zondag 6 november 2011

Nage no kata (17) Kata en randori

Kata is dood !

Hoewel ik principieel van kata houd, was mij al langer duidelijk dat we iets fundamenteel verkeerd doen momenteel in judoland. Kata lééft niet, in geen enkel opzicht.
-- Het leeft niet bij de gemiddelde judoka die het alleen beoefent als het moet en niet omdat het zinvol is om te leren.
-- Het leeft niet omdat de uitvoeringen bijna altijd dood en formeel zijn…

Hoewel ik dus van kata houd, houd ik er soms ook weer niet van. Ik heb uiteraard alleen een beetje ervaring met Nage no Kata, maar zelfs dán heb ik soms het gevoel alleen iets te doen volgens het boekje - terwijl de Tilburgse instructeurs in Amsterdam er duidelijk bij zeiden: het moet je eigen kata worden. Maar het voelt desondanks alsof je eigenlijk – sorry – tóch geen levensecht judo aan het doen bent. Ik mis de dynamiek, en ik mis dus iets.

Ik heb niks met de hele Nederlandse strijd tussen Kodokan en wat ze ‘Busen’ noemen, want linksom of rechtsom gaat het om dezelfde kata met verschillende interpretaties. Waarom is het ene goed en het andere niet? Allemaal ‘schriftgeleerden en farizeeën’ om het maar eens Bijbels te zeggen: letterkloverij en muggenziften. Waar gáát het allemaal om? Snappen we wel wat kata is?

Cichorei Kano

Cichorei Kano is het pseudoniem van een man die op de judoforums afwisselend bewonderd en verguisd wordt. Ik ben blij met alle kennis die ‘Kano’ wil delen met de wereld en onderstaande bijdrage op Makoto Judoforum (13-10-2011) was dan ook een echte eye-opener voor me. Let op, als het goed is, snappen we na aandachtige lezing meer van kata en randori dan ooit tevoren.
"Laten we kata doen!" "Je probeert me te slaan met een oi-zuki [een rechte stomp, m.], en ik zal naar links stappen, mijn hoofd naast dat van jou brengen en dan zachtjes in je oor blazen". We hebben nu vastgesteld wat we zullen gaan doen. Dat is dus anders dan wanneer ik hetzelfde doe zonder eerst uit te leggen wat je gaat doen en hoe ik ga antwoorden. Daarom is het voorbeeld dat ik geef ‘kata’, en dat is verschillend van een spontane (un-scripted) versie, wat randori is. Dit is kata in zijn bredere betekenis. Voor een Japanner is dit het woord 'kata' (形) zoals het wordt gebruikt voor een bepaald soort activiteit. Het is niet eens beperkt tot deze betekenis, want kata heeft veel betekenissen, en de meeste hebben wel te maken met een model of vorm, maar niet allemaal. 'Kata' is bijvoorbeeld ook één van de kanten van een oude Japanse munt.

De zin 形だけする [kata dake suru] bijvoorbeeld betekent "gaan door bewegingen " of "iets doen puur omwille van de vorm". En 形づくる [kata zukuru] betekent "iets modelleren/kneden/vormen ". Maar nogmaals, in andere constructies wordt de term in een bredere betekenis gebruikt. 形が崩れる [kata ga kuzureru] betekent "uit vorm raken".

Daarnaast wordt in jûdô, kata gebruikt in een striktere betekenis, verwijzend naar de grammaticale regels van het jûdô, namelijk: series van zorgvuldig voorgeschreven oefeningen welke door Jigorô Kanô werden vastgesteld. 'Vastgesteld’ (established) of 'gemaakt’(founded) moet worden begrepen in de Chinese en Japanse betekenis. Dat verschilt van de betekenis die het woord in de westerse wereld heeft. In het historisch China/Japan betekent de term ‘auteurschap' (authoring) vaak meer ‘uitgeven’(editing) en ‘verzamelen’ (compiling). Met andere woorden, als we zeggen dat Jigorô Kanô iets heeft geschapen (created), wil dat niet zeggen dat het is zoals we in het Westen denken. Hoe dan ook, als we kata aldus verstaan, betekent de strikte betekenis in jûdô, dat deze uitgeschreven oefeningen ofwel origineel door Kano werden gemaakt of geïmporteerd werden in het jûdô en vastgesteld als de grammatica van het jûdô. In die zin bestaat een kata ook uit kata. Zo bezien is uki-otoshi het eerste kata van nage-no-kata, welke het eerste randori-no-kata is. Met andere woorden: kata verwijst zowel naar de hele serie als naar elk van de afzonderlijke technieken.

Vroeger werd kata niet uitgevoerd zoals tegenwoordig in de Kôdôkan, en derhalve bestond de scheiding tussen randori en kata zoals we die nu kennen, niet. Dat kan niet echt een verrassing zijn, aangezien velen onder ons vaak hun teleurstelling hebben uitgedrukt over hoe tegenwoordig Kôdôkan kata zijn verworden tot oppervlakkige nep-oefeningen. Velen drukken die teleurstelling uit door het te vergelijken met hoe de oude Butokukai sensei het deden. Als we nog wat verder teruggaan in de geschiedenis, was het verschil nog veel sterker en bestond de scheiding randori/kata helemaal niet zoals tegenwoordig. Om een voorbeeld te noemen: een van de grootste geheimen voor veel senior jûdôka is, dat ze niet snappen hoe Kitô-ryû jûjutsu (sommige takken althans) slechts 21 kata heeft – en verder niks doet. Hoe kan je jezelf nou verdedigen met zoiets? Nou, die kata werden totaal niet uitgevoerd zoals de Kôdôkan nu doet. Ze werden gedaan op een manier die we ‘midare-dori’ noemen, en dat is de voorloper van het randori wat we tegenwoordig kennen. Het betekent dat de tegenstanders in de kata echt tegenstand gaven en vochten om niet geworpen te worden. Met andere woorden, deze kata in hun originele vorm beoefenen, was net zo serieus als randori. Dit zie je nog steeds in de oudste jûdô kata die nooit veranderd werd, alleen wat bijgeschaafd. Dat is gô-no-kata die wordt gedaan met hevige tegenstand, waarbij de mensen alle kracht gebruiken om de actie van de ander te weerstaan.

In jûdô zijn deze manieren ontwikkeld tot ‘zoetere’ oefeningen, waarschijnlijk vanwege Kanô's nadruk op opvoeding, vriendelijkheid (gentleness) en het beste gebruik van energie, hoewel zelfs Kanô nooit had kunnen bedenken dat op een dag mensen sommige kata helemaal nep (fake) zouden doen, niet eens meer geworpen worden, en gewoon zelf op de grond gaan zitten zoals we nu vaak zien in de huidige Kôdôkan versies van sommige kata, vooral Koshiki-no-kata.”
Tegenstelling tussen randori en kata?

Nee, er zou geen tegenstelling mogen bestaan tussen beide.
Uit het verhaal van Cichorei Kano wordt duidelijk dat het judo volgens Kano gewoon bestaat uit twee facetten:
Voorgeschreven technische modellen – en dat is allemaal kata.
Spontaan judo met dezelfde technieken – en dat is allemaal randori.
Zo simpel is het eigenlijk.

Waarom toch van randori een soort free-fight maken, waarbij we weliswaar ‘spontaan’ doen en er geen technisch spel meer van maken, maar een wedstrijdje? Het verschil tussen technisch spel en wedstrijd hoef ik niet uit te leggen (hoop ik). Het eerste gaat over twee partners die mét elkaar werken, het laatste over twee mensen die tégen elkaar vechten. Zo simpel is het. Het eerste maakt vrij en vrienden, het tweede maakt onvrij en tegenstanders van elkaar. Zo simpel is het meestal.

Waarom toch van kata een soort strak vormenspel maken, een aantal series afwerken, waarbij de details belangrijker zijn dan de verhaallijn (van elke afzonderlijke techniek en het kata als geheel), de stapjes belangrijker zijn dan de totale beweging, de regeltjes belangrijker dan de judoka die het doen? Waarom niet snappen dat iedere vorm van voorgeschreven (scripted) techniek, of het nu uchi komi, of het oefenen van combinaties, of het doen van een serie aikido-technieken, allemaal in de categorie ‘kata’ vallen? Ja, het aikido kent geen kata. Maar wat men doet is allemáál kata, althans, het aikikai-aikido. (Tomiki aikido kent randori vormen.) Elke techniek die niet spontaan tot stand komt als spontane verdediging tegen een spontane aanval is… kata.

Waarom toch randori en kata tot twee verschillende vormen van judo maken, waarbij randori sommigen gaat tegenstaan omdat het te wild is, en kata gaat tegenstaan omdat het te mak is? Terwijl zeker de randori-no-kata (nage- en katame no kata) dus oorspronkelijk veel meer de power van het randori in zich droegen en dus niets zouden moeten hebben van een gestileerde na-aperij van een of andere sensei op een dvd. Terwijl randori niet zo’n soort mini-competitie zou moeten zijn, maar… een vrije toepassing van diezelfde dynamische en krachtige technieken die in kata worden geoefend in een ‘scripted’ vorm.

Concreet

Allereerst moet in het randori eigenlijk alles aan bod kunnen komen wat in het kata ook bestaat. Wedstrijdregels of niet, tradities of niet, maar een beetje atemi-aanvallen (shomen uchi/yokomen uchi) moet je kunnen hebben. Zolang we dat niet willen, is een groot deel van het nage no kata sowieso al deaud.

Wat betekent dat in randori elke aanvalsvorm kan worden beantwoord met exact dezelfde techniek als in het kata, alleen dan – zeg maar – in willekeurige volgorde, en uiteraard alle worpen van de Gokyo, en niet alleen de vijftien van het nage no kata. Nage no kata is aldus beschouwd slechts één kata-vorm. Terecht om de randori-kata van bijvoorbeeld Hirano ook te trainen, of het Go-no-sen kata van Mifune.
Wat ook betekent dat in het kata de dynamiek van randori een plaats zou moeten hebben. Een aanval is een échte aanval, een worp is een échte worp. Tori en uke weten allebei wat ze moeten doen, want de techniek is ‘voorgeschreven’. Maar meer dan dat weten ze niet. Beentje zus, voetje zo? Hmmm… energie laten stromen en één worden, daar gaat het dacht ik om. Al is er dan een groot verschil tussen het 'harmoniëren' van de kracht tegenover het 'weerstaan' van de kracht.

Wat dus betekent dat in kata en randori dezelfde harmonie en zachtmoedigheid zou moeten overheersen, het gevoel van ‘ju’ en dus de balans tussen weerstand en meegeven. Wat uiteraard betekent dat randori en kata geen van beide competitie worden, maar partnerschap.

Stout idee


Om dit te oefenen, zou men – het is maar een idee – eens kunnen beginnen op de danexamens het nage no kata te ‘shuffelen’. Eerst de series laten zien zoals ze in het boekje staan, en dan de technieken op afroep in willekeurige volgorde, links of rechts. Probeer dat maar eens: Uki Otoshi rechts – Ura Nage links – Uchi mata rechts – Kata Guruma links – Tomoe Nage links. Of gooi er maar eens een techniek doorheen die niet in het nage no kata voorkomt! Haha, zoiets kúnnen judoka misschien helemaal niet, althans niet braaf-correct zoals de kata-jury wil zien! En daarna de technieken in randori-vorm, dus zonder de stappen- en buigingsprotocollen, maar op afroep en met meegeven/weerstaan. Als het góed zou zijn, zouden tori en uke in alle gevallen exact dezélfde judotechnieken laten zien… maar wat denken we wat het wordt?

Zolang dit niet zo gebeurt, blijft de kloof tussen kata en randori. Blijft de dwaze situatie bestaan dat judoka lekker kunnen vechten zonder de grammatica te kennen. Blijft het kata ‘dood’ en randori ‘op leven en dood’. En ondertussen zien we de échte judoka, de mannen die met hart en ziel willen doen waar het judo voor staat, afhaken op hun trainingen die totaal niet geven wat ze ten diepste verlangen. Als we echte vooruitgang willen boeken, zouden alle judoka even veel moeten houden van kata en randori. Omdat beide exact hetzelfde judo zou zijn, met alleen de betrekkelijke vrijheid als verschil. Zoiets…

3 opmerkingen:

  1. Wederom een mooi stuk! ik plaats niet vaak een reactie, mar het Mitesco blog lezen is onderdeel van mijn dagelijkse routine. ik wilde het toch maar eens gezegd heben.
    Betreffende kata: hoewel het judo kata inderdaad statisch is, kan denk ik niet ontkent worden dat het (voor de beginnende?) judoka nut heeft om hiermee te starten. Zo ontwikkel je wel een feel van de mogeliklheden vanuit diverse posities alsmede een feel voor de how-to. Wellicht is het een goed idee om dit gaandeweg te laten evolueren in een meer randori achtige vorm? Zo kan er op een 1e dan examen tenminste iets moois (en wellicht iets eigens) getoond worden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Richard, dank voor je reactie!
    Uiteraard blijf ik kata wel promoten, hoor!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik weet niet of de huidige kata beoordelers wel open staan voor "iets eigens". Dat kun je vooral al zien aan de polder-politieke oplossing om de kata uitvoering van de "de Korte Clan" te bestempelen als "Busen" in plaats van juist die eigen uitvoering daarin te zien.

    Daarnaast is ook het moderne competitie denken strijdig met dit uitgangspunt, want daar zal men iets te vergelijken moeten hebben om te zien wat "beter" is. En dat vergelijken werkt het best vanuit een referentie-kader.

    Toch leren de oude meesters ons als geen ander dat kata wel degelijk een persoonlijke uitvoering mag hebben. De Kata van Hirano Tokio Sensei was ook al niet dezelfde als die van Abbe Kenshiro Sensei. En dat had ons al genoeg moeten zeggen.

    Kata en Randori zijn niet dezelfde zaken, zoals hier door Mitesco wat kort door de bocht wordt gepropageerd. Maar ze hebben wel ieder eigenschappen in zich die dat vergelijk dichtbij brengen. Als Kata "de grammatica" van het judo is, dan is Randori "het opstel". En ook dát gaat niet zonder grammatica....

    Ik denk dat er een groot gebrek aan kennis is omtrent kata bij de huidige groep lesgevers. Ik praat dan niet over het betrekkelijk kleine groepje rond o.a. Mass Blonk, maar over de dagelijkse club lesgevers. En juist DIE moeten de basis van het kata "zaaien".....

    BeantwoordenVerwijderen