zondag 7 augustus 2011

Chinese krijgsmoraal (7) De trouw.

Mitesco heeft deze zomer een serie van 10 blogs over de Chinese gevechtsmoraliteit, elke zondag een nieuwe. Nauw verwant met de Japanse krijgskunsten: hoe gedraagt een judoka zich als we kijken naar de wortels van de oosterse moraal? Veel Confucius, veel deugd.

Dit zijn ze allemaal nog een keer:

Moraliteit van de daad – daaruit blijkt het,van buiten
o Nederigheid (Qian Xu; 謙虛)
o Loyaliteit/trouw (Zhong Cheng; 忠誠)
o Respect (Zun Jing; 尊敬)
o Rechtschapenheid (Zheng Yi; 正義)
o Vertrouwen/betrouwbaarheid (Xin Yong; 信用)

Moraliteit van de geest – daar komt het vandaan, van binnen
o Moed (Yong Gan; 勇敢)
o Uithoudingsvermogen (Ren Nai; 忍耐)
o Geduld (Heng Xin; 恆心)
o Standvastigheid (Yi Li; 毅力)
o Wil (Yi Zhi; 意志)

We hebben de innerlijke moraliteit gehad. De wil, sterk en standvastig, de overgave aan het leven, sterk en standvastig, om uiteindelijk zo sterk te zijn dat je je leven kunt geven: opgeven en weggeven in liefde. Dat komt allemaal vanuit je hart. Waar leidt dit concreet toe? Tot houdingen naar andere mensen. Na de nederigheid de trouw.

De trouw


Loyaliteit/trouw (Zhong Cheng; 忠誠) Jap. 誠忠 (せいちゅう) seichū. Het Chinese karakter 忠 betekent gewoon trouw. Het Japans idem dito. Het toegevoegde karakter 誠 betekent echter dat het oprecht moet zijn. 誠心 seishin bijvoorbeeld, is oprechtheid, vanuit het hart (shin); 忠誠心 chūseishin: trouw en loyaliteit vanuit het hart. Op een ander niveau bestaat er ook 忠信 chūshin, wat geloofstrouw, devotie betekent. Verder is het vooral trouw in verticale relaties: 忠僕 chūboku : een plichtsgetrouwe dienaar; 忠勇 chūyū: trouwe dapperheid (vgl. deugd ‘moed’ en het kanji ‘yu’); 忠勤 chūkin trouwe plichtsvervulling; 忠君 chūkun, loyaliteit tegenover een heerser.
In de Bushidō code vinden we beide karakters terug, als twee aparte deugden: Oprechtheid (誠 sei/makoto) en loyaliteit (忠 chuu).

Oosterse hiërarchie

Zoals ik al eens eerder heb aangegeven in relatie tot ‘rei’, moeten we bij dit alles beseffen, dat de moraal van Confucius en de Chinese (en Japanse) cultuur heel hiërarchisch geordend is. Zelfs het Chinese communisme is geen marxisme! Geen gelijkheid van arbeiders, maar een strakke partij-heerschappij. Keizer Mao. Net als de Japanse keizer…
De familiebanden zijn de basis van elke relatie in de samenleving. Er zijn vijf relaties: 1) ouders-kind (liefde, eerbied), 2) oudere en jongere broers (vriendelijk en respectvol); 3) echtgenoten, de man boven de vrouw (goed en luisterend); 4) oudere en jongere vrienden (bekommernis) en 5) leider en onderdaan (welwillend/loyaal) Bij dit alles is er altijd respect voor de leeftijd: ouderdom geeft waarde en waardigheid, zowel aan mensen als aan instituties.
Ondanks dat het karakter van het hart 心 de radicaal is bij zoveel woorden van deugd, mogen we ons wel afvragen wat hartelijkheid in deze cultuur betekent. Zelfs de liefde tussen man en vrouw gaat nooit uit van echte gelijkheid. Liefde is óók geordend in een systeem. Eigendomsrecht bijna, iets wat wij Westerlingen niet (meer) verstaan. Buigen, nederigheid – ceremonieel en als houding, bij de thee maar ook in bed. Wie Confucius begrijpt… begrijpt ook waarom ik in het vorige blog graag Lao Tzu citeer.

Sensei ni rei


Als wij in het judo denken aan de sensei, dan denken we aan die aardige trainer die zo vriendelijk is. “Hallo ik ben Eddie.” Ja, dat is onze manier van sensei-beleven. Als we de verhalen beluisteren van de oude Japanse sensei, dan moeten we niet denken aan die aardige meneer Myagi uit de Karate Kid films. “Gooood, Daniel-san!” Maar dan hebben we het over mannen (altijd mannen) die hun leerlingen vaak als slaven behandelden. Denken we dat Jigoro Kano als jonge man bij meneer Iikubo in Kito-Ryu iets méér was dan een voetveeg? Goed, judo bracht vernieuwing. Maar denken we dat de leerlingen van Michigami-sensei of Abe-sensei een ‘aardige’ leermeester in hun herinnering hebben? Nee, trainen was kei-hard, alsof de Japanse keizer hoogstpersoonlijk zijn onderdanen de mantel uitveegde. Weerwoord? Ingerukt mars. Niet voor niets dat de uchi-deshi (huisstudenten) in een close relatie met de sensei veel leerden, maar ook veel moesten slikken. En beloond werden voor hun trouw, totdat ze zelf opklommen in de hiërarchie.

Obi


Het judosysteem met de banden vinden wij nu voor kinderen een leuke manier om ze te stimuleren en te prikkelen tot prestaties. Ik ken een Japanse kohaku-‘sensei’ die niets opheeft met houders van kyu-graden. Zonder dangraad tel je niet mee. In de dojo is de oudste en hoogst gegradueerde degene die vooraan zit, achter de sensei. Waarom zou dat zijn? De band is een uitdrukking van anciënniteit en waarde. Wij westerlingen gaan daarmee erg informeel om. Zoals we met alle dojo-etiquette makkelijk omgaan. Omdat we er niks van snappen. Zoals we van het leven vaak niks snappen en het dan maar overboord zetten. God deelt in dat lot, maar ook alles wat ‘hogergeplaatst’ is. Denken we dat in China en Japan iemand óóit zo met ouderen omgaat? Niet als men leeft volgens de aloude gebruiken. En in judo gaat het om gebruiken. Soms zonder zin voor de oppervlakkige verstaander, maar eigenlijk…

Loyaliteit


Judoka in onze landen hebben niet veel op met deze vormen van wat we ‘etiquette’ noemen. En zelfs dat woord is al een understatement. Het gaat bij alles niet om uiterlijke regeltjes, zo van ‘o ja we moeten effe buigûh, senseee ni reee’. Het gaat bij judo en relaties om het hart. Van harte instemmen met de ordening, met een keuze van gezag. En daar vervolgens niet wispelturig in zijn, maar trouw en standvastig. De innerlijke deugden van standvastigheid tot uiterlijke deugd van trouw maken.

Toch…

Toch bevredigt het mij als westerse ‘Gaijin’ (niet-Japanner) niet helemaal. Het concept van ‘rei’ zoals ik dat op dit weblog steeds promoot, gaat ook uit van ‘wa’, harmonie, partnerschap. En ik baseer dat uitdrukkelijk op een diepe eerbied voor de hogere waarden en standen, laat dat duidelijk zijn. Zoals het karakter 礼 uitdrukt. Tegelijk wil ik binnen het judo benadrukken dat we voor elkaar op een diep niveau geen onderscheid moeten maken. We zijn partners en ik gééf me van harte aan iemand die jonger is, of een ‘lagere’ band. Misschien leert hij mij meer dan ik hem. Wederzijds respect kunnen we zo in onze eigen cultuur plaatsen en dan komen we toch op veel meer gelijkheid uit. Wij kunnen ook niet van andere mensen houden, of vriendschap hebben, als we daarin hiërarchie moeten aanbrengen. Japanners wel, wij niet. Liefde en vriendschap hebben een bepaald niveau van gemeenschappelijkheid nodig, de ‘wa’ in onze ogen is zachtmoedig en niet gedacht vanuit de idee dat er één van beiden hoger staat. Ons respect in judo is… dat we gelijke partners zijn. Waarvan onze witte pakken een uitdrukking zijn.

Als wij zo spreken over trouw en loyaliteit in dit soort onderlinge relaties, moeten we wel beseffen dat wij er daarom meer passie in moeten leggen. Gelijkwaardige relaties zijn breekbaarder. Als één van beiden er mee stopt, heeft de ander geen rechten. Vriendschap, daar moeten wij voor knokken, want wie vandaag je vriend is, is dat morgen misschien niet meer. Ik zit zo niet in elkaar, maar ook als ik trouw aan vrienden wil zijn, wil dat niet zeggen dat die vriend er net zo over denkt. Ik heb dat al vaak ondervonden.
Daarom hebben wij het in onze streken ook meer over ‘liefde en trouw’ als combinatie. Kijk maar naar onze huwelijken! We trouwen in liefde en niet als eeuwige onderwerping van de vrouw aan haar man. Althans, niet meer.
Ook in ons judo moeten we daar rekening mee houden. Zo niet, dan krijgen we exact wat we overal zien. Geen enkele blijvende loyaliteit meer, geen enkele passie, alles los zand. Zo gaan huwelijken op de klippen, maar ook judorelaties. Wat we zien bij judoka die zomaar zonder blikken of blozen hun eerste sensei dumpen voor een coach die hun wedstrijdcarrière beter kan helpen. Wat we zien bij judoka die niets voor elkaar over hebben als er iemand hulp nodig heeft. Mijn pleidooi in het judo is: bouw aan trouwe vriendschap met elkaar. Gééf je aan elkaar, vertrouw elkaar. Partnerschap. Als we niet verstaan wat de Japanner daarmee bedoelde, doe het dan op de Westerse manier. Maar laat de deugd van trouw en loyaliteit niet vervlakken.

In die zin heb ik in ‘Eddie’ precies de echte sensei gevonden, zoals ik het ook had bij mijn eerste sensei, al was hij nog echt ‘meneer Pardoel’. Mensen en vrienden, leraren in respect en zachtmoedigheid. Zonder hiërarchische pretenties. Nabij en tegelijk de schop onder de kont. Aan zulke mensen wil je trouw zijn met heel je hart. Zeg maar Eddie. Sensei ni rei… voor altijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten