woensdag 30 december 2015

Bekers voor alle wedstrijden graag

Mijn idee is dat ze bij alle judowedstrijden geen medailles meer moeten geven, maar bekers. Grote glimmende bekers, maar liefst ook van dun blik, niet van die halve dumbbells qua gewicht.

Waarom?

Een beker is een moment van bezinning.
Bezinning op hoe flinterdun het goud is.
Bezinning op hoe leeg zo'n beker is.
Letterlijk.
Leeg.
Er zit niks in.

Het nut van de beker is zijn leegheid.... (Bruce Lee)
En Bruce Lee kan het weten.

Shiai

Wedstrijden in judo en andere gevechtswegen hebben namelijk geen ander doel dan een vorm van test, een soort 'proefwerk'. Shiai. 試合 - ik schreef er in 2011 al eens over:
Shiai betekent letterlijk: het testen van de eenheid. En dat zou het nu ook nog moeten betekenen. Daarom is het Engelse woord ‘match’ (niet te verwarren met lucifers) een prima vertaling die zelfs een Duits Kanji-Lexikon daarom gewoon laat staan. ‘Match’ betekent: het komt overeen. ‘Contest’ komt uit het Latijn contestari, en betekent: ‘samen iets laten zien’. Het woord ‘test’ is van dezelfde stam. Een test = laten zien wat je kunt. Het woord ‘contest’ is in de kern dus de meest letterlijke vertaling!

Het competitie-element heeft meer te maken met het tegenovergestelde van beide strijders. Het Latijnse com-petere is zoveel als: ‘samen streven, aanvallen, aanpakken’. Het ‘samen’ van competition en contest is heel verschillend. Maar dat is de oorsprong. Hoe het nu beleefd wordt, is bijna gelijk. Dan zit je, ook als het sportief bedoeld is, in de sfeer van oppositie en rivaliteit.  
Proefwerk van het leven

Net zomin als een proefwerk als doel heeft om de beste van de klas te zijn, heeft een judowedstrijd dat doel. Wél mag het een proeve van bekwaamheid zijn, ofschoon iemand die twee keer verliest zeker niet het gevoel moet hebben een 'onvoldoende' te hebben gehaald. Iemand kan ook of misschien wel juist een voldoende halen als hij geen punten scoort op het scorebord. De sensei/coach geeft zelf wel punten naderhand. Meestal al een voldoende als je er durft te stáán en actief meedoet. De enige onvoldoende haalt de judoka die geen zak uitvoert.

Het gaat uiteindelijk om persoonlijke groei. Richard Riehle schreef er in datzelfde jaar op het toen nog bestaande judoforum over:
Judo is een tocht, niet de eindbestemming. Het is een levenslange tocht, en op die tocht zullen we onszelf af en toe testen door deel te nemen aan een wedstrijd. Of we winnen of verliezen is van geen belang, zeker niet als ze er niet in zouden slagen om ons winnen of verliezen in te passen in onze eigen groei op de weg. Degenen die hun persoonlijke groei in Judo afmeten aan hun overwinningen in de wedstrijden – of anderen de maat nemen aan de hand van wedstrijden, missen een belangrijk punt. Een wedstrijd in Judo, is niet een wedstrijd tegen een andere persoon. Veel meer is het een wedstrijd met jezelf. Een shiai is een razendsnelle gelegenheid om jezelf te testen, de test om je vaardigheid te testen of je in staat bent de geleerde technieken toe te passen in je nastreven van je eigen vooruitgang. Een verlies in een Judo shiai is net zo belangrijk en waardevol als een overwinning. Een verlies ten opzichte van iemand die heeft gewonnen door je met enorme lichamelijk kracht te overwinnen, is van geen enkele betekenis in iemands weg naar vervolmaking door Judo.
Daarom: om te leren relativeren: geef een beker aan elke winnaar. Laat hem er in kijken en inzien dat de inhoud niet in de beker zit, maar in zijn eigen persoon. Als hij de overwinning van de wedstrijd belangrijker vindt dan die van het leven, is hij alsnog gezakt voor de test.

zondag 27 december 2015

Judo als rotsvast anker in woelige tijden

Men zegt in het oude Japan wel eens: "als je een vis in een vijver zet met alleen water, wordt hij lui en raakt hij gedesoriënteerd. Als je er een grote steen in plaatst, gaat hij daar steeds rondom heen zwemmen en wordt hij sterk en energiek."

We hebben in het afgelopen jaar vaker geschreven over de problemen van opvoeding en de jeugd. Maar niet alleen de jeugd heeft het soms moeilijk in een wereld van geweld, zinloosheid, pestgedrag, onzekerheid, angsten en verdriet. We zwemmen allemaal wel eens rond in een vijver (of een viskom als we ons benauwd voelen) en zijn gedesoriënteerd. We missen energie om vooruit te komen.

Daarom heeft elke mens, jong of oud, behoefte aan structuur en bepaalde rituelen. De psychologie leert ons dat. Je hebt een innerlijke structuur in je geest en elke mens heeft behoefte aan bepaalde archetypische elementen in zijn/haar leven die beantwoorden aan die patronen van de geest. Rituelen en vaste gebruiken, als ze corresponderen met die archetypische zielenstructuur, helpen de geest om stabiliteit te vinden en evenwicht. 

Zeer veel mensen - kinderen vaak nog - met problemen, missen die ankerpunten en gaan rondzwemmen, of raken het spoor bijster. Chaos in het leven, chaos in de geest.

Voor sommigen zijn religieuze belevingen een ankerpunt, een rots, wat stabiliteit geeft in een ingewikkeld leven. Jezus, wiens geboorte in deze dagen wordt gevierd. Of God waar men persoonlijk in gelooft.
Voor de velen die niet in een God geloven, is het vinden van zo'n rots ook belangrijk. Iets wat beantwoordt aan de structuur van hun geest. Iets wat bepaalde rituelen heeft, die beantwoorden aan zingeving en levensidealen.

Voor sommigen kan dat ook een oosterse levensweg zijn.
Aikidoka zullen hier gemakkelijk in meegaan, omdat liefde en harmonie, het stromen van positieve energie in de structuur van de weg vervat liggen.
Judoka zullen ook zoiets kunnen vinden. Judo heeft vaste levensidealen, van humaniteit en omgangsvormen, principes van perfectie door wederzijdsheid. Het bouwt een samenleving waarin de mens niet alleen staat en de trainingen in de dojo, de buigingen naar elkaar, kunnen uitdrukking zijn van een oerverlangen naar structuur en samenhang. Het leven van de judoweg, het wekelijks of meerdere keren trainen, de kameraadschap en de vriendschap, bouwen aan een structuur die de rots is voor de zwemmende vis. Het geeft energie en kracht. Het kan een anker zijn in woelige tijden en een woelige geest.

Ik wens alle lezers en judoka een goed en veilig oudjaar en veel geluk en stabiliteit in 2016.

dinsdag 22 december 2015

Als je ouder wordt, dan...

Als je ouder wordt,
gaat de training persoonlijker,
innerlijker
en traditioneler worden....
Is dat zo?
Ik voel me welkom bij de 'oudjes' en nog vele judojaren.  ;)




Ook enorm waar trouwens...

zondag 20 december 2015

Schieten zonder boog en pijlen

De boog is gebroken
Er zijn geen pijlen meer
Op dat ene moment
zet je alle twijfel van je af
en je schiet onmiddellijk.
Een dertiende eeuws spreekwoord uit de Zen-traditie.

Hoe kan dat nou? Geen boog en pijlen meer en toch onmiddellijk schieten?
Ik had al eerder dit najaar (11 oktober jl.) een zen-raadsel over de meerval en de kalebas, naar aanleiding van een oud schilderij.

Wat is de verborgen wijsheid van deze spreuk?

In de aloude Japanse weg van de boog (弓道 Kyūdō) wordt de beoefenaar geleerd dat niet pijl en boog de belangrijkste onderdelen van de weg zijn, maar de boogschutter zelf. Kyudo is mede in het westen niet populair omdat het eindeloos blijft werken aan lichaamshouding, etiquette en het 'één worden met de boog'. Voor wie het kan begrijpen: kyudo wil niet leren met de boog te schieten, maar zelf de boog en de roos te worden. (在的 zaiteki, waar ik op 15 maart van dit jaar over schreef.)

Judo als je zogenaamd niks meer kunt

Judoka kunnen wel iets leren van deze ingewikkelde weg. Met de bovenstaande spreuk in gedachten moet ik denken aan oude sensei die hun hoge dangraad behouden als ze op hoge leeftijd wellicht in een rolstoel zitten en niets meer kunnen. 
Ik denk aan mijn eigen eerste leermeester, Louis Pardoel-sensei (1932-2011), die op het einde van zijn leven geveld was door herseninfarcten. Hij kon geen judo of taekwondo meer doen, maar hij wás zelf deze wegen geworden, totaal één met de weg. 
Ik denk aan Keiko Fukuda (1913-2013, foto hiernaast), de enige vrouwelijke 9e dan judoka en directe leerling van Jigoro Kano. Zij bleef tot haar dood op 99-jarige leeftijd lesgeven in San Francisco waar ze woonde. Zij wás judo, al kon ze echt geen kata meer lopen op eigen kracht. 

Moet je nog wel fysiek kunnen judoën om judoka te zijn? Moet je nog alles kunnen? Het is als met de levensboog waar ik op 10 mei over schreef. Op de levensavond werk je anders dan in je jeugd. 

Positief tot in de kist

Van het zen-spreekwoord en kyudo kunnen wij leren om dat 'anders' ook te zien als een innerlijke eenheid met het judo en het beleven van judo op een niet-fysieke manier. Met heel je levenshouding te werpen, met je beperkingen en je handicaps te controleren, met je krukken en rolstoelen kata te doen, met je verdriet en je tegenslagen randori te doen, en met je gebrokenheid van lichaam, een sterke geest te houden en winnaar te worden van het levenstoernooi. 
Ofwel: hoe judo je altijd positief houdt en je ook zonder 'pijl en boog' kan laten scoren... tot je tussen zes plankjes ligt.
Zet alle twijfel van je af en schiet onmiddellijk...

dinsdag 15 december 2015

Humaan blijven als je hard bent

Als je iemand slaat, blijf menselijk
Het beeld bij de tekst van Shihan Essence is niet een beeld van grote humaniteit/menslievendheid. Eerder van gemeen geweld, pijn doen, vernedering en macht uitoefenen over een ander. Datgene waar heel de wereld vol van lijkt, en waar zo veel mensen slachtoffer van zijn. Hoezo moet je iemand mogen slaan? Waarom zou je? Is de humaniteit uit onze wereld verdwenen?

Enkele weken geleden waren de fans in mijn woonplaats in alle staten van verrukking toen "The Natural" Nieky Holzken zijn wereldtitel kickboksen succesvol verdedigde. Tegelijk is hij ook in zijn eigen soap op tv geweest om aan de wereld te laten zien dat er ook een mens staat en niet alleen een vechtmachine. Met een gezinnetje en een katholieke rozenkrans om zijn hals.

Ook al weten we dat judoka niet slaan, het beeld van 'vechtsporten' is dat van een harde wereld. Zeker voor wedstrijdsport, full contact. Je gaat voor een overwinning, of dat ippon of KO heet. Daar moet de 'tegenstander' dan maar wat voor incasseren. Dat lijkt onmenselijk en wreed. Maar is het dat ook?

Onderdeel van het spel

Het punt is, dat ook harde gevechten en harde klappen een 'spel' kunnen zijn, met wederzijdse instemming, volgens regels, en met mensen die daar op getraind zijn. Een geoefend kickbokser moet mij geen harde dreun op mijn (niet-bestaande) 'sixpack' geven, maar de uitdager van Holzken is daar op getraind. Een geoefend judoka mag mij wél op mijn rug gooien mits goed gecontroleerd. Want daar ben ik op getraind. De nieuwelinge die net weet hoe ze haar witte band kan knopen, is dat niet en wee de judoka die dan keihard gaat gooien met haar. 

Binnen het spel, en binnen de context van de sport, moet er veel kunnen, ook als dat enorm hard lijkt voor anderen. Buiten de specifieke context is een judoka (of vechter) juist géén vechter. En is bij uitdagend gedrag van een andere betrokkene 'nee' ook absoluut 'nee'. Wat over die grens gaat, kán echt niet.

Onderdeel van het spel kan wel degelijk een enorme 'hardheid' zijn, ook op de 'zachte' weg. Om
1) Discipline
2) Doorzettingsvermogen
3) Beheersing
te kweken.
Het laatste punt - beheersing - is het punt van een menselijke beschaving. Trainen als een beest mag wel. Maar een beest (willen) zijn kan niet. Wij zijn geen beesten met primitieve instincten, maar gaan verstandig en gevoelig met medemensen om. Zelfs in een keihard gevecht. Maar zeker buiten die vastomlijnde context van een 'spel', weten juist judoka en vechtsporters exact hoe ver ze kunnen gaan, voelen ze nóg beter aan wat grenzen zijn en hoe je met lichaam en geest van anderen omgaat. Judo vormt karakter. Nobelheid.

Leer te vechten om nooit te vechten
Aan het gedrag buiten de mat of ring, zie je ook veel over het karakter van de ander. Er zijn vele vormen van ongepast geweld en grensoverschrijdend gedrag, zowel fysiek als met woord en gebaar. Vaak voel je in de kleedkamer daarom al met wie je lekker gaat trainen of niet. Een medejudoka die steeds racistische opmerkingen maakt over mensen in zijn straat, of een andere judoka die elke keer zijn 'kickboks-kwaliteit' met harde stompen wil tonen... dat hoort niet bij de zelfbeheersing en beschaving van judoka in woord en daad. Dat ga je merken op de mat en buiten de mat zullen ze niet merken dat die anderen judoka zijn.

Daarom is een programma over het leven van een vechtsporter eigenlijk wel goed. Het kan een beeld scheppen van een mens achter de vechter. Dat het leven meer is dan klappen geven en nemen. Of dat die klappen de mens karakter geven en juist tot een betere mens maken. Want dat zou de bedoeling moeten zijn van alle vechtsporten, wegen, en kunsten. Meer humaniteit. Opvoeding. Beschaving door beheersing. Hardheid die zacht maakt. 

zondag 13 december 2015

Shizen hontai 自然本体

Shizen hontai 自然本体  (of shizen tai) is het Japanse begrip voor de 'natuurlijke houding' die een judoka normaal zo goed mogelijk moet behouden. Natural posture, het wordt ook door de IJF steeds meer gezien als de basis zelfs voor het wedstrijdjudo, tegenover de gebogen houding die men tien jaar geleden nog zo veel zag. Wat is het eigenlijk?

In kata is het 'natuurlijk postuur' uiteraard een onderdeel van het geheel, je kunt geen waardig kata doen als je lichaam als een zak aardappelen beweegt. Eigenlijk is het bewegen en stappen (suri ashi) in het judo onmogelijk te beleven zonder het gevoel van de natuurlijke houding bij het staan.  Ik schreef eerder iets over shizentai toen ik iets zei over shisei. 
  • shizen 自然 = de natuur, het natuurlijke
  • hon 本 = fundamenteel, de grondslag
  • tai 体 = het lichaam
Je mag het denk ik vertalen met de 'fundamentele natuurlijke lichaamshouding'.

Toch zie ik in de beschrijvingen die ik zelf 3,5 jaar geleden in het blog shisei aangaf, vooral veel nadruk op de positie van de voeten. We vinden dat ook terug op "judopedia". Is het van belang in hoeveel graden de voeten staan? Is het wezenlijke dat de voeten ca 30 cm uit elkaar staan (bij breedgeschouderde mensen iets meer)? Is er ook bij mijzelf voortschrijdend inzicht? Jazeker.

Staan vanuit je buik

In het boekje 'tai otoshi' van Tokio Hirano vond ik iets wat waarschijnlijk nóg fundamenteler is:
De romp recht houden, de benen lichtjes geplooid en het gewicht van het lichaam op het voorste gedeelte van de voeten brengen, al de kracht geconcentreerd in de buik. (pagina 4)
Het laatste zinnetje laat zien dat Hirano heel goed wist dat in judo alles uit de hara komt. De natuurlijke lichaamshouding is een kwestie van concentratie. In de buik, de plaats waar alle kracht geboren wordt - adem en balans - en dus niet concentreren op de voeten of de schouders.

Essentieel voor heel de lichamelijke balans is de ademhaling en daarvoor gebruik je de longen, maar de diepte komt van onderen. Ik heb er al vaker over geschreven. Mensen die bezig zijn met ki of stress-therapie weten dat uiteraard allang. Of je staat of (seiza) zit of ligt, of beweegt: het is natuurlijk als de stroom vanuit de 'buik' klopt. En het postuur wat daarmee samenhangt, legt de nadruk dan meer op de heupen dan op de voeten. Hoe het bovenlichaam is - heel breed of heel smal - doet er niet toe. Men kan ook met de armen gespreid of in een halve 'aanvalspositie' (zoals bij karate en andere striking arts) volledig 'natuurlijk staan'. Ook op één been kan men in principe shizen staan - gelukkig maar want anders verloor een judoka zijn natuurlijkheid meteen als hij zijn voet verplaatste! Als we stil staan, op een natuurlijke manier, is dus alleen van belang dat de hara goed zit/staat. Voor de voeten betekent dat bijna altijd, dat - zoals Hirano zegt - het gewicht op de voorkant van de voeten rust en niet op de hielen met gestrekte benen.

Van daaruit is er dus ook zoiets als 'natuurlijk bewegen'. Wie de natuurlijke houding kwijt raakt als hij zijn lichaam beweegt, verliest zijn balans en dan gaan de andere natuurwetten werken, vooral die van de zwaartekracht. Iemand die echt gevorderd is in deze natuurlijkheid, kan bij de kumikata aan de krachtsdosering en beweging voelen of iemand zijn natuurlijke balans mist. Ik stel me voor dat top-aikidoka hier een boekje over kunnen schrijven... zij voelen het al als iemand hun pols aanraakt.

Wie deze principes vergeet, heeft op voorhand verloren van iemand die het wel heeft. Het zou voor judoka op en buiten de mat een tweede natuur moeten zijn. Dan lopen we dus niet in fitness-stand alsof onze oksels ontstoken zijn, maar in rust en waakzaamheid, de benen soepel in plaats van strak, bijna-meditatief één met de natuur, de adem vanuit de buik.



woensdag 9 december 2015

Luiheid maakt alles kapot

Lichamelijke oefening verbetert de gezondheid.
Geestelijke oefening verbetert het welzijn.
Luiheid vernietigt beide.
Laatst sprak ik een jongere die ik al zeker zes jaar ken, en die in veler ogen een 'probleemgeval' is. Hij heeft prikkels en storingen waardoor hij zijn energie niet kwijt kan en soms hyper wordt, of zelfs agressief. Zijn leven is daarom niet bepaald over rozen gegaan. 

Nu kwam ik hem tegen en hij zei dat het nu goed ging. Want hij was nu gaan sporten en had een goede trainer en hij wilde stoppen met roken. Zozo! Zijn gezondheid wordt enorm verbeterd door lichamelijke oefening, en hij moet dan ook heel hard gaan trainen: fitness en (vecht)sport. Ik ben benieuwd hoe hij er over een jaar uitziet.

Tegelijk is zijn fysieke training een enorme geestelijke oefening. Want de jongeman heeft in zijn leven heel wat tegenwind gehad en steeds had hij de gewoonte om de schuld van zijn eigen falen aan anderen te geven. Nu wordt hij geconfronteerd met zichzelf, immers: in een gym kun je op niemand anders boos worden als jezelf als je je doelen niet haalt.

Maar. Wat zijn valkuil gaat worden is zijn gemakzucht. Een ziekte waar heel veel jongeren onder lijden. Lamlendigheid, 'geen zin vandaag'. Niks is zo verleidelijk als een uitvlucht. Bruce Lee heeft gelijk!

Wij zien ze in onze judogroepen allemaal. Mensen die denken dat ze met om-de-andere-week trainen ook hun volgende band wel krijgen. Of mensen die boos zijn als ze na een vakantie geen conditie meer hebben. Jaja de sportscholen zijn soms dicht. Maar om zes weken op je luie **** te gaan zitten is het andere uiterste. 

Ik hoop dat de jongere waar ik aan denk het gaat redden deze keer. Het zou niet de eerste keer zijn dat hij struikelde over zijn gebrek aan discipline en de gemakzucht. Ik wil hem over een jaar opnieuw tegenkomen. Als hij dan nog steeds is blijven trainen, ga ik een pint met hem pakken. Want die heeft hij dan echt verdiend.

zondag 6 december 2015

Ukemi en het principe van jū

Voor een beginneling die een paar lessen neemt, kan ukemi (valbreken) lijken op een soort basisprincipe van netjes vallen als je geworpen wordt, om blessures te voorkomen, en overmatige druk op het lichaam te vermijden. Toch is ukemi meer. Ukemi is een demonstratie van. Ik schreef er over op 23 augustus jl.  maar ik had daarover ook nog een mooie tekst bewaard.
Als een partner je werpt, was zijn techniek goed, je was uit balans en hij werpt je op de juiste manier. Je gaat vallen en dat weet je. In feite hoef je het niet te weten, je lichaam zou het vanzelf moeten voelen. Wat doe je dan? Klamp je je aan tori vast met je hele lichaam om zo je leven te redden? Word je stijf als een stenen beeld zodat je op wonderbaarlijke wijze niet geworpen wordt? Steek je je arm uit naar de tatami en bid je dat je arm sterk genoeg is om het gewicht van je lichaam te weerstaan, in de hoop dat je lichaam de tatami niet zal raken?

Nee! Je moet accepteren dat je wordt geworpen en dat je op de tatami zult vallen, met je hele lichaam en niet alleen met je handen en je voeten. Je moet je ukemi goed nemen en uitvoeren. En dat vraagt vaardigheid, je lichaamspositie, het plaatsen van armen en benen, hoofd en nek en het juiste doen, en vasthouden aan tori's revers om je val te controleren, je lichaam ontspannen, de impact van je val verdelen over je lichaam, niet opgewonden te raken, en dan goed rollen. Er kan nog meer op de lijst staan.

Dat is . Geen weerstand bieden aan de zwaartekracht. De realiteit aanvaarden dat je valt. Maak het beste van je val, een ervaring. Raak je gewond? Heb je pijn? Nee. Weet je hoe je bent geworpen? Wat ging er goed en verkeerd? Wat heb je geleerd van de worp? (...)
Ukemi is een actieve handeling, niet een passieve.

Ik vroeg mijn sensei om dat te tonen. Hij vroeg me een o-goshi te doen op hem. Ik deed het. Ik bewoog hem uit balans naar voren, op zijn tenen. Ik ging de kake in met de klassieke o-goshi vorm. Op dat moment was hij duidelijk in staat van kuzushi en op het punt door mij te worden geworpen. Ik ging door. Toen voelde ik, wat alle judoka zouden moeten herkennen, dat er iets mis ging. Niet dat mijn sensei de worp stopte. Hij liet me doorgaan. Voor ik het echter besefte, drukte er iets op mijn heup zo sterk dat ik zelf viel. Ik keek op en zag mijn sensei nog steeds taan, precies waar hij was toen ik de worp inzette. Wat er gebeurd moest zijn, was een plotselinge verplaatsing van zijn zwaartepunt. Hij verklaarde me dat ukemi niet alleen 'buiten' het lichaam gebeurt, maar ook 'binnen' waar het zwaartepunt is. Het is alsof je zwaartepunt duikelt.

In relatie tot ukemi en , moeten we ook denken het concept van wu-wei 無為 (gewoonlijk letterlijk vertaald met "niets doen". Ukemi is een voorbeeld van actieve wu-wei (een paradox?). In de geschriften van Zhuangzi staat het volgende voorbeeld in verband met ukemi:

"Als een dronkaard valt, kan hij gewond raken, maar niet doodvallen. Zijn botten en ledematen zijn hetzelfde als die van andere mensen, maar de mate waarin hij gewond raakt is anders omdat zijn geest niet verdeeld is. Hij nam niet waar dat hij ging vallen. Het kwam niet in hem op dat hij buitelde, of angst dat hij zou sterven kwam hem niet voor de geest, en daarom bood hij geen weerstand om zich te beschermen toen hij tuimelde. Als eenvoudig wijn drinken als zo'n effect kan hebben, wat dan als iemand onverdeeld uit de hemel valt?"

Natuurlijk hoeft niemand dronken te worden om judo te kunnen doen. Wat deze passage (en andere leringen van het Taoisme) wil aanduiden is, dat de ukemi die we doen, moet zijn dat we ukemi doen zonder dat we denken aan ukemi. Laat ukemi een deel van de natuur zijn. Dat is .

Kaji, Judoforum 16-4-2008

woensdag 2 december 2015

Doelgerichtheid of jezelf kwellen?

waar doe ik het voor...?
Vorige week schreef ik over de JBN en de nieuwe opleidingsstructuur, in verband met het krantenartikel twee weken geleden in de Wegener Pers. Een blog wat fundamentele vragen stelt.

Uiteindelijk is een groot probleem met jongere judoka (of pubers) dat ze nog niet echt geleerd hebben om doelen vast te stellen (waarom doe je het allemaal) en hoe de weg daarheen gepland moet worden. En hoe ze die weg consequent moeten gaan. Moderne jongeren worden op dat punt al totaal overvraagd voor ze zestien zijn. Hun studiekeuze is al meteen na de brugklas gemaakt, met een richtinggevend profiel waar ze in feite de rest van hun leven aan vast zitten. Hoe kan een kind dat beslissen - alle mooie begeleidingsprojecten ten spijt?

In zekere zin geldt dat ook voor judo en andere vormen van (top-)sport. Waarom zou je jezelf kwellen met zoveel inspanning als je niet eens zou weten waarom? Waarom zou je allerlei coaches vertrouwen op hun woord als je niet een hele goede band met ze hebt? Anders ga je toch niet alle plezier van je jonge sociale leven opofferen voor judo? Waarom jezelf zo aftobben?

De kunst van een goede coach, is ergens naar toewerken, maar in de stappen en het tempo die de leerling aankan. Pastoors en dominees probeerden vroeger om mensen - ook kinderen - dingen te laten doen zodat ze later in de hemel zouden komen. Prima perspectief, daar niet van, maar kinderen denken nog niet aan de dood en wat daarna komt, ze moeten eerst gaan ervaren waarom het goed is om nu dingen wel of niet te doen. Zo moeten ook judoleraren en coaches niet de 'wedstrijdhemel' beloven terwijl het kind zo ver nog niet kijken kan, of gaat verdrinken in een Olympische droom waar het de eerste stapjes nog niet van kan bevatten. Jaja, alle jongetjes willen profvoetballer worden voor het salaris van Messi, maar als ze zien hoeveel uur ze moeten hardlopen om in de C1 te komen, is de droom van Messi al voorbij. Zo is het met de judoka in de dop net zo. Discipline is een kwelling als je niet helder hebt waarvoor. En dat kunnen velen nog niet...

Nu zijn deze pedagogische vragen niet nieuw. Het is al weer een tijdje geleden dat ik met citaten van Jigoro Kano kwam aanzetten - en inmiddels ben ik me meer dan ooit bewust dat men alle mooie idealen van de stichter ook met een korreltje zout moet nemen - maar deze woorden klinken nog steeds goed:
Op die manier, als je doel helder wordt, zul je weten dat je je energie op de meest effectieve manier moet toepassen om je doel te bereiken. Maar als je het doel van lichamelijke opvoeding niet hebt vastgesteld, zal het niet duidelijk zijn hoe je je energie op de meest effectieve manier kunt gebruiken. Als je vandaag de dag de landen van de wereld bereist, zul je merken dat de mensen wel een vaag begrip hiervan hebben, maar dat ze nog geen vastgestelde doelen lijken te hebben. Verschillende methoden van lichamelijke opvoeding in de wereld hebben nog geen doel dat volledig wordt begrepen. Zoals ik het zie, is het doel van lichamelijke opvoeding om een sterk en gezond lichaam te ontwikkelen, en dat lichaam zo te trainen dat het van nut is voor de samenleving, terwijl tegelijkertijd de vaardigheid wordt ontwikkeld om het verstand te cultiveren. Ik stel me voor dat de meeste mensen daarmee kunnen instemmen. (Mind over Muscle p. 52-53)

Uiteindelijk moet je je doelen verhelderen. Als die eenmaal zijn verhelderd, moet je al je geestelijke en lichamelijke energie op de meest effectieve manier aanwenden om die doelen te bereiken. Leraren en studenten moeten samen ook een duidelijk streven hebben. Alleen als we heldere, duidelijke doelen hebben, zal intellectuele training betere resultaten voorbrengen dan we heden ten dage zien. Wat ik bedoel met doelen, zijn eigenlijk de fundamentele ‘strevingen’. Jezelf overbelasten met allerlei triviale doelen is contraproductief. Als je niet tot op zekere hoogte helder hebt waar je groter belang aan hecht in je emoties of verstand, en geen helder doel hebt, kun je seiryoku zenyo niet echt in de praktijk brengen. Je moet eerst een doel vaststellen en je energie daar efficiënt op richten; vervolgens zullen de opvoedkundige methoden helder worden vanuit het grote geheel, en zo zal de weg die iedere individuele persoon moet volgen duidelijk zijn. (Mind over Muscle p. 61-62)
De rest is alleen maar jezelf kwellen. Of goedbedoelende judocoaches die hun judoka kwellen door ze zich suf te laten trainen zonder te zien dat de judoka nog niet helder heeft waarom eigenlijk.

zondag 29 november 2015

Hadashi 裸足 op blote voeten

Judoka en de meeste andere Japanse gevechtskunsten oefenen Hadashi 裸足. Pardon?
  • Hadaka 裸 = naakt, bloot. Kennen we van de 'naaktverwurging' hadaka jime 裸絞, maar als iemand in zijn blootje loopt is dat niet hadaka maar ratai (裸体). O dat Japans haha!
  • Ashi 足 = voet/been. Een bekende van de Ashi-waza (足技) uiteraard. We noemen ze 'beenworpen' maar veel technieken waar ashi in voorkomt gaan met een glijdende voet, zoals  Okuri Ashi B/Harai (送足払) Maar of de Japanner ook werkelijk geen verschillende woorden voor 'been' en 'voet' heeft kan een echte deskundige vast uitleggen.
Het staat wel leuk om de Japanse naam voor 'blootsvoets' boven dit blog te zetten - niet omdat Mitesco daarmee de freak uit wil hangen, maar omdat hij gelooft dat enige kennis van Japanse woorden helpt om ons judo beter te verstaan. Daarom ben ik ook erg blij met het nieuwe blog van Loek van Kooten in ons taalgebied. Een Japanoloog die judoka is en er over schrijft. Wow! Ik zou hem bijna vragen hoe je hadashi uitspreekt. Alsof we aan het niezen zijn? :)
Taalkundige verbanden zijn niet alleen interessant, maar ook nuttig. Daarom dat ik ook altijd de verwijzingen maak naar waar de kanji nog meer in voorkomen, zoals hier bij hadaka. En dan ben ik maar een amateur!

Judo op blote voeten

Het lijkt de gewoonste zaak van de wereld, maar waarom doen we judo niet gewoon met schoenen aan? Dan kunnen we ook geen blessures aan de tenen oplopen, of hoeven we ook niet meer zo op te letten met vuil. We lopen toch ook veel lekkerder op schoenen, dan kunnen we beter rennen? Waarom vasthouden aan die 'gekke' Japanse tradities?

Allereerst is het hadashi lopen inderdaad een echte Japanse traditie. In Azië lopen ze sowieso niet binnen in huis rond met de schoenen waar je ook op straat mee rondwandelt. Men wil geen straatvuil in huis, zou je denken - en gelijk hebben ze eigenlijk. Nou ja, traditioneel hebben ze in Japan en Korea geen laminaat of vloerbedekking, maar tatami, rijststro matten. Die houd je iets minder gemakkelijk schoon, je gaat er niet zomaar even met de stofzuiger overheen. Bovendien slijten die tatami natuurlijk sneller als je er met harde sneakers overheen gaat. En dus zetten de Japanners en Koreanen de buiten-schoenen bij de buitendeur, en lopen binnen hadashi of met speciale zori, huisslippers. Dat doen ze thuis en in de dojo. Heel gewoon, dat zijn ze gewend. (In onze gezinnen zie het het overigens ook vaker, dat de schoenen in de gang blijven vanwege hygiëne of andere argumenten.)

Voeten zijn antennes

Maar het échte argument is nog een heel ander. Onze voeten zijn namelijk niet zomaar platte zolen waarop we staan te bewegen. Als we schoenen aantrekken, gaat het gevoel in de voeten zelf verloren in de vlakke of geribbelde zool. Terwijl judo (en andere budo) aankomt op het fijnzinnige gevoel in de voeten en de voetzolen. Elke teen is van belang, de bal van de voet, de hiel. Karateka en andere budo die met traptechnieken werken, zeggen dat je via de voeten energie met elkaar deelt - wat ik me goed kan voorstellen. Judoka hebben het meeste aan de bal van hun voet - staan en bewegen op de hielen is niet de beste positie, dan worden ook de benen te stijf en gestrekt. Licht gebogen benen vragen om een precies gevoel in de voeten- zonder schoeisel.
Judoka delen de energie ook via de mat, en daarin vinden ze een deel van hun balans - die verder uiteraard in de 'heupzone' wordt bepaald, de hara. Maar het contact met de mat wordt heel nauwkeurig vastgesteld, de voeten en hun zones zijn antennes die de hara van informatie voorzien en balansherstel heeft de voetzones ook nodig. Ook voor kracht zetten en stabiliteit is het van belang om in newaza de 'tenen in de mat' te kunnen zetten. En zo kunnen we wel doorgaan. Je moet er niet aan denken dat je dit met schoenen aan moest doen... Daarom dat ook de voetbeschermers van jujutsu van onderen open zijn. Om gevoel te houden met de mat...

Hadashi is dus én traditie, én essentie van het judo. Daarom houden we dat ook zo en nemen we de eventuele nadelen op de koop toe.

zondag 22 november 2015

Shodan 初段

Het is weer de tijd van danexamens en dus zijn er weer een heleboel mensen blij dat ze hun hara mogen versieren met een stevige JBN band van zwarte stof, hun kuro obi  oftewel het bewijs dat ze shodan 初段 zijn. De vele uren trainen met de ukes en het zweten voor de 'obligate kata' zijn voorbij, eindelijk geslaagd!

Toevallig las ik afgelopen week een stukje op het uitstekende blog budo bum over de betekenis van shodan.

Allereerst het taalkundige: Shodan 初段 is níet: de "meestergraad" of zo, maar "de beginnende (初 sho) stap/graad (段 dan)". Het is dus geen éindpunt maar een begínpunt. Voor degenen die streven naar een zwarte band is het goed om te beseffen dat ze dus een stap zetten op een weg () en niet het eindstation bereikt hebben. Dat heb je fysiek gezien bereikt als je onder een steen of in een urn eindigt.

Gezel-schap

Maar verder kon ik me enorm vinden in wat budobum  zegt over het stadium waar de shodan zich bevindt. Hij is geen meester. Wie is een 'meester'? Wanneer ben je een meester? Hij vergelijkt het meer met de stappen die het oude (beroeps-)gildewezen kende. Je bent eerst 'leerling' (apprentice), daarna 'gezel' (journeyman), en pas daarna 'meester' (master).

Een shodan-judoka is een gezel. Een gezel is in staat om er iets van te snappen. Hij is het beginnersstadium ontstegen, maar heeft hij echt alles in zijn vingers? Soms kan hij anderen iets uitleggen, hoe technieken werken en hoe hij dat doet vanuit zijn heupen en hara. Hij kent de basis-dingen, weet hoe hij moet ademen en bewegen, wat kihon (基本) is, en vooral: hij past ze toe en leeft ze voor.

Maar verder lijkt me zijn redenering te kloppen als hij zegt dat elke (dan) graad relatief is. Vergeleken met een beginneling kan een shodan een meester lijken, maar een senpai 先輩 in een groep lijkt dat ook voor de kōhai 後輩 (junior). Als die shodan echter gaat trainen bij Daigo-sensei, of een clinic van Okano-sensei meemaakt, voelt hij zich beslist héél klein. Als hij tenminste enig basis-inzicht heeft in zijn eigen kunnen. Als hij het verschil dán niet voelt... o wee. Shodan = ken uzelf.

De geestelijke dimensie

Ik mis echter zelfs in het blogje van budobum, (die gewoonlijk ook de geestelijke aspecten van de budo goed heeft begrepen) de dimensie die bij de weg naar het meesterschap niet mag ontbreken: het geestelijke 'gezel-schap'. Jigoro Kano heeft het judo niet gemaakt als een weg van technische stappen en vaardigheden, maar als een omvattende levensweg. Een weg waarin de intellectuele en morele vorming gelijke tred zou mogen houden met de fysieke. Of zelfs zou mogen prevaleren. En helaas moet ik zien, dat er ook judoka zijn met sho-ni-san-ofmeer-dan die dat zeer goed weten te verbergen (zal ik maar zeggen). Fysiek alle kunstjes kennen, maar als mens zich nauwelijks onderscheiden van gokyu-judoka. Wat kopen we dan voor zo'n 'gezel-schap'? Dat is misschien het nadeel van zwarte banden voor 16-jarige (wedstrijd-)judoka. Wat kunnen zij meer dan lichamelijke trainingsresultaten met iets meer discipline in medailles omzetten? Zijn ze met shodan minder doorsnee-pubers dan anderen? Laat ze lekker puberen hoor, niks op tegen. Maar glimlach vooral als ze denken al iets van het leven te snappen. En triest genoeg gooit een aantal van hen de felbevochten shiro obi alsnog in de ring als werk, studie, relaties, stappen en andere belangrijke zaken het judo tot een verlaten jeugdhobby maken... daarover a.s. dinsdag meer.

Relativeren

Terwijl ik dit schrijf, schiet door mijn hoofd wat een judoka die ik echt als 'meester' beschouw me laatst nog schreef over dangraden. Zelfs onze stichter (die in de Kodokan nog liefkozend shihân wordt genoemd in plaats van gewoon 'Jigoro') gebruikte dangraden alsof ze in de bonus waren in zijn eigen winkel. Politiek-correcte dangraden. Je kreeg ze bijna voor niks als dat goed uitkwam, en je kreeg ze niet als het niet paste in het plaatje. Zelfs in het oude Japan heeft het er alle schijn van dat de dangraad en het stadium op de weg niet logisch gekoppeld waren... Ja, mijn Japanreis heeft me veel geleerd, en door alle contacten ook wat je er wel en níet van moet verwachten. Geen wonderen en vooral geen dromen.

Ondertussen gun ik alle verse shodan hun fonkelnieuwe band. Zeker degenen die er écht hard voor hebben gewerkt. Al streef ik er zelf totaal niet naar. Waarom niet? Ik zie mezelf altijd als leerling op een weg, voel me geen meester en zelfs geen gezel, en waar ik sta, is sowieso relatief. Wie er voor of na mij in de rij zitten interesseert me niet, als ik maar aangenaam en broederlijk/zusterlijk met ze kan trainen. Ik kijk nergens naar op en nergens op neer, ik ben wie ik ben en anderen zijn wie ze zijn. (Daarin ben ik écht Westers, en totaal on-Japans trouwens...)
Ik streef alleen naar het goede, maar hoe ouder ik word, hoe meer ik alles relativeer en gewoon al blij ben met mijn kleine plekje op de weg. Jaren rijker, illusies armer: perfectie bestaat niet in een mensenleven. De geestelijke aspecten van het judo zijn me steeds meer na aan het hart gaan liggen, maar daarvoor worden gelukkig geen graden verleend. Want daarvan profiteert de samenleving en je omgeving (als het goed is) en daar draag je judo van binnen en niet zichtbaar met een obi.

woensdag 18 november 2015

Zelfbeheersing - basis-judo-houding nu actueler dan ooit

Even wat actualiteit ter inleiding

De zogenaamde 'Islamitische Staat' (IS) - een verzamelnaam voor een horde doorgeslagen fundamentalisten - heeft de afgelopen weken allerlei tegenstanders van haar ideologie hevig geprovoceerd door aanslagen met honderden doden. Wij denken uiteraard allemaal aan vrijdag de dertiende, toen in Parijs op meerdere plaatsen zelfmoordaanslagen dood en verderf zaaiden. We zouden bijna 'vergeten' dat een weekje eerder de IS-killers een Russische Airbus opbliezen boven de Sinaï-woestijn - met meer dodelijke slachtoffers dan in Parijs. En niet te vergeten de dagelijkse moordpartijen op alle andersdenkenden (merendeels mede-moslims) in Syrië en Irak, die al een paar jaar dagelijks honderden onschuldige slachtoffers eisen. Maar nu lijkt de terreur akelig dichtbij te komen.

Wat doet dit met de mensen in Europa? Het maakt bang, onbewust of bewust. Latente angsten voor 'moslims' worden gevoed en we moeten er maar niet over fantaseren wie er nu zou winnen als er kamerverkiezingen zouden zijn. Alsof we massaal vergeten dat 95% van de slachtoffers van IS zelf moslims zijn - alleen van de 'verkeerde richting'. En dat degenen die IS bestrijden voor 90% moslims zijn. Maar dat vegen wij, onkundig als we zijn, maar even op één hoop: 'de' moslims zijn de schuld. Guilty by religion, of zoiets.

Wat is IS eigenlijk aan het doen? Ze provoceert. Ze lokt uit dat 'wij' zo kwaad worden dat 'wij' de islam gaan vervolgen zodat het 'wij-gevoel' van de moslimbevolking zou gaan opspelen en ze sympathie zouden kunnen verwerven in kringen die normaal niet zoveel van het IS-extremisme moeten hebben. Duivels slimme strategie, dat wel. Wij tegen wij opfokken.

Japan laat zich niet provoceren

Waarom schrijf ik over deze reli-politieke zaken op een judoblog? Kan ik me niet beter tot de Japanse staatspolitiek bekeren die van alle westerse landen in de wereld de meest strenge anti-islamitische wetgeving heeft - het probleem IS bestaat daar niet, zij het dat IS in Irak ook twee Japanners heeft onthoofd. Maar het is waar: ook het ontbreken van zichtbare islam in het straatbeeld van Tokyo was me niet ontgaan drie weken geleden.

Judo en IS

Ik schrijf er over omdat ik denk dat we juist ten overstaan van de IS-terreur één typische judo-houding nodig hebben: zelfbeheersing. Je niet kwaad laten maken. Je niet laten provoceren. Keep calm and practice judo

Als we op een judomat worden uitgedaagd door iemand die ons op een ongepaste wijze tussen de benen schopt, gaan wij dan die ander uit woede door de mat trappen? Gaan we schoppen en slaan, of de aanvaller maar ontmannen? Ik denk het niet. Ik denk dat we sowieso proberen onze natuurlijke alertheid vast te houden en dus proberen de energie van de aanval af te wenden door ons lichaam zo te bewegen dat de klap niet landt op de gevoeligste plaats, of de energie tegen de aanvaller gebruiken.  Het bekende verhaal van uke die zijn les moet leren. En áls de ander ons zou verrassen met een staaltje atemi-terrorisme tijdens de judo-training, zal een gevorderde judoka een van zijn honderden judotruuken proberen toe te passen om zijn gewelddadige aanvaller met zo min mogelijk overkill te controleren. (Seiryoku zenyo dus). Controleren, niet doden. En vooral rustig blijven ademhalen. Dat is de judo-zelfbeheersing. Zou vanaf groene band een tweede natuur mogen zijn.

Wij mogen juist in onze dwaze dagen van IS-terreur laten zien dat judo ook en vooral toegepast wordt in het dagelijks leven buiten de tatami. Door alert en waakzaam te zijn en ons niet te laten inslapen met policor gezwam. Door anderzijds niet te over-reageren en ons niet te laten provoceren en zo de 'aanvaller' ook nog in de kaart te spelen waardoor een heilloze escalatie op gang kan komen. Dat lukt ons, als we al in een eerder stadium van onze judo-training ook de andere aspecten van Kano's opvoedingsidealen hebben opgenomen in ons leven: intellectuele en morele vorming. Juist nu is helder onderscheiden van wat er aan de hand is en hoe we daar beheerst op kunnen reageren, naast een zuivere intuïtie van goed/kwaad, van levensbelang. 

Judo strategie toepassen

Dat zal in de geest van de weg van leiden tot kalmte en zelfbeheersing. Overigens, los van de traditionele nationalistische geslotenheid van Japan, is de manier waarop Japan het IS-probleem buiten weet te houden wel degelijk een judo-houding zoals die door Jigoro Kano expliciet is onderwezen... Men heeft zorgvuldig geobserveerd wat elders de problemen zijn met een radicale en totalitaire religie (jukuryo : observeer zorgvuldig) en daar zonder pappen en policor-nathouden op gereageerd (danko: slagvaardig en anticiperend handelen). Het is een typische judo-strategie, eerlijk gezegd... Voorkomen is beter dan genezen en als er wat misgaat, je in ieder geval proberen niet te laten provoceren tot domme dingen.

Judo kan ons verdraaid veel leren... zelfbeheersing: "de enige manier om in een wereld te overleven als die door idioten wordt gedomineerd."

zondag 15 november 2015

Kakemono 掛物

In veel Japanse interieurs zie je een kakemono 掛物, letterlijk een 'hangend voorwerp' in het Japans. Nu is dat een understatement voor de kunstwerken die het vaak zijn, en bovendien zijn deze voorwerpen meestal een hangende 'rol' (kakejiku 掛軸) waarop afbeeldingen uit de natuur zijn geschilderd, of kalligrafieën - wat ook niet zomaar wat tekens onder elkaar zijn, maar een 'weg'. Shodō 書道 noemen de Japanners het: 'de weg van het schrijven'. (Als ik nog eens langer naar Japan ga, zou ik dáár wel eens een cursus in willen volgen!)
eigen kakemono bij mijn dojo

Ook in de traditionele dojo kunnen deze kakemono aanwezig zijn. Toch mag men vragen stellen bij de noodzaak van deze 'rollen' aan de wand. Want zomaar een rol ophangen met Japanse tekens is niet wat een Japanner zal doen en dan kan het in een dojo net zo 'fake' zijn als het maken van een torii 鳥居 aan de wand. Een torii is normaal een soort poort (letterlijk: een 'plekje voor de vogels') die bij een Shinto-heiligdom het heilige van het profane afscheidt. Zoals ik ze in Tokyo overal gezien heb, al reden er soms ook gewoon auto's onderdoor (foto onderaan).
Een beetje Japans doen door Nederlanders, maar zonder oog voor de betekenis, is lege versiering. Om die reden moeten mijns inziens Westerlingen die niks snappen van Boeddhisme, geen Boeddha-beeldjes in een dojo of woonkamer zetten, alsof dat alleen 'voor de gezelligheid' is. Een katholiek Maria-beeld hoort niet in de kroeg als ornament, en een Japanse religieus beeldje niet in een westerse dojo als men daar alleen judo doet zonder religieuze bedoelingen.

Tokyo National Museum
Een kakemono zou eigenlijk een soort 'ikoon' moeten zijn. Een ikoon in de Griekse of Russische traditie is een schilderij van iets heiligs, of een heilige persoon. Maar het is niet zomaar een goed schilderij, maar een afbeelding met een beleving, die biddend en mediterend wordt opgebracht volgens nauwkeurig vastgestelde procedés. Een ikonenschilder moet leven wat hij maakt. Zo is ook een kakemono in een dojo met Japanse kanji er op niet zomaar een leuk dingetje, maar zou een uitdrukking moeten zijn van een spirit - in het geval van judo: de geest van het judo moeten belichamen. En degene die het maakt, zou daar ook zelf iets bij moeten voelen. Of het nu is om de sensei te eren, of omdat hij zelf de judoprincipes een warm hart toedraagt. En dan kalligrafie volgens de 'regels' der kunst. De weg van het schrijven is een ritueel...

In het Tokyo National Museum zag ik schitterende rollen, waarvan je voelde dat degene die ze gemaakt had, wél de beleving had van een doorleefde eenheid met de natuur die hij weergaf. Dan gaat zo'n kunstwerk leven als het ware. In de bovenzaal waar ik in Tokyo 'thee dronk' hing er ook een. Dat hoort zo, en daar is zelfs nauw bepaald in welk seizoen er wat hangt, en soms ook verband houdend met de waardigheid van de gasten.

Met die achtergrond kan het mooi zijn om in een dojo de kanji 柔道 jūdō op te hangen, of de twee principes seiryoku zenyo 精力善用 en jita kyoei 自他共栄 - maar alleen als de maker of ontvanger dat echt wat zegt voor de praktijk van zijn dojo. Een rechtgeaarde Japanner zal echter nooit deze principes op een gedrukte poster in een wissellijstje doen. Dat is een kwestie van aanvoelen, en zonder de echtheid, wordt ook een mooie poster in een dojo toch een leeg 'hangend ding'. 


Nu moet ik wel zeggen dat de Japanners er zelf dus ook wat van kunnen. Mijn recente Japanreis heeft me ook illusies armer gemaakt. Er zijn zeker traditionele Japanners, maar ik heb er maar weinigen de rituele buigingen zien maken bij het passeren van een torii. De taxichauffeurs die onder de poort op onderstaande foto doorrijden, buigen echt niet omdat ze een grote Boeddhistische tempel naderen. Sowieso, een drukke verkeersweg onder een heilige poort? Japan gaat ons soms voor in een lege culturele religie en dito rituelen. Het heeft ook daar soms de diepgang van een velletje rijstpapier. Desondanks is het interessant genoeg om de wortels en betekenis van alles op te zoeken, en daarom heb ik naast de deur naar mijn huisdojo dus een mooie Japanse scroll. Niet in Tokyo gekocht voor veel te veel geld, maar gewoon op een veiling in België. Ik hoop dat de maker er bij heeft gevoeld wat ik er bij denk...

het verkeerslicht hangt nog net niet áán de torii...

woensdag 11 november 2015

Doping, judo en geloofwaardigheid

Gisteren (dinsdag) stonden de media vol over het nieuwste dopingschandaal bij de Russische atleten. De WADA (World Anti Doping Agency) berichtte over het gebrek aan objectieve (lees: niet-corrupte, onafhankelijke) controles en pressie vanuit overheden en instanties.
Niemand minder dan de Russische president zelf, judoka Vladimir Putin, bemoeit zich daar vervolgens mee om te zeggen dat de beschuldigingen overdreven zijn. Dan staan er grote belangen op het spel dus. Tegelijk kan men het niet ontkennen. 'Rusland' haast zich te zeggen dat ze al jaren bezig zijn om een adequaat dopingbeleid te voeren, maar toch het boetekleed aan te moeten trekken. De gevolgen zijn enorm, zeker als het IOC zou besluiten de medailles achteraf terug te nemen. Wat een schande voor de betrokkenen! Het schandaal breidt zich elk uur uit lijkt het wel.

Vandaag staat de atletieksport in de beklaagdenbank. Niet zolang geleden was het de Tour de France en het wielrennen. Er worden wel vaker losse topsporters gepakt met resten van verboden middelen in hun bloed of urine. Gelukkig voor het judo heeft de Internationale Judo Federatie (IJF) strenge regels en handhaving, en doen ze als Olympische sport met de strikte lijnen van de WADA mee, de instantie die nu de Russische atleten in hun hemd heeft gezet. Maar is judo helemaal 'clean'?

Geloofwaardigheid

Wij moeten geloven met zijn allen dat het dopingvraagstuk binnen de topsport om 'incidenten' gaat. Maar geloven we dat ook nog? Ook nu het wielrennen na de Tour-schandalen 'clean' zou moeten zijn - ik kan niet meer naar profwielrennen kijken zonder in mijn achterhoofd te hebben 'zonder wat middeltjes komt men die berg niet op of als laatste in het peloton'... Denken velen niet onderhand dat dit een structureel probleem is in de topsport, in het algemeen?

wie is de sponsor?
Het vervelende is, dat we heel goed weten dat er in topsport enorme belangen spelen. Er gaat enorm veel geld om, en bestuurders van topsportbonden zijn vaak echte bobo's. Ja helaas hoor ik ook de verhalen over hoe de IJF-top zich gedraagt bij grote evenementen. Er wordt ook enorm gesponsord, en hoe kan men onafhankelijk blijven ten overstaan van grote geldstromen? Hoe verweven wordt sponsoring als de onderneming die geld in de sport pompt, tevens eigendom is c.q. belangen heeft vanuit de overheid van een bepaald land? Kan men in het geval van Rusland, kleinere voormalige Sovjetstaten, of Arabische landen, of China, een scheiding maken tussen 'overheid' en 'onderneming'? 

Aan het eind van de dag is het niet eens meer de vraag of de WADA kan bewijzen of en wanneer er dopingcontroles in Rusland gemanipuleerd zijn. Het gaat er op een gegeven moment niet eens meer om over welke sport het gaat. In alle topsporten wordt heel hard getraind, maar moet er ook enorm worden gepresteerd. Als er enkele landen zijn waarin veel medailles vallen door 'vals spel' met doping, zijn het sterke benen die overeind blijven tegenover de verleiding. Iedereen snapt dat. 

Aan het eind van de dag is het de vraag: geloven we het nog? Geloven we nog dat er - ook in het judo - absoluut géén sprake is van verboden middelen? Geloven we nog dat de instanties alles in de hand hebben, of is wat er in Rusland gebeurd lijkt te zijn, een topje van de ijsberg?

Geloofwaardigheid komt te voet en gaat te paard, net als reputatie. Het is triest, maar ik denk dat velen er niet meer in geloven. "Nu hier, dan daar, het zal wel overal zo gaan." Dat is ook voor een nobele weg als het judo een blamage. Was het voor Jigoro Kano niet iets van 'Mind over Muscle'?

zondag 8 november 2015

Kokoro 心 ofwel: probeer een Japanner niet te begrijpen

Het kanji 心 heb ik al eerder in diverse samenstellingen hier besproken, zoals in dit blog over Heijoshin 平常心. Daar wordt het als shin uitgesproken, maar als je het los zet, heet het kokoro, met de klemtoon op de laatste lettergreep. 

'de' Japanner?

Probeer het maar eens te begrijpen. Tijdens mijn tripje naar Tokyo heb ik veel gezien en al die indrukken zakken langzaam als kokend water op een koffiefilter naar beneden. Ik heb veel naar mensen gekeken, en dan zag ik het strakke protocol, de vriendelijkheid, de prettige en vreedzame wijze waarop men met je omgaat, in verkeer en dienstbaarheid. Dat is erg aangenaam voor de 'gast', moet ik zeggen en ik voelde me daarom erg prettig daar. Dat is één kant. Ondertussen besef ik dat er binnenin die Japanner ook een ondoorgrondelijke kern zit, waar wij westerlingen vermoedelijk nooit iets van zullen snappen. Hoe kan het toch dat mensen zich zó voegen in die strakke sociale protocollen? Dat ze zo hard trainen? En dan lees ik deze week in de krant dat die zelfde vriendelijke Japanner in zijn boekenkastje misschien ook de gewone of manga-versie van Hitler's Mein Kampf kan hebben staan - dat boek is in Japan immers nog steeds een bestseller, vrij verkrijgbaar... (noot onderaan) Tokyo is vreselijk gebombardeerd in de oorlog en daar kijk je als toerist met leedwezen naar, maar de paar overlevenden van de Jappenkampen hebben andere verhalen over de taaie wreedheid van Japanners 70 jaar geleden. Staan de mensen die ik heb zien bidden bij de Meiji-keizer in diens schrijn, te bidden met vreedzame boeddhistische gevoelens, of met heimwee naar het absolute keizerrijk? Is het een vrij land, of ook vaak een onvrij land waar mensen niet kunnen ontsnappen aan het 'moeten' van het collectief? Lijdt men er onder? Kennen wij de Japanner? Bestaat 'de' Japanner? We kunnen genieten van cultuur en schoonheid, vele judoka ontmoeten uiteraard geweldig fijne en aardige Japanners, maar ik denk dat we ook moeten relativeren en niet idealiseren. Want kunnen wij denken als een Japanner? Voelen als een Japanner? Is de ene Japanner de andere, en zien we meer dan de buitenkant? Allemaal gedachten na een reis.

Voelen en denken

En zo kom ik weer terug bij dat mysterieuze kanji 心 voor kokoro. Ik las onlangs dat een Japanner geen onderscheid maakt tussen zijn mentale activiteiten. Ze maken geen automatische scheiding tussen de logische en emotionele elementen van de geest, de mind. 
Het betekent, dat kokoro zowel het hart kan betekenen in de emotionele betekenis: de 'ziel, gevoelens, emotionele toestand, sympathie, oprechtheid'. Maar ook in de intellectuele zin van 'gedachten, ideeën, aandacht, interesse, beschouwing'. Ja, mijn lexicon zegt dat precies zo, maar je staat daar niet bij stil tot je inziet dat wij een onderscheid maken wat een Japanner niet schijnt te maken.

Wij westerlingen denken/voelen/leven niet zo 'holistisch'. Wij voelen ons ook niet volledig één met de natuur (of familiebanden) waarin we leven, en willen haar beheersen in plaats van gehoorzamen. En dat is essentieel om kokoro te begrijpen...! Wij kunnen (met onze opvattingen) iets heel anders denken dan dat je voelt. Wij denken zelfs met onze gedachten onze gevoelens te kunnen sturen, of omgekeerd: zo emotioneel te zijn dat het ons denken beïnvloedt. In goede samenhang geeft het ook balans, zonder balans krijg je overdreven rationele mensen, of overdreven emotionele mensen. Maar wij zien hoe dat werkt omdat we beide elementen onderscheiden. Ook als ze in mensen verweven lijken. En we voelen ook individualiteit. We leven op aarde, maar voelen ons er wel of niet in thuis, niet noodzakelijk één met de aardse natuur. Laat staan dat we er (blind) aan gehoorzamen.

Wat wij niet kunnen vatten, is waarom Japanners (of wellicht 'oosterling') zich zo kunnen laten meenemen in 'systemen' als een keizercultus, een harakiri- of kamikaze-actie, een loyaliteitssysteem als destijds de samurai, of nu nog de totale onderwerping aan de wil van de baas, de familie, of de... sensei. Of in een erger geval de wreedheid van een oorlog. Wij denken dan: voelen die mensen daar niks bij? Protesteert hun gevoel voor eigenheid niet, zoals Daniel-san dat had bij 'Karate-kid' mr. Miyagi? Nou... mogelijk inderdaad niet zoals wij denken, want het idee van kokoro maakt inderdaad dat men daar niet zoveel bij 'voelt' als het systeem zo is; zijn mindset is immers één geheel, en één met het universum. Het is zo, het moet zo dus het voelt zo. Kan men zich daarom ook kapot werken voor de baas? Trainen als een beest? Of zich stipt gedragen zoals verwacht wordt? Bij ons gaan de emoties tegenstribbelen, of we gaan er anders over denken. Vraag me niet hoe je dat moet verklaren, want dat is nou net het punt: wij denken bij kokoro vanuit een vertaling met vele equivoke betekenissen (projecteren ons eigen individualistische denken over de persoon/geest), en beleven niet het rechtstreekse begrip van 心, laat staan dat we onze geest deel voelen van een soort universum...

Positief en negatief

Duidelijk is in ieder geval dat de holistische beleving van kokoro zowel kan leiden tot een geest, zo rustig als een stil bergmeer, waarin de door mij eerder beschreven harmonie in de mens kan ontstaan, denkend aan heijoshin, (muga) mushin, junanshin, zanshin, en volgend jaar nog een blogje over shushin. Dan is deze eenheid van denken en voelen uitermate positief. Al besef ik dus meteen dat wij Westerlingen dat nooit zo beleven als een Oosterling... wat qualitate qua dan ook geldt als wij zen gaan doen of andere oosterse meditatie-vormen.

Gokpaleis voor volwassen mannen
Als echter kokoro leidt tot een ongevoeligheid voor emoties, en dus leidt tot een koude en gevoelloze mens, zonder medelijden met zichzelf of een ander, dan is men zelfs in Japan wel tot de academische slotsom gekomen dat er dan een probleem ontstaat. Ook los van de Tweede Wereldoorlog. Dan kan men denken aan de hoge zelfmoordstatistieken - de ultieme vlucht uit de onbalans tussen intellect en emotie of de greep van natuur en familie - of de excessen van geweld, anomie, apathie, verslaving, anti-sociaal en zelf-vernietigend gedrag. In die laatste categorie valt wreedheid naar de medemens, zowel economisch als binnen families en culturen (en de verheerlijking van Hitler's leer), alsook de dingen die ik in Tokyo zag (en die bekend zijn van meer Aziatische landen) waarbij volwassen mannen zich compleet te buiten gaan op gokkasten (foto linksboven, eigen foto) of zich helemaal onder de tafel drinken, al dan niet met collega's van de zaak. Willen sommigen toch ontsnappen?

Ik kwam er bij mijn bestudering van deze fenomenen achter dat de Universiteit van Kyoto sinds 2007 een Kokoro Research Center is begonnen, waarbij juist met moderne (westerse) systemen van gedragswetenschappen en psychologie de geestestoestand van Japanners wordt onderzocht. Men ziet toch ook wel nadelen van dit holistische denken over de geest.

Opvoeding en judo

Dit alles overziend, denk ik aan Jigoro Kano en het judo. Judo heeft tot doel om mensen op te voeden tot persoonlijke perfectie (jiko no kansei), juist gebruik van energie (seiryoko zenyo), maar ook sociale harmonie en werkelijk welzijn (jita kyoei). Kano legt daarbij zeer veel nadruk op morele vorming en ontwikkeling, waarbij hardheid en wreedheid wordt vervangen door de notie van . Om die reden was Kano ook enorm gekant tegen de opkomende militarisering in zijn laatste levensjaren. In die zin was Kano 'alternatief', geen slaaf van de geest van zijn tijd, en een zelfstandig denker - ondanks zijn Japanse trots. Hij zag in de menselijke natuur blijkbaar wat anders dan een soort nationaal-socialisme.
Ik vind op de pagina van het Kokoro Research Center dat men juist ook op deze terreinen de noodzaak ziet van onderzoek en ontwikkeling. Waarbij ethiek en (sociale) beslissingsmodellen daar redelijk op een lijn zitten met wat we bij Kano vinden over morele- en intellectuele vorming. 

Ik probeer met het beeld van Japan in mijn achterhoofd, te vatten wat Kano dacht tijdens zijn leven, en waarom hij zo geboeid was door opvoeding op zo'n breed terrein. Zijn judo was/is een vehikel via de weg van lichamelijke oefeningen en het 'vreedzaam' en beheerst gevecht, om betere mensen te ontwikkelen, persoonlijk en sociaal. Hij heeft dat (vermoed ik) gedacht vanuit de Japanse beleving van de menselijke geest, die kokoro. Het simpele feit dat Kano slechts een enkele keer spreekt over emoties als onderdeel van het morele systeem (bijv. woede en angst), begrijp ik pas als ik me een beeld probeer te vormen van dit soms mooie, soms problematische holisme van kokoro. 

Voor ons, Westerse mensen, werkt dit opvoedkundig systeem 'judo' overigens ook uitstekend. Wij benoemen alle problemen met emoties en psychische stoornissen, analyseren en onderscheiden. In de concrete mens is de 'oplossing' echter zeker niet simpeler dan in Japan. Wij zijn sociaal gezien beslist geen ideale samenleving met al onze individualiteit. Wij struikelen ook over de vele rugzakjes. Mens-zijn is universeel, sociale en psychische systemen kunnen verschillen, maar het bereiken van balans in de geest werkt bij elke mens heilzaam uit. Ten dienste van mens en samenleving. Daar wil judo toe bijdragen. Enne... Japan heeft judo ook nog steeds nodig dus, denk ik zo na mijn bezoek.

kunnen we zo niet-denken?



-------------------------------------------
Noot: op zich vraag ik mij wel af waarom Mein Kampf in Japan zo'n succes heeft, ook als manga-boek. Het is normaal een dik boek, vol met saaie (historische/politieke) bespiegelingen over Duitsland en Europa, waarbij hooguit de nadruk op deugd, opvoeding, staatsburgerschap, anti-individualistisch collectivisme, en uiteraard nationale trots een Japanner zullen aanspreken. Wel past de rassenleer in hoofdstuk 11 mogelijk bij het denken over kokoro en de eenheid van mens en natuur. Het sociale darwinisme van Hitler, en de verabsolutering van de natuurwetten, kunnen Japanners mogelijk wel aanspreken. Hitler koppelt racisme en nationalisme nl. aan een soort blinde gehoorzaamheid aan de natuur, en een sterk volk/ras is trouw aan die wetmatigheid. Echter, Hitler schopt ook enorm aan tegen de Japanse eigenheid, die hij uiteraard als inferieur beschouwt t.o.v. de Arische geest. (p. 359-360 NL editie) 

woensdag 4 november 2015

Uki goshi door Jigoro Kano

Als ik een week geleden meer tijd had gehad in de planning van mijn bezoek aan de Kodokan, had ik in de avond in de centrale dojo een speciale training kunnen zien van Uki Goshi, Jigoro Kano's tokui waza, want die werd daar vorige week woensdagavond een half uur lang gehouden bij gelegenheid van Wereld Judo Dag.

Toevallig stuitte ik op oudere video waarin Kano zelf gefilmd is bij een demonstratie van zijn uki goshi (tot 1:38, daarna volgt een demo over koshiki no kata). 


Het eerste deel van de film is Kano uitleg aan het geven over de principes van kuzushi. Opvallend: het bewegen gaat heel licht en soepel. Balansvernietiging was voor hem niet een potje duwen en trekken, maar met het hele lichaam bewegen en vooral de duw- of trekbeweging vanuit het hele lichaam laten komen. 

Dan geeft hij een demo van uki goshi. Dat lijkt gesneden koek, maar met dezelfde soepelheid uitgevoerd als de kuzushi-demo. Mooi hoe hij licht over de rug van uke grijpt, je ziet dat er geen hard kracht wordt gezet, of de band gepakt. Wel zie je hoe hij in een kleine flits zijn hara omlaag brengt voor hij werpt, en hoe soepel de worp tegen de zijkant van de heup loopt. Mooi.

Maar... het meest opvallend is dat hij de worp links doet (zoals in het nage no kata) vanuit een rechtse pakking. Als er pakking is tenminste, want dat is erg soepel en vlug, geen 'pakkinggevecht'. Op 0:54 zie het nog het duidelijkste. Kano 'duikt' als het ware onder de rechterhand van uke aan de revers door, tilt de arm op zodat deze in de positie komt als in het nage no kata waarbij uke aanvalt met een rechtse slagaanval (een soort yokomen uchi) en maakt dan de worp over de zijkant van zijn heup, waarbij hij zelfs licht achterover durft te hangen. (Het moge duidelijk zijn dit dit zo alleen werkt als de arm van uke bij diens pakking niet stijf in de verdediging blijft, maar dat geldt bij meer technieken...)

Het is bij nader inzien en reflectie, de vraag in hoeverre een rechtse uki goshi vanuit een rechtse pakking (zoals we die als eerste heupworp meestal doen) wel de primaire bedoeling is geweest van Kano. Waarom maken de meeste judoka, zeker beginnelingen, de uki goshi vaak als o goshi - in plaats van een 'kaatsende' zijwaartse heup die tilt, een diep indraaiende heup? Dat is uiteraard de logica van een heuptechniek zoals harai goshi of koshi guruma, waarbij de hikite aan de mouw van bijna net zo veel belang is als de heuptechniek. Dat gebeurt dan vanuit de pakking. De linkse uki goshi van Kano laat echter nauwelijks een hikite zien met de rechterhand. Hij is zelfs bij het inzetten nog met zijn hand aan het gebaren en het lijkt wel alsof hij de trekbeweging nauwelijks nodig heeft (wat ook zo is als de kuzushi en heupbeweging perfect is) en de rechterhand geleidt uke dan alleen nog maar voor diens val. Uke mag overigens zelf goed terecht komen, het mouw-kraag vasthouden bij het valbreken zoals wij nu doen, had Kano's uke blijkbaar niet nodig. Wat Kano hier doet is - overdreven gezegd - bijna een techniek zonder pakking! Dat staat dicht bij het oude jujutsu denk ik, en is dus ook uit te voeren zonder judogi...

Daarnaast denk ik aan de logica van het Nage no Kata. Waarom heeft Kano harai goshi, de tweede techniek van de koshi waza - eerst rechts vanuit een rechtse pakking - waarbij hij eveneens op de rug pakt, wél met een vol heupcontact gekozen, en uki goshi eerst links vanuit een rechtse aanval? Is dat alleen vanwege de aanval van uke of is er voor Kano ook een onderliggend principe? Ik vind er niks over terug bij Daigo, maar ook niet bij Oataki/Draeger in verband met het kata. Het enige wat er wordt aangegeven, is dat tori uke licht 'ondersteunt' als hij hem met de linkerhand om de rug pakt. Wat in de richting is van het werpen zonder veel pakking.

Veel vragen...

Verder draait de soepele heup van Kano nog best diep in, al blijft hij uke op de zijkant houden, niet met zijn 'achterste' zoals nu vaak wordt gedaan. Otaki en Draeger spreken dan ook van een 'half hip throw'.

Ik denk ook nog na - naar aanleiding hiervan - over de heupworpen volgens het Kawaishi-systeem, maar daar wil ik eerst met een paar mensen over 'stoeien', zeker wat betreft linkse of  rechtse pakking en heupcontact.

Zou ik vorige week in de Kodokan gezien hebben wat Kano op dit korte stukje historische film laat zien?

vrijdag 30 oktober 2015

Temiyage (手土産) en Omiyage (お土産)

Nu de reis terug. Ik moet als ik echt Japanner wil spelen, waarschijnlijk een extra koffer inchecken, want Japanners vinden het normaal om cadeautjes mee te nemen na een reis. Haha Ik ben dus geen Japanner geworden...
-- Omiyage (お土産) zijn de cadeautjes die ik meeneem als souvenir, maar dat is maar heel weinig, ik ken die gewoonte zelf niet.
-- Op de heenreis was het Temiyage (手土産) geweest, presentjes meenemen voor de gastheren of bekenden die ik zou kunnen bezoeken, maar dat was niet van toepassing - ik kende immers niemand in Japan. 
Maar als ik zou terugkeren naar bekenden, zijn stroopwafels en drop wel het minste wat men volgens de etiquette mag verwachten. 

Attendheid is onderdeel van de eerbied die mensen voor elkaar hebben, en als je het goed doet, zijn presentjes ook mooi ingepakt. Dat merkte ik na de thee-ceremonie maandag wel, het rijstpapier wat ik kreeg was mooi gepresenteerd en ingepakt.

Als je in Japan zou blijven wonen, is er het hele jaar door gelegenheid om cadeautjes te geven. Onderdeel van de cultuur zijn vaste rituelen en momenten waarop men geacht wordt elkaar te eren. Hoe kan het ook anders...

Wij nuchtere Nederlanders staan daar anders in en worden ook nooit Japanners. De belangrijkste souvenirs snuif je op, ervaar je, voel je. Dat zit meer van binnen, wat het als mens met je doet. En als je dat deelt met degenen die thuis zijn, of op dit blog, is dat niet onze omiyage?

Terugreis

De koffers zijn gepakt, de tijd zit er op. Een lange terugreis via München naar Düsseldorf wacht op me en ik hoop te kunnen slapen onderweg. Ik vlieg met de tijd mee en dus kom ik nog steeds aan op zaterdag, alleen duurt die dag wel 8 uur langer dan normaal. Ik zal wellicht best slapen, al is het me in Japan meegevallen wat dat betreft, helemaal niks gevoeld van de jetlag op de heenreis eigenlijk. 

Als ik opsta op zaterdag, gaan in Nederland de oogjes dicht en de snaveltjes toe, en kom ik terug naar mijn vaderland. Dag Japan!

zicht op Tokyo vanaf Haneda airport

Ueno Kōen

Vlak bij mijn hotel ligt Ueno Station, het enorme treinstation waar ook de Keisei Skyliner stopte en waar ik gisteren mijn Yamanote-trein pakte voor de grote Tokyo-Tour. Ik kijk al de hele week naar de enorme bomen achter het station en vandaag, de laatste volle dag dat ik in Tokyo ben, ging ik die van dichtbij bekijken: het oudste stadspark van Tokyo. Ueno Park (上野公園, Ueno Kōen). Het ging in 1873 open en past bij de wijk Ueno, waar nog authentieke huizen en winkels zijn bewaard, meer inderdaad dan in de rest van de stad waar rommelige laagbouw nog het enige oude is, en de rest torenhoge nieuwbouw.  

In het park zijn prachtige musea te vinden, zoals het Tokyo National Museum  (東京国立博物館, Tōkyō Kokuritsu Hakubutsukan), en ook de dierentuin van Tokio - maar dat is niet zo mijn ding.

Samurai

Aan het begin van het park staat een enorm standbeeld.Takamori (Takanaga) Saigō (西郷 隆盛 Saigō Takamori) (1828-1877) was een van de invloedrijkste Japanse samurai, in de late Edoperiode en vroege Meijiperiode. Hij deed mee met de Satsuma-opstand in 1877 en kwam daarbij op 'eervolle manier' om het leven - zo zeggen de legenden. Ja zo was hij dus en held van de samurai-traditie en van de modernisering van Japan in de 19e eeuw, waarvan ik gisteren bij de Meiji-schrijn kon zien hoe belangrijk die wordt gevonden. Saigo wordt wel "de laatste echte samurai" genoemd en van hem staat er dus in het park een enorm bronzen standbeeld. Van een parate vechter met zijn hand op het zwaard - en zijn hondje! Jaja, niet alle stereotype gedachten over Samurai zijn waar, en ik kon me ook al niet voorstellen dat zwaardvechters tegelijk een soort heiligen waren. Toch koestert Japan zijn samurai alsof het goden waren, en stoere Japanners zien hen toch als helden. Op heel wat plaatsen kun je ook als toerist samurai-prullaria kopen, zoals in Asakusa, en gisteren bij de Tokyo Tower. Als je het samurai kanji nog niet kende 侍 dan nu wel want het staat op allerlei t-shirts, petjes en whatever. Wat zag ik dus als eerste toen ik vanmorgen mijn rondtocht door het park begon? Een klas schoolkinderen die vol trots op de foto wilde bij hun 'held'.


In het prachtige nationaal museum zag ik later nog meer over de deze militaire klasse, die tot het begin van de Meijiperiode in 1868 zo dominant aanwezig was in de Japanse samenleving. 

Het park

Maar eerst nog wat verder door het park. Allereerst moet ik zeggen dat ik niet snap waarom Uneo park niet standaard wordt genoemd door mensen die Tokyo bezoeken als een must do. Ik heb 'de beste wijn tot het laatst bewaard' om het maar eens bijbels te zeggen, want Uneo overtreft op veel punten de klasse van veel andere plekken in Tokyo. Allereerst is het een prachtig park met oude bomen die goed bewaard zijn. Ook hier moet het in het voorjaar prachtig zijn met de sakura want de grillige prunussen zijn hier ook zeer opvallend aanwezig. 


Schrijnen

Maar verdere biedt het park mooiere schrijnen en tempels dan Asakusa, moet ik zeggen. OK daar zijn de grootste poorten en tempels op een complex bij elkaar en de rode lampionnen zijn daar groter. Maar wetend dat het bijna allemaal betonnen naoorlogs herstelwerk is, zie ik in Ueno wel wat anders. Hier zijn de tempels weliswaar van later datum (1651) dan de achtste eeuwse oorsprong van Asakusa, maar wel nog oorspronkelijk qua gebouw en qua sfeer... Een plaatje.

Het mooiste wat ik daar zag, was een Tōshō- (東照宮) , een Shinto schrijn waarin Tokugawa Ieyasu is neergelegd met de naam Tōshō Daigongen (東照大権現). Hij was de grondlegger van het Tokugawa shogunaat (1603-1868), in de Edo periode dus, eindigend met het Meijitijdperk. Deze schrijn was echter uit 1651 dus en prachtig met bladgoud en rijke versieringen afgewerkt. Schitterend houtsnijwerk, en gaaf. Dat had ik zo in Tokyo nog niet gezien. Maar de hele omgeving als zodanig was ook geweldig. Een toegangsweg door torii uiteraard, maar ook een weg met beelden, lantarens en prunussen. Door de kale bomen heen kon je een pagode zien, ook weer prachtig afgewerkt met goud.  









En dat was dan niet de enige schrijn/tempel in het park. Een stukje verderop stond de Hanazono inari schrijn, niet zo'n groot heiligdom van tempeltjes, maar wel een prachtige toegangsweg door een rij van torii




En dan is er nog de boeddhistische Kiyomizu Kannon do tempel uit 1631, ook nog gewoon van hout en in gebruik. 


Het museum

Tenslotte ligt in dit park het Tokyo nationaal museum, een must do zou ik zeggen. Er liggen nog meer musea, zoals het natuurwetenschappelijk museum, en een museum voor moderne kunst. Maar het nationaal museum is echt een klassiek overizichtsmuseum met kunst en topstukken uit alle periodes van Japan. Van de eerste tijd van het boeddhisme, tot en met de periodes van de samurai, en de moderne Meiji tijd en de hedendaagse kunstwerken. Allemaal heel mooi en ruim gestorteerd, en toch zo opgezet dat je niet het gevoel hebt dat je er in verdrinkt. Heel knap om zoveel bijeen te brengen en je te beperken in wat je doet.

Het is te veel om allemaal te beschrijven, enkele foto's moeten het verhaal maar maken.





samurai-harnassen
de mooiste kakemono
Wel heel interessant vond ik de tuin bij het museum waarin men een paar theehuizen en stijlhuizen heeft bewaard. Een ervan was in gebruik met mensen die gekleed waren volgens de tradities, maar de theehuizen, het was zoals ik het hoopte te zien op mijn reis. Ik heb ritueel thee gedronken in Asakusa, maar de echte nijiri guchi heb ik dan toch in het museum gezien.


theehuis met links nijiri guchi - het houten luikje om door te kruipen
En daarmee zit het er op. Morgen vlieg ik weg van hier, met honderden foto's en nog meer indrukken die niet meer weg vliegen. Ik heb veel gezien, veel genoten en lekker gegeten, veel geleerd en dat zal ik blijven gebruiken tot nut van anderen, de rijkdom van cultuur en levenswijze blijven delen.