zondag 16 oktober 2011

Kiotsuke ! 気を付け

Er zijn nog steeds dojo waar men echt aandacht heeft voor de ceremonies en dojo-etiquette. Helaas lijkt het allemaal wel op zijn retour. Veel sportscholen en judoclubs beschikken niet (meer) over een eigen dojo, en men is al blij als men voorafgaand aan de les de matten in de zaal heeft liggen. Moderne sportcomplexen hebben wel eens een vaste dojo die door een vereniging kan worden gebruikt of gehuurd, maar dan heb je hooguit matten en een spiegelwand, maar geen portretten van de stichter of scrolls met de kalligrafieën met judo principes. En de mat is dan een soort sportvloer voor judo, aikido, maar ook aerobics, boksen, of andere sporten. Wat soms te zien is…
Buigen voor de mat als je de dojo betreedt? Wie doet dat? Ik ben in mijn club geloof ik bijna de enige… maar wat zou je ook buigen voor een mat die bijna - sorry - een soort 'hoer' is voor alles wat niet de 'weg' is...?

Hetzelfde geldt voor de begroetingsceremonie. De meesten kijken alle kanten op, praten door elkaar heen, en dan even een seconde geconcentreerd als de hoogst gegradueerde ‘senseeei’ roept en iedereen buigt en bromt ‘ni reeeei’. Dat is het althans bij ons. Fijne club, maar ik vind het ceremonieel mager… ik ben zelf meer dan eens degene die de ceremonie van onze les mag leiden. Ik zou zo graag nog wat toevoegen...! Zoals:

Mokuso

Op 1 december 2009 schreef ik al een blog over Mokusō 黙想 , vertaald: meditatie, contemplatie. Moku 黙 = zwijgen, stil zijn. So 想 = denken, concentreren. Wie mijn blogs volgt, kan zien, dat ook in dit kanji de basis bestaat uit de radicaal ‘shin’心, wat het hart, het gevoel betekent.

Het zou goed zijn als men in de dojo weer aanleerde dat het écht goed is om even de muiltjes dicht te houden en in zijn hart te keren: stil zijn, concentreren op waar we mee bezig zijn.

Kiotsuke

Daarnaast wordt ook nogal eens een ander Japans commando gebruikt: Kiotsuke. Dat kan klinken als een oproep om inderdaad de muiltjes te sluiten en heel veel mensen vertalen het met ‘attentie’.

Kiotsuke (気を付け) bestaat in de basis uit twee kanji ki 気 and tsuke 付 en die betekenen: ki = 'geest(en)' (enkelvoud/meervoud?) ; 付 = tsuke, en dat betekent: “blijven bij, je geven aan, je wenden tot, je hechten aan, je verenigen met.”
Om het moeilijk te maken, wordt het kanji 付 in het Japanse overigs zelden uitgesproken met ‘tsuke’ van het werkwoord ‘tsukeru’, maar bijna altijd met ‘fu’, zoals in het mooie woord 付和 fuwa: “iemand volgen in totale overgave”. Grappig is de combinatie waarin wel ‘tsuke’ wordt gezegd: uketsuke 受付, wat inderdaad het kanji voor onze ‘uke’ (受) bevat, en wat in samenstelling betekent: “het aannemen van een bestelling, het ontvangen, en ook: de receptie, de portier van een instelling” of zo.

Plat vertaald betekent kiotsuke dan ook letterlijk: wend je tot je geest, geef je aan je geest. Ofwel: attentie, concentratie.

Wat is dan het verschil met mokuso eigenlijk nog? Beide woorden iets van: treed in je binnenste, concentreer je, in gewoon Nederlands: ‘even mond dicht'?

Verbind de geesten

Ik voel daarom veel voor de uitleg die mijn judovriend Waki begin dit jaar gegeven heeft:
“Kiotsuke (気を付け) wordt in deze context meestal vertaald met "attentie", maar het heeft ook een diepere betekenis die vrijwel de meeste judoka niet kennen, namelijk: verbind de geesten.

Dit klinkt misschien als een spreuk die je in een gelukskoekje zou kunnen aantreffen; ik moet toegeven dat het wel mysterieus klinkt. Maar eigenlijk gaat Kiotsuke heel goed samen met de judo idealen Seiryoku Zenyo en Jita Kyoei. Ga maar na: Met 'verbind de geesten' wordt bedoeld dat de judoka onderling als één moeten gaan functioneren. Samen werken aan technieken, samen uitwerken wat de beste manier is om technieken toe te passen. Met andere woorden: Jita Kyoei.

Daarnaast wordt vaak gedacht, als deze leus al überhaupt gebruikt wordt, dat Kiotsuke alleen geldt tijdens de ceremonies. Maar voor degene die de échte betekenis kent en begrijpt, geldt Kiotsuke overal. Of je nu thuis zit met familie, of judo traint in een dojo. Ik vind dat Kiotsuke net zo belangrijk is voor het judo als Seiryoku Zenyo en Jita Kyoei.”
Ik ben het daar roerend mee eens. Maar Waki staat niet alleen in deze uitleg, al waren de haantjes op het Judoforum er als de kippen bij om de geestelijke betekenis de grond in te boren toen het daar ter discussie kwam. Soms zijn judoka zó oppervlakkig...!

Verdiepen van het begrip


Judoka kunnen soms wat leren van andere martial arts, en wat de betekenis van ‘verbind de geesten’ betreft, is er een kempo-studie van dr. William Durban “Kiotsuke: Attention, Join Spirits” waarvan ik een deel hier vertaal:
Als studenten worden opgeroepen tot attentie, moet de nadruk liggen op bewustzijn (awareness), wat begint met hun lichamen. Als in Kiyojute Ryu Kempo Bugei scholen de oproep Kiotsuke wordt gegeven, volgen de studenten de leraar door hun voeten bij elkaar te brengen en hun vuisten voor hen op het niveau van ‘Itten’, in één punt recht vooruit. Hun ogen zijn gefocust, strak voorwaarts, niet naar iets speciaals kijkend, maar proberend om zich bewust te zijn van alle niveaus van wat ze zien. … Maar het bewustzijn van Kiotsuke gaat verder dan alleen het bewustzijn van je lichamelijke positie.

Het bewustzijn moet ook uitgaan naar de andere studenten en de leraren. Ki betekent ´geest´. Het verwijst naar iemands persoonlijke geest, de geest van het leven, en de Universele Geest. Tsuke betekent: verenig je of hecht je. Zo bezien betekent de opdracht Kiotsuke voor alle mensen in de dojo: 'verenig je geesten', de een met de ander en met de Universele Geest. Het mooie van de opdracht is, dat het een open statement is die iedereen de kans geeft om te antwoorden overeenkomstig hun eigen gevoelens en godsdienstige overtuigingen. In veel Kiyojute Ryu Kempo Bugei Dojo, zijn er meer verschillende geloofsopvattingen. Op sommige trainingsmomenten zijn er katholieken, protestanten, boeddhisten, hindoes, Sikhs en moslims – allemaal samen om te trainen. Op het moment dat de opdracht Kiotsuke klinkt, zetten allen hun verschillen aan de kant en nemen deel aan de broederschap van de Kempo training. Zo zou het moeten zijn in alle dojo. Studenten zouden verenigd moeten worden in de eenheid van een gemeenschappelijke geestelijke kracht, toegewijd aan leren en groeien door de training. Als dit wordt gedaan, zullen alle studenten sneller en diepzinniger leren. De leraren zullen hun eigen kennis verdiepen omdat ze niet alleen hun eigen intellect gebruikten om de studenten te onderrichten, maar ook hun geesten. De nabijheid ten opzichte van de studenten zal vooral vruchtbaar zijn voor de leraar als een diepe band van liefde hen verenigt in een verbond van fysieke, mentale en geestelijke groei.

Deze eenheid van geest is ook belangrijk bij de training voor serieuze zelfverdediging waarbij de studenten groeien in het begrip van universele principes van vechten. Bijvoorbeeld, het principe van ‘gentleness’ wordt ook wel ‘Juho’ genoemd, en is een zeer belangrijk gevechtsprincipe wanneer men een grotere tegenstander heeft. Het principe van Ju is fundamenteel: ‘duw als men trekt, trek als men duwt’. (…) Dat gevoel bij de waarneming komt door de eenheid van geest bij degenen die werkelijk Kiotsuke praktiseren, vanaf het begin van de les.
Een goede leraar kan altijd zeggen wanneer een student in de geest verenigd is tijdens de les, door de manier waarop hij/zij omgaat met de partners. Soms kan een leraar iemand opmerken met wie niemand schijnt te willen werken. Als hij dan goed oplet, zal hij over het algemeen zien dat deze niet deelneemt aan de geestelijke eenheid van de anderen in de klas. Die persoon heeft vaak een ‘chip’ op zijn schouder en is onbenaderbaar. Als twee mensen samenwerken in harmonie, helpt het hen beiden om sneller te leren omdat zij eindigen met elkaar te helpen door de bewegingen en technieken. (…) Als Kiotsuke echt wordt gevolgd, en een geestelijke eenheid ontstaat, zijn studenten open om te leren, en worden de leraren enthousiast om te onderrichten. (…)

Als vandaag de dag alle verschillende leraren van de gevechtskunsten hun scholen tot aandacht oproepen, is het te hopen dat zij en hun studenten zich zullen verenigen in de geest, om betere mensen te worden, ontwikkeling in zelfverdediging, lichamelijke fitheid, geestelijke oplettendheid, en spirituele verlichting. Dit alles vraagt een echte liefde van zowel de leraren en studenten voor elkaar en de kunst.
... en dus de harmonie van de geesten

Hier kan ik alleen maar 100% mee instemmen. Het is triest dat in de judowereld zo weinig aandacht is voor deze diepe lagen van ons dojo-leven. Maar goed, beter bij andere gevechtskunsten en -wegen iets leren, dan stilstaan.
Deze harmonie van de geesten (wa 和 – ki 気) is iets om na te streven, in de dojo, en altijd. Het maakt van judoka échte vrienden, en open naar alle mensen die je dagelijks mag ontmoeten. Ik streef deze eenheid en harmonie volledig na. Kiotsuke!

1 opmerking:

  1. Zéér mee eens!
    Echter, de oorzaak van het gemis aan het volgen van correcte dojo etiquette ligt niet bij de leerling, maar bij de leraar!
    Hij bepaalt immers wat er gebeurd in de dojo. Hij bepaalt, of er aandacht aan het ceremonieel geschonken zal worden of niet. Hij kan onderwijzen, verdiepen, corrigeren als het gaat om gedrag in de dojo, en het correct toepassen van etiquette.

    Het commando Mok'so is nou niet bepaald een opdracht om je doctoraal in de econometrie te gaan halen... erg moeilijk is het allemaal niet, erg zinvol is het WEL. Maar het is aan de Sensei om dat belang uit te leggen, en het bewustzijn van de leerling op dat vlak uit te diepen en vorm te geven!

    Die Sensei is echter meer dan ooit gericht op wedstrijdresultaten, en geeft vaak zelf niet alleen NIET het GOEDE voorbeeld, maar steeds vaker zelfs het SLECHTE voorbeeld. Door maar zo op- en af de mat te stappen, blootvoets door de kleedkamer te wandelen, met de spijkerbroek aan op de mat te gaan staan, noem maar op. Ik zie het enorm vaak gewoon gebeuren.

    Wat wil zo'n leraar nou verwachten van een leerling?

    BeantwoordenVerwijderen