vrijdag 30 oktober 2015

Temiyage (手土産) en Omiyage (お土産)

Nu de reis terug. Ik moet als ik echt Japanner wil spelen, waarschijnlijk een extra koffer inchecken, want Japanners vinden het normaal om cadeautjes mee te nemen na een reis. Haha Ik ben dus geen Japanner geworden...
-- Omiyage (お土産) zijn de cadeautjes die ik meeneem als souvenir, maar dat is maar heel weinig, ik ken die gewoonte zelf niet.
-- Op de heenreis was het Temiyage (手土産) geweest, presentjes meenemen voor de gastheren of bekenden die ik zou kunnen bezoeken, maar dat was niet van toepassing - ik kende immers niemand in Japan. 
Maar als ik zou terugkeren naar bekenden, zijn stroopwafels en drop wel het minste wat men volgens de etiquette mag verwachten. 

Attendheid is onderdeel van de eerbied die mensen voor elkaar hebben, en als je het goed doet, zijn presentjes ook mooi ingepakt. Dat merkte ik na de thee-ceremonie maandag wel, het rijstpapier wat ik kreeg was mooi gepresenteerd en ingepakt.

Als je in Japan zou blijven wonen, is er het hele jaar door gelegenheid om cadeautjes te geven. Onderdeel van de cultuur zijn vaste rituelen en momenten waarop men geacht wordt elkaar te eren. Hoe kan het ook anders...

Wij nuchtere Nederlanders staan daar anders in en worden ook nooit Japanners. De belangrijkste souvenirs snuif je op, ervaar je, voel je. Dat zit meer van binnen, wat het als mens met je doet. En als je dat deelt met degenen die thuis zijn, of op dit blog, is dat niet onze omiyage?

Terugreis

De koffers zijn gepakt, de tijd zit er op. Een lange terugreis via München naar Düsseldorf wacht op me en ik hoop te kunnen slapen onderweg. Ik vlieg met de tijd mee en dus kom ik nog steeds aan op zaterdag, alleen duurt die dag wel 8 uur langer dan normaal. Ik zal wellicht best slapen, al is het me in Japan meegevallen wat dat betreft, helemaal niks gevoeld van de jetlag op de heenreis eigenlijk. 

Als ik opsta op zaterdag, gaan in Nederland de oogjes dicht en de snaveltjes toe, en kom ik terug naar mijn vaderland. Dag Japan!

zicht op Tokyo vanaf Haneda airport

Ueno Kōen

Vlak bij mijn hotel ligt Ueno Station, het enorme treinstation waar ook de Keisei Skyliner stopte en waar ik gisteren mijn Yamanote-trein pakte voor de grote Tokyo-Tour. Ik kijk al de hele week naar de enorme bomen achter het station en vandaag, de laatste volle dag dat ik in Tokyo ben, ging ik die van dichtbij bekijken: het oudste stadspark van Tokyo. Ueno Park (上野公園, Ueno Kōen). Het ging in 1873 open en past bij de wijk Ueno, waar nog authentieke huizen en winkels zijn bewaard, meer inderdaad dan in de rest van de stad waar rommelige laagbouw nog het enige oude is, en de rest torenhoge nieuwbouw.  

In het park zijn prachtige musea te vinden, zoals het Tokyo National Museum  (東京国立博物館, Tōkyō Kokuritsu Hakubutsukan), en ook de dierentuin van Tokio - maar dat is niet zo mijn ding.

Samurai

Aan het begin van het park staat een enorm standbeeld.Takamori (Takanaga) Saigō (西郷 隆盛 Saigō Takamori) (1828-1877) was een van de invloedrijkste Japanse samurai, in de late Edoperiode en vroege Meijiperiode. Hij deed mee met de Satsuma-opstand in 1877 en kwam daarbij op 'eervolle manier' om het leven - zo zeggen de legenden. Ja zo was hij dus en held van de samurai-traditie en van de modernisering van Japan in de 19e eeuw, waarvan ik gisteren bij de Meiji-schrijn kon zien hoe belangrijk die wordt gevonden. Saigo wordt wel "de laatste echte samurai" genoemd en van hem staat er dus in het park een enorm bronzen standbeeld. Van een parate vechter met zijn hand op het zwaard - en zijn hondje! Jaja, niet alle stereotype gedachten over Samurai zijn waar, en ik kon me ook al niet voorstellen dat zwaardvechters tegelijk een soort heiligen waren. Toch koestert Japan zijn samurai alsof het goden waren, en stoere Japanners zien hen toch als helden. Op heel wat plaatsen kun je ook als toerist samurai-prullaria kopen, zoals in Asakusa, en gisteren bij de Tokyo Tower. Als je het samurai kanji nog niet kende 侍 dan nu wel want het staat op allerlei t-shirts, petjes en whatever. Wat zag ik dus als eerste toen ik vanmorgen mijn rondtocht door het park begon? Een klas schoolkinderen die vol trots op de foto wilde bij hun 'held'.


In het prachtige nationaal museum zag ik later nog meer over de deze militaire klasse, die tot het begin van de Meijiperiode in 1868 zo dominant aanwezig was in de Japanse samenleving. 

Het park

Maar eerst nog wat verder door het park. Allereerst moet ik zeggen dat ik niet snap waarom Uneo park niet standaard wordt genoemd door mensen die Tokyo bezoeken als een must do. Ik heb 'de beste wijn tot het laatst bewaard' om het maar eens bijbels te zeggen, want Uneo overtreft op veel punten de klasse van veel andere plekken in Tokyo. Allereerst is het een prachtig park met oude bomen die goed bewaard zijn. Ook hier moet het in het voorjaar prachtig zijn met de sakura want de grillige prunussen zijn hier ook zeer opvallend aanwezig. 


Schrijnen

Maar verdere biedt het park mooiere schrijnen en tempels dan Asakusa, moet ik zeggen. OK daar zijn de grootste poorten en tempels op een complex bij elkaar en de rode lampionnen zijn daar groter. Maar wetend dat het bijna allemaal betonnen naoorlogs herstelwerk is, zie ik in Ueno wel wat anders. Hier zijn de tempels weliswaar van later datum (1651) dan de achtste eeuwse oorsprong van Asakusa, maar wel nog oorspronkelijk qua gebouw en qua sfeer... Een plaatje.

Het mooiste wat ik daar zag, was een Tōshō- (東照宮) , een Shinto schrijn waarin Tokugawa Ieyasu is neergelegd met de naam Tōshō Daigongen (東照大権現). Hij was de grondlegger van het Tokugawa shogunaat (1603-1868), in de Edo periode dus, eindigend met het Meijitijdperk. Deze schrijn was echter uit 1651 dus en prachtig met bladgoud en rijke versieringen afgewerkt. Schitterend houtsnijwerk, en gaaf. Dat had ik zo in Tokyo nog niet gezien. Maar de hele omgeving als zodanig was ook geweldig. Een toegangsweg door torii uiteraard, maar ook een weg met beelden, lantarens en prunussen. Door de kale bomen heen kon je een pagode zien, ook weer prachtig afgewerkt met goud.  









En dat was dan niet de enige schrijn/tempel in het park. Een stukje verderop stond de Hanazono inari schrijn, niet zo'n groot heiligdom van tempeltjes, maar wel een prachtige toegangsweg door een rij van torii




En dan is er nog de boeddhistische Kiyomizu Kannon do tempel uit 1631, ook nog gewoon van hout en in gebruik. 


Het museum

Tenslotte ligt in dit park het Tokyo nationaal museum, een must do zou ik zeggen. Er liggen nog meer musea, zoals het natuurwetenschappelijk museum, en een museum voor moderne kunst. Maar het nationaal museum is echt een klassiek overizichtsmuseum met kunst en topstukken uit alle periodes van Japan. Van de eerste tijd van het boeddhisme, tot en met de periodes van de samurai, en de moderne Meiji tijd en de hedendaagse kunstwerken. Allemaal heel mooi en ruim gestorteerd, en toch zo opgezet dat je niet het gevoel hebt dat je er in verdrinkt. Heel knap om zoveel bijeen te brengen en je te beperken in wat je doet.

Het is te veel om allemaal te beschrijven, enkele foto's moeten het verhaal maar maken.





samurai-harnassen
de mooiste kakemono
Wel heel interessant vond ik de tuin bij het museum waarin men een paar theehuizen en stijlhuizen heeft bewaard. Een ervan was in gebruik met mensen die gekleed waren volgens de tradities, maar de theehuizen, het was zoals ik het hoopte te zien op mijn reis. Ik heb ritueel thee gedronken in Asakusa, maar de echte nijiri guchi heb ik dan toch in het museum gezien.


theehuis met links nijiri guchi - het houten luikje om door te kruipen
En daarmee zit het er op. Morgen vlieg ik weg van hier, met honderden foto's en nog meer indrukken die niet meer weg vliegen. Ik heb veel gezien, veel genoten en lekker gegeten, veel geleerd en dat zal ik blijven gebruiken tot nut van anderen, de rijkdom van cultuur en levenswijze blijven delen.

donderdag 29 oktober 2015

東京タワー ofwel Tokyo's Eiffeltoren

Tokyo Tower (東京タワー) is sinds 1958 het symbool van herwonnen zelfbewustzijn van Japan. Het is uiteraard een kopie van en net ietsjepietsje hoger dan de Eiffel Toren, en in de nationale Japanse kleuren geschilderd. Ik kwam er bijna langs met de trein dus vooruit maar. Voor 900 yen kun je je geen buil vallen en in tegenstelling tot de echte toren op de Champ de Mars in Parijs, stonden er geen lange rijen voor de lift. Dus maar even binnen een minuut op 150 meter hoogte over Tokyo uitkijken. WoW. Wat ik me nog niet zo realiseerde is dus waar: Tokyo is vergeven van de wolkenkrabbers, je moet maar durven in seismisch onrustig gebied. Waar je ook kijkt, alleen maar torens en torens en torens. Enorm, hoe groot kan de tegenstelling zijn tussen de kwetsbare en mooie natuur van de shinyuku Gyoen eerder op de dag en het maakbare, harde staal en beton van deze stad, zoveel kilometers, waarheen je ook kijkt... Het blijft indrukwekkend maar terwijl ik keek, voelde ik ook als niet eerder deze week, dat dit wel het Japan van nu is. Ik kan soms het Japan van het judo idealiseren en de principes hoog willen houden en dat is ook goed. Maar in de alledaagse wereld is Japan in de geest van de Meijikeizer een moderne weg gegaan, hoezeer men die ook kan verbinden met oude tradities. Ik besefte, zo uitkijkend over deze wereldstad, dat wij mensen met onze idealen altijd met onze tijd mee moeten gaan, niet stilstaan, maar vooruit. Bouwen aan een toekomst en dat zo goed mogelijk samen doen. Ondertussen blijft het kleine en religieuze in zo'n stad gewoon bestaan. Voor ik omhoog ging om van het uitzicht te genieten, zag ik de tempel waarover hieronder nog wat. Zo zie je hem van beneden, zo van boven. Maar... Van boven zie je ook wat er achter de tempel verscholen ligt, een begraafplaats. Al die grote projecten van een wereldstad, ach... We zijn maar sterfelijke mensen. Ik dacht ook: daar liggen ze, de mannen met de idealen. Als je er van een afstand naar kijkt, kun je niet anders denken dan: heden ik, morgen wij.




zicht op de tempel en begraafplaats

San'en-zan Zōjō-ji (三縁山増上寺) is de grote boeddhistische tempel in de buurt van de Tokyo tower en aangezien ik daar van het station niet aan voorbij kon gaan, neem ik deze religieuze bezienswaardigheid meteen maar even mee. De tempel werd gesticht door Yūyo Shōsō (酉誉聖聡). 





Shinjuku Gyoen (新宿御苑)

Shinjuku Gyoen (新宿御苑) is een van de grotere en populaire parken in Tokyo. Net als de Meiji-schrijn ligt het niet ver van het Shinjuku Station, maar het is wel veel ouder. Het gaat terug tot de Edo Periode (1603-1867) toen er een van Tokyo's landheren resideerde. Later werd het een botanische tuin tot de keizerlijke (Meiji-)familie het inpikte als eigen privé-tuin. Helaas ging alles verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar sinds 1949 is het huidige park open voor iedereen.


Shinjûkû (新宿) is wat buitenstaanders ook altijd zien van Tokyo, een stadsdeel vol wolkenkrabbers, neonreclame, winkels en uitgaan, rond het gigantische Shinjuku Station. Daar stapte ik ook uit voor mijn wandeling naar de tuin, waar ik hoopte nu echt iets te zien van de Japanse tuincultuur. 

Ik werd niet teleurgesteld. Je kunt kilometers wandelen en het was gelukkig iets minder heet dan gisteren, dat loopt wel lekkerder. Licht bewolkt maar droog, prima dus.



Ook deze tuin is dus aangelegd, maar wel erg goed. Ik snap waarom de tuin in de seizoenen mooi is. Er staan overal schitterende prunusbomen, die overigens net zo herfstachtig zijn als de rij prunussen voor mijn eigen huis. Alles blad er al af. Kale, grillige bomen die ook zonder bloesem mooi zijn in al hun ruwheid. Maar wat moet het een feest zijn als al die bomen tegelijk in bloei staan en de 'heilige' sakura zijn vergankelijke schoonheid ten volle tentoonspreidt. Hier had ik graag de rode bladeren gezien maar op enkele struiken na was dat nog niet het geval. 

prunussen
Wel heb ik bijna 100 foto's gemaakt van alle prachtig gecultiveerde bomen, de vijvers, de rotsen, de chrysanten, de hele sfeer zie zorgvuldig aangelegd en bijgehouden is, maar die nergens symmetrisch, nergens geordend lijkt, die in alles net doet alsof het zo door moeder natuur zo spontaan is bedacht. Het schijnbaar ongeordende is wat een Japanner mooi vindt. Als een beek die meandert, een boom die groeit zoals de wind staat, zo is een tuin op zijn mooist. Dat beeld blijft me bij van Japanse tuinen, en zo is het buiten Tokyo vast in de wilde natuur nog  in de overtreffende trap.  


chrysanten, de trots van de herfst



En op de achtergrond overal de wolkenkrabbers en de grote stad...


Wat is dus natuurlijk? De weg van de natuur (Ju) gaan is in zekere zin zoals deze tuin. Gecultiveerd, maar niet in beton gegoten. Mooi, maar niet te star of gepolijst. Vloeiend als water, beweeglijk, meebuigend met het seizoen en de wind. Ik vond de prunussen dus eigenlijk nog het mooist. Gek, nu ook het blad er af is, zie je de vormen van de boom. Dat zoiets kan bestaan, met wilde en breekbare takken. Dat bomen zo scheef kunnen staan en toch niet vallen. Ik moet deze herfst nog maar eens beter kijken naar de prunussen bij mij thuis, misschien dat ze me nog eens doen terugdenken aan Shinjuku Gyoen...




Meiji Jingū 明治神宮

Vandaag een dag van cultuur en natuur. Ik pakte een Japan Railways treinticket voor Tokyo waarmee ik voor omgerekend 5 euro de hele dag kan rondrijden en dat is leuker dan de metro want met de trein zie je nog eens iets van de stad. 

Als eerste project vandaag: de Meiji Schrijn (明治神宮, Meiji Jingū) is een schrijn die is neergezet voor de 'goddelijke' overleden geesten van de Meiji keizer en zijn levensgezellin. Het ligt mooi centraal met de wolkenkrabbers van het Shinjuku district op de achtergrond en voor wandelaars een feest want het ligt midden in een gigantisch park met veel loofbomen van een eeuw oud. Aangezien de parken en natuur één van de dingen is waarvoor ik Japan wilde zien, hoort dit park er zeker bij, al had ik qua natuur niet het gevoel in Japan te lopen, het had ook de Veluwe kunnen zijn, tot je op allerlei tori stuit, want die hebben ze op de Veluwe niet, daar zijn ze streng in een ander geloof. 


De schrijn zelf stamt pas uit 1920 - geen eeuwenoud verhaal dus zoals Asakusa - en staat dus tot meerdere eer en glorie van keizer Meiji en zijn keizerin Shoken, enkele jaren na beider dood opgebouwd als eerbetoon en shintoïstische tempel. Uiteraard werd ook deze schrijn in WOII verwoest, maar kort daarna heropgebouwd. Zoals inmiddels gebruikelijk: van beton en staal.


Mutsuhito 睦仁, (1852-1912) was de werkelijke naam van de 122e keizer en volgens de Japanse traditie kreeg hij na zijn dood de naam Meiji 明治, wat "heldere staat" of "heldere politiek" betekent. Hij was dan ook van groot politiek belang, als de eerste keizer van het 'moderne' Japan. Voor zijn aantreden was Japan een gesloten, feodaal en xenofoob land. Na zijn dood was Japan een geïndustrialiseerd land geworden, dubbel zoveel inwoners, en opener naar de wereld. Opener, maar nog steeds nationalistisch en zeer traditioneel in onze moderne ogen. De Meiji Restauratie was ook de tijd waarin Jigoro Kano voorzichtig Westerse ideeën binnenbracht in zijn educatieve systeem wat judo is. Wie de tijdgeest van deze periode verstaat, snapt ook waarom het judo en de Kodokan werd zoals we het kennen. Met zijn nieuwe idealen maar ook zijn beperkingen. Was Kano 40 jaar eerder geboren, hadden we in ieder geval geen judo van hem geërfd. De vrijheid die de Meiji keizer gaf, was de voedingsbodem voor een nieuwe tijd, en een nieuwe 'weg'


Overigens, belangrijk in de Meiji Restauratie was het verhuizen van de hoofdstad vanuit Kyōtō naar Edo (江戸) op 6 november 1868, en vanaf dat moment heette Edo 'Tōkyō'. Niet zo verwonderlijk dat alles wat keizerlijk is in de huidige hoofdstad van later datum is...

Schrijn en park

Ja en toen liep ik daar rond. Alles ademt wel een religieuze sfeer. Je komt binnen door een aantal torii, en dat is nog maar het begin. Na de tweede poort tref je de kwekers van chrysanten aan, bloemen die symbolisch zijn voor de eredienst in Japan, omdat ze zo kleurrijk zijn en veel water nodig hebben (dat weten we in Nederland wel) en alsof dat niet alles is, ook de drank wordt als iets goddelijks beschouwd: er staat een hele eregalerij met sake-vaten voor de koning, en zo te zien was de vorst geen geheelonthouder want als symbool van zijn openheid naar het westen, staat er ook een eregalerij met wijnvaten uit de Bourgogne...





Binnengekomen in de schrijn vinden we niet alleen de chrysanten maar een hele winkel aan devoties en amuletten. Net als in Asakusa wordt er wierook gebrand, reinigingswater gebruikt, en worden er gebeden en smekingen aan de goden geofferd. En er is een apart gebouw waar huwelijken volgens het shinto-geloof kunnen worden gesloten. Het schijnt daar een geliefde plek voor te zijn.

houten amuletjes

Het goddelijke van een keizer?

Voor ons nuchtere westerlingen komt het allemaal wel vreemd over moet ik zeggen. Wij hebben sinds het christendom staatsgodsdienst werd in 312 n Chr, de goddelijkheid van wereldse heersers weggedaan, en met het Derde Rijk rekenden we af met de enige Europese tiran die zich zo voelde, en zijn medestander in Japan, het keizerrijk is hier nu bijna net zo ceremonieel als bij ons. Bijna... Want als ik hier zo rondloop, heb ik wel een beetje het gevoel dat er onder de hypermoderne maatschappij die Japan ook is, nog steeds een hoop oude tradities verscholen liggen. Bij de schrijn lopen bewakers rond die de eerbied ook nu nog garanderen. Er lopen Japanners rond die je ook in de stad ziet, die hier bidden en offers brengen bij de tombe van de Meijikeizer. Net als de schijntjes die mensen thuis hebben, heeft het geloof hier een oude wortel en die leggen de Japanners niet zomaar af. 

Dit overziend, probeer ik me ook een beeld te vormen van het Japan van voor de oorlog. De tijd waarin Jigoro Kano worstelde met het opkomend nationalisme, zijn eigen wortels en modern denken in termen van nut en welzijn. Wij kunnen ons niet goed indenken hoe je een westers lijkend land, toch nog zo diep geworteld kan zijn in gevoelens van verering van leiders. Hoogachting is mooi, maar wij gaan met de graven van de Oranjes in Delft toch net iets anders om...


woensdag 28 oktober 2015

Kodokan 講道館 niet toevallig op 28 oktober...

Kodokan 講道館, de plaats waar de 'weg' wordt onderwezen. Nadat Jigoro Kano de Eishoji tempel met 12 tatami moest verlaten, maakte zijn judo-plaats nog een aantal tussenstops van groter en groter, alvorens in 1958 neer te strijken in de wijk Bunkyo.


Je moet er als judofan geweest zijn, want het is dus al bijna 60 jaar het judo-hoofdkwartier van de wereld, en al denkt de IJF dat zij het centrum van het judo-universum is, traditionele judoka keren terug tot de bron. Nou ja...


Vanaf metrostration Kusaga is het maar een klein wandelingetje - een minuut - tot de vierbaans Hakusan dori alvorens je voor een onopvallend modern kantoorgebouw staat. Ja dat is het dan. Met het bekende standbeeld van Jigoro Kano voor de hoofdingang, bijna geschapen voor de obligate selfie van Kano met elke judoka die moet laten zien dat hij er écht geweest is. Jazeker daar is-ie dan!

Mitesco was here, sensei ni rei
Judoka die vaker in Japan komen of kwamen (en destijds de mensen van het Judoforum) waarschuwden me al dat de magie van de huidige Kodokan wel meevalt en als je - zoals ik - niet komt om uitgebreid mee te trainen en/of met een versbehaalde dangraad het land te verlaten, is het allemaal maar heel gewoon. Interessant, dat zeker! Maar niet de plek om dagen rond te hangen. Nee het was er, sorry, gewoon saaaai... Lees mijn ervaringen...

28 oktober

Als er één dag in het jaar is om de Kodokan te bezoeken, zou het wel 28 oktober, Wereld judo dag, moeten zijn. De dag waarop in 1860 Jigoro Kano werd geboren. Ter gelegenheid van die 155e verjaardag, heeft het Kodokan Judo Instituut nét wat extra leuke dingetjes georganiseerd die voor mij het bezoek aan de Kodokan meerwaarde geven.  En dus prikte ik uiteraard juist deze dag/middag om er te zijn. En ja hoor, aan de buitenkant, op straat, stond zowaar een tv met een presentatie over judo.


Volgegeten in het steakhouse verderop, wandelde ik door de hitte naar de Kodokan waar ik 's morgens ook al langsgelopen was na daar uit de Toei metro te zijn gestapt. De Kodokan bestaat uit twee gebouwen met twee eigen ingangen. Rechts het deel met het standbeeld van Jigoro Kano onder het naambord 館, en dat is het oudste. Daarin vooral kantoren. Links het nieuwere gedeelte, met op de begane grond een winkel met kunstbloemen op de stoep, en uiterst links de ingang van de Dojo en het museum en bibliotheek. 



Museum

Ondanks wereld judo dag was het er doodstil. Op internet las ik dat de eerste 50 bezoekers een attentie zouden krijgen, en ondanks dat ik er om 13 u binnenstapte, was ik nog een van de gelukkigen. Ik bezocht het museum met het openbare stukje bibliotheek. Niet dat ik aan de bibliotheek veel zou hebben want alles is uiteraard in het Japans en ik hoorde van de bekenden op het judoforum destijds al dat men de geheimen van de Kodokan ook graag in Japanse handen houdt. Men deelt beleefd wat men wil delen zogezegd. Dat was in het museum ook te zien. Enkele historische stukken van Kano, teksten en kalligrafieën, en ook wat persoonlijke aantekeningen. Heel wat foto's van de diverse gebouwen (eishoji miste ik trouwens...) en van wedstrijden. Interessant enkele foto's van hoe het judogi er uit zag in die tijd, en ook een bewaard exemplaar uit de tijd. Aan rafels uiteraard...












Wereld judo dag menu

Het was wereldjudodag en dus was er wat speciaals. Nou ja, er was voor Japans sprekenden wel iets ja. Er was een bandopname van een toespraak van Kano te beluisteren, uit 1929. Ik deed wat de mensen toen ook deden, een opname maken via de dictafoon haha. Nu heb ik ook een stukje van de stem van Kano op mijn telefoon...! Maar was het wat? Goeie toespraak denk ik, over de principes van het judo. Maar ik weet nu waarom de leerlingen in de Kodokan in slaap vielen bij Kano's kogi. Het is vast mooi in die tijd, maar 'saaie stemmen' zijn niet tijdgebonden. Bovendien spreekt hij geforceerd en echt 'redevoerend'. Als ik deze opname zou laten horen aan een willekeurige hoorder, zou hij denken dat het een oorlogsrede was of zo... Ik verstond er niks van uiteraard, alleen seiryoku zenyo kon ik wel horen op het eind...

Verder was plechtig aangekondigd dat er in het rechtergebouw, bij het Kano-beeld een video zou zijn over 'van jutsu naar do' en dat had ik zeker boeiend gevonden, ware het niet dat het hier ging om een oudere tv documentaire in het Japans waarvan bij navraag geen ondertitelde versie bestond. Als ze de vraag tenminste begrepen hadden want in plaats van antwoord kreeg ik alleen veel buigingen en glimlachen. Hmmm men was duidelijk niet ingesteld op internationale gasten vandaag. Men is enorm aardig en beleefd, maar de taal van het judo is Japans en dat moet ik maar leren haha.

Mij was de tip gegeven om een sensei te vragen mij iets te vertellen of wat meer achtergrond te geven. De meneer die ik aan de balie moest vragen was er niet en er was dus alleen een mevrouw die zeeeer matig Engels sprak, verder alleen wat kantoormensen. Het hele complex leek uitgestorven...

De Dojo

Wel even de lift in het linkergebouw genomen om naar de achtste verdieping te gaan. Het is dat ik het allemaal al had uitgezocht, want niemand vertelde je verder iets, niet in het museum, niet aan de balie. Nu ja, het was overal al stil en inderdaad, er waren pas in de avond weer trainingen gepland. Dus zag ik alleen een lege Dojo, verder was er helemaal niemand. Het enige geluid was het gezoem van de koelingen van de  drankautomaten waar je (net als overal in Tokyo, zelfs op straat!) petflesjes kunt halen. Verder het gegil en geratel van de naastgelegen achtbaan. Dat was het.





Het hele gebouw kwam op mij meer over als een soort 'abdij' uit de jaren 60. Kloosters uit die tijd zien er net zo uit, strak en sober, maar ook net zo stil. In de Dojo boven voelde ik me alsof ik in een soort kerk zat, niemand aanwezig met in plaats van het tabernakel bij de rooms-katholieken, de nis met de zetel en het portret van Kano. Alleen ging ik hier niet zitten bidden uiteraard. 

Shopping

Ik had gehoopt in de Kodokan een mooi Japans judopak te kunnen kopen. De logica dat ze die daar wel zouden hebben, lijkt me aanwezig, maar neen. Ik kon er alleen wat souvenirs en t-shirts kopen, wat dan ook zo geschiedde. De dame achter de winkelbalie sprak overigens geen woord Engels, echt niks, een paar Amerikanen die er ook waren beklaagden zich daar over maar dat had geen zin. De dame gaf gewoon breed lachend rei aan alle bezoekers, en communicatie over de artikelen verliep via handgebaren en de prijzen op het scherm van de 'zakjapanner'. Ik verwees de Amerikanen maar naar de ATM/pinautomaat bij de 7/11 aan de overkant want ze hadden duidelijk verwacht met creditcard te kunnen betalen. Maar neen. Dat kan in Japan opvallend weinig merk ik, dus ook hier niet.
Het judogi uit Japan komt er deze reis niet, en ik wist het al wel, want ik had met een vaste bezoeker van de Kodokan gesproken voor de reis en die wist wat ik ook wist, een gi kun je hoogstens kopen 500 meter verderop in de straat. Die winkel had ik al gevonden uiteraard, hij ligt naast het Toei-metrostation suidobashi, tegenover het Tokyo Dome hotel. Het steakhouse waar ik had gegeten ligt er vlak naast, en dat is meer een aanrader dan de Budoshop. Eerlijk is eerlijk, ik stond er voor de etalage, waarin wat verkleurde spulletjes en handgeschreven Japanse beschrijvingen lagen. De spanning van een Kodokan judogi was al weg, maar hoe goed de kusakura gi van de winkel ook zullen zijn, ik had geen zin meer en de presentatie van de winkel kwam op mij over als... Laat maar.

Kortom...

De Kodokan moet je als judoka gezien hebben, zeker als je in Tokyo bent. Maar dat ik er een soort kloostergevoel aan zou overhouden, had ik niet verwacht. Ik ben vast op het verkeerde tijdstip geweest, en ik had vast mensen moeten aanspreken. Of beter Japans leren. Maar als zelfs op wereld judo dag de Engelstaligen een vrije dag lijken te hebben, heb ik gewoon pech gehad dus. 
Hoe dan ook, het dynamische van zo'n wereldjudocentrum was er helemaal niet. Helaas. Ik denk dat alle judoka die ik heb gesproken en alle lezers die er vaker geweest zijn, bevestigen dat je er moet zijn om te trainen, en dan langduriger, en als je dan mensen hebt leren kennen bij die gelegenheid, dat het dan best levendiger zal zijn. Als toevallige bezoeker zie je wat ik zag: het judo instituut waar veel gebeurt en gebeurd is, maar waar je niet te veel spektakel van moet verwachten als je in Tokyo bent. 

Het gevoel van de plek als 'heilige grond' kreeg ik er helemaal niet, ondanks de kloostersfeer. Dat had ik gisteren in Eishoji dan nog meer, en niet alleen omdat daar de voetstappen en sfeer van Kano lagen, en in de Kodokan alleen zijn erfenis...