maandag 13 april 2009

'Een killer in kimono' , biografie van Anton Geesink

Vorige week maandag (6 april) werd Anton Geesink 75 jaar. De reus die in 1964 de judowereld op zijn kop zette met zijn zege op Kaminaga is een oude man geworden. Als verjaardagscadeau heeft uitgeverij Nieuw-Amsterdam een boek uitgegeven over de Utrechter in hart en nieren. Wijk C was niet het beste gedeelte van Utrecht en Anton was zeker geen uitzondering in zijn buurtje. ‘Van volksjongen tot VIP’ luidt de ondertitel van het boek dat sportjournalist Kees Kooman samenstelde aan de hand van allerlei interviews met bekende judoka en mensen uit de Olympische wereld. Het beeld van Anton als levenslange straatvechter blijft je wel bij nadat je het boek hebt gelezen. De uitgever sluit aan bij de recente Nederlandse traditie om boeken te drukken voor de verkoop en dus niet voor de diepgang. Alleen de titel en ondertitel wijzen al de weg naar de inhoud. Een vlot geschreven boek in vlotte kreten, maar zonder veel kennis en gevoel voor de judowereld.

Een recensie

De lezer kan van Kooman niet veel leren over judo. Wat mag je verwachten? Een impressionistisch schilderij van Anton Geesink. Kooman is een sportjournalist die niet veel meer over judo weet dan wat de mensen die hij interviewde hem vertelden (en wat hij probeerde te begrijpen). We kunnen enkele woorden van Anton zelf lezen (een aantal cursieve mini-hoofdstukjes in het hele boek en ook een slotwoord) maar het meeste van de tekst is een compilatie van interviews met bekende judoka als Jon Bluming, Jaap Nauwelaerts Agé en Peter Snijders, en natuurlijk een aantal belangrijke mensen in Utrecht, vrienden, IOC leden en allerlei lieden die de auteur, Kees Kooman, kon interviewen. Wat heeft Kooman ervan gemaakt? Een zeer leesbaar boek, gemakkelijk geschreven in een erg populaire stijl (wat ik al verwachtte op basis van de titel, ‘een killer in kimono.’) Het boek zal goed verkopen. Wat werd aan de verkoopbaarheid geofferd? Iedere wetenschappelijke pretentie, voetnoten en feiten. What you see is what you get. En wat je krijgt is een heleboel populaire vergelijkingen met soms banale voorbeelden uit het alledaagse leven, gemakkelijk te volgen voor een verwend televisiepubliek. Soms lijkt het wel of je de voice-over van Hart van Nederland zit te lezen. Wie is Anton Geesink? Aangezien Antons geheugen erg selectief is geworden (volgens Kooman) zijn feit en fictie niet meer zo goed uit elkaar te houden. En de ‘meningen’ van andere mensen zijn soms ‘een beetje’ gekleurd, d.w.z.: vrienden spreken als vrienden, vijanden als vijanden. Grove woorden, onbeschaafde uitdrukkingen – typisch Nederlands – zijn geen zeldzaamheid in het boek. Wat verwacht je anders als je bijvoorbeeld iemand als Jon Bluming zijn verhaal over Geesink's gezworen concurrent Wim Ruska laat opdissen? Anekdoten, superlatieven, ongelooflijke avonturen, het is allemaal bij de prijs inbegrepen. Maar na het lezen van alle smakelijke details, weet ik natuurlijk nog steeds niet wie Anton Geesink is. Ja, de impressionist heeft de kleuren geschilderd van een simpele en sterke kerel, met een hart van goud, met minder diplomatieke gaven dan spieren, een onverbeterlijke straatvechter, iemand die niet van ophouden weet, die nooit zijn verlies accepteert en geen medelijden met anderen kent. Iemand die veel ruzie maakt, een zelfingenomen kerel die niet tegen kritiek kan. Maar ook een slimme vent die precies weet hoe hij indruk kan maken op de juiste mensen en die dus ook vrienden maakte over de hele wereld. En natuurlijk: een grote judokampioen, vanwege een ijzeren lichaam, een “trainingsbeest”… Maar is dát dan de judoka Anton Geesink? Nee, we lezen wat sportminnend Nederland wil. De man die op maandag het sportkatern van de Telegraaf uitspelt. Anton Geesink, de gewone man, een held. Iemand waarin we ons kunnen herkennen als we zelf de maatschappelijke ladder willen beklimmen. Het succesverhaal van een gewone jongen uit een Utrechtse achterbuurt: “Van volksjongen tot VIP”, precies. De ondertitel is goed gekozen. Voor een dubbeltje geboren en tóch een kwartje geworden. De Nederlandse versie van de ‘American Dream’ of zoiets. Was het een leuk boek? Ja en nee. Ik verwachtte niets anders. En Anton Geesink is, zoals gezegd, voor de gewone Nederlander een aaibare held, die judo een leuke en sympathieke sport maakte om te doen. Het boek past precies in dat hokje en ik denk dat het exact het imago is dat Anton van zichzelf wil creëren (of vasthouden). Een populair epos. In die zin vond ik het leuk om te lezen en ik herkende ook een heleboel van die tijd: Nederland en de judo helden van onze nationale judogeschiedenis. Bovendien weet de journalist precies hoe hij de aandacht kan blijven boeien met grappige en sterke verhalen. Je leest het in één adem uit. Maar… als je iets meer weet over judo, dan mis je vooral het judo. Ik heb bovendien serieuze twijfels over de historische feiten. Om één punt te noemen: in het hele boek wordt nergens de naam van Haku Michigami genoemd. Niet door Geesink, die alleen maar spreekt over Jan van den Horst en Yasuichi Matsumoto als zijn sensei. Michigami wordt ook niet genoemd door anderen. Vergeten? Of was de auteur zo onbekend met de judogeschiedenis van ons land, en deed hij niet genoeg vooronderzoek? En dan de stijl. Hoe het boek soms spreekt over Wim Ruska, is soms zonder enig respect. Het kan wel zijn dat Ruska de grote tegenstander van Geesink was, maar om Bluming alle details te laten vertellen hoe Ruska met zijn vrouw omging – terwijl je weet dat Bluming overdrijft – is niet erg fijntjes. We weten toch ook wie Bluming is, of? En Ruska kan zich niet meer verdedigen. De wereld van populaire boeken is vaak versierd met simpele zwart-wit beelden, niet te genuanceerd, wat de kleuren van het boek evenwel wat grijs maakt… Inderdaad, het is alsof je naar Hart van Nederland zit te kijken. Ik heb een boek gelezen over een judoheld die door velen in ons land op een enorm erepodium wordt gezet. Na lezing kan ik echter alleen maar concluderen dat het boek van Kooman Anton eigenlijk onderuit haalt. Juist vanwege de al te populaire en fel-gekleurde beschrijving van Anton en zijn wereld. Daarmee beklijft het beeld van een wat tragische held…

Overigens blijkt uit onderstaande filmpje al dat ook Anton zelf zo zijn vragen heeft bij wat er in het boek staat. Ook nu moet hij concluderen dat het hem 'geen lor' interesseert wat mensen van hem denken. Toch jammer.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten