vrijdag 1 april 2011

Het geheim van kumikata (2) Hirano's golven

Een maand geleden schreef ik over kumikata (組方), de vereniging van twee judoka in de pakking, het verkennen, de tsukuri van de worp en hoe tori werpt als hij voelt dat uke zijn tsukuri verraadt door zijn handen.

Toen beloofde ik al dat ik iets zou schrijven over Hirano-sensei en zijn kumikata. Een geheim wat eigenlijk zo simpel is, dat je je afvraagt waarom zo weinig judoka daar iets mee doen. Misschien omdat we er met zijn allen te stijf voor zijn? Met mijn eigen sensei heb ik het er de afgelopen weken elke keer over gehad. Hij is verbijsterd dat zelfs jonge kinderen zo stijf als een strijkplank zijn. Warming up wordt daarom bij ons steeds meer wat ik onlangs ook bij een aikidoles zag, en wat Hirano-sensei ook laat zien op zijn filmpjes: het hele lichaam rekken, soepel maken, laten golven en springen. Stoppen met de warming-up als een soort conditietraining of kracht-oefening, maar laten vliegen, voelen, losmaken, en vooral alle bewegingen mogelijk maken. Dat hebben we ook nodig om Hirano’s kumikata te snappen.

Beweging en kuzushi

Hirano-sensei was de man van de golfbeweging. Als je kijkt naar zijn judo, dan zie je hem op en neer gaan. Maar wat is het doel van die gymnastiek?
Het is belangrijk om de dimensies van kuzushi te begrijpen.

Horizontale kuzushi. Principe: wind

Wij kennen gewoonlijk de horizontale kuzushi. Van voor naar achter van links naar rechts, en alles wat tussen die vier windstreken in zit. Inderdaad: wind. Kuzushi in de klassieke opvatting is als de windrichtingen, en de krachten van uke en tori als een orkaan boven vlak land. “Hoe sterk is de eenzame fietser die kromgebogen over zijn stuur tegen de wind zichzelf een weg baant?” zong Boudewijn de Groot al. De wind brengt mensen uit balans. In de rug of tegen, duw of trek, voorover of achterover tot je omgeblazen wordt. Een klassieker voor het judo.

Verticale kuzushi. Principe: water

Hirano-sensei voegde daar de verticale dimensie aan toe. Niet dat de natuur die niet kende. Het water kent die vorm van balansverstoring in de golfbeweging. Klotsen. De golf combineert de kracht van de wind met de stuwing van het water, en dat is nooit alleen een horizontale beweging. Een golf gaat op- en neer, dat weet je als je in een bootje op een stormachtig water zit. Zeeziekte is de kuzushi van je buik. Dat doen golven met een menselijk lichaam en probeer maar eens staande te blijven op het dek van een schommelend bootje. Ook een klassieker. Maar ook voor het judo?

Driedimensionaal golfslagjudo

Als je de golfbeweging moet vertalen naar het judo, dan zie je bij Hirano-sensei dat hij beweegt als een woelend water. Je wordt zeeziek van het kijken. Het springt en danst als een schuimend wateroppervlak, maar het heeft een bedoeling. In de continue beweging, ontstaat de gewone duw-en trekkracht van de horizontale kuzushi. Maar in de op- en neerwaartse beweging ontstaat ook kuzushi bij een partner die als een rots op de tatami staat. Uke kan met stappen naar voren en achteren, of alle mogelijk voet- en bovenlijfcorrecties heel lang staande blijven in een titanengevecht – zie de gemiddelde wedstrijdvideo. Maar het zwaartepunt, de hara, is uiteraard het balanspunt. Wat Hirano-sensei met zijn driedimensionaal golfslagjudo bewerkt is dit: het zwaartepunt van tori beweegt op de golven op en neer en wordt voor uke ongrijpbaar. Dan duikt tori er onder, dan weer overheen. Met die beweging, en de kracht die tori daarmee uitoefent, raakt uke nét iets meer uit balans als normaal. Bang, ippon.

De golf leidt tot twee worp-principes:
-- Opwaarts is de beweging van de golf die onder uke slaat. Alle technieken waarbij tori indraait en tilt en werpt: harai goshi, uchi mata, seoi nage.
-- Neerwaarts is de beweging van de golf die over uke heenslaat. Alle technieken waarbij tori uke neersmakt, de otoshi en de offerworpen: tai otoshi, o soto otoshi, hiki otoshi, yoku wakare/guruma.

Als je kijkt naar een video waarin Hirano-sensei zijn Nanami-no-kata zelf demonstreert (zie hieronder), kun je dat scherp onderscheiden. Voor hij een worp inzet, gaat hij met zijn hele lichaam bewegen, voor-achter-op-neer. Daarin creëert hij het moment door uke mee te nemen vanuit zijn kumikata, en zelfs als uke in totale verwarring wel kan voelen dat tori hem meeneemt, is het moeilijk te weerstaan aan een driedimensionale golfbeweging. Denk aan de man die staat in een schommelend roeibootje: dat houdt geen enkele hara vol, zoveel balanscorrectie… de eenzame fietser kan sterk zijn, maar de eenzame schipper gaat in het water.

Tai otoshi, een draaikolk


De verklaring voor Hirano’s fenomenale tai otoshi (zonder blokkerend been) is dan ook de golf. Hij brengt uke uit balans door hem door elkaar te schudden. Een golf als een draaikolk, zou hij zelf zeggen (usu maki), en vervolgens duikt de laatste golf diep onder uke’s zwaartepunt en aangezien zijn balans naar voren door het geklots al helemaal weg is, vliegt hij als de punt van een golf over tori heen - neerwaarts. Bijna een cirkelgolf die te pletter slaat.

Bedenk dan dat tai otoshi een te-waza is! Het geheim van kumikata zit hem dus hierin: tori schudt uke in alle richtingen, maar vooral omhoog en omlaag. Dan duikt tori omlaag terwijl uke nog hoog zit. De handen hebben pakking, trek (links) en lift/draai (rechts) en controle – pang, uke wordt neerwaarts gesmeten!

Wie andere technieken goed bekijkt, ziet hetzelfde mechanisme, vooral de prachtige counters in de ura (tweede serie) van het kata, waar hij met yoko sutemi waza diep onder uke beweegt (yoko wakare en yoko guruma).

Golven en kumikata

Wat vooral van belang is, zijn de bewegingen die ontstaan tussen uke en tori. De golven van tori scheppen kuzushi als ze uke raken. Dat aanraken kan met een lichte kumikata. De driedimensionale pakking is echter onweerstaanbaar voor uke. Als tori daarmee controle houdt, gaat uke als een stuurman overboord in de golven. De kumikata stuurt dus alles in de golfbeweging. Logisch! Kuzushi schep je met het hele lichaam, je handen sturen. Maar als iemand ook op-en-neer gaat met zijn lichaam en de handen en armen dat vertalen, sta je als uke in de branding. Soepel als water, sterk als water.

Het enige wat tori nodig heeft om dit te kunnen, is dus naast Fingerspitzengefühl, ook een lichaam zo lenig als… water.

Noot tenslotte

N.B. Lezers van dit blog: ik raad je aan de verschillende artikelen over kumikata en lichamelijke soepelheid nog eens te herlezen als het je interesseert wat ik schrijf. Alles houdt namelijk verband met elkaar en je mist de clou als je een paar elementaire denkpatronen mist. Deze materie is niet simpel, het zal je soms best wat kosten om het verhaal te snappen als gevorderde judoka, laat staan om het in de praktijk te oefenen. Dat vraagt intelligentie, observatie en aanvoelen van je lichaam, naast enorme toeleg en oefening. Reken op 'een paar jaar'. Maar als je dát pakt, dan heb je een heerlijk judo ontdekt.

Lees ook:

-- 28 februari: Het geheim van kumi kata (1)
-- 25 januari: Seiryoku zenyo en Fingerspitzengefühl
-- 21 februari: GRRR of: Hirano, sterk en lenig als water
-- 4 maart: Kreukelzone, nummer 4.
-- En over het soepele lichaam: 24 februari: Nage no kata (9) Over trapleuningen en de domtoren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten