zondag 2 juni 2013

Ukemi - de harde weg van Jigoro Kano zelf

Toen ik begon met jujutsu, werd er nog geen advies gegeven aan de judoka hoe ze konden vermijden pijn te hebben vanwege de ruigheid en het vele vallen tijdens de dagelijkse trainingssessies. We wilden de technieken leren op een stevige manier: onze spieren gebruiken in lichamelijke posities en situaties die in het normale dagelijks leven zeldzaam zijn. Daarom deden de volgende morgen alle gewrichten van mijn lichaam zoveel pijn dat ik nauwelijks uit bed kon komen, laat staan om op te staan en te lopen. Ondanks dat ongemak ging ik toch door met dagelijks trainen en sloeg ik nooit een dag over. Vaak moest ik bijna hinken om naar de dojo te komen. (Jigoro Kano, Judo Memoirs, p. 5)
We kunnen dit stukje van Kano's leven goed karakteriseren met 'ukemi' - vallen en opstaan.
Als je bij de oefening vanaf het begin alleen maar denkt aan winnen, zul je nooit in staat zijn om te winnen. Om de kracht te ontwikkelen om op een dag te kunnen winnen, moet je eerst tevreden zijn om je te oefenen in langdurig verliezen. (Mind over Muscle, p.138)
Jigoro Kano wist waar hij het over had. Toen hij begon met judo was hij een klein mannetje, licht van gewicht. en hij werd gepest. Hij wilde jujutsu doen omdat hij hoorde dat op die manier mensen konden winnen van vechters die veel groter en zwaarder waren. Zijn enige kans om van de pesterijen af te komen.
Onder mijn medeklasgenoten waren er die lichamelijk zwak waren, en daarom werden zij overheerst door de sterkere en grotere jongens. The zwakkeren waren gedwongen de sterkeren te dienen. Aangezien ik een van de zwaksten was, werd ik de boodschappenjongen van de sterken. (...) Echter, destijds was ik - hoewel niet ziekelijk - tamelijk zwak. In algemene schoolprestaties kon ik goed meekomen met mijn klasgenoten, maar vaker werd ik door hen behandeld met minachting. Sinds jonge leeftijd  werd daarom mijn interesse gewekt als ik hoorde spreken over jujutsu, een methode van vechten waarbij iemand met minder kracht een tegenstander kan overwinnen die lichamelijk krachtiger is. (Judo Memoirs. p. 1-2)
Maar leren vechten was niet meteen leren werpen.
In die dagen waren de leermethoden nogal verschillend van wat we tegenwoordig doen. Eén methode die ik me goed herinner was vooral die op de dag waarop Fukuda me steeds opnieuw op de mat gooide. Ik wilde mezelf meteen hernemen en vroeg hem hoe hij de worp deed. Hij zei alleen maar "val opnieuw aan!" wat ik deed en weer werd ik geworpen. Ik keek hem aan en herhaalde mijn vraag. Fukuda zei alleen "Kom op!" en weer werd ik geworpen. Toen schreeuwde hij: "Denk je jujutsu te leren door elke keer uitleg te krijgen? Val weer aan!" En weer gooide hij me op de mat. Door die methode leerde hij me wat de ervaring was van het gevoel om uit balans te raken en te worden geworpem met die speciale techniek. Als ik me goed herinner was de techniek die ik die dag leerde sumi-gaeshi. (Judo Memoirs p. 4-5)
Dit was slechts een voorbeeld van een lange weg die Kano moest gaan, in elke jujutsu stijl die hij probeerde, totdat hij in Kito-Ryu bij meester Iikubo leerde om de principes van kuzushi toe te passen. Nadat hij dat principe werkelijk onder de knie had en Iikubo zelf had geworpen, stopte deze met randori met Kano en benoemde hem tot leraar in Kito jujutsu (vgl. Judo Memoirs, p.37)

De weg naar jujutsu - en in het verlengde daarvan naar Kodokan judo - loopt via de persoonlijke ontdekking van het gevoel van balans en balansverstoring. Dat gevoel kan een judoka alleen maar ontwikkelen door ervaring. En dat is nog steeds zo. Die ervaring van meesterschap wordt geleerd door heel lang oefenen, en héél veel vallen. Niet voor niets dat judo soms nog steeds zo saai kan lijken als het bestaat uit duizenden uchi-komi. Waarom steeds opnieuw diezelfde beweging leren? Alleen zo krijg je het gevoel. Waarom steeds opnieuw vallen? Wie niet valt, kan ook niet werpen. Judo is interactie van techniek, en spelen met elkaars balans. Wie judo wil leren, moet eerst ukemi leren. Niet alleen om veilig te vallen. Meer omdat vallen erbij hoort. Langdurig. Dag in dag uit. Kano heeft het zo moeten leren. Elke judoka moet het zo leren.

Wie een hekel heeft aan vallen, zal nooit leren opstaan. Alleen wie dat volhoudt, gaat zelf ook goed werpen. Les één van judo...
Ukemi moet in judo op de eerste plaats staan en elke les opnieuw worden geoefend, ongeacht graad of leeftijd. Een concertpianist zal elke dag urenlang toonladders spelen op de piano voordat hij een stuk muziek zal beginnen te spelen. Dat zal een levenslange oefenschool zijn, ongeacht de pianist.  (Mike Hanon, Judoforum 26-8-2008)

Oefen uren en uren. Maak de tatami tot je vriend. Negeer de pijn in de armen en ontspan je in je ukemi. Neem een heet bad als je thuis komt... (Mike Hanon, Judoforum 13-4-2008)
Een getuigenis van vallen en opstaan:
Voor beginnelingen (ongeveer tot 2e kyu), is ukemi vaak iets wat ze begrijpen als iets wat je nodig hebt als je verliest. En als er iets is wat beginnelingen in judo niet willen, dan is het verliezen.
Ik herinner me van lang geleden, toen ik als kind aan mijn vader vertelde dat ik judo wilde gaan doen, dat hij me zei dat ik dan eerst moest leren hoe ik moest vallen. Ik dacht dat hij gek was. Ik was niet geinteresseerd in vallen! Als er iets was, dan was het vooral dat ik onoverwinnelijk zou zijn, en niet om te leren omgaan met verliezen, zoiets als vallen!
Als je dan gaat beginnen met judo, leer je inderdaad dat je moet vallen. Ik haatte het. Terwijl iedereen randori deed, was ik aan het proberen deze domme valoefeningen te doen, en zoals gewoonlijk: als ik dan nieuwe praktische vaardigheden wilde leren, mislukte ik daarbij volkomen. De jongen die samen met mij was begonnen, was al verder dan ik na één enkele les! Ukemi was voor mij een noodzakelijk kwaad.
Toen ik 2e kyu was veranderde ik van club, herinner ik me. Als een 2e kyu voelde ik me redelijk gevorderd temidden van andere mensen in mijn nieuwe club. Toen we onze zenpo kaiten deden, riep een senior zwarte band ten overstaan van de hele klas, dat mijn ukemi niet goed was. Ik voelde me zo vernederd dat ik niets liever wilde dan het hele jaar trainen om hem regelmatig te verslaan. Nu was ik de winnaar en hij de verliezer!
Zoals je kunt zien... het bovenstaande geeft wat inzicht in het gekwetste ego van een kind en een beginneling. Ik verschilde van niemand anders, en ik was razend om te winnen, anderen te verslaan, de beste te zijn en mijn ego op te poetsen. Dat was niet omdat ik slecht was, in feite had ik goede redenen (waarover ik niet zal uitwijden) om bezorgd te zijn over mijn ego.
Pas later leerde ik dat in Japan zelfs senior sensei van het soort Kotani soms de hele tijd in de dojo niets anders deden dan ukemi. Ik leerde dat ukemi een essentieel onderdeel van judo is, en dat het niets te maken heeft met verliezen. Maar het meest van alles leerde ik dat ik fout was geweest, al die tijd, maar dat dit niet betekende dat ik moest wanhopen, maar alleen dat mij meer dan genoeg ruimte gegeven werd om te groeien.

Cichorei Kano, Judoforum 28-6-2008.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten