dinsdag 4 augustus 2015

Bitterballen van Cor...

Topjudo Kenamju stuurt elke maand een digitale nieuwsbrief de wereld in, en het is interessant om te lezen hoe een Nederlandse topclub zijn judo organiseert.
Een vaste rubriek in het bulletin is 'Kroketje met Cor': Voormalig JBN-Technisch Directeur en Kenamju-ikoon Cor van der Geest die kroketjes verorbert en ondertussen zijn ongezouten mening geeft over de judowereld.

In het julinummer (vorige week verschenen) trakteert Cor de lezers echter meer op bitterballen. Bitterheid verpakt als 'zorgen' over het Nederlands judo. Of om nog meer woordspelingen te gebruiken: geserveerd met 'mosterd na de maaltijd'.

Enkele 'Geestige' bitterballen:
“Ik bekijk het judo bij Kenamju, maar ook het Nederlandse topjudo van een afstandje. De onzekerheid over de centralisatie in Papendal is slecht geweest. Daar ga je uiteindelijk voor betalen. Ik vind het trouwens absoluut verkeerd dat er voor deze oplossing is gekozen. De rol van het NOC*NSF was daarin niet goed. NOC heeft natuurlijk veel geld geïnvesteerd in Papendal, wat er uit moet komen. Daar zitten een paar mensen op kantoor die verzinnen wat goed is voor het Nederlandse judo, maar je hoeft het judo niet opnieuw uit te vinden, we zijn al zo ver”. 
“Zo’n centralisatie kan bij een sport als atletiek, niet bij judo waar je sparringpartners nodig hebt. Als wij in veertien gewichtsklassen willen ontwikkelen dan werkt mijn piramidesysteem het beste. Dat houdt in dat er vier steunpunten zijn tot 21 jaar. Een in Eindhoven, Heerenveen, Rotterdam en Haarlem. Zo houd je de hoeveelheid judoka’s breder en kunnen de subtoppers, die je als sparringpartners nodig hebt, ook mee blijven doen. Want die gaan nu echt niet naar Papendal. Voor de senioren zijn er twee steunpunten, die stromen dus door naar Haarlem of Rotterdam..." (aldus de Kenamju nieuwsbrief. citaat door mij gecorrigeerd op taalfouten.)
Mag ik daar krities naar kijken?

Tsja we weten het. Het systeem van vier steunpunten was het beste. Er valt over te discussiëren natuurlijk, maar de JBN heeft een eigen afweging gemaakt, en die is anders uitgevallen. Het gevoel bij 'sommigen' in den lande (vooral trainers en clubs) dat clubs in Haarlem, Rotterdam en Eindhoven 'bevoordeeld' werden en uiteindelijk Haarlem en Rotterdam de topjudo-koek onderling verdeelden, is in ieder geval nu weg. De JBN heeft zich kunnen losmaken van het gevoel dat ze meer gebonden was aan enkele clubs dan aan anderen, en dat is positief en eerlijk voor alle judoka en clubs. De eigen club centraal. Geen reden om daar bitterballen over te gooien, al zijn de druiven natuurlijk zuur voor wie alles had ingezet op een beleid wat verdwenen is.
Tsja, we weten van de vete tussen Cor en een voormalig JBN-bestuurder, zijn afkeer van NOC*NSF die hij beschuldigde van vieze spelletjes. Dus moet er nu nog een keer een bitterbal tegenaan worden gegooid. Dat bouwt lekker op - ahum, niet dus. Maar weet je wat? In de tijd dat hij aan de technische touwtjes trok bij de JBN, was ik (met veel andere judoka) uitermate teleurgesteld over de judobond. Het had de muffe geur van achterkamertjes en spelletjes over de hoofden van judoka, trainers en clubs heen. Dat was niet leuk. Ik wilde een tijd lang niet eens JBN-lid zijn, zo weinig kon ik me herkennen in de bond.

En nu hebben we opeens wél een transparante, opener, financieel redelijk gezonde JBN, die gedurfde en betaalbare keuzes maakt voor het topjudo, en daarover volstrekt open communiceert met alle betrokkenen. Die draagvlak wil scheppen, mensen niet tegen elkaar laat uitspelen, maar wil verbinden. De JBN lijkt wel herboren. Van zichzelf-afbreken door ruzies en ivoren torens, naar zichzelf-opbouwen door samenwerking en toegankelijkheid. Met nieuwe mensen die uit een andere cultuur komen. Dat lijkt me positief voor de talentenontwikkeling, of lijkt dat maar zo...? Ook al moet er zeker nog veel gebeuren binnen de JBN, van een bond zoals hij nu is, ben ik wel graag lid.

Het ware te wensen dat Cor van der Geest omwille van de eigen club Kenamju, en de vele toegewijde en succesvolle judoka die deze club voortbrengt, zich voor 100% achter het nieuwe beleid van de JBN zou stellen. Men hoeft zichzelf niet te verloochenen, maar een goede judoka leert van zijn 'verlies' en durft zich zonder mokken neer te leggen bij een 'scheidsrechtersbeslissing'. En of Cor nou aan de zijlijn blijft mokken met bitterballen en mosterd-na-de-maaltijd, de Kenamju-judoka die verder willen komen hebben geen keus: zij moeten naar Papendal, graag of niet. Het zou voor hen een steun in de rug kunnen zijn als ze van hun oude coach ook positieve adviezen zouden kunnen krijgen. Opbouwen. Verbinden. Stimuleren. Vragen helpen oplossen in plaats van ze op te werpen. Toekomstgericht en niet omzien met wrok. Mentaal sterker worden. Ik neem aan dat bekend is van onze Stichter, dat hij leerde dat negativiteit verspilling van kostbare energie is? Seiryoku zenyo is zeker nu: schouders eronder en trainen. Niet mekkeren maar aanpakken.

Daarom een oproep aan Cor van der Geest: beste kerel, je hebt veel betekend voor het Nederlands topjudo en daar zijn de judoka je heus dankbaar voor. Maar begraaf alsjeblieft de strijdbijl, wees een sportieve vent, en bewijs Kenamju en het topjudo een dienst door de judoka een positieve weg naar Olympisch goud te wijzen. Ja, via Papendal. Mét de JBN en NOC*NSF.  Alleen door te verbinden en partners te zijn, kunnen we ambities waarmaken en winnen. Jouw Kenamju-vrienden verdienen beter dan jouw bitterballen, man, echt waar....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten