zondag 30 juli 2017

Mizu no kokoru 水の心 (1)

Mizu no kokoru 水の心, betekent: een geest als water. Water is soepel en krachtig en in staat om rotsen te slijpen. Water vindt een weg door de natuur en is natuurlijk. Allemaal beelden die bij judo passen. 

Japanse woorden

Allereerst moeten we bij zo'n Japanse term even specificeren. Over Kokoro 心 schreef ik eerder al. Wij denken te snappen wat een Japanner met 'geest' bedoelt, maar wij stellen de 'geest' tegenover andere elementen van ons menszijn, terwijl het voor de Japanner het geheel van de mens betekent. Geest en lichaam zijn te onderscheiden maar niet te scheiden. Lees nog maar eens na wat ik daar twee jaar geleden al over zei. Houd in gedachten dat de 'geest' dus niet alleen de psychische gezondheid is, maar een hele persoon inclusief zijn denken, voelen en de lichamelijke levensstroom.
Mizu 水 is uiteraard gewoon: water. Een 'geest van water' is dus een persoon die vloeibaar, is, maar die niet wegspoelt uiteraard.

Stil-staan

Water kan troebel worden, en dat is als er vervuiling in zit die niet kon bezinken of wegspoelen, of als het continu stilstaat. Dat is water waar onze eigen onrust in blijft roeren en porren zodat alles wat op de bodem zou moeten (blijven) liggen, weer naar de oppervlakte komt. Dat water is ondrinkbaar en ondoordringbaar. Heel vaak komen we zo naar de training. Vol van de 'rommel' van ons leven, een geest die niet vrij is maar vol stress.

In judo (en andere budo) wordt daarom zo de nadruk wordt gelegd op een vrije geest die kan loslaten. Aan het begin van een judoles even een moment stilte, 黙想 (mokusō), om het water in je geest weer zuiver te maken. Daarom dat Jigoro Kano ook steeds benadrukt dat opgewonden raken zo destructief is in judo en tegen de geest van seiryoku zenyo. Die vrije geest is doorzichtig, open, en in staat om met en voor de ander op de mat te staan, en niet opgesloten te blijven in de eigen troebelheid. Als we niet los-komen, gaan we veel energie verspillen.

Met dat in gedachten is de vraag: hoe maken we ons geest als water? Daar moeten we bij stil-staan. Letterlijk en figuurlijk. Eerste stap is namelijk het stil worden. Het water in onze geest is namelijk heel vaak een soort kolkende stroom. Het gaat allemaal razendsnel in ons leven en in ons hoofd en hart zit een hoop onrust. Die kolken moeten er uit, maar zelfs de rimpels in de vijver. We moeten de storm stilzetten, maar ook de rest van de wind.

Dat doen we bij het mokusō-moment door te denken aan de schoonheid en realiteit van het heden. Een beetje zen. Elke gedachte aan wat we meenamen voor we gingen zitten, resoluut buiten gooien en buiten houden. Alle agitaties, alle ellende van thuis of je werk, je relaties, weg... Niet door er tegen te gaan zitten vechten - dan ben er nog niet los van - maar door te concentreren op wat voor je ligt, hier en nu. Denk aan een meer waarin niets beweegt, waar je niets hoort, geen vogels fluiten, geen vliegtuigen hoort overkomen. Niets. Wie wel eens in de bergen op reis is, weet wat die stilte en kalmte is. Ga daar voor zitten en adem diep in en uit.


In zo'n eerste moment van bezinning gaan als eerste de stormen liggen, maar hoe vaker je in jezelf keert, hoe meer ook de kleinere rimpels gaan opvallen en gaan verdwijnen, door alles in de juiste verhouding te zien. Water doet niet aan overmatig reageren, is uit zichzelf niet excessief als ze niet door andere krachten bewogen wordt. Het is in harmonie met de situatie en de omgeving (lees daarover meer volgende week).

Je manier van kijken en denken moet door stilstaan in evenwicht komen met de werkelijkheid. Niet te veel, niet te weinig in beweging komen. Als de geest zo gaat zijn, gaat ook het lichaam daarin mee, en dat is kokoro. Deze meditatieve benadering is geen zweverigheid, maar een serieuze training in balans. De archetypische strijders lijken de sterkste spieren te hebben, maar gebruiken ze vanuit een volstrekt kalme geest om van daaruit explosief te zijn op exact het juiste moment. Voor judoka zou die innerlijke balans en rust het uitgangspunt moeten zijn voor de uiterlijke actie. We roepen niet kiai, maar moeten het wel beleven.

Daarbij kunnen we ontdekken dat judo en andere vechtkunsten, net als water, reactief zijn. Go no sen. Water volgt de omgeving, maar neemt nooit zomaar het initiatief zonder wind, stenen, zwaartekracht of andere elementen/natuurkrachten. Het principe van seiryoku zenyo dat Jigoro Kano zo centraal stelde in judo, dat er geen onnodige energie wordt gebruikt om je doel te bereiken, wordt in water weerspiegeld en door een geest die als water is. Het is als een kat die afwacht, geconcentreerd maar beheerst in alles. Zo is een judotechniek die in zo'n stil water van de geest tot ontwikkeling komt, van enorme schoonheid en rust, hoe explosief hij ook wordt. Vol energie, levend, maar niet wild.

Judoka kunnen nog veel leren om kalm te worden. Een kort moment van mokuso voor de les is maar een schaduw van wat de werkelijke geestelijke houding zou mogen zijn...



Wordt vervolgd volgende week.

zondag 23 juli 2017

Waarom judowedstrijden geen schaakcompetities zijn

We kunnen honderd keer schrijven dat judo een 'weg' door het leven is, met hoge idealen, en dat wedstrijden ons alleen maar willen trainen, en dat vallen en opstaan er bij hoort, maar...

Maar wedstrijdjudoka (en vechters in veel andere kunsten) voelen dat toch anders. In de praktijk is het bijna nooit zo'n mooie levenslange, idealistische 'weg'.

Judo in wedstrijdvorm is een afgeleide van jujutsu en het oude Japanse vechten, en Jigoro Kano heeft weliswaar met alle macht geprobeerd om er een opvoedkundig systeem van te maken, maar in essentie is judo natuurlijk ook gewoon vechten.

Anders dan het winnen van een partijtje schaak, of het verliezen van een paar potjes kaarten, gaat judo dan ook over een stukje van je leven. Het is heel fysiek, het komt heel dicht op je huid, het doet soms ook pijn (hoe hard je ook kunt zijn door de trainingen) en daarom hakt een nederlaag er psychologisch veel meer in. Judo verslaaft al snel, maar heeft dus ook veel impact.

Submission

In het judo gaat het om controle van jezelf en de ander, maar in een wedstrijd wil de judoka vooral de ander controleren. Dat is ippon. Op een nette manier doen wat bij andere kunsten 'submission' heet.  In dat woord zit heel duidelijk opgesloten wat het doet. Je controleert niet alleen, je onderwerpt een ander ook. Onderwérpen is een handeling waarbij je heer en meester bent over de ander. In het oude jujutsu op leven en dood, betekende het letterlijk dat de meester mocht beslissen of de ander moest sterven. In het moderne jujutsu zie je dat de 'winnaars' bij een techniek een kiai-kreet slaken en soms een genadestoot-beweging maken. Niets lijkt zo erg als het verliezen van een match door een shido of scheidsrechtersbelissing, maar onderschat de psychologische impact niet van het 'onderworpen worden'. Op het niveau van het onbewuste hebben zeker mannen (en judovrouwen die daarin qua tijgerinstincten niet onder doen voor mannen!) een diep verlangen om te heersen, om boven te liggen, om het genoegen te smaken dat een ander moet opgeven, of gewoon verliest. Een archetypisch streven om groot te zijn, sterker dan anderen, slimmer, beter. Een oerinstinct dat nauw verbonden is met de hele persoon, en niet alleen met je ego.

Vechten is in alle eeuwen en culturen een vorm (geweest) waarin met name de mannen dit diep-menselijke gegeven tot uiting brachten. In Japan en in het Westen. In de Middeleeuwen duelleerde men, kinderen kunnen helemaal opgaan in ridderspelletjes met zwaarden, en vanuit het Japanse vechten kennen we vele varianten met wapens, of het gebruik van handen en voeten, of ongewapende submissie-technieken als judo, doorontwikkeld in Braziliaans JiuJitsu, en weer met atemi (of meer) aangevuld in MMA en kooigevechten. Waarbij dan het uitzinnige publiek weer alle oerinstincten toont als de twee vechters duelleren tot een van beiden zo ongeveer 'dood' mag zijn. 'Beschaafde' mensen kunnen menen dat het wreed is, maar in alle culturen blijkt steeds weer dat juist mensen die gewoonlijk heel braaf en beheers in pak lijken te leven, intens kunnen genieten als men 'los kan gaan', De cultfilm Fight Club laat dit op een rauwe maar ook psychologisch sterke manier zien, en veel games maken ook gebruik van deze diepe laag in mensen. Zoals men in rurale gemeenschappen kon genieten van hondengevechten of hanengevechten...

De kick van het winnen

We kunnen dus kletsen wat we willen over het loslaten van je ego op de mat, maar vooral testosteronbommen als puberjongens en jongemannen willen gewoon keihard vechten en dat de geëmancipeerde dames daar soms bij aansluiten laat alleen maar zien dat de kick van het vechten heel diep gaat. Voor veel moderne kids is judo dan al weer te soft want te weinig trappen en stoten... hard vechten en winnen op KO, of een ander die zichtbaar pijn lijdt, is 'leuker' dan een houdgreep.

Het winnen van een wedstrijd is dan ook een verslavend spel waarbij de eigen persoon een veel grotere (hormonale) kick krijgt dan de schaak-kampioen. Vergeef de triomferende winnaars maar hun vreugdedansjes, alleen Japanners kunnen die gevoelens van trots beheersen tot ze thuis zijn, of met een buiging teruggeven aan hun land en leermeesters. Het oergevoel is 'dansen op het lijk', klaar.

De andere kant:  de deuk van het verlies

Het verliezen van een wedstrijd kan psychologisch aanvoelen als een vernietiging van de persoon. Zeker als iemand vaak of constant verliest, zijn velen niet in staat daar mee om te gaan alsof het maar een spel is. Gevoelige karakters kunnen zelfs depri worden als ze verliezen met schaken of kaarten, maar bij gevechtskunsten kun je bijna niet lachend onderworpen worden. Dat soort nederigheid is aan slechts enkelen voorbehouden. Over het algemeen is verliezen bij het vechten een vorm van dood gaan... en dan kun je zeggen: "daar leer je van, sta maar weer op", maar werkt dat altijd wel zo? Niet iedereen is daarom wedstrijdjudoka denk ik wel eens.

Ik vraag me serieus af of Jigoro Kano, bij het bedenken van judo als opvoeding mét behoud van het wedstrijdelement, op dit punt wel zo goed doorhad hoe de mens in elkaar steekt. Of zijn Japanners gewoon meedogenloos? Zijn systeem had qua natuurwetten al diverse mankementen (daarover binnenkort meer) maar psychologisch denk ik dat ik ook steeds meer haken en ogen zie. Natuurlijk weten we nu meer over de mens en zijn driften dan een eeuw geleden. Daar mag je Kano niet op aankijken. Iemand als zijn tijdgenoot Morihei Ueshiba kon weliswaar enorm doorschieten met esoterische liefdesverhalen, maar het uitbannen van competitie omwille van de harmonie in aikido, temde ipso facto wel de oerinstincten. Reden wellicht dat aikido niet zo aanspreekt bij wandelende testosteronbommen... het ontbreken van de mannelijke agressie en winnaarsmentaliteit, maakt aikido al gauw te lief. En trekt ook de personen aan die daarbij passen.

Conclusie

Ondanks het bovenstaande, is de vraag hoe judoka kunnen léren van judowedstrijden op het niveau van dit stukje oerinstinct met betrekking tot vechten, winnen, onderwerpen en vernederen. In de praktijk heeft Kano niet kunnen voorkomen dat de beoefenaars gewoon de natuur volgen van de man. Misschien is het element ju in deze ook wel dat je het niet wílt veranderen, maar er in meegaat. Wel moeten we dan heel goed opletten wat het doet met de personen die niet (kunnen) winnen en die misschien heel diep vernederd worden door stelselmatige onderwerpingen. Sommige mensen zijn zó kwetsbaar of gewond door het leven, dat ze van binnen een beetje 'sterven' ook al is judo geenszins op leven en dood... ze kunnen veel leren van judo, maar het hakt er dan meer in dan een potje schaken.

zondag 16 juli 2017

Enthousiast mislukken

Persoonlijk ben ik best een bewonderaar van Winston Churchill. Een groot staatsman die veel heeft bijgedragen aan de bevrijding van ons land (van de Duitse overheersing van 1940-1945) maar ook een wijs man. Vorig jaar stond ik rond deze tijd aan zijn sobere graf bij een eenvoudig kerkje in Bladon (eigen foto hieronder), niet ver van zijn geboortegrond op het statige Blenheim Palace, net boven Oxford. Een man met een typisch Britse kijk op de wereld: nuchter en met humor en relativeringsvermogen. Tot zover de inleiding op de quote van deze dag, welke niet alleen van toepassing was (en is) op het Engeland voor en na de Brexit. 

Graf Churchill
Dit is echter een judoblog met oog voor alles wat we kunnen gebruiken op de mat en de opvoeding van mensen. Nu is het zo dat de adellijke opvoeding in Engeland (en elders) niet alleen bestond/bestaat in het paraderen door paleizen en zich door lakeien laten bedienen, maar voor de mannen meestal bestond in een militaire opleiding of een vergelijkbaar gedisciplineerd leven. Juist, net als in het oude Japan bij de Samurai - al was het daar op een andere manier een hard bestaan. Churchill kwam uit een geslacht van harde werkers en doorzetters, en dat maakte hem geschikt om met vallen en opstaan, door te gaan ondanks de V-bommen op London en de strijd te beslissen tegen de grootste onderdrukking die ons land de laatste eeuwen kende.

Uit die wereld van adellijke discipline-opvoeding komt beslist het citaat wat op deze dag de leidraad voor dit blog is.

Succes bestaat er in van mislukking naar mislukking te gaan
zonder je enthousiasme te verliezen.










Als wij het bij judo hebben over ukemi en vallen, proberen we er bij te blijven lachen. Maar of we het echt ooit met enthousiasme en vreugde gaan beleven? Nog sterker geldt dat voor wedstrijden, of zelfs al randori. Wie wordt er enthousiast van een verliespartijtje? Judoka die niet gedreven zijn om te winnen, kunnen beter thuisblijven, maar ik heb heel wat judoka gezien die na een verloren finale of kansen die ze misten zich even moesten terugtrekken en het plezier helemaal kwijt waren. Ik ken ook wel judoka die stoppen met wedstrijden (of zelfs met judo) als ze geen succes hebben.
Nou ja, dat is dus het punt van vandaag. Wat is succes? Is succes het behalen van de 'winst'? Churchill zal niet hebben beweerd dat hij succes had als de Duitsers een stad heroverden, of als de Britten veel manschappen verloren. Als we denken aan de moeizame strijd in ons eigen land, de slagen om bruggen en rivieren bij de bevrijding, de bombardementen op steden om de vijand op de knieën te dwingen... was dat in feite niet één aaneenschakeling van mislukkingen en verliezen? Als een staatsman op dat moment gaat twijfelen en zijn hoofd in de schoot zou leggen, maakt hij dezelfde fout als een judocoach die zijn judoka niet met nóg meer enthousiasme bestookt als hij nog kans maakt op de derde plaats na een verliespartij. Als hij niet overloopt van positieve energie als de judoka doodmoe neerploft na een uitputtende golden score, zal hij de judoka niet terug op de mat krijgen. 

Judo en om het even welke weg door het leven is altijd een aaneenschakeling van vallen en mislukken. Het is dan heel simpel om het te houden bij 'opstaan en doorgaan'. De mentale houding daarbij mag zijn: enthousiast blijven over de weg waarop je gaat. Of dat een rechtvaardige oorlog is om volken te bevrijden (Churchill) of een wedstrijdcarrière, of het blijven fitnessen of judoën na blessures of verlies... blijf positief, blijf er in geloven. 

Dus: verlies nooit je enthousiasme, ook als je niet alleen maar wint - wat je ook doet.

zondag 9 juli 2017

Ontspannen in judo: bewaak je centrum

Iemand vroeg me laatst eens in een mailtje: "'hoe kun je soepel worden door judo training?"

Dat is geen gemakkelijke vraag en al helemaal niet omdat ik geen expert ben.

Maar goed. Het hangt namelijk helemaal af van hoe een lichaam in elkaar zit en hoe iemand van nature beweegt. Iemand die stijf is qua lichaamsbouw, of met moeilijke spieren en gewrichten, wordt niet soepel bij judo. Je neemt mee op de mat hoe je bent.

Veel hangt wel af van de ademhaling. Als die gespannen is, verstart het hele lichaam. Zuurstof voor de spieren, maken ze niet hard maar soepel.
Postuur is daarom heel belangrijk, en ontspannen vanuit de buik. Ademhalingsoefeningen kunnen helpen. Maar de nadruk op het 'natuurlijk postuur' bij judo, en geen voorovergebogen houding alsof we nog in een eerder evolutiestadium waren, geeft wel ruimte aan de ademstroom vanuit de buik. Dat werkt ontspannend maar is ook goed voor de energie.
Verder is de grootste verstarring natuurlijk een mentale. Soepelheid is ook een geestelijke overwinning van angst, voor lichamelijke tegenslag en verlies. Ukemi soepel beleven, is dan een eerste basis. Wie zonder angst valt en graag valt, verliest angst.

Een mooi voorbeeld van ontspanning, soepelheid, en hoorbare ademhaling vind je bij deze aikidoka:

Wat deze man doet, is uiteraard enorm soepel.
En tegelijk: het lijkt simpel maar om dit zo te doen vraagt uiterste concentratie, m.n. op de ademstroom.

Als laatste schreef ik: soepelheid in judo is afhankelijk van je partner. Je deelt de energie met elkaar. Een rigide trainingspartner, of iemand die bang is, maakt soepel judo heel ingewikkeld, dan kun je bijna niet samen je energie afstemmen en dan zijn aanval en verdediging niet in balans. Hoe beter je partner op je is ingespeeld, hoe meer hij je totaal aanvoelt, hoe ontspannener je wordt, want je voelt je veilig, gemakkelijk en dus: soepel. Niet voor niets dat mensen bij danexamens een vaste uke willen met wie ze kunnen lezen en schrijven, ik bedoel, met wiens lichaam en bewegen ze helemaal vertrouwd zijn.

Je centrum bewaken

Maar als we kijken naar die video, en nadenken over ontspanning, kom ik wel terug bij wat aikidoka heel sterk benadrukken: je centrum, je buik. De zogenaamde hara is een deel van het lichaam in de onderbuik, net beneden de navel. Sommige mensen geloven dat je daar een bijna magische energie, ki, vandaan haalt. Wat het ook is, de energie voor je handelen, maar ook voor je ontspanning, vindt de basis in de buik en de ademhaling 'laag', dus niet op schouderhoogte, bij de longen, boven je zwaartepunt, maar in de onderbuik. Als een Japanner zichzelf wil doden, steekt hij dus geen zwaard in zijn hart, of snijdt hij zijn polsen door, maar prikt hij in zijn buik (hara kiri). Logisch als je dáár je levensbron localiseert. Al weten wij dat een dolkstoot in het hart een snellere en pijnlozere dood is overigens. (Disclaimer: don't try it at home!) 

De combinatie van ademhaling en zwaartepunt is natuurlijk wel interessant als het gaat over ontspanning. Want spanning is een vorm van onbalans, en daarbij struikel je mentaal over je zwaartepunt heen. Herstel van de mentale balans, komt net als de fysieke balans, uit je centrum, je buik. Je keert terug tot jezelf en ont-stresst. Geest en lichaam worden weer één en de stroom van zuurstof (of noem het ki) in het bloed, komen wel via de longen en het hart, maar worden gestuurd door dat lage centrum. 

Als we denken dat wij westerlingen niet gebouwd zijn voor dit soort Japans/Aziatische denkpatroon, kunnen we in onze eigen tradities overigens wel 'aanvullend bewijs' vinden. De Italiaanse zwaardvechter Camillo Agrippa, schreef in zijn traktaat "over de wetenschap en kennis van de wapens" in 1553 (!) over de buik als het lichamelijke, geestelijke en energie-centrum. Tsja. Het lijkt toch te gaan over universele principes die wij alleen wat laat ontdekten. 

Waarbij ik wel de kanttekening maak dat ook de Japanners wel eens hun ontspanningsoefeningen zouden mogen hernemen. Ik schreef in mei over de werkdruk van Japan, en de dood-door-overwerk. Ook Japanners mogen weer ontspannen door judo én de terugkeer naar hun eigen centrum.

zaterdag 8 juli 2017

Ontspannen in het pakkinggevecht

Destijds schreef ik op mijn webpagina Mitesco.nl al eens over kumi-kata. "Vastpakken. Dan denken we aan kumi-kata, om het maar eens op zijn Japans te zeggen. Wat betekent dat woord eigenlijk? Kumi-kata 組方 bestaat uit twee begrippen/kanji die iets zeggen over wat we in judo eigenlijk doen. 
Het kanji 方 = kata. Dat betekent: "de manier waarop, een weg", maar op een andere manier dan de weg in ‘ju 柔 do 道’. Weg hier als ‘methode’, technisch en niet spiritueel bedoeld. (Ook niet te verwarren met 'kata' 型 of 形, de 'vorm' van het judo kata) Vanuit het Japans is 'kata' in 'kumi-kata dus richtinggevend’, maar ook als een soort principe. 
Het kanji 組 kumi vertalen we gemakkelijk met ‘grijpen’ Maar eigenlijk betekent het veel meer “groep, team, verband, paar” en het komt van het Japanse 組む: kumu: verenigen, associëren, samenvlechten.
Letterlijk betekent kumi-kata dus niet zomaar ‘vastpakken’, maar: “Een manier om je met de ander te verenigen”. Kort gezegd: teamwork met je handen.
Het originele Japans drukt daarmee iets uit van wat judo ten diepste wil zijn. Het heeft niets te maken met agressie of geweld, maar met verbinding tussen twee mensen. Het ‘vastpakken’ is een middel tot een hoger doel van judo. Een manier om tot vereniging te komen."

De manier waarop veel judoka echter hun pakkinggevechten doen, is niets wat lijkt op vriendelijke vereniging, maar meer op bruut geweld. Dikke kragen, sterke spieren, niet voor niets dat sommigen judo wel eens oneerbiedig 'pyjama wrestling' noemen. Het is allemaal knetterhard. Jigoro Kano had daar een hekel aan, en dan moeten we bedenken dat hij waarschijnlijk zou gruwen van de moderne judogi - in zijn tijd waren dat dunne jasjes met korte mouwen die zouden scheuren bij het pakkinggevecht van nu.
De mouw en revers van de tegenstander moeten de meeste tijd licht worden vastgepakt (gripped lightly). Als iemand dat niet doet en heel sterk vastpakt, wordt hij op zijn beurt gehinderd omdat hij niet in staat is om op het juiste moment totaal vrij en snel te handelen. (Jigoro Kano, Judo Memoirs, p.40)
Judolegende Tamio Kurihura zegt daarom over de balans tussen kracht en ontspanning bij de gewone kumi-kata:
"Pak de judogi van de ander alsof je een ei in je hand hebt." (Kurihara, Meisterliches Judo, p.25)

Dat geldt óók en vooral als je partner denkt dat hij je moet slopen met zijn pakking. Laat je dan niet verleiden tot een potje trekken en sleuren. Het leidt alleen tot actie/reactie in de verkeerde richting. 

Maar als je in die lichte pakking je kans (debana) dan voelt, pak dán stevig vast en werp vastbesloten. Maak je vingers sterk en soepel om razendsnel af te wisselen tussen het vastpakken van een ei, en het grijpen van een steen. Dat lijkt de Japanse manier van succes op de mat, het gevoel wat zichzelf niet verraadt, maar de perfectere controle heeft met de vingertoppen. Zoals Kano zegt: "om op het juiste moment totaal vrij en snel te handelen."

Nu nog judoka vinden die dat gevoel zo hebben. Eerlijk gezegd hoop ik er nog eens een tegen te komen.



Hoe sterker iemand jou grijpt,
hoe meer jij moet ontspannen

zondag 2 juli 2017

WItte en zwarte banden: levels in het spel?

Wij knopen banden om onze judopakken, maar aan het reepje doorgestikt katoen wordt enorme waarde gehecht. Dat komt vooral omdat wij judo bekijken als een spel (zeker bij kinderen) en de nieuwe kleur band dus een soort 'level' is, zoals in een game. Kinderen zijn de hele dag bezig met gamen, punten scoren in spellen en dus zijn die banden en slippen hetzelfde. Leuk, voor de zomervakantie examentje doen en level/kyu omhoog.

Sowieso denken we bij banden en slippen in vaardigheid en prestatie. Hoeveel worpjes ken je? Hoeveel houdgreepjes, armklemmen en verwurgingen? Het numerieke systeem van Kawaishi werkte dat extra in de hand. Je kon een scorekaart maken van de cijfers en als je alles in de juiste volgorde kon laten zien, kreeg je er een nieuw level bij, met een extra kleurtje. Het wordt lekker prestatiegericht zo, en zeker jongens hebben zo'n soort van uitdaging wel nodig (al doen de meiden goed mee tegenwoordig).

De zwarte band is het hoogste doel in judo en veel andere disciplines. De ontelbare vechtsportscholen met Amerikaanse inslag, noemen het dan ook altijd 'black belt' met eventueel de 1st, 2nd 'degree' erbij. Maar die zwarte band, die is mooi jonguh! Een symbool voor 'kijk eens wat ik bereikt heb'! Buitenstaanders vragen trouwens ook altijd naar de kleur van je band als ze willen 'meten' hoe goed je bent. "Oh, je bent al blauw, dan ben je wel goed dus!" Nee hoor, dan heb je gewoon wat laat afgetikt in de shimewaza van iemand die beter is haha.

Relativeren

Het grote misverstand is, dat een zwarte of bijna zwarte band een soort level is, of zelfs een teken dat je goed bent, expert, of wat dan ook. Alsof je 'je band bent'. Je bestaan ophangen aan een kleur. Ik schreef een paar jaar geleden al: " Shodan 初段 is níet: de "meestergraad" of zo, maar "de beginnende (初 sho) stap/graad (段 dan)". Het is dus geen éindpunt maar een begínpunt."
Een shodan of iemand met een verse zwarte band is dus gewoon een beginneling. Klaar. Opnieuw beginnen met leren.

Als we denken dat banden heel traditioneel zijn voor Japanse budo, zitten we er waarschijnlijk ook al naast. Kano was de uitvinder van alle gekleurde banden wat hij in 1883 als systeem introduceerde. Niet om de ego's van de judoka te strelen en hun levels als spel te scheppen, maar als methode van opvoeding. Uiteraard. Alles in judo is om te leren, de rest is nonsens. 
Bij opvoeding en lesmethodes hoort natuurlijk wel een soort niveauverschil. Net als kinderen overgaan van de ene naar de andere 'klas', een leerjaar. Bij judo kreeg dat een kleurtje omdat de judoka door elkaar trainen en niet 'per klas'. Gewoon praktisch en veilig. Maar meer dan dat was het ook niet.

De judogi die we nu kennen zijn ook van latere datum en door de IJF regels steeds weer aangepast. Pas rond 1907 kwam het bekende trainingsuniform (keikogi) in zwang en kwam er ook een kuri obi (zwarte band).

Betekenis

In de basis kennen de meeste budo vooral het verschil tussen wit en zwart, en bij judo dan wit t/m bruin als kyu graden voor de beginnende sho dan. Volgens sommigen zijn die twee contrasterende kleuren geladen met een symbolische betekenis. Het zou een yin/yang (in Japan in/yo) zijn, vanuit de wortels van de budo die tot de Taoistische tradities teruggaan, waar in ieder geval het concept van "dô," of weg vandaan komt. Het idee van zwart/wit dualisme bestond in de Chi Hsi school van het Confucisme. Ik weet het niet hoor. 

Wel vermoed ik dat de Japanners vanuit hun strakke hiërarchische denkpatroon en het respect voor de ouderen, een diepe behoefte hebben aan tekens van anciënniteit. Wie formeel vooraan moet zitten in de dojo, en hoe je die aanspreekt in een van de taalkundige beleefdheidsvormen. Ook dat is heel praktisch, maar ook een kwestie van rei/eerbied.

Ik denk zelf meer dat het witte judogi met een witte band, een symbool kan zijn van budo-waarden als zuiverheid, het loslaten van ego, en eenvoud. Verder uiteraard van gelijkheid en respect voor elke persoon, ongeacht level of expertise. Allemaal dezelfde pure, natuurlijke katoen. (Al hebben wij die nu enorm gebleekt.) Om praktische redenen zou men anders beter voor donkerder kleding hebben kunnen kiezen, want wit is ook erg besmettelijk.

Als we echter terugkeren naar de wortels van judo, en het beschouwen als een weg, een streven naar perfectie en vooral een geestelijk-morele ontwikkeling voorop stellen bij de opvoedingsidealen, mogen we ons best de vraag stellen of zelfs de kleuren wit en zwart niet iets overbodigs hebben. Uiteindelijk is er wel een sensei als leraar, hiërarchie, en zijn er natuurlijk niveauverschillen, maar wezenlijk is iedere judoka leerling, beginner. Elk begint op een ander niveau wellicht, naargelang de mat-uren of ontwikkeling van de persoon. Maar meer dan dat betekent het niet. Als iemand overigens niet handelt of leeft naargelang zijn ontwikkeling, of terugvalt, is dat dus ook geen probleem. Elke dag een nieuw begin, en als je terugvalt, begin je daar weer opnieuw. Met de trap omhoog.

Aan het eind van de dag heb je de band vooral om niet in je blote bast (of t-shirt) te staan. Zoals de archetypische sensei Mr. Miyagi zegt: je hoeft geen touw te pakken. Om er je broek mee op te houden. Of je jas dicht te hebben. Of beide.



zaterdag 1 juli 2017

"I love judo"

Op Facebook delen we aan de lopende band 'likes' uit. Vertaald met 'vind ik leuks'. Dat is een uitdrukking van waardering en plezier. Dat Facebook daar zelf ook veel 'plezier' van heeft en heel veel geld verdient met onze voorkeuren, is dan ook de enige reden dat we gratis mogen liken wat we willen. Facebook likes us. Omgekeerd werken browsers samen met Facebook, zodat als we zoeken naar een mooie fles whisky bij een online slijter, we na het opstarten van Facebook meteen een advertentie van die slijterij te zien krijgen met die ene fles whisky. We like it or not. Maar goed.

De Engelse taal kent in ieder geval nog het verschil tussen een duimpje omhoog (like) en een hartje (love). Wij vinden iets gewoon leuk, maar to like is in het Engels nét ietsje meer. Als wij echter spreken over onze emotie bij iets wat we leuk vinden, gaat het al snel over "ik hou(d) van..." lekker eten, voetballen, snelle auto's, je werk, Amsterdam, seks, kaarten, kienen, en uiteraard 'Holland'.

Maar we zeggen ook: "ik houd van judo". Je kunt op internet overal voorwerpen en souvenir-achtige prullaria kopen met als opschrift "I love Judo". 

Waarom dit blogje? 

Omdat ik wel eens het gevoel heb dat we in onze tijd het begrip van liefde uithollen. Liefde is een consumptie-artikel geworden. We houden nog steeds van mensen en dieren, maar het kost steeds meer moeite om lief te hebben zonder de bijbedoelingen om er zelf beter van te worden. De commercie is de baas. Die heeft liefde tot een geregistreerd handelsmerk (TM) gemaakt zoals een zekere hamburgerketen de slogan "I'm lovin' it" wettelijk heeft gedeponeerd. Het is zó de tijdgeest. We houden van it, een ding, een hamburger of welk ander ding dan ook. We houden heel veel van dingen, van alles wat lekker is. Liefde als behoeftenbevrediging. Liefde als werkwoord voor het eigen ik. Zo maken we mensen en dieren ook al snel tot dingen, objecten voor je eigen lust of voordeel.

Als we met die bedoeling zeggen dat we van judo houden, dan vermoed ik dat we de essentie keihard voorbijlopen. Judo is namelijk het tegenovergestelde van behoeftenbevrediging of een lekker gevoel voor jezelf. Dat mag er bij komen, maar niet de hoofdzaak worden. Judo is net als de oorspronkelijker betekenis van het woord 'liefde' gericht op mensen, partners, of de mensheid als geheel. Omwille van het (wel)zijn en niet van het hebben. Het is geen consumptieve liefde, maar gevende, waarderende liefde. Liefde die gegeven wordt omdat hetgeen je doet mooi en waardevol is in zichzelf. Omdat het goed is. Omdat het vrede en harmonie brengt, mensen samensmeedt met diepe banden van kameraadschap en vriendschap. Dát is wat we mogen liefhebben in judo. 

Morihei Ueshiba, de grondlegger van het aikido, maakte dat tot zijn doel van de weg. Elke beweging en ademhaling als uitdrukking van een kosmische en natuurlijke liefde. Bij Ueshiba was het: "Alles is liefde", maar niet zoals Blof zingt, hoewel... zij zingen wel van geluk en toekomst voor jou en mij, wat aikidoka en judoka ook zouden mogen zoeken. 

Wij mogen van judo houden. Moeten het zelfs misschien. Maar wel op een juiste manier, die recht doet aan de doelen van de nobele weg. Het grootste geluk deel je met elkaar. Op de mat en in het leven. Dat vind je als je beter kunt geven dan nemen. Omwille van welzijn van anderen met jouzelf. Dat noemen we wel eens jita kyoei...