zondag 28 mei 2017

Nesshin 熱心: hoe maak je iemand enthousiast?

Wij leven in een tijd waarin behoeftes vaak snel en direct kunnen worden bevredigd. Als we ergens heel lang op moeten wachten, "is de lol er af" zeggen sommigen.
Dat gaat behoorlijk in tegen de Japanse cultuur van de dojo en de judo training.
We beginnen met een witte band en het duurt héél lang en héél veel saaie trainingen voor we een paart treetjes hoger op de ladder komen. Niet voor niets dat veel judoka hun pak alweer uit trekken voor er een blauwe band omheen zit. Het duurt te lang en dan "is het niet leuk" meer.

Ik las eens het verhaal van een oude meester die een jonge man op bezoek kreeg die wilde beginnen in zijn dojo. Maar hij stuurde hem gewoon weg en keek niet meer naar hem om. Maar de jongen bleef terug komen en telkens opnieuw stuurde de sensei hem weg. Na een paar weken zo elke dag terug te zijn gekomen, keek de meester hem aan en zei: "Wel, als je toch elke dag hier rondhangt, kun je je ook nuttig maken" en hij gaf hem een bezem in de hand met de opdracht om de binnenplaats schoon te maken. De jongen deed dat, bleef elke dag komen vegen maar ving zo toch iets op van wat er binnen in de dojo gebeurde. Hij ging zelfs wat door de kieren loeren en op een dag schoof de meester de deur open terwijl hij gluurde en zei: "Nu ben je klaar om binnen te komen."

Je zou nesshin 熱心 mogen vertalen met 'een brandend hart'. (nes 熱 = gloeiend, warm, shin 心 = hart) Het is niet vanzelfsprekend dat judoka met dat hart binnen komen in een dojo. Een proeflesje is overal gratis en we stoten niemand af op de manier van die oude meester. Maar reken maar dat die jongen na al die bezem-oefeningen niet halfbakken meer had getraind. De eerste beproeving leerde hem karakter en maakte hem in vuur en vlam door het verlangen dat het in hem losmaakte. Zo kweek je wel judoka die doorgaan tot hun laatste ademtocht en niet tot hun groene band. 

Nu hebben we in onze tijd wel een andere manier om judoka nesshin te maken. En dat is YouTube of alle info die je op internet kunt vinden. Mensen worden zelfs katholiek of moslim door wat ze op het web vinden, en zo vinden ze ook judo. De tijd van de oude jujutsu-scholen bestaat niet meer. Niets is nog 'geheim' aan de dojo, en geleidelijke initiatie bestaat niet meer, behalve dan de banden en slippen.  

Toch moeten we in de judowereld een manier vinden om ook over de oppervlakkigheid van die media-nesshin heen te groeien. Zonder een brandend hart, zonder een beetje 'judogek' te zijn, of zonder in de dojo iets heel bijzonders te ervaren, wordt het niet meer dan een groene band. En dat betekent dat de judoka moet leren enthousiast te blijven door beproevingen heen. Het is geen instant gratification, en zelfs wedstrijden kunnen dat niet geven omdat de judoka dan door het verlies heen moet knokken. 
Judo is (net als alle gevechtswegen) een taaie weg en zonder een enorm enthousiasme houd je dat niet vol.

zondag 21 mei 2017

Karōshi (過労死) Je werkt je kapot...

Toen ik in Japan was, viel me meteen op hoe gedisciplineerd er gewerkt wordt. We weten van Japanse auto's dat ze perfect moeten zijn, en dat de treinen stipt op tijd moeten rijden. Allerlei dingen die wij als werkende mensen in Nederland minder belangrijk vinden: orde, netheid, discipline, toewijding aan je werk, omgangsvormen - dat is in Japan tot in het waanzinnige doorgevoerd.
Ik ken een Nederlander die met de cultuur en de taal daar vertrouwd is, maar die voor geen goud in Japan of dat deel van Azië wil wonen. Waarom? "Ik ga me niet kapot werken zeg!" Tsja... werken bij een baas betekent inderdaad in veel gevallen dat de baas je hele leven bepaalt, en dus weinig vrije tijd (die dan vaak na het werk ook nog met collega's en drank wordt doorgebracht) en bijna een vorm van 'slavernij' in arbeidsverhoudingen. De schaduwzijde van de veelgeprezen en over-geidealiseerde Japanse cultuur.

Nu zit het in Japan wel in de genen. Ik las laatst in Elsevier (25 februari jl.) een stukje over dit onderwerp en daarin werd geschreven dat sommige bedrijven de nadelen van het idiote overwerken wel inzien, en dus mensen op een 'normale' tijd naar huis willen sturen. Wat bleek? Werknemers weten niet wat het is en hoe ze dat moeten doen. Toen een ministerie om 20:00 de lampen uitschakelde om iedereen naar buiten te jagen, bleven veel mensen nog doorwerken. De gouverneur van Tokyo zou zelfs overwerkpreventieteams hebben ingesteld. O wee, wat een andere wereld dan de onze! Wij worden al moe als we er aan moeten denken.

Tot je er letterlijk bij neervalt...

Men kent in het Japans een begrip voor de overmaat aan werklust. Karōshi (過労死) wat letterlijk betekent 過 Ka= overmaat, exces;  = werk; en shi = dood... Jazeker. In Japan werken sommige mensen zich letterlijk dood. Als je zeven dagen per week werkdagen maakt van 12 uur of meer, zonder vrije tijd, met weinig slaap, soms veel alcohol of zittende arbeid, veel prestatiedrang en stress voor je targets, en dan ook nog eens single bent of anders een gezin met zorgen en kinderen, dan blijven er in het lichaam zoveel schadelijke stoffen rondzwerven dat het hart een keer ophoudt.

De Japanse werksfeer bewijst zelfs wetenschappelijk aantoonbaar, dat ontspanning en rust onmisbaar zijn. Zoals ik twee maanden geleden al schreef: "Welterusten en smakelijk eten". Je moet je rust nemen, dan herstelt het lichaam zich weer. Kenkō kanri 健康 監理. Je leven managen en de baas blijven over je buik en je bedtijd.

Judo, cultuur en gedrevenheid

Judo is in de Japanse cultuur geworteld die ik hierboven beschreef. Judo is ontstaan als moderne weg in een tijd van industrialisatie. Kano was een man die in zijn opvoedingsidealen wilde aansluiten bij het Japan van traditie én moderniteit. Ofschoon zijn ideaal van seiryoku zenyo door hem vaak wordt toegepast in een gematigde zin (nooit excessief energie gebruiken, laat staan op-gebruiken) is de mentaliteit van judoka in het moderne Japan uiteraard doordrongen van een werklust zoals men die ook in een bedrijf kent. Ik hoor wel eens verhalen van de keiharde trainingen op Japanse universiteiten, zoals in het boek van Bastiaan Ruitenga vorig jaar ook beschreven staat. Anton Geesink stond ook bekend als een 'trainingsbeest' die judo leefde en er echt alles voor over had. Daarom kon hij de Japanse trots breken. Zonder een 'Japans' trainingsplan (én het stukje kracht en massa) was het nooit gelukt.

Wij gemiddelde judoka zijn echter geworteld in een hele andere cultuur. Wij willen ons niet kapot-werken en ook niet kapot-trainen. Dat is maar goed ook dus. Maar... het grote 'maar' is dat we daarom als Nederland niet bij de Olympische top meer kunnen horen, alle Papendalverhalen ten spijt. Wij zijn middelmatig (geworden). Japan had de afgelopen spelen in twee gewichtsklassen géén medaille, in alle andere klassen bovenaan met judo. Dat is zeker een gevolg van techniek, die veel meer geworteld is dan het tactische spelletje in onze streken. Maar wij komen met al onze verstandigheid ook weer discipline en trainingszin tekort. Wat de dames en heren er zelf ook van mogen denken. 

Ik was en ben tegen de JBN als een soort 'Japans bedrijf' dat met willekeur mag spelen met judoka - zie het proces-Franssen. Maar ik zie ook wel dat er een middenweg is tussen je kapot werken/alles opgeven/slaaf van de bond zijn, en het middelmatige gemak waarmee wij denken wel even medailles te scoren. Wij mogen het exces (過 Ka) vermijden, maar we kunnen desondanks iets leren van de Japanse mentaliteit. Zonder idealiseren en adoreren, wél meer toewijding. Trainen tot je grens, nooit er overheen. Maar ook niet denken dat het wel genoeg is zoals we het nu doen... ik heb niet voor niets wel eens gepleit voor een Japanner als nationaal judotrainer. Hij zou het niet makkelijk krijgen met ons volk, maar met de huidige trainers krijgen wij het niet makkelijk op de Spelen.

In Japan kunnen mensen zich dus kapot werken en misschien ook wel kapot trainen. Niet doodvallen maar wel hun lijf snel verslijten. Als wij ons echter niet de totale toewijding van de Japanner eigen maken, kunnen we het vergeten dat we ze verslaan bij de volgende Spelen. Reken maar dat ze op eigen bodem geen millimeter gaan toegeven en er veel harder voor gaan dan wij. Als wij desondanks onze ambities niet bijstellen met het hele Papendal-avontuur, zullen we ons niet kapot trainen voor 2020, maar ons naderhand wel kapot schamen. 

"Als er inspanning is, volgt er resultaat" zei Kano. Ja, dat hebben ze in Japan dus begrepen tot in de uiterste consequentie.

zondag 14 mei 2017

Seiza 正座

Seiza 正座 zien wij als judoka als een vorm van knielen. Zo voelt het natuurlijk ook. Maar dat betekent het niet. 正座 betekent 'correct' (正) en 'zitten' (座). Om het dan ook Kneeling Posture te noemen zoals veel budowebsites doen, is gewoon niet juist. Het heeft met knielen niet veel te maken.

Als wij naar een Japans restaurant gaan, zitten we lekker aan tafeltjes. Toen ik in Tokyo was, ben ik ook twee keer naar een echt traditioneel restaurant gegaan, waar ik als westerling aan een laag tafeltje mocht zitten in een soort 'zitkuil'. Erg vriendelijk want ik denk dat ik anders nu nog last van mijn kuiten had gehad. Maar de echte Japanners zaten in dat restaurant in andere ruimtes, op tatami, gewoon in seiza gezeten. Lekker comfortabel, als het het gewend bent of er het lijf voor hebt...
Als wij dat moeten doen, vallen onze gevouwen benen al snel in slaap en dan hoeven we ook niet meer te genieten van een lange maaltijd met allemaal heerlijke gerechtjes, of een lange thee-ceremonie. De De 'weg van de thee' (sadō of chadō (茶道) die ik in Tokyo bewandelde, was ook in seiza, maar gelukkig nét kort genoeg om daarna mijn benen nog te kunnen gebruiken. Daar leerde ik ook 'zittend bewegen', door de Nijiri·guchi 躙り口 heen, ritueel schuivend, anders dan de bekendere shikkō (膝行) in aikido en sommige judo-kata, waarbij men gaat bewegen in seiza.

Seiza, etiquette en wapens

Waarom doen we zo moeilijk? In Japan kunnen ze toch ook gewoon een Ikea openen en de kamers wat moderner inrichten met leuke zitbanken en stoelen? Is seiza iets anders dan een rare Aziatische culturele gewoonte?
In Japan is deze methode van zitten altijd onderdeel geweest van de juiste etiquette en rei. Het is een manier van respect tonen, discipline ontwikkelen en geest en lichaam trainen. Respectvol omgaan met je zithouding, toont waardering voor de weg, je sensei en mede-judoka (of wat dan ook). Het is de overwinning van geest over ego, de betekenis van de ander erkennen, in de groep en voor jezelf. Alleen lastig om lang op die manier respect te tonen zonder te denken aan die pijnlijke en slapende benen...onze bloedvaten zijn er niet voor gemaakt lijkt het, wij knijpen de circulatie af als we lang zo zitten.

Seiza en de juiste etiquette dienden echter in de feodale tijden een ander doel. Zoals we de laatste weken vaker zeiden, zijn de traditionele Japanse wegen ontstaan in een gewapende maatschappij die ook in de moderne Japanse huishoudens ver weg is als men in seiza op tatami zit te dineren. De afstand en positie werd echter voorheen bepaald door de aanwezigheid van de wapens en de alertheid om je te kunnen verdedigen bepaalde waar je zat in de kamer, bij de deur of het venster. Zoals de dojo traditioneel wordt ingericht, weerspiegelt dat nog. Hoe je dus zat, je handen hield, hoe je boog, werd allemaal ingegeven door strategie. Vechters konden dan ook in seiza altijd hun wapens pakken en meteen de verdediging starten. Seiza was niet alleen een manier van zitten, maar ook een positie van alertheid. Dit is door de jaren allemaal verdwenen...

Hoe moeten we seiza zitten?

Hoe moeten we dan nu zitten in seiza? Ik kan daar zelf een hoop over bedenken, maar Eli Steenput, en Belgische gevechtskunstenaar en budo-deskundige heeft dat al veel beter gedaan dan ik. Dus hieronder zijn beschrijving die ik vond in Hajime-magazine uit 1998:

Voor een juiste seiza is het van het allergrootste belang dat de rug recht is en de nek goed gestrekt. Seiza is een sociale, beleefde, bijna onderdanige houding. Een agressieve seiza is dan ook een tegenstrijdigheid. Woeste gezichten trekken in seiza is een uitvinding van Hollywood, in het oude Japan zou dit leiden tot een snelle onthoofding.

Welke knie eerst
Om in seiza te gaan zitten stap je iets naar achter met de linkervoet, en plaats de linkerknie op de grond (de tenen zijn geplooid). In Aikido en andere op het zwaard gebaseerde krijgskunsten staat men meestal recht met de rechtervoet eerst, en plaatst men eerst de linkerknie op de grond. Dit demonstreert behoedzaamheid, omdat men het zwaard op de linker heup draagt, en het trekt met de rechterhand, kan men sneller reageren als men de linkerknie eerst op de grond plaats, de linkerhand eerst op de mat plaatst bij het groeten, enz.
Als men echter wil tonen dat men vreedzame bedoelingen heeft, zal men de rechterknie eerst op de grond plaatsen. Dit ziet men bijvoorbeeld in kyudo, het ceremonieel boogschieten, waar men met de linkervoet eerst rechtkomt en op de rechterknie eerst gaat zitten. Dit hoewel in warihiza, de geknielde stand voor schieten op het slagveld, de linkerknie op de grond is. De reden hiervoor is dat de ceremonies aan het keizerlijk hof vooral gericht waren op het beletten van een aanslag. Het zitten met de rechterknie op de grond maakt het moeilijker snel een schot in de richting van de kamiza af te vuren. In kyudo gaat men er van uit dat men enkel de seiza positie aanneemt en een zittende groet uitvoert als men zeer beleefd wil zijn, en niet als men aggressie verwacht. In sommige Aikido scholen plaatst men daarom ook de rechterknie eerst op de grond.
In vele stijlen plaatst men ook gewoon beide knieen tegelijk op de grond. In Yagyu Shinkage-ryu, Yagyu Seigo-ryu, noh theater, thee ceremonie en Shinto neemt men een half stapje achteruit met de linkervoet en zakt dan met beide knieen tegelijk naar de grond. Dit is ook de aangewezen methode als men een kimono zonder hakama draagt, tenzij men exhibitionistische neigingen heeft. Hierbij moeten we niet vergeten dat in vele battojutsu kata’s de linkervoet vooruit gezet wordt bij nukitsuke (het trekken van het zwaard), in het bijzonder in de Yagyu stijlen. In ongewapende stijlen zou het eigenlijk geen verschil maken welke knie men eerst op de mat zet.

Overlappen van de tenen
Plaats uw tweede knie op de grond, leg de tenen plat en ga zitten op de binnenkant van de voeten (tussen de hielen). De grote tenen raken elkaar of mogen lichtjes overlappen. Het hangt af van de omstandigheid en uw geslacht of de rechterteen over de linkerteen mag of omgekeerd, maar veel belang moet u daar niet aan hechten. Dit is de minst vermoeiende seiza. Het laten overlappen van de tenen kan de druk op de wreef van de voeten verminderen, maar kan anderszijds de knieen meer belasten. In iaido en andere gewapende stijlen waar men snel moet rechtkomen, zit men niet tussen de hielen. De enkels worden dichter bij elkaar gehouden, ongeveer zoals in kiza (seiza met de tenen in de mat geplooid), met de hielen onder het achterwerk, en de knieen meer recht vooruit gericht. Ideaal blijft er ook enige ruimte tussen de dijen en de kuiten. Dit is echter moeilijk lang vol te houden.
Soms ziet men mensen de voeten over mekaar leggen, maar dit is fout, het verbreekt het evenwicht en maakt het onmogelijk om de rug recht te houden. Bovendien kan in die positie een aanvaller u gemakkelijk klemzetten door op uw bovenste voet te gaan staan indien u ongewapend bent. Nog belangrijker, deze houding is zeer informeel, om niet te zeggen onbeleefd, boeren en chonin zitten zo, maar een samurai niet, zeker niet op formele gelegenheden (en training in de krijgskunsten in een zeer formele gelegenheid).

Afstand tussen de knieen
De knieen staan ongeveer 2 vuistbreedtes uit elkaar, voor vrouwen 1 vuistbreedte. Zorg dat uw knieen niet zo ver uiteen staan dat men u een stamp tussen de benen kan geven.

Positie van de handen
De handen liggen rustig op de bovenste helft van de dijen, de vingers zijn bijeen en iets naar binnen gedraaid. De schouders moeten absoluut ontspannen hangen, en mogen niet opgetrokken zijn. Zorg dat uw ellebogen niet uitsteken, hou ze tegen het lichaam, maar niet krampachtig. Plaats ook uw handen niet op uw knieen met de duimen naar buiten; iemand die naast u zit kan zo gemakkelijk een klem aanzetten (bv. Een aikido Sankyo).
Om recht te staan uit seiza is het belangrijkste ook weer dat u de rug en het hoofd rechtop houdt, en niet voorovergebogen en steunend op uw knieen of op de grond als een bejaarde rechtkruipt.
Let op de rechte rug en nek, bij het groeten en bij het rechtstaan of gaan zitten.
Probeer bij het gaan zitten of rechtkomen op dezelfde plaats te blijven. Sommigen zetten de voet een stap vooruit bij het rechtkomen of achteruit bij het neerzitten, met hanmi handachi als tussenpositie. Het nadeel hiervan is dat u bijna twee stappen vooruit komt bij het rechtstaan en twee stappen achteruit schuift bij het neerzitten. Spring niet recht en laat u ook niet neervallen, u moet gaan zitten “zoals de dauw zich zet op het gras” en rechtstaan “zoals mist opstijgt van een veld”.

zondag 7 mei 2017

Dodelijke technieken serieus nemen

Vorige week schreef ik over het aanpassingsvermogen van judo en de Japanse gevechtskunsten. Als iets zich fundamenteel heeft veranderd sinds het ontstaan van deze wegen, is het: het risico van de dood. Met Pasen had ik daar dan ook een blogje over: de kunst van de dood in de ogen kijken...

Jujutsu in de tijd vlak voor Kano was geen spel, geen opvoeding, maar de werkelijkheid van leven en dood. Technieken waren gevaarlijk tot Kano ze ongevaarlijk maakte, en de wedstrijden door regels werden beperkt en niet eindigden met de dood van uke. Het gebruik van zwaarden (katana) en dolken (tanto) of speren zoals we dat in enkele kata nog bewaard hebben, maar wat bij aikido en jujutsu nog gewoon geregeld op het menu staat, is ook een beheerst spel geworden. Het is allemaal van hout of soms zelfs van rubber, en hoewel een klap met een houten katana ook zeer doet, blijven hoofd en ledematen er verder wel aanzitten - wat bij het originele wapen geenszins zeker is, of zelfs de bedoeling was. 

Het enige wat in het judo nog tot de dood zou kunnen leiden, is een verwurging die wordt doorgezet tot uke de tijdelijke slaap met eeuwige slaap verwisselt. Als ergens nog kan worden gevoeld aan den lijve op de judomat, dat technieken iets 'dodelijks' hebben, is het wel bij de shime-waza. Het gebrek aan zuurstof voelt ook wat apart in het hoofd, zodat het effect niet te negeren is zoals bij sommige vormen van pijn waar je aan kunt wennen. Judoka voelen alleen bij verwurgingen nog enig risico en de totale afhankelijkheid van tori die weet van ophouden...

Zelfverdediging of spel?

Judo traint echter voor het gewone leven, maar aangezien de kans om gedood te worden in een straatgevecht of gewapend conflict in onze landen erg klein is geworden, betekent het oefenen van zogenaamd-oorspronkelijk dodelijke technieken, in feite niets anders meer dan een ritueel. Het bestaat feitelijk ook alleen nog binnen de strenge regels van het kata, dus ja... wie bedenkt er nog de impact van waar ze mee bezig zijn als ze schijnbaar achteloos een tanto of katana vastpakken aan de 'scherpe' kant van het wapen? 

Als budoka dan ook spreken over hun weg als middel tot zelfverdediging, bijvoorbeeld op straat, wordt er wel eens stoer en lacherig gesproken over de manieren om iemand te ontwapenen zoals je dat tijdens een mooie kata-oefening doet. Alsof... iemand die wellicht stijf van de coke met een scherpe dolk in de hand wel even bij de pols kan worden gepakt en een mooie rol gaat maken als je aan hem trekt... wat een dwaze onderschatting van het gevaar van dodelijke situaties en wapens.
Een goede vriend van mij vertelde het verhaal wat zich in New York City afspeelde. Een zwarte bander in aikido die hij kende, kwam een keer na de les bij zijn bestelwagen terug en vond iemand die de wagen wilde leeghalen. De deuren stonden open en hij sprak de man aan. De man keerde zich om met een mes in zijn hand. Hij stak de aikido student in zijn borst en deze overleed een paar uur later. Hij was niet in staat zich te verdedigen tegen de standaard voorwaartse steek-beweging... iets wat hij waarschijnlijk duizenden keren had geoefend in de dojo. (Christopher Caile)
Helaas nemen we als budoka eigenlijk het dodelijk-serieuze van onze weg ook niet meer zo serieus. Alles is sport en spel en iedereen overleeft het altijd. Gelukkig maar. Het is dan echter wel de vraag of we onze kunst wel als echte zelfverdediging kunnen zien, of er van leren wat de stichters er mee bedoelden. Het comfortabele beoefenen op veilige matten en in mooie gi, staat echter wel heel ver af van de tradities in Japan. En van het leven in de straat.

Wat we dus ook niet meer snappen, is de omgang met de natuur en elkaar zoals de Japanners dat deden. Wij hebben in een zekere kunstmatigheid alles beheersbaar gemaakt en de dood is nooit zo dichtbij. De medemens is zelden een gevaar. En dus is onze alertheid een spel, onze buiging en overgave een ritueel of soms zelfs een miskenning van de ander of het oorspronkelijke 'gevaar'. We kunnen het ons veroorloven om slordig en onoplettend te zijn, er staat niet meer de doodstraf op...

Traditionele gevechtskunsten

Om die reden bestaan er geen echte traditionele gevechtskunsten meer. De dood is niet meer in beeld en dus zijn alle technieken een ritueel spel. Zelfs in MMA waar men zogenaamd op leven en dood elkaar verrot wil slaan. Uiteindelijk is het doel dat beide vechters overleven en daarmee is de angel er uit. Want vechten deed je niet om elkaar genadig te zijn...
Als er iets is wat enorm ontbreekt aan de martial arts, is het een besef dat het leven kort en breekbaar is, en dat dit de reden is waarom we discipline en respect leren in de dojo. Als gevechtskunstenaars moeten we ons altijd realiseren dat onze handelingen absolute consequenties kunnen hebben....
Keith Vargo in BlackBelt Magazine.

woensdag 3 mei 2017

Het proces van Juul en de JBN (3) De ontknoping

Voorspel

Vandaag moest de rechter uiteindelijk bepalen of de JBN terecht heeft gehandeld door Juul Franssen uit te sluiten van een judocarrière in Nederland en de weg naar de Olympische Spelen. De 'ongehoorzame' Juul kon en wilde niet in het keurslijf van een verplichte training op Papendal. De keuze om óf feitelijk een einde te maken aan haar studie, óf haar judocarrière, is natuurlijk niet te maken. Zeker niet als je wél goed genoeg scoort om bij de mondiale top te horen met je eigen coach, én andere judoka "meer gelijk zijn dan anderen" (Orwell) en dus twee andere toppers langdurig in het buitenland verbleven toen Juul aan het JBN-spit werd geregen - zonder dezelfde sancties. In een eerste zitting vond de rechter met name die ongelijkheid in toepassing van de zelfbedachte regels, erg interessant en kon JBN-technisch chef Bonnes daar slechts hakkelend en zichzelf tegensprekend nog wat koetjesreep-chocola van maken. Uiteraard maakte de rechter daar in zijn vonnis nu ook een doorslaggevend argument van.

Inmiddels kregen er bij de JBN (en NOC*NSF) een paar mensen natte voeten, zodat men de uitspraak van deze middag meende te moeten rekken met een - ten dode opgeschreven - bemiddelingspoging zoals de rechter had aanbevolen. Uiteraard kon de JBN niet anders doen dan Juul daarbij tegemoet komen, maar zo flexibel () zijn ze bij de JBN niet, dus werd ook die mediation een lekker potje randori met stijve armen. Vooruit, dan moet de rechter maar hantei toepassen.

In de aanloop van deze ontknoping werd wel duidelijk dat de twee Kenamju-pupillen Noël en Kim opzichtig in beeld moesten worden gebracht als trouwe Papendal-bezoekers. Tsja. Sneu hoor om net te doen alsof nu alles volgens de regeltjes verloopt voor hen, terwijl iedereen wist dat ze voorheen hun eigen weg konden gaan. Vervelend ook dat beiden deze tijd niet bij hun geliefden konden zijn. Na deze uitspraak zullen zij wel de eersten zijn die naar verre oorden afreizen.

Veel erger is, dat links en rechts doorsijpelt dat er nog véél meer slachtoffers gemaakt zijn in de Nederlandse judotop, waardoor sommige goed-presterende judoka nu ook niet meemogen op belangrijke toernooien, of zich zelfs laten naturaliseren tot Belg, of zich afvragen hoe ze Papendal moeten combineren met hun leven elders in het land. Andere toppers geven de JBN-ambities maar op en scoren gigantisch op buitenlandse toernooien, met teams waar je u tegen zegt. 
De coach die zeker zo succesvol was met zijn pupillen als bondscoach Arens, is inmiddels (net als zijn leermeester) in België aan de slag, en verstandige mensen vragen zich allemaal hardop af in hoeverre men deze topcoach (die bij de laatste Spelen nog met succes aan de matrand mocht), bewust of per ongeluk geen kans heeft gegeven om talenten op Papendal te trainen... Hoe langer het duurt, hoe meer mensen gaan begrijpen dat de JBN samen met NOC*NSF een spelletje lijkt te hebben gespeeld. Naar Juul Franssen, die nu het boegbeeld van de verzetsbeweging is geworden, maar ook naar nog veel meer judoka. Judoka die allemaal met spanning de uitspraak van de rechter in Utrecht verwachtten...

De ontknoping 

Vanmiddag was het dan zo ver. Veel fingers crossed, zelfs kaarsjes aangestoken...
De rechtbank oordeelde dat de JBN niet in haar recht stond door Juul uit te sluiten van internationale toernooien en haar A-status bij NOC*NSF in te trekken. Ook hoeft ze niet in Papendal te trainen zoals de JBN eiste, maar kan ze gewoon in Rotterdam blijven trainen.

Daarmee is het een terechte ippon voor Juul, al haar eisen zijn ingewilligd en de JBN verliest op alle punten.

En nu dan maar hopen dat de JBN fair zal omgaan met de uitspraak van de rechtbank. Juul geen takjes tussen de spaken steken, maar gewoon een sportief verliezer blijken te zijn. Zoals dat judoka betaamt, ook al zitten er bij de JBN niet zoveel judoka meer aan de knoppen.

Naspel. Gevolgen voor de JBN

Het is natuurlijk koffiedik kijken voor de verdere gevolgen, maar de JBN heeft met deze uitspraak een enorm gezichtsverlies geleden. Zo hard van stapel lopen en dan zó in het ongelijk worden gesteld... tsk.

Het is de vraag of de bestuurders die verantwoordelijk zijn voor het debâcle zomaar op hun stoel kunnen blijven zitten. Aangeschoten wild loopt niet ver meer. Vooral Henri Bonnes zou zomaar geofferd kunnen worden op het hakblok en de Zwarte Piet krijgen - en dat met zijn baan moeten bekopen. Het is ook de vraag of NOC*NSF onder leiding van Maurits Hendriks zich van zijn meest medelijdende kant zal laten zien. Wie betaalt, bepaalt en het lot van een aantal mensen is waarschijnlijk net zo onzeker als de lotto-balletjes op zaterdag. En aangezien van die Lotto het grote geld komt voor het Papendal-avontuur...
Maar als alleen Bonnes zou moeten inrukken, is dat ook unfair. Bonnes is slechts een marionet en dat weet ook iedereen. Laat de verantwoordelijken in het bondsbestuur ook de consequenties trekken, en dan ook degenen die nooit in beeld kwamen maar wél de spinnen in het web zijn/waren en consequent deze lijn hebben doorgeduwd en voor-gestemd. Na zo'n wettelijk pak slaag blijven zitten is oneervol. Japanners zouden nu een tanto pakken en... nee doe maar niet, geeft zo'n rommel.

Het is daarnaast de vraag in hoeverre de tatami op Papendal zo gevuld blijft als de JBN had gedacht met dit NTC. Misschien dat de judoka die de Kenamju-sfeer van Arens c.s. wel leuk vinden, wel blijven hangen. De mensen die met plezier verhuisden naar de groene long in Arnhem-West, zullen ook niet terugwillen naar de eigen club. Maar anderen? Judoka die nog net niet gekozen hadden? Judoka die een betere klik hadden met Mark van der Ham of andere coaches? Judoka die sowieso met frisse tegenzin naar Papendal gingen en hun mond hielden uit angst om net als Juul bij het grofvuil te worden gezet? Wat gaan die nu doen?

De vraag gaat worden in hoeverre het hele JBN/NTC avontuur gaat imploderen na deze uitspraak en in de naschokken ook de RTC's zal meeslepen. De onvrede bij de judoka in den lande is enorm, het wantrouwen naar de JBN torenhoog. 

Als iedereen die nu zwijgt, na deze gerechtelijke uitspraak gaat zeggen en doen wat ze eigenlijk denken, kon de JBN best wel eens een Titanic zijn geweest de laatste jaren, die door stelselmatig alleen te luisteren naar 'kapitein Lotto', de ijsberg van de Utrechtse rechter niet zag aankomen. Nu maar hopen dat het orkestje van de Bondsraad niet blijft doorspelen tot de laatste judoka met de reddingsboot vertrokken is en de laatste mohikanen op het JBN dek ten onder gaan in de ijszee. Want dan wordt in Tokyo niet veel goud gehaald door Nederland...