zondag 13 juni 2010

Kodokan judoleraren

Wat is een goede judoleraar? Uiteraard zullen de CIOS-opleidingen zeggen dat het van belang is dat je de opleiding goed doorstaat, je zoveelste dangraad behaalt en je theorie goed kent. Interessante criteria.

Busen

We hadden in Nederland een geheel eigen traditie van judo. Een beetje klassiek. Wat meneer de Korte nu ‘Busen’ noemt, wat het uiteraard historisch-wetenschappelijk helemaal niet is, maar wat op één punt waar was/is: de meeste judoleraren zijn van het no-nonsense type. Niet zwetsen, maar dóen. Meer de praktijk dan alle theorietjes er omheen. Aanvoelen en geen theorieles.

Kodokan

Nu is de tendens de laatste jaren, zeker in het Zuiden des Lands, om weer meer het klassieke Kodokan judo te gaan doen. In kata – alles precies volgens het boekje. Niet het expressief-explosieve ‘Busen’ judo, maar proberen de laatste Kodokan-dvd na te lopen. “Nee, niet de voet zo, dat moet zo niet!” Maar ook in de lessen.
Welnu, denk ik dan als eenvoudige judo-leek. Vertel me dan eens wat Kodokan judo anders is dan het klassieke werk van – noem eens een naam – Michigami-sensei?
Volgens de opleiding tot judoleraar moet je een les tot in de puntjes voorbereiden. Niet het ‘Busen’-doe-maar-wat, maar een strakke lesopbouw. Met motorische doelen, cognitieve vaardigheden, en sociaal-affectieve doelstellingen. Toe maar! Het wordt bijna professioneel!

Doelen en vaardigheden

Nu zou het zo moeten zijn, dat Kodokan judoleraren alles zouden moeten weten van de exacte opbouw van elke techniek. Van de balansverstoring naar de combinaties. Waarom welke stap, waar het moment van tsurite en hikite ligt, etc. en hoe een worp wordt uitgevoerd. Ken je Gokyo! Weet hoe het in elkaar zit. Intellectueler judo.

Natuurlijk moet een Kodokan judoleraar exact weten hoe het menselijk lichaam wordt getraind, hoe de spieren worden gebruikt, waarom een techniek in het Gokyo-leerproces daar staat, en wat Kano bedoelde de judoka aan te leren. Lichamelijke opvoeding, weet je wel?

Natuurlijk zou een Kodokan judoleraar moeten weten wat de even zo belangrijke doelstellingen zijn op wat ze nu dan ‘sociaal-affectief’ gebied noemen. Wat Kano morele opvoeding noemde. Hoe draagt judo bij tot sociaal-maatschappelijk verantwoord gedrag? Worden we een beter mens die bijdraagt tot het welzijn van de samenleving? Op de mat en daarbuiten?

Eigenlijk klinkt de Kodokan judolerarenopleiding me als muziek in de oren. Het plaatje zou perfect moeten kunnen zijn.

Praktijk

Af en toe kijk ik over de schouder eens mee in de keuken van één van de aankomende Nederlandse judoleraren. Ik heb het volste vertrouwen dat zij een kei zal worden. Maar meer door een gezond verstand dan dankzij de opleiding. Als ik daar papieren van zie, wordt ik niet echt vrolijk. Nee, het wordt niks met Kodokan judo in Nederland als degenen die het moeten brengen de principes niet glashelder op een rijtje hebben. Dat glasheldere, dat ben ik nog niet tegengekomen. Ik ga hier niet herhalen wat ik in de cursuspapieren heb gelezen. Samengevat: sommigen horen wel de klok maar weten niet waar de klepel hangt, lijkt het. En met betwistbare keuzes ook, zonder de pedagogische bagage die ik zou verwachten. Ik denk bijvoorbeeld niet dat de judolerarenopleiding helder uitlegt wat de cognitieve, motorische en sociaal-affectieve lijn is men moet verhelderen bij het leren van o soto gari.

Zo krijgt meneer de Korte alsnog gelijk. Nederland is meer ‘Busen’ dan we willen. Of 'Kawaishi', je weet wel, van de eerste, tweede en derde beenworp. Een Japans-Franse methode, thans verguisd, maar voor wie het bestudeert best een interessante insteek.

Ach, al die etiketjes. Busen, Kodokan, Kawaishi... wat zijn ze waard als de opleidingen zelf nauwelijks het dieperliggende pedagogische verschil weten...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten