dinsdag 11 oktober 2011

Leren van je randori

Het is heerlijk om weer op de mat te staan en gewoon je zelfvertrouwen terug te vinden na een moeilijke periode met lichamelijke kwalen en ongemakken. Heerlijk om gewoon ukemi te nemen, zoals ik het zo graag doe. Voorzichtig blijven en tegelijk vrij zijn. Hmmm... ik verheug me al weer op vanavond, want dan is het weer judo-avond!

De laatste weken heb ik verschillende soorten randori gedaan. Eén sessie is me erg bijgebleven, die met een sterke en jonge wedstrijdjudoka van onze club. Het was erg fijn, moet ik zeggen, want het geeft even de gelegenheid voor deze oude man om zijn krachten te testen en staande te blijven. (Meer dan dat zelfs...) Leuk om zo te doen, en aangezien betreffende judoka een aardige kerel is die zijn judo kent, zal ik ook in de toekomst geen enkele randori met hem weigeren. Toch las ik ook afgelopen week deze wijze woorden van Neil Ohlenkamp:
Randori is moeilijk voor ons allemaal. De perfecte ippon zonder veel krachtsinspanning is al zeldzaam als je werkt met judoka die sterk zijn en van gelijk niveau, maar helemaal als ze meer vaardigheden hebben. Alleen als je de beste van de klas bent, kun je misschien gemakkelijker succesvol werpen. Toch kun je daar alleen komen, als je oefent met meer ervaren mensen en aandacht hebt voor je fouten, je zwakheden en je timing. Als je na iedere sessie evalueert wat je zou kunnen verbeteren en ze dan met toewijding oefent… het is een lang proces omdat er zoveel kansen zijn om een worp te laten mislukken.
Eén ding dat kan helpen, is de weerstand (resistance) in randori te verminderen tot het punt waarbij jij en je partner elkaar gemakkelijker kunnen werpen. Dat geeft je de kans om een worp ook eens af te maken en dat is één van de dingen die je nodig hebt om vooruitgang te maken. Als je nooit eens echt kunt werpen… misschien zijn jij en je partner dan niet echt bezig om samen te werken om elkaar te helpen om te leren… (JF 8-10-11)
Het is de vraag wat wij – ik en de jonge wedstrijdjudoka – beiden leren als we elke week alleen maar wedstrijdgericht randori zouden doen. Want eerlijk is eerlijk: ik kán dat wel, maar is het nou zo leerzaam, tenzij voor je conditie en je gevoel voor balans? Nee. Ga ik wedstrijden doen? Um Himmels Willen, Nein! Ben je echt aan het werpen? Nee, het is zoals altijd: een paar techniekjes, de rest láát je wel. Is het echt een vrije oefening? Nee, je staat beperkt te doen.

Misschien zou het juist bij deze gevorderde judoka interessant kunnen zijn om af te spreken, het niveau van spierkracht eens op de helft te zetten bij het gevecht om de pakking, en als een van beiden inzet (en inzetten is dan niet zo’n halve beenworp!) ook slechts lichte weerstand te bieden. We zijn toch niet bang van een beetje ukemi? En dan ook doorgaan in (korte) grondcontrole om zo ook beiden te leren hoe je dat doet in een ‘levensecht’ gevecht? Ik ben er zeker van dat ik nog veel te leren heb, maar die andere jongeman ook! En dat kunnen we alleen ontdekken als we elkaar ook laten werpen en dan zien waar we onze misstappen maken (letterlijk of figuurlijk). Elkaar kansen geven, zonder ze cadeau te geven. Uke zijn zonder mee te springen en tegelijk mee te geven.

Uiteindelijk kun je met een trainingspartner alles afspreken wat je wilt. Je wint allebei het meest als je leert. Soms win je dan meer als je allebei tien keer keihard op je rug landt in een grondcontrole. Pas dan leer je waar je verdediging zwak was, waar je krachtenverdeling mislukte, waar je voeten verkeerd stonden, waar je handen waren waar ze niet moesten zijn, waar je nét iets te laat was, kortom: wat je echt waard bent op de mat zonder de dekmantel van je sterke armen en benen…

3 opmerkingen:

  1. "wedstrijdgericht randori" doen..... is dat niet gewoon: randori op een andere dan bedoelde manier?

    Neil Ohlenkamp stelt vragen die de lezer trachten te bewegen tot nadenken over wat men zélf onder randori verstaat in het eigen judo. Dat is een goede methode. Beter dan (zoals ik zojuist deed) stellen dat het huidige randori niet is wat het zou moeten zijn.... want dat zeg ik natuurlijk!

    Randori is niet een soort van pré-shiai. Allerminst zelfs. Randori staat van nature geheel in dienst van het judo. De insteek moet niet zijn "een punt te scoren" en de "wedstrijd te winnen" maar de insteek moet zijn jouw judo en dat van je partner te verbeteren. Met name dat laatste gedeelte van de vorige zin is bepalend: "en dat van je partner"!

    In het judo heb je namelijk verantwoordelijkheden. Naar je partner toe bijvoorbeeld. Randori is een methode om judo te trainen waarbij je van tevoren afspreekt dat je er beiden wat positiefs van wilt leren. Je zult dus niet een goed uitgevoerde techniek van je partner tot het uiterste blokkeren en tegenwerken, maar je zult, als de techniek goed wordt toegepast, direct overschakelen op een modus waarin je je ukemi onderzoekt en traint. Je gunt je partner de ervaring om te zien hoe zijn techniek van A tot Z verloopt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Reactie, deel 2:

    Het heeft in die onderlinge samenwerking raakvlakken met kata. Judo kent vele trainingsvormen, maar randori is één van de vormen waarin alles gecombineerd wordt. Randori staat daarmee min of meer centraal in judo. Tenminste, als het op de juiste manier beoefent wordt.

    Shiai is veel meer een uithoek van het judo. Een moment van het testen van het eigen ik, de eigen persoonlijkheid en de ultieme test van de effectiviteit van het eigen judo. Iets geheel anders.

    Jammer dat Randori en Shiai tegenwoordig zo dicht bij elkaar worden gelegd. Een teken van het gebrek aan kennis bij de heren en dames judoleraren? Of een verder opschuiven naar de dojo als entertainment-hal?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Je kúnt wel degelijk wedstrijdgericht randoriën. Maar ook op zoveel andere manieren - en dat wordt vaak vergeten.
    Ik vond het leuk om het een keer te doen, dan weet je ook weer hoe dat voelt. Maar juist de verschillende vormen van randori oefenen en zo van en met elkaar leren, dát is ideaal. Je kunt onderling alles afspreken. Ik oefen ook veel met G-judoka. Dan spreken we af: dit wel, dat niet - je houdt rekening met elkaar! Gisteren randori-newaza met een jongen die heel fel kan doen, ikkyu, en maar opscheppen over zijn armklemmen en verwurgingen in de kleedkamer. Die kreeg van mij dus een ude garami die ik bij een ander niet aanleg. Dat vinden we dan allebei leuk.
    Judo is partnerschap. Randori is daarvan een uitdrukking. Willen beiden wedstrijd oefenen? Prima. Willen beiden pakking 'met twee vingers' en weinig kracht? Ook prima.
    Wel denk ik dat sommige coaches 'randori tachiwaza' verkeerd zien, als 'staande wedstrijdjes' zoals ze het wel eens noemen. Ook moeten ze meer sturen in de zin dat ze judoka remmen of stimuleren, ze beter op elkaar afstemmen, opbouwende kritiek geven, en vooral: variatie in randori! Als ik een les moest bepalen, oefende ik wel wat anders als 'wedstrijdrandori', laat dat duidelijk zijn... Randori kan prachtig zijn, als je het maar goed aanpakt...!

    BeantwoordenVerwijderen