woensdag 27 juli 2011

Nage no kata (13) De verhaallijn: koshi waza

Wij hebben al eerder het Nage no kata beschreven als een verhaal (deel 5 van de serie, 22 maart 2010), als een lopende geschiedenis van tori en uke. Waarbij tori werpt en zich aanpast, als uke zijn aanvallen aanpast aan de omstandigheden.

Deze keer de tweede serie, de koshi waza.

Uki goshi is een techniek waarbij uke aanvalt met een atemi, een slag. Daarbij gaat het niet om een rechte slag naar beneden (zoals we in het aikido kennen als shomen uchi en in nage no kata als de aanval voor ippon seoi nage) maar als een meer zijwaartse slag, in aikido: yokomen uchi. Uke heeft immers geleerd! Niet wéér geworpen worden met ippon seoi nage, nu de slag meer naar de hals, zodat tori de armbeweging niet kan overnemen. Daarbij maakt uke uiteraard ook een ietwat indraaiende beweging met zijn lichaam. Die beweging ziet tori aankomen, en hij draait dan vliegensvlug tai sabaki makend zijn heup tegen uke aan, pakt op diens rug en drukt hem tegen zich aan, zijn lichaam slingerend in een soort zweefmolen-beweging. Ippon.

Dat laat uke zich niet nog eens gebeuren. Dus gaat uke verdedigen tegen de mogelijke slingerbeweging door mee te stappen – wat vanuit de atemi-beweging goed zou kunnen, hij heeft al snelheid! – wat tori dwingt om iets nieuws te proberen. Kano beschrijft in zijn teksten hoe dat werkte, en hoe daaruit harai goshi werd geboren, namelijk door uke’s been te blokkeren bij diens verdedigings-stappen en te vegen. In Nage no kata is die ontwikkeling niet meer zichtbaar. Uke valt immers niet meer met een atemi aan, maar vanuit een gewone pakking.
In de ontstaansgeschiedenis van harai goshi is dit echter de reden waarom harai goshi uit uki goshi is voortgekomen en ook als tweede in de tweede serie terecht is gekomen. Wél zou het goed zijn om te beseffen bij de pakking op de rug – die wél vergelijkbaar is met uki goshi – een lichte draaibeweging te laten zien (gestuurd door de trekkende hand) want vanuit die beweging wordt de blokkade effectief en zo de veeg met het been. Historisch en in het kata.

Tsurikomi goshi is als derde techniek in de tweede serie eveneens ontstaan omdat uke zich ging verdedigen tegen de harai goshi van Kano. Omdat uke zich niet meer liet meedraaien en hara ging geven door zijn zwaartepunt te verlagen en te verstijven – als reactie op tori dus! – dwong uke tori (Kano) om nóg lager te gaan met zijn eigen zwaartepunt, waarbij hij dan bijna tegen de bovenbenen van uke kwam, die dan als een plank wordt geworpen met een hoge pakking.
Zie over dit alles de volgende tekst van Cichorei Kano:
Nage-no-kata was niet verzonnen met het doel om dwaze dingen te doen. Ze weerspiegelen de principes van aanpassing, actie en reactie, van , en debana, kuzushi, tsukuri en kake zodat de technieken kunnen worden toegepast in een randori situatie. De situatie is relatief primitief, en is gebaseerd op de gedachten van een 23-jarige meneer die een paar ideeën had over een nieuwe gevechtskunst met een innovatieve focus: opvoeding en zelfontwikkeling in plaats van destructie. Zijn gedachten ontwikkelden zich gedurende 20 jaar en werden kritisch geëvalueerd door een groep grijze adelaars, die het eens waren met zijn logica en betekenis. Zo kwam het dat nage-no-kata uiteindelijk vijftien technieken bevatte in plaats van de tien uit 1906.

Speciaal voor de koshi-waza, werd het ontstaan bepaald door Kanô Jigorô’s persoonlijke ervaring. Hij had een tokui-waza die zijn judo beroemd maakte; hij kon iedereen werpen met zijn uitstekende hidari-uki-goshi. Weinig mensen hebben die techniek als tokui-waza. Kanô's debana was echter perfect, net als zijn tai-sabaki. Lichaamshouding, positie en kuzushi hadden de nadruk gehad in Kitô-ryû en dus kende hij die. De kuzushi was bijna onweerstaanbaar, net als bij Mifune. Gedurende de tijd echter wisten zijn tegenstanders steeds meer over Kanô's specialiteit en dus gingen zij er op anticiperen en de heup blokkeren, of snel rond Kanô’s heup stappen. De enige manier om dat te voorkomen was, om een blokkade op te werpen zodat de tegenstander niet kon rondlopen; ziedaar de geboorte van harai-goshi. Uiteindelijk, na een x-aantal jaren, waren de tegenstanders er achter gekomen dat – om harai-goshi te omzeilen – je dieper moest gaan dan tori’s zwaartepunt, opdat de beenveeg zo nog dieper onder uke’s zwaartepunt moest gaan om te trekken, en zo kon de tegenstander eerst achteruit gaan, achterover leunen of zich met zijn hara helemaal laten verstijven. Als je niet weet wat zoiets doet met harai-goshi, probeer het vooral eens uit. Je vegende been zal simpel terugkaatsen van uke's lichaam, niet in staat er grip op te krijgen. Toen Kanô experimenteerde met het onderzoek van deze reactie, kwam hij tot de conclusie dat het nodig was om je lichaam nog dieper moest laten zakken, zo dat het substantieel onder uke's zwaartepunt zou gaan, bijna zo laag dat je tegen uke’s bovenbenen zit, dat er dan bij uke een beginnende weerstand is, die echter – wanneer je omhoog gaat komen en uke optilt – snel resulteert in voordeel, omdat uke’s lichaam nu functioneert als een verstijfd bord. Omdat je echter zo extreem laag moet gaan voor tsuri-komi-goshi, kun je dat moeilijk doen met een standaard pakking, zeker als uke kleiner is dan jij. Daarom wordt over het algemeen de hogere pakking dan normaal aangeleerd. (…) De hoge pakking illustreert het principe van logische compensatie. Je kunt mensen hebben met een enorm sterke rug of zeer flexibele knieën dat ze de worp kunnen maken met een lage pakking, de meesten kunnen dat niet.
JF 13-11-2007

De verhaallijn nu?

In het nage no kata is deze ontwikkeling bewaard gebleven in deze drie technieken. De verhaallijn is eerlijk gezegd zwakker geworden, en minder sterk dan bij de tewaza. Had men die lijn willen handhaven, moest men eigenlijk de harai goshi niet vanuit de stappen met standaard pakking doen, maar uke echt laten rondstappen als verdediging, een ‘rondje maken’ als bij uchi mata. Dan snapten we de logische opeenvolging.
Voor tsurikomi goshi is de overgang nog moeilijker te maken in het kata. Want de pakking door tori is zo totaal anders. Het hara-geven is aanwezig bij uke. Waarom? Dat is in het huidige kata niet meer logisch zichtbaar, helaas misschien. De ontstaansgeschiedenis is er. Maar het ‘samenspel’ is tegenwoordig wat verwaterd. Zou er een tsurikomi goshi mogelijk zijn met een pakking op de rug, waarbij uke zijn verzet geeft? Ik wil dat eens proberen, gewoon om het te weten, al besef ik dat de grens naar o-goshi dan flinterdun wordt. Ik stel me echter zo voor dat het in theorie mogelijk moet zijn om alle drie de heuptechnieken te doen vanuit de uki-goshi atemi, waarbij de uiteindelijke worp afhangt van de reactie van uke op tori’s actie en pakking. Ideetje?

Bron

In de Duitse uitgave van Toshiro Daigo’s boek (deel 1) staan de onderliggende teksten vertaald van Kano zelf, waarmee hij de ontwikkeling van Uki Goshi naar Harai Goshi naar Tsurikomi Goshi beschrijft, op blz. 205-206 en 213. Cichorei Kano kende deze uitleg van Daigo en Kano al in 2007, aangezien de boeken van Daigo toen al in het Japans bestonden. Het gaat daarbij overigens wel over een vroege ontwikkeling. Daigo citeert uit Kodokan Judo Kogi (lessen) in de Zôshikai, "Kokushi" No. 4 Vol. 38, Nov. 1901.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten