zondag 4 december 2011

Kata (3) Shobu-no-kata 勝負の形

Judo is niet alleen een mooie harmonieuze opvoedingsleer. Soms kan het ook echt een traditioneel-Japanse zelfverdedigingskunst zijn. Dan staat het judo opeens heel dicht bij het ju-jutsu, waarbij niet de weg van jita kyoei telt, maar vanuit de oorspronkelijke bedoeling eigenlijk: de overwinning. Niet de verzoening met je partner, maar de dood van je tegenstander.

Dan ben je op het terrein van de Shiken-shobu-no-kata (真剣勝負の形), dat wil letterlijk zeggen: kata (形) van (の) levensechte (Shiken 真剣) overwinning (shobu 勝負) .

Veelal wordt dit begrip uitsluitend toegepast op Kime-no-kata (極の形) (het kata van de beslissing. Kimeru (極める) is: kiezen, beslissen. Waar het bij dit kata om gaat, is om de juiste beslissing te nemen in een bepaalde aanvalssituatie. Het doel is om de judoka te leren snel te reageren, en het leert tai sabaki en het ontwijken van een aanval in twee posities, knielend en staand.

Anders dan bij de randori-no-kata, gaat het hierbij dan om leven en dood, als de aanval in het echt zou geschieden. Verkeerde beslissingen/verdedigingen betekenen in het kime-no-kata een dolk of zwaard in je lijf, of een dodelijke omstrengeling. Natuurlijk is dit een kata, dus voorgeschreven oefening. Tori weet wat er komt, wat zeker bij de aanvallen van achteren wel prettig is. Het gaat dan ook meestal om aanvalsvormen die in het randori verboden zijn, voorzover daar überhaupt al met wapens gewerkt wordt!
Het kime-no-kata kent twee groepen Idori, waarbij men knielt, en Tachi-ai, in staande positie.

Waar het kime-no-kata vandaan komt, daarover kan men discussieren. Uit het jujutsu, dat is zeker. Maar deze vormen zijn waarschijnlijk nog veel ouder, en het feit dat men in het moderne jiu-jitsu nog steeds dit kata kent, en men in de vaststellingsgeschiedenis van het kata in het judo heel lang heeft geaarzeld omdat men bezig was met de vraag in hoeverre men authentiek judo aan het scheppen was, of gewoon een oude vorm overnam, zegt al iets.
Ja, er zijn verschillende shôbu-no-kata, maar we weten er niet genoeg van af om er veel over te kunnen schrijven. Het is soms verwarrend omdat soms shôbu-no-kata gebruikt wordt om te verwijzen naar kime-no-kata, en dus simpelweg de oude naam houdt voor een nieuwe serie technieken, en soms gebruikt wordt om te verwijzen naar oude en onbekende series. Sommigen hebben ook geschreven dat het kata al klaar was na de Butokukai meeting in 1906, maar dat is niet waar. Terwijl jû-no-kata werd aanvaard zonder commentaar (logisch, want het was een originele jûdô ontwikkeling…), en nage- en katame-no-kata met kleine aanpassingen werden aanvaard, was het kime-no-kata dat erg controversieel was en het meeste werk kostte. … Er is eigenlijk geen echt spoor van dit kata te vinden tussen 1906 en de jaren 20, en waarschijnlijk omdat er na de meeting nog veel werk over was gebleven. De intensiteit van de controverse had deels van doen met het doel om dit kata als een "supra-Kôdôkan kata" te accepteren, dus: een kata die zo ongeveer een soort universeel kata ook buiten de Kôdôkan zou worden. We weten dat ook veel Westerse (gendai) jûjutsu federaties in veel landen, kime-no-kata ook in hun dan-examens hebben zitten. Dat is niet toevallig en laat zien dat dit kata waarschijnlijk de grezen van het Kôdôkan jûdô overstegen. (Cichorei Kano 4-9-2010)
Andere kata

Toch is kime-no-kata niet het enige kata wat onder de shobu no kata gerekend kan worden. Men rekent ook de Kodokan Goshin Jutsu (no Kata) er onder. Kōdōkan-goshin-jutsu (講道館護身術) (Kōdōkan zelfverdedigingsvormen) was een door-ontwikkeling van het kime-no-kata, erkend in 1956. Er zitten verschillende aikido-technieken in, onder invloed van Kenji Tomiki. Het bestaat uit verschillende series verdedigingen tegen ongewapende aanvallen, maar ook met een dolk, stok of pistool. (zie meer hierna)

Voor vrouwen kwam er de Joshi-jūdō-goshin-hō (no Kata) (女子柔道護身法) Jūdō zelfverdediging voor vrouwen. Jiro Nango, een neef van Kano Jigoro, maakte dit kata in 1943.

Kime Shiki 極式 (no Kata) of vormen/stijlen van beslissing, ook opgenomen in de sotai renshu (oefening met zijn tweeën in het Seiryoku Zenyo Kokumin Taiiku, zoals vorige week besproken.

Wat doen we met deze kata?

Eerlijk is eerlijk. Ik houd van judo omdat het traditioneel is, en goed is als educatief pakket. Maar soms heb ik ook niks met het traditionele van het pakket. Bij de zelfverdediging zitten er de principes in die je bij het aikido ook hebt, nl. ontwijken en je uke niet met geweld om zeep helpen. Judo en aikido zijn allebei barmhartig, ook na een ontwapening klinkt er in kime-no-kata hooguit een kiai, maar uke blijft leven.
Maar ik heb wel steeds begrepen wat de moderne judoka zeggen als ze het hebben over de efficientie. Randori-no-kata leren gewoon de grammatica van je alledaagse randori, althans, zo zou het moeten zijn. De shobu-no-kata leren vormen die je nooit kunt/mag gebruiken. Het kime-no-kata al helemaal niet, hooguit kleine onderdelen er van. Het goshin-jutsu is gemoderniseerd kata, maar het gewapende deel blijft – sorry – onzinnig voor de praktijk. Probeer het slotstukje maar niet met iemand die een doorgeladen pistool op je richt! Belachelijk gewoon, tenzij ik het mijn neefjes wil leren als ze met een klappertjespistool spelen. Het ongewapende deel is… aikido.

Het is interessant om te lezen en te studeren over deze shobu-no-kata, zeker. Maar ik heb mijn beslissing (極) gemaakt, en dat is dat ik deze kata niet ga beoefenen. Het zijn mooie stijloefeningen geworden, vér weg van hun oorsprong, en ze horen bij de klassieke traditie van het judo. Maar wat nog meer?
Wel zien we bij de gevorderde taiso- en shobu-no-kata hoe dicht het antieke judo bij het aikido staat.
Misschien dat ik later via het aikido bij sommige oefeningen terugkom. Maar de kans dat ik ze in het judo ooit kan beoefenen is érg klein. Ik heb geen enkele ambitie om een hogere dangraad te gaan halen (als je die al krijgt door een technisch examen...) en sowieso vrees ik dat de echte kennis van de kata dus volledig zal verdwijnen in Nederland.

Kōdōkan-goshin-jutsu

Tegen ongewapende aanvallen (toshu no bu)
Controle van uke in:
 Ryote-dori (Two-Hand Hold)
 Hidari-eri-dori (Left-lapel Hold)
 Migi-eri-dori (Right-lapel Hold)
 Kataude-dori (Single-Hand Hold)
 Ushiro-eri-dori (Collar Hold from Behind)
 Ushiro-jime (Choke from Behind)
 Kakae-dori (Seize and Hold from Behind)

Aanval van uke met afstand
 Naname-uchi (Slanting Strike)
 Ago-tsuki (Uppercut)
 Gammen-tsuki (Thrust-Punch to Face)
 Mae-geri (Front Kick)
 Yoko-geri (Side Kick)

Tegen gewapende aanvallen (buki no bu)

Dolk
 Tsukkake (Thrust)
 Choku-zuki (Straight Thrust)
 Naname-zuki (Slanting Stab)

Stok
 Furiage (Upswing against Stick)
 Furioroshi (Downswing against Stick)
 Morote-zuki (Two-Hand Thrust against Stick)

Pistool
 Shomen-zuke (Pistol at the Abdomen)
 Doshi-gamae (Pistol Held at the Side)
 Haimen-zuke (Pistol against the Back)

Overzicht op: http://judoinfo.com/katagosh.htm
En er is over dit kata een uitstekend boek geschreven door Richard de Bijl en Mas Blonk. Gewoon te koop!

Kyuzo Mifune laat hieronder een mooi stukje aikido Goshinju zien. Ondanks alle praktische bedenkingen: mooi hoor...!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten