zondag 29 september 2013

Mentale sterkte



Op Facebook trof ik deze foto met bijbehorende tekst aan. In het judo leer je om jezelf op te pakken, ongeacht hoe hard je valt. Ziet er goed uit. Het lijkt ook te kloppen in eerste instantie. Zeven keer vallen, acht keer opstaan. Zoiets. 

Als het gaat over het trainen van je eigen mentale sterkte, lijkt het inderdaad je eigen werk te zijn. Maar... naar wie buigt die judoka op de foto? Aan wie geeft hij rei? Aan zijn eigen mentale kracht om steeds weer op te staan?

De echte mentale sterkte ontwikkelt een judoka niet alleen. Hij valt ook niet uit zichzelf en na zijn val gaat hij ook niet door met zichzelf. Hij buigt naar de ander die hem de kans geeft om te vallen, die ander die hem bij zijn val helpt. De ander die door een goede techniek de helft of meer van uke's val breekt door goede controle. Die ander die er voor zorgt dat uke niet hard valt, niet harder dan de soepele val waardoor uke ook weer kán opstaan. Ukemi is geen solo-actie!

In het vallen leert uke in het judo dat hij zonder die ander pas écht hard zou vallen, en dat hij dus alleen kan opstaan... als de ander hem van tevoren ook al heeft geholpen. In judo leer de judoka dat hij door de ander kan opstaan ongeacht hoe hard hij valt.

Mentale sterkte is iets wat we zelf ontwikkelen, maar volledig dankzij, en door de interactie met anderen. Ik kan nooit genoeg benadrukken dat judo in alles, maar dan ook in álles partnerschap betekent. Jita kyoei. Alleen sámen kun je schitteren. Alleen sámen kun je groeien, fysiek en mentaal. Jouw mentale kracht is niet louter een indivdueel proces van zelf opstaan, maar een groeiproces in harmonie met mede-judoka en medebewoners van deze aardbol, op wie we kunnen vertrouwen, die ons helpen bij onze valpartijen en die ons laten zien dat we er niet alleen voor staan. Judo kent nu eenmaal geen solo-vechters...

zondag 22 september 2013

Angst (4) Waarom past judo niet bij bepaalde culturen?

Badr Hari, foto AD
Op het gevaar af dat dit blog te generaliserend is... het is nu eenmaal niet mogelijk om in een blog een academisch betoog te houden. Men vergeve mij het ongenuanceerde. Het zou namelijk zeker een diepgaande studie vergen om meer achtergronden te verzamelen en onderzoeksgegevens bijeen te brengen. Maar toch is er een voor de hand liggende relatie aan te wijzen waarom het judo aansluit bij bepaalde culturen en het kickboksen (en andere sporten waarbij het doel om een ander volledig te domineren) meer bij andere culturen.

Vorige week de 'positieve' lijn: waarom judo zo goed past binnen het oorspronkelijke Japanse en Europese denken.

Deze week de 'negatieve' lijn: waarom judo niet goed lijkt te passen binnen sommige andere culturen. Daarbij is het criterium: komen andere culturen over een bepaalde bestaansangst heen, en zo niet: zoeken ze het in een verheerlijking van dominantie?

Culturele strijd in de wereld

Vreemd genoeg is de internationaal steeds escalerende strijd tussen twee culturen in de bestudering van dit fenomeen, ook op het judo van invloed. Het gaat daarbij om de clash tussen de kapitalistisch/ongelovige wereld en een stroming binnen de Islam, die daartegenin de uiterlijke jihad predikt. Daarbij is in het laatste geval zowel van soennietische als sji'itische zijde een militante variant aanwezig. Daarbij is een sfeer van intense competitie ontstaan, waarbij uiteindelijk een escalerend proces in gang is gezet van 'wie wint'.  Uiteindelijk echter kan degene die wordt meegenomen in deze manier van denken, een vijandbeeld ontwikkelen wat zich op allerlei terreinen vertaalt.

Voor de Joodse gemeenschap in de wereld lijkt de militante Islamitische wereld de aartsvijand, waartegen elke vorm van gewapend verzet gerechtvaardigd lijkt. De Islamitische wereld ontwikkelt daar tegenover een gewapende haat en wantrouwen tegen elke mogelijk 'zionistische' complotvorming. Wederzijdse doodsangst...

Voor de Westerse wereld, bijzonder de VS, is het militante islamitisch-geïnspireerde terrorisme vijand nummer één geworden, wat leidt tot wanhopige maatregelen en angstreflexen. Deze angst beperkt paradoxaal genoeg de vrijheid van de eigen burgers volledig, omdat onder het mom van terrorismebestrijding elke ingreep in iemands privacy gerechtvaardigd wordt. De inmenging in staatszaken van met name de Arabische wereld, maakt daar de invloed van de ongelovig-kapitalistisch-zionistische vijand tot gevaar nummer één.  Wederzijdse doodsangst...

In Europa is de immigratie van miljoenen mensen uit Noord-Afrika en Turkije, en de daarbij behorende invloed van de Islam, een bron van onrust. Hoe deze angst leidt tot wederzijds wantrouwen, zien we in ons land aan een Geert Wilders, die zó bang is voor het 'islamitische gevaar', dat hij alles uit de kast haalt om de 'vrijheid' van ons Nederlanders te beschermen. Waarbij hij niet alleen degenen die hij aanvalt, uitdaagt tot extra militant gedrag, of zich afsluiten/afkeer/wantrouwen ten aanzien van onze eigen samenleving, maar ook zijn eigen vrijheid gijzelt door een permanente angstreflex. (Het is te verstaan waarom de banden tussen Wilders en de staat Israel zeer goed zijn, men denkt immers in dezelfde categorieën) 

De moslimwereld lijkt wel permanent in de verdediging, ofschoon de geschiedenis laat zien dat er binnen de Islam een sterke geschiedenis is van zelfbewustzijn, en zelfs regelrechte dominantie. Het gemak waarmee men thans alles wat niet-islamitisch (haram) is, wil vernietigen, heeft ook zeker te maken met romantische verlangens naar een goede oude tijd waarin de Islam de wereldcultuur bepaalde.  Het Iraanse Ayatollah-gebeuren, en de invoering van de sharia in sommige landen, of het tribale Taliban-bewind, of de zogenaamde 'Arabische lente' die islamisten aan het bewind brengt, laten zien dat er sprake is van een verschuiving van tolerantie (zoals dat bestond in het Perzië van voor 1979 en het Tunesie van voor 2011) naar een puur-islamitische staatsvorm die het hele leven bepaalt.  Mede ingegeven door een afkeer van alles wat westers en niet-islamitisch is.

Dit alles is aan het voeren tot een breed palet van angst-gerelateerde houdingen, waarbij het verlangen om de vijand definitief te verslaan en de eigen 'veiligheid' daarmee te garanderen, buitenproportioneel kan worden. De hele strijd is uiteindelijk: wie is de baas in de wereld, en dat bereiken we door geweld. En ook: geef vooral niet toe hoe bang je eigenlijk bent...

Denken in tegenstanders en vijanden

Vanuit de geschiedenis en cultuur van de Islam, is wel zichtbaar dat niet de Islam als zodanig als oorzaak kan worden gezien, aangezien de oorlogszuchtige anti-westerse houding iets lijkt te zijn van de laatste 60 jaar, na de Tweede Wereldoorlog dus, met als keerpunt de Ayatollah-revolutie in Iran (1979). Wél is waar, dat de Islam een religie is waarbij een bepaalde hardheid inherent is. Islam betekent: onderwerping. Onderwerping aan Allah en zijn wetten. Allah kent wel barmhartigheid, maar niet zoveel als bijvoorbeeld het christendom. Allah is meer een strenge God die oordeelt naar iemands daden, dan een liefdevolle Vader die zijn Zoon offert - dat laatste is onbestaanbaar in de Islam. Het radicaal beleven van het begrip 'jihad' draagt extra bij aan het gevoel dat de wereld hardhandig moet worden onderworpen aan Allah. De God wordt daarmee een gevreesde God en o wee als je niet aan zijn verplichtingen voldoet. De westerse idee over vrijheid, of het denken in categorieën van tolerantie voor de mens als zodanig omdat hij mens is, past niet in het denken dat iedereen desnoods met geweld moet worden onderworpen aan de sharia. 

Vanuit de geschiedenis van een zich-ontkerstenende Westerse wereld, zien we echter ook een beweging die een bepaald intolerant denken in zich draagt, namelijk: een opkomende onbarmhartigheid. Die uit zich niet in kruistochten, maar wel in een totale overgave aan het geld. Om dat doel van rijkdom en welvaart te bereiken, is er het kapitalistisch denken in alles binnengeslopen. Wat betekent dat de ander geen partner is, maar tegenstander in een competitie. Ieder voor zich, alles is wedloop. Met name het Angelsaksische denken is daarvan doordrenkt. Het bereiken van je eigen doelen gaat desnoods over de hoofden van anderen heen. Als je niet rijk wordt, heb je pech of heb je te weinig gedaan. Het wegvallen van absolute normen en waarden in een extreem liberalisme, kan bij velen het laatste stukje medelijden met de medemens wegnemen. In onze samenleving zien we dit in toenemende mate ontstaan. Dit vormt een complete mentaliteit. Deze mentaliteit infecteert overigens ook Japan in toenemende mate, aangezien ook daar het kapitalisme al decennia lang de koers bepaalt.

Gevolgen voor de sport en het judo in het bijzonder

Foto African Judo Union
Zowel de harde competitieve westerse mentaliteit, als de militante islamitische cultuur, kan (let wel: kán) leiden tot een houding waarin de kernwaarden van het judo niet worden aangevoeld. Wie voortdurend gevoed wordt door een angst voor de ander, hetzij omdat deze zijn religie/cultuur aanvalt, hetzij omdat elke medemens sowieso een concurrent is, kán niet begrijpen in welke totaal andere cultuur het judo is geworteld. Er zijn uiteraard moslims en ultra-kapitalisten die in staat zijn over deze drempels heen te stappen. Men mag niet generaliseren. Net zo goed als dat men bijvoorbeeld in Rusland en de voormalige Sovjet-republieken zowel excellente judoka aantreft als meedogenloze worstelaars, zo tref je die ook in Algerije aan. Er wordt in Noord-Afrika ook goed gejudood. 

Maar... daar waar de angst voor anderen én de afkeer van anderen ook omwille van wie ze zijn; daar waar het verlangen naar absolute dominantie het gevolg daarvan is, vanuit welke cultuur dan ook, dáár is geen gevoel voor de kernwaarden van judo.

Daarom zien we een sterke hang naar harde vechtsporten als kickboksen en MMA met name in deze culturen opkomen. Het past simpelweg beter. Er zijn meer Marokkaanse jongens die goed worden in harde trap-en-stootsporten dan in judo, passend bij het gevoel dat je heel je leven moet knokken om de omringende vijandige cultuur te domineren. Er zijn steeds meer Amerikaanse jongeren die zich thuis voelen in de MMA-arena's waar keiharde competitie, commercie, en dominantie passen bij het levensgevoel dat je heel je leven vecht in de wereldarena. En ja, ook in bakermat Japan zijn er steeds meer sporters die de klassieke Sumo- en budosporten inruilen voor de harde wereld van K1. Mag het verbazen?

Uiteindelijk

Uiteindelijk heeft Jigoro Kano het judo ontworpen als een weg om innerlijk vrij te worden. Los van angsten, je ontspannen (jû) kunnen geven aan anderen als partners. Een wereld van liefde en vrede scheppen door wederzijdsheid. Als judoka staan we ergens voor.  Maar helaas hebben we daaraan nog dezelfde uitdaging als in de tijd van de stichter. Om iets te beleven in een wereld die dat vaak niet begrijpt of niet wil begrijpen. Judo zal altijd moeten proberen de mens op te voeden tot een innerlijke houding. Hajime voor het overwinnen van alle angsten. In welke cultuur dan ook...

Het kán wel... judo als middel om bruggen te bouwen!

woensdag 18 september 2013

Dit is de helft

Als een judocoach iets moet uitstralen (naast een beetje technische kennis) is het wel dit. Posititiviteit, optimisme, en vastberadenheid. Ik dank mijn eigen sensei dag in dag uit voor wat hij in dat opzicht uitstraalt. Het is soms hard, het kost soms (spier-)pijn, maar het is het waard. Want onze tijd is een klaagtijd, een zeurtijd, een ontevredentijd, een negativitijd... Ik hoor het mijn sensei zeggen "Hou toch op zeg, als ik ergens niet tegen kan is het negativiteit." Nee, als sommige judoka geen kampioenen worden, is het niet omdat hij ze geen moed heeft ingesproken...

De helft van de overwinning is deze grondhouding.

zondag 15 september 2013

Angst (3) Waarom past judo bij bepaalde culturen?

We zeggen heel snel dat judo een belangrijke bijdrage levert aan de opvoeding van kinderen, zeker in zogenaamde 'achterstandswijken'. Schooljudo, projecten die door gemeentes worden betaald om kinderen aan het sporten te krijgen. Allemaal heel goed en lovenswaardig.

Toch zien begeleiders - als ze niet verblind zijn door een politiek-correcte bril tenminste - wel dat bepaalde groepen kinderen en jongeren zich niet echt blijvend aangetrokken voelen tot judo. Maar dat zeer velen in deze groepen hun toevlucht nemen tot 'harde' sporten als kickboksen en MMA. Ik schreef vorige week over de angst als bakermat voor geweld.

Men stelt zich terecht de vraag 'waarom'? Zeker ook omdat het geen geheim is dat de beheersing van agressie hoge prioriteit heeft binnen het overheidsbeleid en de besturen van sportbonden. Met zeer wisselend succes. Helaas blijken bepaalde groepen hun problemen met geweldsbeheersing niet kwijt te raken, ongeacht welke sport ze beoefenen. Wel is duidelijk dat binnen bepaalde groepen het kickboksen goed lijkt aan te sluiten bij een verlangen naar dominantie. Het hoeft na de blogs van vorige week weinig betoog dat dit een afreageren is van angsten.

Het zou zeker een diepgaande studie vergen om meer achtergronden te verzamelen en onderzoeksgegevens bijeen te brengen. Maar toch is er een voor de hand liggende relatie aan te wijzen waarom het judo aansluit bij bepaalde culturen en het kickboksen (en andere sporten waarbij het doel om een ander volledig te domineren) meer bij andere culturen.

Daarbij speelt de aan- of afwezigheid van angst een belangrijke rol.

Japan en het Westen: culturele overeenkomst

Japanners en Westerlingen hebben gemeen dat ze een cultuur hebben die van oorsprong gebouwd is op het verlossende aspect van religie en het leven.
  • Het Shintoïsme, de sterkste godsdienst in Japan, wil de mens in harmonie brengen met de natuur waarin hij leeft. Daarbinnen passen rituelen van reiniging en herstel van harmonie, maar óók de acceptatie van het gebrokene en grillige van de mens en de natuur.
  • Het Boeddhisme is een tweede belangrijke invloed op de Japanse cultuur en de hele Aziatische wereld. Het rituele streven naar kennis, deugd, verlichting en het doorbreken van de spiraal van lijden (streven naar verlossing dus) zijn hoofdlijnen daarbij.
  • Het Confucianisme is in de hele Chinees-Japanse cultuur van fundamentele betekenis. Deugdzaamheid, menselijkheid/medelijden (ren) en een heel spectrum van ethische normen zien we in het judo sterk terugkomen. Kernwaarde:  'vergeving'. "Wat u voor uzelf niet wenst, wens dat een ander niet."
  • Het Taoïsme is een echte harmonie-filosofie, en het begrip van de 'dô' is er zeker van afkomstig. 
  • Het Christendom sluit in zekere zin goed aan bij deze Oosterse stromingen omdat de persoonlijke God in Jezus niet alleen verlossing biedt, maar ook een ethiek van op weg-zijn en deugden aanleert, waarin naastenliefde en gemeenschapszin belangrijk zijn: de ander hoger achten dan jezelf.
  • Het humanisme tenslotte, gebouwd op een sterke christelijke mentaliteit, maar dan zonder persoonlijke God, legt nog sterker de nadruk op medemenselijkheid, deugd, en het respect voor elke mens.
Al deze stromingen pogen de oer-angsten van de mens, op te lossen door een vorm van verlichting, verlossing, en tegelijk acceptatie van wat de mens gegeven wordt, of dat de natuur, de kennis, de deugd of de genade wordt genoemd. Dat geeft de mens vrijheid, een zeer belangrijk begrip in deze. Door goed te leven, wordt de godheid en/of de natuur en/of de ziel vrij. Komt los van angsten. 

Kenmerkend daarbij is een zekere nederigheid. De mens durft zich klein en kwetsbaar te voelen, en trots en hoogmoed is in al deze culturen en religies uit den boze. Desondanks - en dat is wezenlijk - is daarbij normaal/oorspronkelijk geen sprake van vernedering. Het verschil tussen nederigheid en vernedering is, dat het eerste een zelfgekozen deugd is, en het tweede onvrij en angstig maakt.

Voorts is kenmerkend dat er barmhartigheid bestaat. God, de natuur, of de medemens wordt positief gestemd door het ritueel of de goede daad, en daarin ontstaat een vorm van verlossing door erbarmen. Het heeft dan ook zin om je best te doen en een beter mens te worden.

Binnen de culturen die op deze fundamenten gebouwd worden, ontstaan ook altijd excessen. Omdat de mens nu eenmaal tóch vaak bang blijft, en met name heersers vaak tiranniek gedrag vertonen ondanks alles, onstaan er in al deze Oosterse en Westerse systemen ook uitwassen van geweld en angst/repressie/geweld/vernedering. Maar, steeds als men terugkeert tot de oorspronkelijke kern, onstaat er ook weer vreedzaamheid, omdat uiteindelijk de basis blijft, dat de cultuur geworteld is in liefde en deugd. Op welke manier dan ook.
Japan en Europa traint goed samen

Daarom past ook het judo, wat gebouwd is op partnerschap, leerzaamheid, beheersing en respect/eerbied, uitstekend binnen de cultuur van Japan en het Oosten (Korea, China) en het Westen (Europa en de VS). Daarom dat de wederzijdse beïnvloeding van elkaars cultuur, in de tijd van Jigoro Kano en daarna, ook uiterst vruchtbaar kon zijn. Om die reden past het judo zowel in de Japanse als Europese cultuur vrij naadloos. Althans, daar waar men niet meegaat in militarisme of onderdrukking. Kano zag de gevaren van zulke culturele verwording, en streefde daarom met alle macht naar vrede en verzoening, wereldwijd. Iets wat hij zo kon voelen op basis van de cultuur waarin hij leefde.

Wordt vervolgd: waarom judo niet past bij bepaalde culturen

woensdag 11 september 2013

Heftige verwurging zeg

foto JG4all
Op internet circuleert dit filmpje rondom een aanval met verwurging die vorige week op de WK judo door Yarden Gerbi werd toegepast. (Jazeker, Gerbi (ISR) was in de -63 de gouden winnaar in de categorie waar Anicka van Emden brons pakte, zie foto.)

Een gemene techniek mag ik wel zeggen. Madame heeft haar jas wat los en trekt die om de strot van haar tegenstander die op handen en knieën zit. Terwijl ze die vasthoudt, zakt ze achterover en zet druk met de benen, en als de ander dan niet snel aftikt, is die weg voor je het door hebt. 

Ivo dos Santos snapt het meteen en maakte deze instructie, met ook een variatie als iemand denkt de kin op de borst te doen als verdediging. Erg heftig is, dat het jaspand dan een soort wurgkoordje wordt... 

We gaan dit maar even niet proberen in onze groep met G-judoka erbij, denk ik...


zondag 8 september 2013

Angst (2) Geweld en overwinning

Heel veel mensen lijden. Veel leed in onze wereld wordt veroorzaakt door mensen die geweld geven of ontvangen. Soms komt geweld over ons heen, soms doen we het anderen aan, of soms doen we ook alleen onszelf geweld aan. Geweld wordt door ons ervaren als een destructieve kracht.

In een dojo komt geen geweld voor. Dat wil zeggen: geen negatief, kwetsend geweld. Geen geweld dat mensen doet lijden. Iers anders is: gepast geweld zetten tegenover een aanval. Aikido en jujitsu hebben dat meer behouden dan judo, waar de aanval meestal niet meer is dan hevig trekken en duwen aan de kraag en mouw. In de vakantie trainde ik privaat met enkelen op de mat en daar deden we wat aanvallen met de houden tanto. Dan ga je voelen wat de macht van geweld zou kunnen zijn als dat een echt mes zou zijn. En dus hoe je daar mee omgaat, en de ander dan mooi in een ikkyo-techniek uitschakelt op de grond. Gepast geweld tegenover een aanval met een dolk…

Vorige week sprak ik over angst en de manier waarop mensen klappen vangen of geven. Welnu, specifiek voor de judo, aikido en jujitsu-weg is, dat we ons niet angstig gaan voelen bij een aanval. Wie dan als een opgefokte gek gaat staan de springen zo van ‘hey komop dan’, of ‘hey jonguh wat nou?’ gaat toch geprikt worden met die tanto. Maar die hele houding straalt dan ook die agressie uit, die op angst gebaseerd is, en waarbij de beheersing van het gewelds-antwoord al snel ongepast en niet-geproportioneerd kan worden. O ja, de bokser leert zijn lichaam te harden en klappen op te vangen, en ook terug uit te delen. Maar het klassieke boksen leert meer te ontwijken. Wat de aikidoka ook zal doen. Om dan zelf te antwoorden. Niet met een K.O. maar met geweldloze controle. Dat is het typische.

Om echter het geweld van anderen beheersbaar te maken, moeten we eerst geconfronteerd worden met het geweld in onszelf. Geweld is geen probleem als zodanig, het is eigenlijk een symptoom van een dieper probleem. Geweld en agressie is dan een uitlaatklep waarmee men dénkt het probleem op te lossen. Dus niet. Geweld werkt bijna altijd contraproductief, roept geweld en escalatie op en dus weer nieuwe angsten en het bewapenen van je geest met geweld. De staat Israël laat zien hoe dit werkt. Het geweld van landbezetting leidde tot angstreflexen bij de oorspronkelijke bewoners die daardoor steeds gewelddadiger verzet toonden. Het antwoord van de staat was: overmacht. Meer militaire strategie en meer geavanceerde wapens. Het gevolg van die geweldsspiraal kennen we. Nu staat er een muur en heeft men atoomwapens om desnoods de hele vijandelijke regio te kunnen vernietigen. De angst voor de ‘buren’ is zo groot dat men alleen met geweld nog lijkt te kunnen antwoorden. En zijn de Israëliers gelukkig? Nee. Ik ben er vaak geweest. Bijna iedereen is 24 uur per dan bang. In het klein kan dit ook zo gaan tussen mensen. De angst regeert, het geweld escaleert.

In de dojo hebben we de kans om op een andere manier angst de baas te worden. Als we aanvallen, vanuit een fundamentele geest van partnerschap en harmonie, doen we dat serieus. Anders krijgt de ander een verkeerd beeld van zichzelf en wordt de training nep. Maar juist als we onze energie vol geven, leren we daarbij om niet gewelddadig te zijn! Of we nu uke zijn (aanvaller dus) of tori (degene die overneemt en controleert), altijd zijn we de baas over elke mogelijke innerlijke agressie. Onze geest blijft kalm. Als we bang zijn voor de ander, verliezen we dat, en verstarren we. Of gaan we als een gek tegenwerken. Dat laatste is dus… geweld. Juist als we trainen met iemand die ons alle hoeken van de dojo kan laten zien, kunnen we bewijzen dat we niet angstig meer zijn, door het loslaten van de wil om gewelddadig te reageren. We werken in judo altijd in een coöperatieve verhouding met elkaar, in plaats van in tegenstanders of competitie. Van binnen zijn we in balans, in staat om emotioneel en fysiek rustig te zijn en onze technische vaardigheid uiterst beheerst toe te passen.

Om dat te kunnen, moeten we onszelf goed observeren en kennen, of daar bij geholpen worden door een sensei die in ons ziet hoe we in elkaar zitten (van binnen) als we iets doen (van buiten). Dat vraagt wijsheid. Zoals het cliché-matige archetype Mr. Myagi van de Karate-Kid films. Die heel goed zag hoe bang Daniel-san was, tegenover het tomeloze geweld van de Cobra-kai kids, de bijna archetypische vechtjassen die zelf echter o zo bang, klein en onzeker waren. Hoe gewelddadiger, hoe banger. De sensei ziet, leert inzien, leert kiezen, leert trainen en handelen. Jaja, dat is de intellectuele vorming van het judo die aan de moraal voorafgaat… Daniel-san leerde van zijn sensei exact dat, al was dat dan karate. Niet meer vanuit zijn angsten voor de grote jongens echt geweld te willen toepassen, maar eerder net genoeg om fair te winnen en de
ander te leren…

Het overwinnen van je angsten en van jezelf in deze, is de enige overwinning. Oh wat zou ik wensen dat iedereen, of het nu staten en landen zouden zijn, of rivaliserende groepen in de samenleving en de steden, of gewoon een paar angstige jongens die ik ken en die nu zo graag slaan en schoppen, zouden ontdekken hoe ze deze zegekrans kunnen halen. Judo op deze wijze, kan en wil bijdragen tot vrede. Partnerschap van binnen, beheersing van geweld naar buiten. Vrijheid. Omdat angst onvrij maakt. Vrede. Omdat geweld uiteindelijk onvrede is.

dinsdag 3 september 2013

Nu weer een gewoon pak aan dus

De JBN maakte vandaag bekend dat bij de Nederlandse Kampioenschappen -18 en -21 niet meer verplicht een IJF-approved judogi hoeft te worden gedragen. Ik schreef er eerder over op dit blog, want ik heb dit steeds je reinste geldklopperij gevonden. Maar goed, beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, zullen ze bij de JBN gedacht hebben, dus de gewraakte regel is er weer uit.

Ik ben blij voor alle judoka die de komende periode anders op kosten zouden worden gejaagd, dat ze dat geld in deze crisistijd in de zak kunnen houden. Weer een reden om niet met judo te stoppen nu.  Weer een reden om wedstrijdjudo niet elitair te maken. Maar degenen die braaf hebben gehoorzaamd, zullen nu wel balen. Dat is zoiets als een auto kopen voor de volle prijs en dan knarssetandend moeten toezien dat een paar maanden later jouw auto als 'actiemodel' 1000 euro minder kost met méér opties. Dan heb je er de pest in en terecht.

Hopelijk is dit voor de JBN een leerpunt. Beleid maken is belangrijk, maar vooral stabiel beleid. Als je te vaak een maatregel neemt die zo kort meegaat, worden mensen nog meer regelmoe. Hopelijk kan de nieuwe commissie die alle onnodige regelgeving eens tegen het licht houdt daar extra krities op zijn. Consistentie... Wat er met de pakkenregel dit jaar gebeurd is, verdient in ieder geval geen schoonheidsprijs...

zondag 1 september 2013

Angst (1) Klappen geven en nemen

In zekere kringen is het erg interessant om klappen uit de delen. Jongens vooral, en bepaalde groepen in de samenleving in het bijzonder. Kickboksen is een opkomend fenomeen, en het wordt veelgeprezen als ‘opvoedkundig’ en ‘goed voor zelfbeheersing’. Het is de vraag of degenen die dit roepen het nu werkelijk zelf geloven, want ‘toevallig’ zijn nogal wat geweldsincidenten de laatste jaren gerelateerd aan wandelende testosteron-bommen die het heerlijk vinden om te trappen en te stoten in een gym. Geen oorzakelijk verband zien? Sorry, maar dat lijkt me net zo naïef als de gemiddelde PvdA-politicus die met droge ogen subsidies verstrekt aan organisaties met haatpredikende figuren onder het motto van ‘geslaagde integratie’. Lees daarom vooral wat daar deze week al weer over geschreven is. Volkskrant, nog eens Volkskrant en ook nog eens GeenStijl. Oogst van één weekje. (Vooral interessant dat men constateert dat dit betere ramwerk mag rekenen op flinke soepsiedie terwijl je de judoles of schaakclub wél zelf mag betalen...)

Klappen geven is geen goede weg. Niet op mensen, niet tegen trapzakken. Althans, niet als het is om lekker uit te kuren en zo van je agressie af te komen. Waar komt die agressie namelijk vandaan? Van de testosteronspiegel alleen?

Het is waarschijnlijker dat de behoefte om klappen uit te delen, voortkomt uit een (soms) onderbewuste angst. Zowel degene die klappen krijgt als degene die klappen uitdeelt, wordt geleid door angst. Wie teveel klappen krijgt in zijn leven, wordt bang van een ander. Heel vaak begint dat al heel vroeg, in het gezin of de culturele context waarin geweld een normale zaak is. Sommigen worden dan voor altijd een ‘slachtoffer’, iemand die zo geprogrammeerd wordt dat hij gaat denken dat dit zijn rol is, om altijd geslagen, vernederd en verstoten te worden. Velen van hen vinden niet eens de weg naar een hulpverlener of een dojo. Zo gewond, dat ze er niet aan moeten denken om ‘voor de lol’ nog eens geworpen te worden, laat staan, om klappen te krijgen. Toch – als we zulke mensen tegenkomen in onze dojo’s – is dat ook een enorme kans om te proberen hen met zachte hand, en vol vertrouwen en bemoediging, binnen te leiden in een wereld van respect en partnerschap, en vervolgens te leren, stap voor stap, de ‘klappen’ op te gaan vangen met iets positiefs, zoals het wegleiden van de negatieve energie. Judo en andere zachte budosporten, kunnen wel degelijk helpen, om degene die het kan opbrengen, vanuit de diepe wonden naar meer vertrouwen te leiden. Een beetje wegkomen uit de slachtofferrol…

Anderen echter gaan vanuit die slachtofferrol zelf klappen uitdelen. Men traint dan de spieren. Niet de geest. Sterke spieren, harde technieken, om te gaan bewijzen dat ze ‘iemand’ zijn. Hun positie in het leven ‘bevechten’. Letterlijk. In een groep meestal, maar soms ook alleen. Het fenomeen om iemand met een groep helemaal af te tuigen, is uiteraard een bewijs hoe angstig deze mensen eigenlijk zijn. We kennen wel een paar van zulke voorbeelden, ze worden de 'kopschoppers' genoemd... Buiten hun groepje hele lieve en kwetsbare jongens - "niemand snapt dat onze ... zoiets zou doen" - , maar in een groep, met een beetje pep van alcohol of wat anders, dus helemaal los gaan en onherkenbaar agressief. Deze jongens vind je ook nogal eens in de gyms.

Je vindt deze aftuigertjes minder op de judomat. Waarom daar niet? Wellicht omdat judo en de budosporten een hele sterke mentale component hebben ten opzichte van de ander. Kickboksen vraagt ook mentale sterkte, o ja. En er wordt altijd gezegd: beheers je. Maar… niet zoals een judoka dat geleerd wordt. Een kickbokser moet winnen en hard slaan. Echt hard. Want de ander moet uitgeschakeld worden, K.O. liefst. Dan ben je sterk. Passend bij de angstige vechter die met de klappen zijn eigen wonden denkt te helen. Wie met die houding op de judomat staat, wordt er voor zijn gele band al uitgepikt. Je kunt dan alleen maar hopen dat zij in de dojo mensen ontmoeten die hen genezen door écht respect, zodat ze eerst leren zichzelf te controleren en open te zijn over de innerlijke angsten, voordat ze anderen gaan controleren. Maar het is heel wat gemakkelijker om een agressief lichaam te beheersen dan een agressieve geest, zeker als dat iets is van jeugd, cultuur en verwondingen.

Wat is de judomentaliteit als tegenwicht tegen klappen?
Zachtmoedigheid. Dat is: dat je in staat bent om klappen uit te delen, en er bewúst voor te kiezen om dat niet te doen. Het is geen kwestie van niet-kunnen, maar van niet-willen. Je bent veel sterker als je je wil in de hand hebt, dan je vuisten.
Alle slachtoffers in de wereld, de geslagenen, moeten leren hun angsten te overwinnen en zichzelf te redden. Daarvoor hebben ze een sportieve maar ook veilige en liefdevolle omgeving nodig. Daarin groeit een nieuw gedrag. Judo wil daar toe opvoeden en uitdagen. Een lange weg (dô) van zachtmoedigheid en flexibiliteit (jû). Een weg waarop de geslagenen kunnen ontdekken dat ze niet zielig in een hoek hoeven te blijven, en degenen die graag slaan, ontdekken dat er andere manieren zijn om hun angsten te overwinnen. Wie dat kan ontdekken, is een echte winnaar. Vooral van binnen. De grootste overwinning is die op het angstige kleine ik…