woensdag 22 juni 2011

Judo en het kunstmatig conflict

Wat is sport?

Wikipedia zegt:
“Een sport kan omschreven worden als een fysieke krachtmeting, fysiek spel of denkspel dat op reglementaire wijze in competitieverband of recreatief gespeeld kan worden.”
“In het algemene spraakgebruik wordt het begrip ‘sport’ vandaag de dag voor allerlei verschijningsvormen gebruikt die zo ver uit elkaar kunnen liggen, dat daarmee o.a. een schaakspel in de kroeg, joggen ’s morgens vroeg, of een miljoenenverslindend tennistoernooi kan worden bedoeld. De enige gemeenschappelijke noemer van deze bezigheden is, zo te zeggen het verbindende element van het sportieve handelen, en dat ligt in het scheppen van een kunstmatig conflict. Tegenstander in dit conflict kan een mens zijn (tennis, boksen, schaken), de klok of een meter (rennen of atletiek) of de zwaartekracht (gewichtentraining, klimmen) of ook je eigen lichamelijke zwakte (joggen en conditietraining), of een combinatie van al die dingen. Om dat conflict liefst zegerijk te doorstaan, heeft het intensieve oefening nodig, die op een verbeterde prestatie gericht is – dat is sporttraining.” (Stephan Gregor: Budô - oder warum Sport zu wenig ist, 2003)

Ten diepste wordt dit kunstmatige conflict altijd begrensd door regels. De regels van het spel, of de regels die men zichzelf oplegt in de zin van belasting, tijd en inspanning, maar altijd zo meetbaar mogelijk.

In feite is elke sport altijd een soort competitie… Sport heeft in principe geen ander doel dan de zege in het kunstmatig geschapen conflict. Is dat het doel van judo? Hoe wordt dat doel bereikt in sport en in judo?

Middelen en doelen van judo


Het doel van judo is perfectie. Perfectie van jezelf en de samenleving.
“We hebben ook vastgesteld dat het hoogste doel van judo is: jiko no kansei, de perfectie van de eigen persoon, ten bate van de samenleving.” (Jigoro Kano: Mind over Muscle p.95)
Kan perfectie bestaan in het winnen van een conflict? Dát is de grote vraag.
Ik denk het niet. Ogenschijnlijk kan de discipline van de jogger en de eenzame bergbeklimmer een overwinning lijken op jezelf. Zoals ik met mijn lichamelijke ongemakken getraind en getraind heb om mijn pijnen te ‘overwinnen’ en mijn lichaam onder controle te krijgen. Maar heb ik daarbij tégen mezelf gevochten? Ja en nee. Ik heb gevochten met de negatieve kant in mezelf, mijn zwakte en gebrek aan moed en hoop. Een mentaal gevecht, in mijn eigen binnenste. Maar in mijn lichaam? Is daar een conflict ontstaan? Het enige wat ik daar heb gevonden is vrijheid en nieuw geloof in mijn lichaam. Re-integratie en re-validatie in de letterlijke zin van het woord: opnieuw mijn heelheid en integriteit vinden (reïntegratie) en mijn eigen waarde (revalidatie). Wat er gebeurde in het innerlijke gevecht was: het ontstaan van een nieuwe harmonie. Herstel van wat gebroken was. Een grotere perfectie, het ver-vol-maken. Vervulling vinden.

Heb ik die revalidatie alleen maar gedaan voor mijn eigen ikje? Ik denk het niet! Mijn eigen ik vindt zichzelf niet, behalve als ik het word in relatie met anderen. Mijn zelfwaarde meet ik niet zelf, maar vindt zijn schaal in de harmonie met de medemens en de wereld om me heen. Als ik meer heelheid vind, wordt die heelheid pas écht perfect als ik die deel met anderen. Als mijn heelheid ‘helend’ werkt. Dan wordt het dienst aan de medemens en de samenleving.

Dát is het grotere jita kyoei: ik en jij schitteren samen, wij eren elkaar gezamenlijk. Zoals ik al eerder zei: “het volmaakt worden van de eigen persoon, bestaat alleen als het eigen ik loskomt van de egoïstische grondgedachten en zich opent voor de ander en hem rei en eer geeft, in gezamenlijkheid.” Dat is het doel van judo…

Liefde

Dit groeien naar perfectie is ogenschijnlijk het winnen van een conflict, maar daarin zit een denkfout. Want wat ik in mezelf overwin is niet mijn eigen ik als geheel, maar een kant in mijzelf. En dan is de vraag: ben ik zelf mijn grootste ‘tegenstander’? Dat wil ik niet aannemen! Zonder egoïstisch te willen worden, geloof ik niet dat ik van een ander kan houden als ik niet ook van mezelf houd. Ook mijn schaduwkanten zijn mijn eigen ik en alleen als ik dat in liefde beleef, kan ik het in liefde heel-maken. ‘Vechten tegen jezelf’ is ten diepste een positief gebeuren, een verzoening van het positieve, goede, het schone, het ware, het liefdevolle. En het doel is niet het verslaan van het negatieve, het slechte, het lelijke, de leugen, de haat. Maar het doel is het weer tot eenheid brengen, de harmonie. Zonde en negativiteit bestáán niet werkelijk: het is slechts het ontbreken-van. Verlossing is niets anders dan het helen van wat gebroken is, terugplaatsen van wat ontbreekt. Met strijd soms, maar zonder iets te breken. Genade en liefde breken niets af…
Het klinkt heel Bijbels en dat is het ook: bemin je vijand, bemin iedereen als jezelf. Het is ook heel erg wat het aikido leert. Maar het is ook het fundament van Oosterse spiritualiteit. Tao, Yin en yang, waarin de tegengestelde principes elkaar aanvullen en geen dualiteit betekenen. Uiteindelijk is alles wat heelt wat gebroken is, een proces van liefde.

Harmonie

Een judoka kan in zijn zoektocht naar de perfectie van de eigen persoon in relatie tot de samenleving, dan ook eigenlijk niet denken vanuit een conflictsituatie, zelfs niet een kunstmatig conflict. Want er is geen werkelijk conflict, slechts een groeiproces naar harmonie. Er is niets anders dan een ontluiken van liefde.
Het gebruik van energie is daaraan gerelateerd. De energie die een judoka gebruikt is een beweging om te versmelten, en nooit en te nimmer om te breken of te vernietigen. O ja, een worp kan zo anders lijken. Kuzushi betekent letterlijk: het vernietigen van balans. Maar wie begrijpt wat vallen is, weet dat het vooral betekent dat je je één maakt met de natuurwetten van zwaartekracht en schepping. Je maakt de aarde tot je vriend, vandaar dat ukemi een daad van overgave is, ontspanning, je éénmaken met de beweging en de natuur. Tori helpt zijn uke om dat te beleven. Controle van een ander is nooit: iemand breken. Het is meer het voelen dat de een en de ander één zijn in hun streven om als personen verbonden te zijn met het gemeenschappelijke doel van elkaar: je geven en offeren aan de medemens en de schepping. Controle als het overwinnen van het chaotische, het ongeordende, het conflicterende, het strijdende. Ippon als overwinning van het éne.

Judo spiritualiteit is geen sport

De meeste judoka vinden dit misschien esoterisch en niet wat ze met judo bedoelen. Het is een beetje eigen aan het Westerse of rationalistisch denken. Mensen die geen spiritueel leven hebben, of niet mediteren of bidden, kunnen het misschien allemaal zweverig vinden.
Vanuit deze achtergrond echter, kan het kunstmatige conflict van sport niet met het judo worden verenigd. Of beter gezegd: het judo moet geen conflict oproepen met sport. Wat Kano deed was precies dit harmonie-judo. Hij nam de sport op in het judo en probeerde de sport te ‘verjudoficeren’. Helaas is hij misverstaan en hebben zijn erfgenamen het algemeen vormende van het judo ‘versportificeerd’. Waarmede de grote harmonie steeds meer verdween en het conflict is gaan heersen. Slechts weinigen begrijpen daarom nog waarom dat competitieve dingen breekt. Slechts weinigen begrijpen hun eigen perfectie. Hun eigen weg. Wat liefde is.

Het leven is echter geen spelletje. Judo als levensweg loopt uit op perfectie: jiko no kansei ! 自己の完成 ! Wat perfect is, kan nooit gebroken of conflicterend zijn… Perfectie is eenheid. Is… liefde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten