woensdag 1 juni 2011

Hardheid en zachtheid

Ik heb altijd gevonden dat elke poging om judo te intellectualiseren als een filosofie, de verkeerde weg is, iets van een oppervlakkig leren. Op die manier leren betekent, dat als het karakter tot het uiterste wordt gedwongen, het verdwijnt en dan blijkt het karakter niets te zijn. Hoge morele waarden in de studenten aan te brengen is dwaas in mijn opvatting. Al deze mooie kwaliteiten leren we in het judo door judo te doen. Heel veel judo, heel veel jaren. Ze moeten niet het doel van de beoefening zijn, maar een bijproduct. Het doel van beoefening moet de beoefening zijn. Hard, zonder medelijden, zonder pauze, niets cadeau geven. (S., op Makoto forum)

Deze woorden komen uit de pen van een Britse judoka die er aan toevoegt dat het hem niets interesseert of veel mensen daarom afhaken “niet iedereen is uit het juiste hout gesneden om een Judoka te zijn. Het is een elite club, als het goed is.”

In geval dat deze meneer gelijk heeft, ben ik niet uit het judohout gesneden. Maar helaas moet ik wel tot de trieste conclusie komen dat er wel heel veel mensen in de judowereld net zo over denken. Keihard knokken als doel in zich.

Het echte judo gaat verdwijnen

Afgelopen week had ik een interessant gesprek met een oude sensei wiens naam ik niet zal noemen. Een oude rot in het vak, meer dan een halve eeuw op de mat, en vertrouwd met kampioenen. Hij was somber over de toekomst van het judo. Het echte judo gaat verdwijnen, zei hij. Ik had dit nooit uit zijn mond verwacht. En zeker niet de reden waarom. Het gaat bij judo niet meer om techniek en mooi judo, maar om kracht en beng-beng. Zoiets zei hij. De nieuwe regels voor het wedstrijdjudo blijken niet te werken. Vanaf het niveau -17 worden judoka zó sterk, zó sterk… alles is mogelijk, en ze smijten je alle kanten op. En schoppen, schoppen, en tegen je oren slaan als de scheidsrechters het niet zien, alles om de tegenstander te intimideren. Het is geen judo meer.

Wat denkt de boven geciteerde Brit over die realiteit van het judo? Ja, ik kan volledig volgen dat je om nog mee te komen in dat harde judo, je wel zó ongelooflijk hard zult moeten zijn, en moet trainen als een beest. Conditioneel en tactisch. En vaak ook gemeen. En dus, meneer de Brit, waar blijven dan die waarden als ze niet op de voorgrond mogen staan, maar die volgens u zo impliciet worden overgedragen? Wat zijn die doelen van het judo dan nog?

Ik zal u zeggen wat daarmee gebeurt. Niets. Ik ben de laatste die zal ontkennen dat het trainen stevig en gedisciplineerd moet zijn. Judo is niet iets voor watjes. Je moet leren vallen en opstaan. Door pijn heenknokken. De overwinning van jezelf. Je helemaal geven. Maar dat betekent méér dan de harde fysieke training waar hier over gesproken wordt. Dat doel van judo is een mentaal doel, geen bijprodukt.

Het echte leven

Ik was vanmiddag op bezoek bij iemand die net zijn vrouw heeft verloren. De gevreesde ziekte. Een hele strijd, en dan hoor je ook een heel leven van twee mensen die bijna vijftig jaar met elkaar hebben opgetrokken. Welnu, toen ik hoorde hoe deze twee mensen volmaakt op elkaar inspeelden, en de weduwnaar me precies vertelde hoe hij heel attent was geweest voor zijn vrouw, en dat ze beiden gelukkig waren geworden door geven en nemen, goed luisteren en zo de perfecte harmonie bereikten tot die beroemde laatste ademtocht… dan word je even stil. Jezelf geven wordt daarin volmaakt. Niks hardheid, alleen medelijden.
Toen ik thuiskwam en las wat onze Brit dan zegt over judo, dan denk ik: meneer de Brit heeft er he-le-maal nog niets van begrepen. Judo is wel degelijk iets van het hele leven. Het is een houding, een leerschool. Maar het echte leven tussen mensen is véél subtieler en véél zwaarder dan zoveel uren op de mat. Och, ik gun niemand dat ze door de zwaarste ziekte, verlatenheid en lijden heen moeten. Maar ik kan je uit eigen ervaring en mijn werk waarin ik zo veel met zieken en stervenden mag omgaan, dat het echte leven veel meer vallen en opstaan, geven en nemen is, dan de meest harde wedstrijden, en de meest gevoelige kumikata bij elkaar. De weduwnaar van vanmiddag heeft nooit van judo gehoord misschien, maar wat hij leeft, is méér judo dan die beng-beng judoka van tegenwoordig.

Zachtheid triomfeert over hardheid?


Ik kom terug bij de oude sensei die zo somber is over het judo. Ik zie het gebeuren dat het langzaam sterft, zoals ik ook zie dat de mensen die zo kunnen geven en nemen in subtiliteit en zachtheid van het leven, op het punt staan om uit te sterven. Ook het gewone leven is steeds meer keihard, hoe mensen met elkaar omgaan. We hebben niet meer het geduld en de liefde om met zachtheid naar elkaar te luisteren als in een perfecte eenheid van de geestelijke kumikata. We voelen tussen mensen vaak net zo weinig als in ons judo. Het is allemaal beng-beng. En het ergste is: de meeste mensen zijn al zo potdicht en verhard, dat ze het probleem niet eens meer zien. So what, harde wereld? Ik ben ook hard. Welnu… daaraan gaan huwelijken kapot, daarmee maken mensen elkaar kapot en daaraan… gaat ook het judo kapot.

Lao Tsu zegt: “Zachtheid triomfeert over hardheid, kwetsbaarheid over kracht. Wat buigzaam is, is altijd superieur aan wat onwrikbaar is. Dat is het principe van dingen beheersen door met ze op weg te gaan, ze meester worden door je aan te passen.” De weduwnaar beleefde dat. En de oude sensei. En ik wil dat beleven. Wie nog meer? De Britse judoka niet, denk ik.

Somber?


Maar gaat de zachtheid van Lao Tsu het winnen?
Ik ben somber en triest over het judo en onze samenleving. Ofschoon ik eigenlijk een enorme optimist ben en geloof in opvoeding en vooruitgang. Maar ik zie het gewoon niet (meer) lukken. Ik weet dat judo in theorie zou moeten/kunnen bijdragen aan een betere samenleving. En dat judoka daaraan zouden moeten bijdragen. Maar ik zie het niet in werkelijkheid. We hebben teveel judoka als de Brit van het begin. En te weinig van de oude sensei. We hebben teveel mensen die judoka aansporen om harder te worden. Harder worden in een harde wereld. Pas je maar aan, zo is het leven. Aaarggghhh!!!
Het echte leven waar het om gaat, heeft juist liefde nodig… Wij zouden het op de mat moeten leren delen met elkaar. Maar we leren de vuisten te ballen in plaats van onze handen te openen. Ik weet niet waar dat heen moet. Of het zo nog goed komt met het judo. Je hebt gelijk, oude sensei.

Dit alles overdenkend, denk ik nog steeds met veel idealisme over judo, dat zal altijd blijven. Maar ik ben toch ook wel dankbaar dat ik ook aikido heb mogen ontdekken. Want ik kan definitief niet leven met dit soort hardheid. Het maakt onze wereld kapot. Daar train ik niet voor. Nooit. Want het leven mag niet nog harder worden dan het al is. Wat kan judo er nog aan bijdragen??? Misschien alleen wat ik doe en nog een enkele andere judoka van gelijke zin. De judo renaissance - als die er komt - zal moeten beginnen met een enkele idealist.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten