerde gericht. Dan is de objectieve orde van het algemeen menselijk welzijn van belang, weergegeven in de principes van jita kyoei. Wie zijn deugden daarop afstemt is in de ware betekenis: ‘van goede wil’. Een goede intentie is dus vreselijk belangrijk. Goed is niet wat goed voelt, maar wat genormeerd is door het doel. Iets anders moet je niet willen.
De motivatie om met de deugden tot het doel te komen, moet van binnenuit komen. In de dojo en in het leven doen we het goede niet omdat het moet, maar omdat we met ons verstand inzien dat die weg verreweg de beste is en we met ons hart voelen dat we daardoor gelukkige mensen zullen zijn. Op die manier is de ethiek van de deugden (wat Kano noemt) echte "zelfverwerkelijking" , een weg, een levenskunst.




Deugd en seiryoku zenyo

Wat hebben de deugden te maken met het principe van seiryoku zenyo? Horen ze niet thuis bij de jita kyoei?
Het antwoord is: natuurlijk hebben de deugden te maken met de jita kyoei, want ze brengen dat doel dichterbij.

Deugden scheppen echter vooral orde in de middelen om bij het doel te komen. Deugdzaamheid is: door herhaalde training maakt de mens zich een aantal fundamentele bewegingen en houdingen eigen die hem helpen om zijn doel zo efficient mogelijk te bereiken. Wie leeft zonder deugden, leeft zonder structuur of principes. Vaste structuur en motivatie zijn nodig om efficient te kunnen werken.
Als een bedrijf dat bijvoorbeeld vrachtwagens assembleert, geen duidelijke en gestructureerde opzet zou hebben bij de lopende band, werden de trucks niet in de juiste volgorde in elkaar gezet, wat veel extra arbeid en energie kost. Handelen volgens de principes van assembleren helpt om efficient en kostenbesparend trucks te bouwen.
Als een judoka elke o soto gari op een 'nieuwe' manier wil uitvoeren, en zomaar wat met zijn been zwaait, de ene dag zus, de andere dag zo, leert hij de worp nooit. Dat kost veel extra energie. Trainen volgens de principes van judo helpt hem om de worp beter en efficiënter aan te leren.
Als een mens naar zijn doel toewerkt, en daarbij de ene dag dit doet en de andere dag dat, moet hij zichzelf steeds weer hernemen en eigenlijk elke keer het wiel uitvinden. Dat kost veel extra energie. Deugdzaam handelen volgens principes kan hem helpen efficienter zijn doel te bereiken.

Jigoro Kano leert dan terecht dat, als we judo consequent en deugdzaam beoefenen, we leren om op de tatami en in het gewone leven met meer gemak en zo min mogelijk inspanning ons doel te bereiken. Op die manier zijn deugden een deel van de leer over seiryoku zenyo.
De judoka moet zijn geest in orde maken, nooit angst voelen, nooit zijn beheersing verliezen, zichzelf nooit laten gaan. Hij moet cool en kalm blijven, maar niet wegdromen. Hij moet handelen zo snel als zijn gedachten gaan, aangepast aan de omstandigheden. Hij moet behendig en vrijpostig zijn in aanval en verdediging.
Sakujiro Yokoyama en Eisuke Oshima

"Geestelijk zijn" kan zowel ethisch als religieus worden geïnterpreteerd, maar judogeest gaat abosluut samen met rechtvaardigheid en is niet te verenigen met onrecht. Dus de techniek volgt per se het principe van de moraal. Welnu, rechtvaardigheid betekent: uitgebalanceerd zijn, geestelijk en lichaamelijk.  Onrecht of onrechtvaardigheid betekent niet in balans zijn. Dat is gemakkelijk te begrijpen want als de geest in harmonie is met het verstand, is je humeur zuiver en kun je totaal vrij handelen. Daarom, "ju" of met andere woorden "door niets worden verstoord", is: tolererantie of vrede stichten. (...)
Het is oppervlakkig om te denken dat judo zomaar een individuele zaak is, omdat het zich afspeelt tussen twee personen. Echt judo betekent: de manifestatie van verstandigheid en niet alleen van fysieke kracht. judo-waarheid laat geen onrecht toe en is alleen maar in overeenstemming te brengen met het ontwikkelen van een wereld die er uitziet als een vredig en mooi menselijk, samenwerkend lichaam
Kyuzo Mifune

dinsdag 16 april 2013

Ganseki otoshi 岩石落

Hoe gooi je een grote steen over je rug? Wij kennen allemaal Obelix die de hele dag met een menhir op zijn rug rondloopt, en in de strip is het 'menhir-werpen' een leuke sport. LOL. In het judo is uke soms jouw menhir en die moet op zijn rug worden gesmeten.

De grote menhir heet in het Japans 岩石: ganseki. En die moet worden gesmeten, 落 otoshi. De grote steen neersmakken.



De techniek is een van de onbekende, maar nog steeds bestaande technieken die afkomstig zijn uit het Koryu Jujitsu en in het judo naar de marge verdwenen zijn. Toch is hij bekend door niemand minder dan Kyuzo Mifune, die het in zijn Canon of Judo heeft opgenomen en er zelfs een filmje van heeft nagelaten.



Het gaat ongeveer als volgt in het judo (aikido heeft er een andere vorm van, met wel hetzelfde uitgangspunt uiteraard). Tori probeert een staande verwurging aan te zetten (gyaku juji jime) en als uke zich daar tegen verdedigt door de armen weg te drukken (zodat de verwurging niet slaagt) , draait tori in, de kragen nog vasthoudend, verlaagt zijn zwaartepunt en slingert uke als een grote steen over zijn schouders.

Toshiro Daigo beschrijft de worp (die uiteraard onder de tewaza valt) in zijn Kodokan Throwing Techniques op blz. 20-22, maar zegt er meteen bij dat het onderscheid met andere tewaza wel helder moet blijven. Als tori namelijk op één knie valt bij het werpen, wordt het toch echt een seoi otoshi (dat heet dus géén seoi nage op de knieën!!!) en als hij de arm pakt en de kragen loslaat, wordt het een ippon seoi nage. Tsja, dan zien we meteen waaraan het verwant is, in gewoon Nederlands: een schouderworp.

Toch vind ik hem interessant, hoewel hij in het gewone randori zo ongeveer weg is. Net zoals de staande verwurgingen. En dat vind ik nou net zo leuk. Ik heb al eerder geschreven dat ik het aikido zo veelzijdig vind omdat ze meerdere aanvalsvormen kennen. In het moderne wedstrijdjudo is bijna alleen de standaardpakking nog overgebleven. Jammer! Waarom niet die aanvallen op beide kragen? Waarom - als er al verwurgingen worden aangeleerd - zo vaak de technieken vanuit kantelbewegingen in newaza, terwijl alle kansetsu- en shimewaza in staande positie (tachiwaza) als 'gevaarlijk' worden afgeschreven? Hmmm ik weet dat de meelezende jujituska's nu zullen zeggen: "Erik, je moet nodig een lesje jujitsu gaan doen", want daar word je op je wenken bediend. Haha. Ja, maar hoe waar dat ook is, het is wel goed dat ook de judoka niet afwijzen wat tot hun erfgoed behoort. Dus: wurg je uke eens een keer staande - verras hem eens lekker - en als hij in lichte paniek reageert en wat voorover gaat leunen, maak tai sabaki en knal hem over je rug. Ganseki Otoshi. Bang ippon.

(*Noot: het vraagt een enorme souplesse en kracht in je armen en schouders om hem te doen. We zijn helaas niet zo soepel als Mifune hè...)

zondag 14 april 2013

Opvoeding van het hart: deugden (1)


Aristoteles (384-322 v. Chr) heeft met dit woord bewezen dat de wijsheid van de opvoeding niet begonnen is met Rousseau (1712-1778) noch met Jigoro Kano (1860-1938) waarbij deze laatste weliswaar op een judoblog hoog in aanzien staat, maar buiten de judowereld niet bekend is als opvoeder en pedagoog.

Maar de nadruk die in het judo ligt op de morele opvoeding wijst wel in de richting die Aristoteles ook al bewandelde. Want elke moraal die alleen aan de buitenkant blijft van de mens, als een gebod wat van buitenaf wordt opgelegd, snijdt uiteindelijk geen hout. Aristoteles was ook de man van de grootste ethiek van de klassieke oudheid. Voor hem was de deugdzaamheid het belangrijkste instrument van echte opvoeding. Jigoro Kano heeft er veel van meegenomen in zijn studies.


Deugden - bijna een doel op zich

De deugdenleer van Jigoro Kano is het toppunt van ethiek. Als ergens duidelijk wordt wat hij bedoelt met morele en intellectuele opvoeding, is het wel op dit punt.
Aan de ene kant is morele opvoeding een kwestie van kennis. Dat wil zeggen, het is nodig om met je verstand te weten wat goed is en wat kwaad is. Het is ook nodig om het vermogen op te bouwen om onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad in verschillende complexe situaties. (...)
Aan de andere kant is morele opvoeding een kwestie van emoties. Ook als je in staat bent met je verstand goed en kwaad te onderscheiden, zul je niet in staat zijn om het goede te doen en het kwade te laten als je niet emotioneel getraind bent om te willen wat goed is en niet te willen wat slecht is.
Maar zelfs als je probeert het goede te doen en het kwade te verwerpen - als je wilskracht zwak is, zal het tegenovergestelde resultaat worden behaald. Daarom is de training van de wil ook een onderdeel van de morele opvoeding. Een zwakke wilskracht kan tot gevolg hebben dat je niet kunt doen waarvan je weet dat het goed is, of de onmogelijkheid om tegen te houden waarvan je weet dat het verkeerd is.
Het is dan ook belangrijk om niet overhet hoofd te zien wat de betekenis van de gewoontes zijn. Zelfs als je de bedoeling hebt om het goede te doen en niet de gewoonte hebt ontwikkeld om het ook daadwerkelijk te doen, zullen de beste intenties gemakkelijk falen. Zelfs de beste intenties om het kwade te verwerpen kunnen mislukken als je niet de gewoonte hebt om zo te handelen. Om die reden moet je er aan werken om goede gewoontes te cultiveren, het goede te beminnen, en het slechte te verwerpen, de hele dag door. (Jigoro Kano, Mind over Muscle, p. 68-69)
Kano heeft hier de belangrijkste punten helemaal helder in beeld.
Moreel opvoeden en juist handelen dus hangt af van:
  • kennis van goed en kwaad
  • emoties trainen en beheersen (zie ook de eerdere blogs over 'beheersing')
  • wilskracht sterken (daarover ga ik het binnenkort nog hebben)
  • goede gewoontes vasthouden en blijven doen.
Die goede gewoontes, met gemak en overtuiging in de praktijk gebracht, noemen we vanouds een 'deugd'. En die moeten iets zijn van de 'binnenkant', het hart.
Moraal (dotoku) moet altijd intellectueel (chiteki), en met gevoel (joteki) en door de gewoonte (shukanteki) gevormd worden. (Jigoro Kano, 1927, KJT 5, 387)

De ontsporing van de gemeenschappelijke moraal vandaag de dag is in de eerste plaats het gevolg van het ontbreken van nadruk op de deugden. Ik geloof dus, dat degenen die aan judo doen zich heel bijzonder moeten toewijden aan deze zaken en de tegenwoordig zo vergeten publieke moraal moeten herstellen. (Mind over Muscle, p. 105-106)


Deugdenleer

Een klassieke definitie is:
De deugd is een levenshouding, een vaste gesteltenis, om het goede te doen. Ze maakt het de mens mogelijk, niet alleen goede daden te stellen maar ook het beste van zichzelf te geven. De deugdzame mens streeft naar het goede met al zijn zintuigelijke en geestelijke krachten. Hij streeft het na en kiest ervoor in concrete daden. Het worden standvastige houdingen, stabiele gesteltenissen, vervolmakingen van het verstand en wil, die tot levenshoudingen worden, onze daden regelen, onze hartstochten ordenen en ons gedrag leiden volgens de rede. Ze verschaffen gemak, beheersing en vreugde om een moreel goed leven te leiden. De deugdzame mens is hij die in vrijheid het goede doet.
In aansluiting op de deugdenleer van Jigoro Kano is het misschien goed om in het algemeen iets te zeggen over deugden zoals wij die vanuit het westen kennen. Kano kende deze leer zo te lezen erg goed. De Griekse filosoof Plato kent aan vier deugden een hele bijzondere plaats toe. Ze worden ook wel 'kardinale deugden' genoemd (kardinaal = ze hebben een spilfunctie.)
  • verstandigheid - de wijsheid die alles (doel en middelen) in de juiste maat ordent.
  • moed - de innerlijke standvastigheid en volharding om te handelen
  • matigheid - evenwicht in verlangens en emoties
  • rechtvaardigheid - iedere mens krijgt waar hij recht op heeft: vrede, harmonie, vrijheid, algemeen welzijn.
Over de eerste drie kardinale deugden spreekt Kano veel en je hebt ze bij judo ook per se nodig. Rechtvaardigheid is wat anders. Dat is bij Kano bijna een doel op zich, je zou het als een morele weg naar de jita kyoei kunnen beschouwen. Het gaat daarbij ook niet om een individuele houding, maar een houding die betrekking heeft op de orde tussen mensen en de samenleving. De rechtvaardigheid is als het ware de absolute norm voor goed en kwaad.

Kano sluit dus aan bij de deugdenethiek van het westen (die hij kende vanuit zijn contacten met westerse filosofen). Volgens Aristoteles is een deugdenleer altijd doelgericht (met een moeilijk woord: teleologisch). Bij Kano is dat doel van menselijk leven de jita kyoei, en de vervolmaking van de mens als persoon in relatie tot de samenleving en de wereld. Het grootste geluk is als je een waardevol persoon bent geworden, iemand die iets goeds heeft kunnen betekenen voor anderen. De deugd is een manier waarop het doel wordt bereikt.

dinsdag 9 april 2013

Lekker vliegen met o goshi

Afgelopen week trainde ik met een van de judoka die pas in onze groep is gekomen. Nikyu, jong en sterk. Heupworpen oefenen, vrij trainen terwijl anderen examen deden aan de andere kant van de mat. Nu hoef je bij oefenen niet tegen te werken alsof het randori is, maar ik laat me niet werpen als de ander mijn balans niet verstoort. Dat deed de jonge judoka prima. We hadden net het verschil geoefend tussen uki goshi en o goshi, en meneer trekt me aan de mouw, komt er diep onder en hoewel ik 25 kilo zwaarder ben dan hij, verraste hij met een perfecte worp, en een perfecte controle. Ik knálde werkelijk op de mat, wow! Geweldig gewoon. Ik vermoed dat de jongeman niet eens doorhad hoe prachtig zijn worp was, en hij ook niet kan bedenken hoe enorm ik er van genoten heb! Vallen vind ik alleen vervelend als de ander me niet controleert, of erger nog: eigenlijk niet werpt. Dit was echter fantastisch!

Wat was nou het geheim? Dat wilde ik nog wel een keer terug-bedenken na deze fijne vliegles. Op zich is het een sterke kerel, maar normaal kan hij mij echt niet 'tillen'. Toen we daarna kata guruma gingen oefenen, bleek hij het principe nog niet helemaal te voelen, en dus kon hij me dan niet 'tillen'. Ik zet tillen bewust tussen aanhalingstekens. Want het gaat uiteraard helemaal niet over tillen en gewichtsverschillen. Als er namelijk één worp sterk is om te voelen wat het betekent om de trekkende hikite-hand goed te gebruiken, in combinatie met een goede balansverstoring door de tsurite, de pakking op de rug, én... de juiste manier om onder mijn zwaartepunt te komen, is het wel o goshi. Nou ja, mijn eigen favoriete heupworp is sode tsurikomi goshi hoor (drie keer raden waarom) maar ik was erg tevreden over de o goshi waarbij ik mocht vliegen.  Want de jongen zakte mooi door zijn knieën, hij is al een beetje kleiner dan ik, en kwam daarom prachtig met zijn heup onder mijn zwaartepunt. Ik kantelde precies zoals bedoeld over zijn heup, en béng, ippon!

Het was dus ongeveer zoals Tadashi Koike doet in deze video: 




Ik kan gewoon nog nagenieten! Wat kan één perfecte judoworp toch je hele avond goedmaken zeg...


zondag 7 april 2013

Lolcats

Persoonlijk ben ik best een fan van lolcats, die je op Facebook steeds vaker aantreft, net als internetmemes, die ook vaak alledaagse plaatjes zijn met een hilarische tekst in dikke witte letters. Er is al genoeg somberheid en aangezien katten de prachtigste gezichten kunnen opzetten... katten zijn net mensen soms!

Nou ja, wij mensen bedenken gedachten voor een kat, terwijl die kat helemaal niet denkt zoals mensen. En daarom ook deze gedachten op een judoblog, toen ik een lolcat aantrof die een hadaka-jime op een andere kat aan het toepassen is. Een schitterend plaatje, dat wel! Want de uke-kat ziet er echt uit alsof hij zó bewusteloos wordt gewurgd, met grote ogen en trappelend met de pootjes. Terwijl de tori-kat echt de dominante koele kat is, die bijna wil zeggen: "klop dan af, domme kat!"


Haha leuke tekst erbij, lekker intimiderend. "Doorlopen, dit gaat je niks aan!" Nou ik loop dus niet door, tori-kat! :P
Katten kunnen in het echt ook vreselijk vechten, en aangezien het soepele dieren zijn, is het maken van soepele ebi minder moeilijk dan voor mij. Maar katten kunnen ook gemeen zijn, want ze kennen geen wedstrijdregels voor het pakken van beentjes en krabben en bijten is ook al niet verboden. Tsja, wat moet je een dier ook verbieden, want 'verbieden' en 'opvoeden' kan bij een dier alleen worden afgedwongen door het beloningssysteem. Haha daar kunnen ze hun tong naar uitsteken, maar als de blikopener in de la blijft, moeten ze toch echt weer op muizenjacht!

Toch blijft een kat een dier wat puur op instinct werkt, en dat is het verschil met de opvoeding van mensen en katten. Een mens kan soms ook dierlijke instincten hebben en die botvieren op de medemens. Maar dan nog spreken we bij mensen meer over het 'onderbewuste' want wij kunnen uiteindelijk ook leren nadenken over de instinctieve kanten van ons bestaan en die ordenen. Een mens kan kiezen om zich te beheersen met eten om allerlei rationele argumenten. En zo leren we ook hoe we onze mannelijke instincten van het vechten moeten ordenen. Die orde maakt ons vrij. Wij krijgen de vrijheid als we het onderbewuste 'bewust' kunnen maken en er dan goed mee om kunnen gaan. Beheersing geeft vrijheid.

Toen waren we bij judo aangekomen. Judo is (net als alle gevechtskunsten) een kwestie van technieken die met de natuurkundige en biologische wetten in de hand een ander kunnen uitschakelen. In het oude Japanse jujutsu met de bedoeling om de ander eventueel te doden in het duel. Jigoro Kano had de bedoeling het dierlijke uit het gevecht te halen. Opvoeding is altijd: instincten ordenen en beheersen. Bij alles leren nadenken en wat je voelt, altijd vanuit een harmonie gedacht en niet louter de competitie zoals vechtende katten elkaar naar het leven kunnen staan. Morele opvoeding voegt daar iets aan toe: weten wat goed en kwaad is, en daar naar handelen. (daarover volgende week nog meer!) Alleen op die manier kan judo ook helpen om als mensen onder elkaar getraind te zijn in partnerschap en respect. Omdat wij kunnen dénken bij wat we doen en na onze houding met duizend uchi-komi te trainen, automatisch goed met elkaar omgaan zoals we dat na jaren judo ook op de mat kunnen op gevoel. Dat was wat Kano bedoelde met de diepe dimensie van het judo: de moraal van jita kyoei aanleren.

We kunnen bij alle katten denken wat we willen en lachen wat we willen. Wij kunnen dat omdat wij er in vrijheid bij kunnen denken. Maar uiteindelijk doet een kat wat hij moet doen, en wij wat we willen doen. Dus kunnen wij judokatten en kungfukatten bedenken terwijl die kat van niks weet. Toch zijn wij als judomensen beter af in onze gevechten, omdat ik een betere kans heb bij die hadaka-jime verwurging als die arme lolcat! Als mijn partner in het newaza wel-opgevoed is... is het prettig om in zo'n wurggreep te belanden. Als mens en partner.


Jij weet dus helemaal niks, kat! LOL!


woensdag 3 april 2013

Video over het complete judo

Een mooie video met ook oorspronkelijk materiaal van onder andere Kano en Mifune. Het belicht alle elementen wat judo kan zijn, als complete beeld, met serene muziek omgeven.


Deze video is gemaakt door Prof. Attilio Sacripanti met de bedoeling om Judo in alle aspecten te laten zien gedurende een "Magistralis Lectio", over de biomechanica van Judo op de Universiteit van Napels, 28 oktober 2010. (Het kan zijn dat de video alleen te bekijken is in de YouTube omgeving, klik dan rustig verder naar YouTube)