woensdag 16 juli 2014

Van 'vliegtuighoudgreep' tot 'donkere kamer'...

Hoe maak je judo voor de allerkleinsten begrijpelijk?

Waarschijnlijk vinden kleine kinderen Japanse woordjes wel spannend, maar onbegrijpelijk. Laat staan dat ze het onthouden. Dan wordt een tai-otoshi een 'taaie tosti' en daarmee gaan ze het judo dus echt niet beter begrijpen.

Daarom heeft Mikonosuke Kawaishi op zich goed werk gedaan door judotechnieken een nummertje te geven. Véél gemakkelijker te onthouden.

Klopt het nummertjes-systeem wel?

Toch is er op dat nummertjes-systeem al wat af te dingen. Want er zitten in dat nummertjes-systeem nogal wat technieken die in het oorspronkelijk Kodokan-systeem gewoon onder één houdgreep vallen. Gaan de judoka snappen dat de eerste, vijfde, negende en elfde houdgreep in feite op één principe terug te voeren zijn? Gaan judoka begrijpen dat de eerste en tweede sutemi eigenlijk hetzelfde zijn, alleen een kleine variatie in richting? 

Ingewikkelder wordt het als het Kawaishi-systeem technieken 'toevoegt' die binnen het Kodokan judo helemaal geen 'status' hebben, tenzij als bijproduct. Het duidelijkste voorbeeld is de tweede heupworp (kubi-nage) die in het Kodokan judo een twijfelachtige variatie heet te zijn op de vierde heupworp (koshi-guruma). Nog los van de eeuwige vraag of uchi-mata nou een beenworp is, of een heupworp , en of 'schouderworpen' een eigen kwalificatie moeten hebben... 

Kenmerk van het Kodokan-systeem

Waarom het Kodokan-systeem zo goed is, blijkt vooral uit de zuivere manier waarop men aan worpen en namen technische principes verbindt. In bijna alle gevallen drukt de Japanse naam exact uit wat de techniek inhoudt, of is het een letterlijke vertaling van wat tori doet. Variaties van één en hetzelfde technische principe worden niet als 'nieuwe' techniek geclassificeerd. Als er een variatie ontstaat, wordt die ingedeeld bij een bestaande techniek als deze in de kern het principe van die techniek uitdrukt. Daarom is yoko-tomoe-nage geen aparte worp, want de 'boog' (tomoe) is identiek. Alle sutemi-waza die een boog maken (en geen 'guruma'-wiel zijn) zijn dan 'tomoe'. Soms lijkt het verschil moeilijk aan te geven, maar dan kan Toshiro Daigo dat in zijn boeken goed uitleggen, met verwijzing naar de ontstaansgeschiedenis bijvoorbeeld in het Jujutsu, of Koryo, of Sumo.

Terug naar de kinderen...

Als we een speelse naam willen geven aan een worp, om die beter te onthouden... prima hoor.
Maar wat mijns inziens niet kan, is een techniek namen geven die het tegenovergestelde uitdrukken van wat ze principieel betekenen. Ik geef enkele voorbeelden.

"Tuinhekje" in plaats van tai-otoshi, ofwel de eerste armworp. Als tori verkeerd werpt, of het principe niet snapt, kan ik me voorstellen dat het idee ontstaat dat uke 'struikelt' over tori's been, alsof het een tuinhekje is. Maar dit fixeert het misverstand dat tai-otoshi een beenworp zou zijn. Quod non. Het gevolg kan al snel zijn dat men de werking van de armen gaat vergeten. Want de ander moet toch 'struikelen'. Neen. Hij wordt neergesmakt door de lichaamsbeweging van tori en de armen sturen hem daarbij.

"Spierballenworp" in plaats van ippon-seoi-nage, ofwel de eerste schouderworp. Jazeker, we zien veel judoka proberen om uke te werpen door een hele grote biceps te maken. Vervolgens glijdt uke ofwel langs het been of in een beter geval over de heup naar de mat. Dat hij echter over de rug en/of schouder moet (seoi) komt in de officiële naam ook nergens tot uitdrukking... en daar heeft de arm niks mee te maken, of was het tóch een armworp? (hehe)

"Donkere kamer" in plaats van kami-shiho-gatame, ofwel de derde houdgreep. Ik snap dat kinderen met claustrofobie het idee hebben in een donkere kamer te belanden als tori zijn jas bijna uit de band laat hangen en dan met zijn blote buik heel diep over uke heenkomt. Maar zo is die techniek niet bedoeld. Hij 'zit' namelijk niet omdat uke wordt opgesloten in een kamertje van buik en jaspanden, maar omdat tori hem strak controleert op vier steunpunten, meestal door de band muurvast te pakken. Dat kan prima zonder uke daarbij griezelig op te sluiten. Is zelfs beter...

"Nekhoudgreep" in plaats van hon-kesa-gatame ofwel eerste houdgreep. AU. Als iets niets te maken heeft met deze techniek, is het wel het omklemmen van de nek. Omdat kinderen dat nogal eens plegen te overdrijven en dan alles doen om uke de kop af te knijpen, leren veel scholen eerst de kuzure-versie aan zoals in het katame-no-kata: met de arm onder uke's arm door. Veiliger. Jazeker. Maar erger is dat het helemaal niet gaat om de nek... maar om de arm die strak over de borst van tori wordt getrokken. Waardoor er drie controlepunten op de mat overblijven. Die arm 'om uke's nek' mag niet strak om de nek zitten, maar moet met de elleboog/onderarm op de mat zijn als controlepunt! Alle technieken waarbij uke's arm strak over de borst wordt gecontroleerd, heten kesa-gatame. Weet je wat een echte nek-houdgreep is? De tweede: kata-gatame. Maar die noemen ze dan "Licht uit". Vast en zeker vanwege uke's arm die over zijn gezicht wordt geduwd. Tsja. Ook dan wordt 'vergeten' dat het bij kata-gatame uiteraard om de schoudercontrole gaat... en als je het licht bij uke echt uit wilt hebben, dan moet je zijn borst bij kesa-gatame zodanig indrukken dat hij niet meer kan ademen. Het kán hoor, maar dan moet je zijn arm super strak trekken en achterover leunen. Niet de nek afklemmen.

Over de nek gesproken: kubi-nage, de tweede heupworp, is qua naam letterlijk 'nekworp'. Voor onervaren judoka niks leuker dan uke om de nek pakken, naar de grond trekken en dan doorgaan in de 'nek-houdgreep'. Bloedlink, maar goed, kinderen hebben botten en wervels van elastiek. Qua uitvoering zijn de meeste kinder-kubi-nage overigens precies zoals hij ontstond. Niet als heupworp maar als lichaamsverdraaiing met de arm rond de nek. En wat nou zo vreemd is: kubi-nage heet dan geen 'nekworp' (wat dus zou kloppen) maar "vriendjesworp". Zeker omdat uke innig omhelst wordt? Hmmm ik vind er weinig vriendschappelijks aan, of is het afknijpen van iemands nek in een worp en een houdgreep soms vriendelijk te noemen?

En als laatste voorbeeld voor vandaag: "vliegtuighoudgreep" in plaats van yoko-shiho-gatame, ofwel zesde houdgreep. Ik snap dat de uitgestrekte armen voor kleine kinderen op de vleugels van een vliegtuig lijken. Maar alsjeblieft zeg! Als kinderen vliegtuigje spelen, doen ze dat niet in de variatie van 'neerstortend vliegtuig' zoals in de houdgreep, en dan altijd nog met rechte vleugels, dus gestrekte vingertoppen. Daarmee kom je bij deze houdgreep echt nergens. Deze benaming drukt echt helemaal niets uit van het principe en mag wat mij betreft dan ook snel uit de mode raken.

Kortom

Maak judo leuk voor kleintjes. Absoluut. Maar verduister in benamingen en uitleg nooit en te nimmer de principes die de techniek vormen. Als kinderen het verkeerd aanleren, moeten ze bij hun ikkyu-examen van alles weer afleren. Als ze dat al halen want de meeste kinderen stoppen rond hun groene band. Maar dan nog. Kodokan judo is een opvoedingssysteem waarbij de systematiek in de namen opgesloten zit. Daar is goed over nagedacht. Maak de samenhang niet kapot door voor dezelfde technieken verschillende namen te bedenken, en al helemaal niet door namen te geven die de structuur van de techniek geweld aan te doen. Daarmee zetten we kinderen op het verkeerde been en zoals we weten, ga je dan uit balans en val je.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten